Huldiging van drie dappere zeelieden - Goudwinning in Zuid-Afrika GOUDZOEKEN: 73ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. HET MYSTERIE VAN HET DIAMANTEN KRUIS Sr Rn ,gfvangene keerde geluk" SGHEEPSKEXTIN G. VAN KOLOSSALE SCI1AKELS be stemd voor een groot zeeschip. OP OEN HOEK LAAN VAN N. O. INDIc EN WILLEM VAN OLXHOOBNSXRAA1 IN DEN HAAG botsten twee auto's tegen elkaar. De eene sloeg om. Persoonlijke ongelukken vonden niet plaats. De wagen wordt weer overeind gezet. „DE FLUWEELEN TIJGERIN". Winnie Ruth Judd, die twee vrouwen vermoordde, verlaat glimlachend het gerechtsgebouw in Phoenix. Zij werd ter dood veroordeeld. mt het Engelsch van Chester K. S. Steele door A. W. v. E.v. R. r 23) Datcy had veel gelezen over het wfw ïan kolonel Ashley en de Zrü. van 016115 naam was al vol- spreken °m 6611 gevangene moed in te »«S?1 ^fnn6lh nog een kort onderhoud wee te^aan"n d g6had- was het töd om 1 laten had t6rUg' dan hij die ver" AmCahi?°rtpïïeLAshley aangaat, nadat hij if i?troom uit haar flauwte had i yislhtelg op teabergenShag 06701611 het C ."^aoi ik detdtvdaL lk het e^nlge weken PJSLïEZÏÏf- hebben, Shagl" zelde de iude detective, en er klonk een mengeling Hn gevoelens in zijn stem. „Ach-ach!" mompelde Shag, terwijl hij ,en hengel en den emmer wegzette; „het 5 of visschen of detective spelen met den oionel, en dat is het! De kolonel is er ^uet de man naar om twee dingen tegelijk e doen!" Nadat kolonel Ashley Amy Mason naar haar auto had gebracht, keerde hij met zijn eene visch van het hengelpartijtje naar zijn hotel terug. „Ik had het van te voren al kunnen we ten. Shag." merkte hij bijna berouwvol op, „ik had wel kunnen denken, dat ik er weer in zou vliegen, door hier rust te komen zoeken." „Juist, kolonel! Dat had U kunnen we ten! Maar wie denkt U, dat deze moord gepleegd heeft?" „Dat kan ik nu nog niet zeggen. Shag, en je weet. dat ik nooit voorspellingen doe. Eerst moet ik meer feiten weten!" Hiernaar ging de kolonel te werk. Nadat hij zich eerst bij den advocaat van Darcy, als in diens belang werkende, had laten aandienen, bracht htj een bezoek aan den juwelierswinkel. Deze werd nu beheerd door Thomas Kestridge, een verre oom van mrs. Darcy. Na de begrafenis was de zaak weer ge opend, en de klanten kwamen er weer, en vermeden zorgvuldig de plaats, waar een donkere plek zichtbaar- was op den grond een vlek, die nog meer de aandacht trok, omdat de randen er om heen licht gekleurd warren. De kolonel onderzocht nauwkeurig het geheele gebouw en liet zich precies de lig ging van het lijk vertellen en alles wat er op dien droevigen morgen was voorge vallen. Hierna was hij eenige uren ijverig bezig in verschillende deelen van de stad, en zond daarna het volgende telegram aan een zijner vertrouwde mannen ln New York: „Sproetige Morgan's vacantietijd is voorbij. Houd hem een paar dagen bij je, totdat ik hem hier kan laten ko men." „Ik vind het niet prettig het te moeten doen, na wat hij voor mij deed,' 'zuchtte de kolonel. „Maar zaken zijn zaken van nu af aan. Ik ben nu officieel met de zaak belast, wat eerst niet het geval was." Nadat hij de wat duistere boodschap had verzonden, ging de oude detective naar zijn kamer en haalde een klein, groen boek uit zijn zak. „Wel, oude vriend, ik denk, dat ik je van nu af aan niet veel meer zal gebruiken," merkte hij treurig op. Hij keek naar zijn hengels en aasvlieg jes, die nu stoffig stonden te worden. „Jullie ook niet," ging hij voort. „Nog even een kijkje nemen Hij opende het boek en las: „En ik zeg U, dat visschen met een echte vlieg uitmuntend is en veel genoegen op levert." „Dat doet het niet!" barstte de kolonel uit, sloot het boek en wierp het weg. Er was één ding, dat zoowel den kolonel als den anderen detectives raadselachtig voorkwam. Er was geen spoor te vinden, dat de juwelierswinkel van buiten was geopend, zoodat, als een vreemdeling er binnen was gekomen, hij dat gedaan moest hebben, toen de deuren nog niet op slot waren, of hij moest een valschen sleutel gehad hebben; of anders had hij zoo han dig naar binnen weten te komen, dat er geen spoor van was achtergebleven. Natuurlijk was dat mogelijk, en het maakte de meening van sommigen waar schijnlijker, dat een inbreker, die aan zulk werk gewend was, den winkel was bin nengedrongen en. toen hij door mrs. Darcy betrapt was, haar gedood had. Toch werd er zelfs geen boordenknoopje vermist, zoover men had kunnen nagaan, nadat de winkelvoorraad was opgenomen; ofschoon het natuurlijk mogelijk was, dat de inbreker was afgeschrikt, voordat hij iets had weggenomen. Vele van Darcy's vrienden moesten toe geven, dat de schijn tegen hem was. Hij en zijn nicht hadden vrij hevig getwist, over geld, en over zijn weigering, zijn elec- trische draaibank te laten rusten. Ook was er King's getuigenis omtrent een woordenwisseling over Amy, hoewel Darcy beweerde, dat deze over niets anders was gegaan, dat dat zijn bloed verwante hem een verwijt had gemaakt over de ongepastheid van zijn huwelijk. Darcy gaf toe, dat hij zich beleedigd had gevoeld door de aantijging van zijn nicht. Dit alles had kolonel Ashley overdacht, voordat hij het telegram verzond. En na dat hij dit gedaan en een onderhoud met Darcy in de gevangenis gehad had en een gesprek met den advocaat, nadat hij Harry King had opgezocht en Singa Phut, bezocht de detective den juwelierswinkel weer. „Wat kan ik voor U doen, kolonel?" vroeg mr. Kestridge, die de zaak op dreef had gebracht. „Hebt U nog iets anders ge vonden?" „Niet zooveel als ik wilde. Ik zou hier graag wat willen rondneuzen, als U er geen bezwaar tegen hebt." „Niet het minste! Doe alsof U thuis bent!" „Goed. Eerst zou ik dat beeldje willen zien van den jager, waarmee mrs. Darcy verondersteld wordt te zijn neergeslagen." „O, dat berust bij de rechtbank dat en Harry King's ongelukkige mes." „Dat is waar ook! Dat was ik vergeten! Dan zal ik maar wat rondkijken. Let maar niet op mij, ik loop wat heen en weer!" Hij liep den winkel rond, schijnbaar zon der iets te doen, al kijkende en luiste rende. Eerst op den derden dag. gedurende welk tijdsverloop hij ongeduldig op een telegram uit New York had gewacht, zon der er een te ontvangen, voelde de kolonie, dat zijn geduld beloond zou worden. De detective was in meer dan één opzicht een visscher. Het was heel druk geweest in den win kel misschien was nieuwsgierigheid daar niet vreemd aan toen op een mid dag een man binnenkwam, die welbekend scheen. Toen sprak hij met niemand, doch liep herhaaldelijk zenuwachtig van de uit stalkast naar de toonbank Toen mr. Kettridge hem vroeg, of hij iets ver langde te zien, antwoordde hij, dat er niets bijzonders was dat hij een ge schenk wilde geven, maar nog niet kon besluiten. „Kijkt U maar eens rond," was de be leefde uitnoodiging, die hij kreeg, en de man maakte er gebruik van. (Wordt vervolgd). CHEVALIER zoekt voor een nieuwe film te Hollywood in de kinder tehuizen naar een baby met een vooruitstekende onderlip. Gezicht op de goudvelden van de Kenya-kolonie, gelegen in Kahmega in Noord- Kavirondo (Zuid-Afrika). Het onderzoeken van den grond. TROTZKI'S DOCHTER wier leven te Berlijn op zoo tragische wijze een einde nam. DE DRIE DAPPERE HOLLANDSCHE ZEELIEDEN, DIE HET EERST OP DE BRANDENDE „L'AT- LANT1QUE" KLOMMEN zijn te Maassluis gehuldigd. Tijdens de toespraak van den burgemeester.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5