Humor uit het Buitenland. Ïi0zy{ LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad Zaterdag 7 Januari 1933 FINANCIEEL OVERZICHT. Steunt met Uw gaven het Leidsch Crisis-Comité- Auto-suggestie. „Hendrik, won dat. Je Je hand voor Je mond hield als Je moet gapen." (Lustige Sackse). (Passing Show.); dool.' Wat beteekent dat?" ,.Ik heb m'n sleutel verloren en nu wacht ik op den (Judge). „Bent U misschien de kerel die mijn auto S. stolen heeft „Fouilleer me maar." .(Journal!, „Pas op dien man. Hij is kleptomaan." (Passing Show). Redacteur„üw artikel is een beetje te geleerd toot ons Kunt u het niet zoo omwerken dat Iedere gek het Degrljpen kan Medewerker „Ja zeker maar wat ls het gedeelte dat u niet duidelijk Is (Passing Show). GastKenner die vlsch ls afschuwelijk. Waarom heb )e hem aanbevolen Kellner„Omdat wtj hem anders ln de keuken opge diend krijgen, meneer." (Passing Show). De nieuwe Nederlandsche Staatsleening Positie van beleggers bij een dalenden rentevoet - Terbetering van het crediet der groote gemeenten - Koersbewegin- gen van Amerikaansche spoorweg- obligatiën - Toenemende vraag naar Duitsche beleggingswaarden - Di- videndvooruihdchten voor de groote banken Weinig kooplust op de Aan- deelenmarkt. De thans aangekondigde uitgifte van de nieuwe Nederlandsche Staatsleening heeft opnieuw de aandacht gevestigd op de in grijpende wijziging, die zich in den loop van 1932 op de obligatie-markt heeft vol trokken. In den aanvang van dat jaar noteerden de 4% Nederlandsche Staatsleeningen nog slechts ca. 90%; thans is het mogelijk, met een nieuwe 4% leening aan de markt te komen tot den parikoers, waarbij dan nog een recht van voorkeur wordt gegeven aan de houders der aflosbaar gestelde 5% eer ste staatsleening van 1932, die in Maart jX is uitgegeven. Het .s wel zelden of nooit in de geschiedenis van ons staatscredlet voorgekomen, dat binnen een jaar tljds kon worden overgegaan tot omzetting van een leening ln stukken met een lageren rentevoet. Voor de schatkist is het wel bijzonder bevredigend, dat dank zij de gunstige ont wikkeling van de obligatiemarkt door deze conversie van staatsschuld een aanzien lijke bezuiniging op de begTooting kan wor den verkregen. Wanneer zooals mag wor den aangenomen de thans aangekondigde leening binnenkort zal worden gevolgd door een conversie van de tweede 5% lee ning van 1932 ten bedrage van f,250 mil- lioen, eveneens ln een 4% leenlng. zal de rentelast van de schatkist een jaarlijksche vermindering ondergaan van een kleine f.4'/i millloen. een besparing, die vooral onder de tegenwoordige moeilijke omstan digheden goed ter stade komt. De conversie-transactie werpt intusschen wel een duidelijk licht op de positie, welke beleggers op de kapitaalmarkt innemen: Stijgt de algemeene rentevoet, dan worden de houders van vaste rente dragende fond sen. getroffen door de hiermede gepaard gaande koersverliezen op obligatlën. Daalt de rente daarentegen, dan maken de geld- nemers hiervan al heel spoedig gebruik, om hun uitstaande leeningen te convertee- ren in stukken met een lageren rentevoet. Van de met een daling van den rentevoet gepaard gaande koersstijging van obliga- tiën profiteeren de beleggers alleen in zoo verre. als zij bezitters zijn van fondsen met een lagen rentevoet, tusschen welker beursnoteering en den parikoers een be langrijke marge bestaat. Naar zulke obligatiën is dan ook in den jongsten tijd opmerkelij k veel vraag. Dientengevolge is b.v. de noteering voor de 3%% Nederlandsche staatsleening in den loop van 1932 gestegen van 72% tot 97%; de 2ViN.W.S. liep van 54% tot rond 72% op; ook de binnenlandsche gemeentelee- ningen met lagen rentevoet hebben ln groote mate van de koersverbetering ge profiteerd. Door belegging in dergelijke fondsen kunnen beleggers zich beveiligen tegen de mogelijkheid, van een voortdurende ver mindering van het rente-inkomen als ge volg van conversies, terwijl zij tegelijker tijd kans op koerswinst hebben. De moge lijkheid van koersverlies, indien de rente voet te eeniger tijd weer mocht gaan stij gen, kan men in zekere mate beperken door belegging in leeningen met lagen ren tevoet die nog een betrekkelijk korten looptijd hebben waarbij men dus goede kansen op uitloting a pari. met een over eenkomstige koerswinst maakt. Bij de uitgifte van vroegere leeningen was nog al eens vaak de bepaling gemaakt, dat de leening binnen een bepaald aantal jaren niet aflosbaar gesteld, resp. gecon verteerd kon worden, zoo b.v. bij de 6% leeningen 1922, welker houders tot 1932 toe van een rente van 6% verzekerd waren. Bij de in den laatsten tijd geplaatste binnen landsche gemeenteleeningen komt een der- gelijke voorwaarde slechts zeer sporadisch voor. In de prospectussen van de door den Staat in het laatste jaar uitgegeven lee- ningen werd vervroegde geheele of gedeel telijke aflossing te allen tijde voorbehou den, en hierdoor is de schatkist in staat, reeds thans de ln Maart geëmitteerde 5% leening in stukken met een lageren rente voet om te zetten. Ook de thans aange kondigde 4% leening zal te allen tijde in een leening met opnieuw lageren rentevoet kunnen worden geconverteerd, en het is wel duidelijk gebleken dat de regeering niet zal schromen, van deze bevoegdheid gebruik te maken, wanneer een eventueele verdere daling van den rentestand haar hiertoe in de gelegenheid mocht stellen. Hoewel de stemming op de binnenland sche obligatiemarkt vrijwel van het begin van 1932 af is verbeterd, heeft er in de eerste helft des jaars toch nog een vrij sterke terughouding bestaan ten aanzien van de dekking der geldbehoeften door ge meenten, provinciën enz. Voor zoover er leeningen konden worden geplaatst, hadden deze meestal een be perkten looptijd en wel meerendeels van vijf jaar. omdat beleggers huiverachtig waren, hun gelden onder de heerschende onzekere omstandigheden voor langeren tijd vast te leggen. Geleidelijk is echter ook dit overblijfsel van het in 1931 ont stane wantrouwen op de obligatiemarkt verdwenen en zelfs de groote gemeenten, die door het wantrouwen in de financieele gestie van overheidsorganen ln bijzonder sterke mate getroffen waren, zagen gaandeweg hun crediet weer verbeteren. De gemeente Amsterdam is hierdoor in staat gesteld, sinds den zomer van 1932 vijf nieuwe 5% leeningen op de markt te brengen, en wel tot voortdurend voor haar gunstigere voorwaarden. De eerste leening van f.5 millloen werd op 17 Augustus ge- emitteerd, tot den koers van 95Vi%, de tweede, eveneens van f. 5 millloen op 28 September a 97 1/4%; de derde, van f. 10 millloen op 24 October a 97 3/8%. de vier de van f.5 mlllioen, op 9 Dec. a 97 3/4%, terwijl de laatste van f.6 millioen op 29 December tegen 98 3/4% kon worden ge plaatst. De gemeente heeft hierdoor den achterstand in het sluiten van vaste lee ningen, die sinds September 1931 als ge volg van de positie der beleggingsmarkt was ontstaan, vrijwel geheel ingehaald. In de naaste toekomst zal door Amsterdam derhalve niet meer in dezelfde mate een beroep op de markt worden gedaan als in de laatste helft van 1931 het geval is ge weest. Thans is vermoedelijk de beurt aan de gemeente Rotterdam gekomen, die in 1932 -geen leening heeft geplaatst, ofschoon haar vlottende schuld enorm is gestegen, zoodat consolideering ervan alleszins ge- wenscht is. Te dien einde zijn reeds be sprekingen met bankiers gevoerd en bin nenkort zal dan ook wel de eerste leenlng van Rotterdam tegemoet kunnen worden gezien. Rekening houdend met den koers- stand der oude leeningen, moet worden verwacht, dat de nieuwe uitgifte wel tot een rente van beneden 5%, beneden pari, zal plaats vinden. De groote gemeenten hebben in min dere mate van de verbetering op de be leggingsmarkt geprofiteerd dan de Staat, en enkele kleinere gemeenten, maar vooral verschillende provinciën, die reeds met succes 4'/j% leeningen konden plaatsen. In de laatste maand des jaars heeft de Pro vincie Utrecht zelfs een 4% leening slechts een fractie beneden pari kunnen emittee- ren. In deze gunstige voorwaarden voor provinciale leeningen weerspiegelt zich wel duidelijk het vertrouwen in de provinciale financiën, mede als gevolg van het feit, dat de geheele aard van de provinciale huishouding veel meer dan die der ge meenten gericht ls op de dekking door leeningen van werkelijke productieve -alt- gaven voor waterstaat, electriciteitsbedrij- ven enz., terwijl de gemeenten maar al te vaak ook voor improductieve uitgaven geld leenen. Van de verbetering, die in den loop van dit jaar voor binnenlandsche beleggings fondsen is ingetreden, alsmede voor Indi sche Staatsleeningen, geeft het hieronder volgende koersstaatje een beeld: noteeringen gestadig terugloopen, zoowel als gevolg van de ongunstige economische ontwikkeling van Duitschland ais wegens gebeurtenissen op politiek gebied, de de- viezenmaatregelen enz. In Juli waren de eerste teekenen van een verbetering ln de koersen van Duitsche fondsen waar te BINNENLANDSCHE BELEGGINGSWAARDEN. Ned. 4Obl. '16 Ned. 4% Obl. '16 Ned. 3'/:% Obl. '11 C. v. Inschr. 3% O. I. ie em. A. '22 6% O.I. '23 B 5% O. I. '26 A en B 4%%" A'dam "25 4%% A'dam '0001 4% 's-Gravenhage '30 4% R'dam '16/17 4'/:% R'dam 1900/13 4% Alg. Hyp. Bank 4% Haart. Hyp.bk. 4% Holl. Hyp.bk. 4% Rotterd. Hyp.bk. 4% Centr. Suiker Mij. 7% Kon. Petrol-Mij. 0.4% Amst. Rubber 0.6% Kon. Ned. St.b. 4%% Kon. Paketv.Mij. 0.4% H. V.A. O. 4%% Holl. IJz. Sp. '00 4% Staatssp. '01/'13 4% Philips Ned. ObL 5%' Het koersherstel is niet tot binnenland sche beleggingsfondsen beperkt gebleven. Vrijwel alle op de Amsterdamsche beurs genoteerde bultenlandsche fondsen hebben geprofiteerd van den terugkeer van het vertrouwen tezamen met de toeneming van voor belegging in aanmerking komen de gelden, zoodat zij een meer of minder belangrijke koerswinst konden boeken. Een uitzondering vormen slechts de obligatlën van enkele Zuid-Amerikaansche staten, wegens de daar bestaande onzekerheid op politiek gebied en financieele moeilijkhe den (Bolivia, Chili, Brazilië, Argentinië, enz.). De obligatiën van Amerikaansche spoor wegmaatschappijen en openbare nutsbe drijven hebben aanvankelijk hun koersda ling nog voortgezet, waarbij zich zoo nu en dan mede vrees voor de waardevastheid van den dollar deed gevoelen. De koers daling vond echter daarnaast ook haar oorzaak in het voortdurend slechter wor dende bedrijfsresultaten en de bezorgd heid, dat de desbetreffende ondernemingen te eeniger tijd niet in staat zouden zijn. aan hun verplichtingen uit hoofde van rente en aflossing te voldoen. Dank zij de steunactie van de voor dit doel door de Amerikaansche regeering opgerichte Re- construction Finance Corporation, die tijdelijk gelden ter beschikking van in moeilijkheden verkeerende spoorwegmaat schappijen verstrekt, is het zoo ver niet gekomen. Mochten de bedrijfsresultaten in de naaste toekomst echter niet ver beteren. dan zal dit vermoedelijk slechts uitstel van executie zijn. In enkele gevallen hebben de uitkom sten der spoorwegen reeds een verbetering te zien gegeven, mede dank zij ingrij pende bezuinigingsmaatregelen; voor zoo ver de verbetering een gevolg was van de toeneming van het vervoer in verband met een uitbreiding der algemeene be drijvigheid heeft zij zich echter niet kun nen handhaven. In aansluiting hieraan hebben ook de koersen van Amerikaansche spoorwegobligatiën op de Amsterdamsche beurs een deel van de in het midden van het jaar behaalde koerswinst weer moeten prijsgeven. Het herstel van het Engelsche staats- crediet, dat tijdelijk sterk van de heffing van den gouden standaard had geleden, is duidelijk tot uiting gekomen in de koers verbetering van Engelsche staatsfondsen. Ook de Scandinavische fondsen konden een herstel boeken, terwijl Belgische en Fransche fondsen zich eveneens bij de al gemeen betere tendenz der markt aan sloten. Het meest opmerkelijk was echter het koersverloop van Duitsche vaste rente dragende fondsen. Tot in Juni bleven de L. H. 29 29 1932 Dec. '31 Dec. '32 97 5/8 103 97 102 1/4 89 3/4 102 88 1/4 101 3/8 71 98 69 96 3/4 64 86 60 1/8 86 80 1/4 100 1/2 811/2 100 1/16 49 741/2 541/2 68 75 3/4 95 751/4 94 3/4 80 1/4 97 80 97 80 93 7/8 70 b 93 1/8 801/4 99 81 99 74 96 1/2 78 7/16 95 1/2 69 1/2 91 1/4 72 90 1/4 82 101 87 97 85 99 1/2 90 99 1/2 80 1/2 96 80 96 72 93 1/2 72 90 56 95 75 1/4 87 1/2 68 891/4 70 1/16 891/4 50 95 7/8 67 1/2 89 1/16 50 96 1/2 90 77 87 101 93 100 1/16 80 100 811/8 100 85 98 80 97 1/2 84 1/. 97 3/4 82 1/4 97 3/4 82 102 3/4 80 1/2 102 3/4 nemen, maar eerst in de laatste maanden, doch vooral de laatste weken des jaars heeft het herstel zulk een grooten om vang aangenomen, dat de fondsen vaak in koers verdubbeld, of zelfs wel verdrievou digd zijn. Tot deze stijging hebben gun stigere berichten betreffende de ontwik keling van het Duitsche bedrijfsleven aan leiding gegeven. De koersrijzing is echter ook in de hand gewerkt door aankoopen van fondsen, om de opbrengst te doen die nen voor de betaling van z.g. „zusatzliche export". Hieronder geven wij nog een overzicht van de hoogste en laagste koersen, die in het afgeloopen .jaar voor buitenlandschs beleggingsfondsen op de Amsterdamsche beurs werden bereikt. nemingen over 1931 hebben gedrukt, zul len dus thans, in het algemeen gesprokei niet noodig zijn. Voor de positie van t verzekerings-maatschappijen, de banke enz. is de waardevermeerdering van de 1* leggingsportefeuille vooral van groote bf- teekenis. Het is'wel niet te verwachten, dt de uit dezen hoofde gemaakte boekwtn» door de banken tot uitkeering zal worde; gebracht, maar toch moet het bij de vast stelling van de dividendpolitiek van In vloed zijn. of het effectenbezit verder t waarde gedaald, dan wel gestegen is. Op de beurs houdt men er dan ook reke ning mede, dat de groote banken over het afgeloopen jaar weer een matig dividend zullen uitkeeren. Voor de Indische bank instellingen (de Nederlandsche Handel Mij.. NeO.Intlisotio Hond^hTTilfX «Oldt 4it echter niet, in verband met de groote directe en indirecte belangen van Jeze in stellingen bij de Indische cultures, welker positie nog steeds zoo ongunstig is. In de afgeloopen week is de stemminf voor bankaandeelen op de Amsterdamsche beurs gunstig gebleven. Voor het overige i; de kooplust in de eerste week van het nieuwe jaar nog niet groot geweest. Slecht aandeelen Koninklijke Petroleum hebbe: tijdelijk flinke belangstelling getrokken De vraag was weer afkomstig van Fran sche zijde, klaarblijkelijk van Fransche be leggers, die hun kapitaal op deze wijs naar het buitenland overbrengen, uit vree voor eventueele fiscale maatregelen de nieuwe regeering. Industriëele aandeelen hebben zich goet in koers kunnen handhaven. Philips zoo wel als Unilever zijn nog in koers geste gen, Cultuurwaarden zijn weinig ln koer veranderd. Tabaksaandeelen onderscheid den zich echter door een vaste stemming in verband met geruchten, volgens welk' de thans aangevoerde tabaksoogst 1932, dn in de voorjaarsinschrijvingen ten verkoo] zal komen, van goede kwaliteit zou zij: De geheele oogst zal 10 pet. kleiner zij: dan zijn voorganger, wat wellicht een goe den invloed op de te behalen prijzen n uitoefenen, waarbij komt, dat de kostpril zen voor dezen oogst reeds lager wan: dan voor den voorafgaanden, al zullen d groote bezuinigingen, die door sluiting samentrekking van ondernemingen e.c zijn verkregen, eerst ten volle in de vo.- gende jaren doorwerken. BUITENLANDSCHE BELEGGINGSFONDSEN. D. Renten bk. Obl. 7% Rhein. Elbe Un. Atch. Top 20 j. G. O. 4%% Het op de obligatiemarkt ingetreden koersherstel is in meer dan één opzicht van beteekenis. In de eerste plaats wel, omdat de stagnatie op de kapitaalmarkt als gevolg van het heerschende wantrou wen, die belette dat de beschikbare kapi talen daarheen vloeiden, waar zij het meeste noodig waren, thans ls overwon nen. Bovendien echter heeft de koersstij ging tot gevolg, dat de waarde der effec ten-portefeuilles aanzienlijk is toegeno men; afschrijvingen wegens koersverlies op fondsen, die in zulk een sterke mate op de resultaten van verschillende onder L. H. 29 29 1932 Dec. "31 Dec. '32 92 1/4 105 1/2 93 1/2 103 1/2 3 10 113/4 41/4 46 64 45 56 3/4 13 33 3/4 34 1/2 17 1/2 4 5/8 16 1/2 15 1 5 11/16 60 3/4 351/2 67 85 1/2 37 1/8 64 35 3/4 60 5/16 27 1/4 57 13/16 281/2 57 3/16 26 63 3/4 311/2 63 3/4 55 84 53 74 18 61 27 1/2 61 431/4 77 42 3/4 77 42 65 56 1/2 64 18 59 5/8 26 59 5/8 35% 891/4 65 1 88 20 1/8 56 5/8 26 1/2 56 5/8 56% 79 5/8 51 1/2 74 15/16 94 105 5/8 89 1 102 5/8 45 74 3/4 80 b 59 1/2 56 3/4 63 1/2 52 56 3/4 74 1/4 98 80 1/2 97 3/4 15 48 41 311/2 66% 93 98 1/2 93 24 58 1/2 54 40 23 71 66 68 1/2 54% 92 711/4 84 3/4 De stemming voor Amerikaansche aa«' deelen was lusteloos, doordien het koer*' verloop te New York. na de hervatting y»? de door de vacantiedagen onderbrok® zaken, teleur stelde Eerst tegen het eii»c der week was de stemming vaster 2—4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 14