LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Vrijdag 6 Januari 1933LEII
RADIOPROGRAMMA.
Valenciennes. Op verzoek van de ver
schrikte Margaretha wordt Granvelle te
ruggeroepen.
Vervolgens de gebeurtenissen van 1568
behandelend, toont spr. aan, hoe Oranje
door de conlstoriën, en deze door de beeld-
stormers, volkomen wordt achterhaald.
Als hij tegen de beeldenstormers op
treedt, als hij de rol van calvinistisch
bendehoofd verwerpt, wordt hij als een
afvallige gebrandmerkt: „un méchant
malheureux", noemt hem Guy de Bray.
Zijn werkingssfeer krimpt in tot rustbe-
waring binnen Antwerpen: door den te
rugval van Egmond en van alie gematig
den tot de regeering, is zijn positie scheef j
getrokken- Oprichten kan hij zich voor 't
oogenblik alleen door zich te verwijderen
uit de landen van een koning, wien hij
geen nieuwen eed van trouw kan afleggen
En waartoe zou dit zelfvernedering gebaat
hebben? Gold het de vraag, zich al of niet
te verzoenen met Margaretha, die den eed
oplegde? Een ander was in aantocht, de
beul van Philips.
De rol van adellijken staatsman, van
Bourgondische traditie is uitgespeeld. Met
duizend anderen, hoog en laag, is hij bal
ling geworden, maar tevens natuurlijke
toevlucht aller ballingen: als Prins van
Oranje is hij souverein vorst, als Graaf
van Nassau heeft hij machtige vrienden
en verwanten. Mag hij de strafoefening I
aanzien, waaronder een volk krimpt, dat
hij eenmaal den dienst zijn harten heeft
toegedacht? Welk Nederlander heeft in
zijn gemoed, welk gevestigd orgaan in zijn
besluit, den Bloedraad goedgekeurd? Wat
in de Nederlanden uitgeoefend wordt, is
geen Nederlandsch bewind meer, het is
Spaansche tirannie, steunend enkel op de
macht eener soldatesks die naar Neder-
landsche opvatting in het land geen wet
tig aanwezen heeft, die elk Nederlander,
zoo hij er de middelen toe bijeen kan krij
gen, mag verdrijven, in den naam zelfs
van den wettigen, aan privilegiën gebon
den landsheer. Grooter macht bijeen te
brengen dan waarover Alva beschikt, lijkt
in het krijgsliedenreservoir dat Duitsch-
land heet, geen onmogelijkheid. Het zijn
lieden, die dienen omdat en zoo lang men I
ze betaalt: aan geld nu ontbreekt het den
Prins van '68 in bedenkelijke mate, maar
zijn de Nederlanders, zoo zij maar eerst 1
hun bevrijding naderen zien. niet rijk ge- I
noeg, de voltooiing ervan te bekostingen? I
Het stuk wordt gewaagd onder de leus
Pro Lege, Rege, Grege; het volk. derde lid
in deze samenstelling, zelf aan de wet
gebonden, mag tot den Koning tot het
ontzag daarvoor opleggen.
Thans gaat spr. tot de bespreking der j
mislukte veldtochten van 1568 tot 1572
over. Ook de rol van den vorst-bevrijder is
uitgespeeld: de Prins moet rebel worden
met de Hollandsche rebellen. Die vier jaar
der rebellenconfederatie onder Oranje als
.hooge overheid", zij hebben een glans die
dien van andere tijdperken van den 80-
jarigen oorlog overstraalt. Oranje's talen
ten. blijken hier eigenlijk voor het eerst,
wonderwel op de mogelijkheden te passen.
Een ding hebben de opgestane gewesten
vóór: zij kunnen op het achterland een
geweldigen economischen druk uitoefenen
zonder dat hun eigen dagelijksch bedrijf
door Alva, die weinig scheepsmacht en,
vooral, geen scheepsvolk heeft, kan wor
den aangetast. Zij kunnen hunne vracht
vaart voortzetten en. nu zij Antwerpen
noch Amsterdam bezitten, zelf markten
openen in Zeeland, aan den Maasmond, in
het Noordenkwartier. Zal de handel den
oorlog voeden, dan zijn twee dingen strikt
noodzakelijk: er moet orde heerschcn op
die markt, volstrekte handelsveiligheid;
en er moet stipte orde heerschen in de
financiën; het krijgsvolk dat men aan
neemt, moet zóó geregeld worden betaald,
dat het een gewillig werktuig blijft in-
stede van een gevaar te worden. Bewon
derenswaardig zijn de snelheid en volko
menheid. waarmede Oranje beide doel
einden heeft bereikt. Geen geuzenbewind
meer; van een Lumey, die: kerken schendt
en monikken opknoopt, heeft hij zich zoo
spoedig mogelijk ontdaan. Het bewind
daarentegen in handen gelegd van de
onmiddellijk bij orde en veiligheid belang
hebbenden: den Hollandschen handels
stand zeiven. Onmiddellijk herstel welis
waar van een goede Justitie, maar het da-
gelljksch bestuur uitgeoefend niet meer
door stadhouder en hof, maar door stad
houder en door de Staten zelf gecomit-
teerde raden, en die staten zelf niet meer
uit ridderschap en de zes groote steden
samengesteld (waaraan trouwens Amster
dam en weldra ook Haarlem ontbroken
zouden hebben), maar uit ridderschap en
iedere stad wier activiteit thans voor het
welslagen van den opstand gewicht heeft:
Hoorn en Enkhuizen zoo goed als Dor
drecht of Leiden. De twee takken van
staatsdienst, waar thans alles aan hangt:
financiën en admiraliteit, onder bijzon
dere. dagelijks met den Prins handelende
collegiën gesteld En dit alles werkt; het
slaagt. Zelfs belasten zich deze burgers
oneindig zwaarder, dan zij hebben willen
dulden dat Alva het hen deed. De moge
lijkheid van een populair bewind dat niet
in anarchie ontaardt, mogelijkheid door
Oranje steeds geponeerd van den eersten
dag zijner oppositie tegen Granvelle af,
zij is in zijn Holland en Zeeland zege
vierend bewezen.
De rebellenconfederatie verstevigt zich
tot een staat, voorlooper van de republiek
der Vereenigde Nederlanden, waarvan
Holland en Zeeland steeds de kern zijn
gebleven. Hoe siert dit jong bestaan de
zorg voor eigen geestelijke zelfstandig
heid, betoond in de oprichting der Leld-
sche Universiteit, vaste steun en onder
houd, naar de Prins net uitdrukt, der
vrijheid en goede regeering des lands, „een
blochuys ende bewaernlsse; een onver-
brekelicke bandt der eenlcheyt". Aan
welk een zware proef was, in het afgeloo-
pen jaar. dat fier vertrouwen onderwor
pen geworden, en hoe kloek had Oranje,
toen alle hoop verloren scheen, de verlei
ding van den eigenbaat afgewezen. Haar
lem, ondanks een verdediging zoo krach
tig als men, volgens Alva zeiven, nooit
heeft aanschouwd, gevallen, indien Lei
den volgde, zou de rest van Holland tot
de Maas niet te houden zijn, en bleven
slechte de uiterste, van onderling verband
verstoken kwartieren, Zeeland en West-
Friesland den Prins over. Al zijn hoop was
toen op de nieuwen inval van den onver-
moeiden Lodewijk gevestigd; tot Bommel
trok hij zijn broeder tegemoet, dien hij
niet meer zou weerzien. Reeds heeft hij
vermoeden van een onheil, maar van den
vollen omvang der ramp. van het per
soonlijk lot van Lodewijk. Hendnk en
Christotfel is hij nog onzeker. Daar ver
schijnt een afgezant van Requesens met
vleiende aanbiedingen van hem en zijn
geslacht, als hij het land wil ruimen: is
hü, na de Mokerheide, nóg niet van de
overmacht des konings overtuigd? Heeft
hij niet genoeg van de heerschappij van
het gemeen, waaraan hij zich heeft moe
ten overgeven. Wie zal niet begrijpen dat
hij eindelijk op eigen rust en veiligheid
bedacht wil zijn? Het antwoord is een
mengeling van ootmoed en spot, die mij
Oranje meer dan iets anders doet bewon
deren en liefhebben, die mij zijn onbe
grensde aantrekkingskracht, op men-
schen uitgeoefend, begrijpelijk maakt. De
koning machtig? God is machtiger, en hij
vertrouwt, dat die koning voor hem zal
zijn. Het gemeen? gij weet niet welk een
goede orde Heeren Staten van Holland en
Zeeland weten te stellen! Zijne rust en
veiligheid? Hij heeft genoeg geleefd, en
zoo hij sterven moet, zal het niet zijn
zonder glorie. Aan zijn broeder Jan be
lijdt hij onderwijl: „er had mij niets
schrikkelijkers dan deze tegenslag kunnen
overkomen, maar wij hebben het God op
te geven, die vermag wat aan de wereld
onmogelijk schijnt. En al mochten ook gij
en ik te sterven komen, het zal nochtans
zijn in de zekerheid, dat God de zijnen
niet verlaat!" Welk een accent, op welk
een oogenblik! Deze niet-kerksche man,
het antwoord op te dreunen als een van
bulten geleerde les: „Grootnederland is te
gronde gegaan aan waalsch verraad. De
Walen, verklaart de meester dezer school,
„werden zich hun rasgemeenschap tegen
over de onze bewust". Zonderlinge misvat
ting, in de actie der malcontenten een
anti-dietsche beweging te zien. Welke
nationalistische, welke „ras"-grief hadden
de Waalsche provinciën tegen de genera
liteit, waaruit zij wegliepen met mogelijk
heid kunnen inbrengen? Zij brachten in
dezen tijd in de Staten-Generaal 6 stem
men uit tegenover Vlaanderen en Brabant
elk maar één, en waren ook in den Raad
van State ver boven hun beteekenis ver-
tegenwoordigd. Beide collegiën beraad-
slaagden in het Fransch. Was Oranje soms
dietsch partijganger? Zijn omgangstaal is
het Fransch; de kerk die hij bezoekt de i
Waalsch-Hervormde. In zijn omgeving I
zijn Fransch sprekenden, ja Franschen,
ruim vertegenwoordigd; Duplessis-Mornay,
La Noue, Loyséleur. De Waalsche provin
ciën hebben niet op Gent tegen omdat het
een Dietsch, maar omdat het een calvinis
tisch centrum is- Waarom te loochenen
wat in onze oogen springt; aan een tekort
van den breidel, dien in elk staatsverband.
hij zou niet religieus geweest zijn? -•
Spr. herinnert vervolgens aan het beleg ^S^an,_mstinct_ van jjohtiek_behoud
en ontzet van Leiden, de vredesonderhan
deling te Breda, het aanbod der souverei-
nltelt aan Elisabeth. Haar getreuzel moede
machtigen 28 April 1576 de staten van
Holland Oranje een beroep te doen op de
ondersteuning van Hendrik m van Frank
rijk. Van deze machtiging is echter geen
gebruik gemaakt ,daar onderwijl de ge
volgen eener onvoorziene gebeurtenis, den
dood van Requesens, het uitzicht der za
ken geheel beginnen te veranderen. Niet de
verhouding tot Frankrijk of Engeland, die
tot de overige Nederlanden moet thans in
het midden der belangstelling staan.
Spr. verhaalt thans van de pacificatie
van Gent, dié feitelijk meer vragen stelt
dan zij er oplost. Generaliteit en bijzon
dere hooge overheid over twee gewesten,
bevoorrechte positie van den hervormden
eeredienst hier, van den Katholieken ginds
dit alles blijft vol tegenstelling; alle prin-
cipieele beslissing is opgeschort, om voor
het oogenblik het verbond tot verdrijving
der Spanjaarden tot stand te kunnen
brengen. In de pacificatie is zoo weinig
mogelijk sprake van den godsdienst en in
het geheel niet van den koning. Uitslui
tende oefening van den hervormden eere
dienst in Holland en Zeeland, van den
katholieken eeredienst daarbuiten; hoe
moet nu de beslissing uitvallen der Staten-
Generaal, die voor allen zal gelden? Het
verbod van geloofsvervolging, nu reeds uit
gesproken, wijst naar eene beslissing in
den zin der verdraagzaamheid. Dit is
Oranje's opvatting der pacificatie; zal zij
door het Zuiden worden overgenomen? En
dan de koning. Die toekomstige, uitge
breide Staten-Generaal, te vergaderen na
verdrijving der Spanjaarden, zijn klaar-
blijkelijkgedacht als een constituante. Zal,
wat zij vaststellen, door 's konings veto
kunnen worden teniet gedaan? Mondeling
is te Gent verzekerd, dat de constitutie niet
met den koning zal worden beraamd, maar
als zij gereed is, hem voorgelegd, met de
vraag of hij daarop verkiest te regeeren.
Het antwoord is niet twijfelachtig, en men
zal van Philips af zijn. Ziedaar Oranje's
opvatting der pacificatie; zal niet eene te
genpartij met recht beweren, dit alles uit
den religieusen hartstochten dienen aan
te leggen, aan een te slappen staatswil, is
Oranje's generaliteit te gronde gegaan.
Bij de Zuidelijken in het gemeen had
het katholicisme de kracht eener ge
woonte. nog slechts bij uitzondering die
eener brandende overtuiging. Een later
geslacht heeft de beweging, die onzen
Vondel bijvoorbeeld in den schoot der
kerk terug kon lokken, om haar ernst en
toewijding terecht een katholieke herle- j
ving genoemd. Ten tijde der malconten
ten is zij nog niet begonnen Evenmin be
stond er, toen de pacificatie geteekend
werd, in het Zuiden een protestantsche
partij: die daartoe in 1566 behoord had,
was óf ter dood gebracht óf uitgeweken
Wèl bestond er, onder de lagere klassen
der uitgemergelde, jarenlang verdrukte
steden, een anticlericale kern. Alva, Re
quesens. Don Jan hadden zich in die mate
voorgedaan als verdedigers van het ka
tholieke geloof, dat de haat, die zij ot>-
wekten, noodzakelijkerwijs op de geeste
lijkheid terugviel.
Haar had men dikwijls bereid gezien
i het nationaal belang achter te stellen bij
dat van kerk en koning; hoe standvastig
was, daar bij vergeleken, de houding van
Oronje geweest! Het was onvermijdelijk
dat zich, in de omstandigheden van 1576
en "77 onder de Brusselsche „natiën", de
Gentsche .gieringen", een partij der
„patriotten", vormde, die vrede met het
Noorden. Oranje's komst, met terugkeer
der welvaart indentificeerde.
Nu is er weinig noodig geweest om deze
partij tot een extreem, intolerant calvi
nisme te doen afglijden. De revolutionaire
houding waarin zij zich, om in '76 de
bijeenkomst van Staten-Generaal, in '77
de ultnoodlging aan Oranje door te drij
ven, tegenover adel, patriciaat en geeste
lijkheid had moeten plaatsen, deed haar
naar energieke leiding omzien: waar
vond zij die gereeder dan bit de terug-
stroomende calvinistische ballingen, antl-
paapsch en anti-SDaansch bij uitstek?
Niet uit zielsbehoefte verlaat deze partij
de kerk. maar uit polltieken hartstocht,
om zich te kracht!ver tegen den Soaan-
schen aanhang te kunnen keeren. Diepen
het stuk geenszins te kunnen lezen? En al l wortel slaat in dezen gemoederen het
deze vragen worden onmiddellijk acuut,
daar 3 November, te Luxemburg, een
nieuwe landvoogd is verschenen, Don Jan,
die om toelating vraagt. Oranje wil die ge
weigerd hebben; niets is aan de orde dan
het verdrijven der Spaansche troepen;
maar, buiten hem om. geven thans bij de
eerste Unie van Brussel de katholieke ge
westen hun eigen uitleg der pacificatie, die
verklaard wordt een verbintenis te zijn
tot handhaving van het katholieke geloof
en der gehoorzaamheid aan den koning.
Nu kan Don Jan de pacificatie goedkeu-
ren, onder gelofte, dat dc Spaansche troe
pen binnen de 20 dagen vertrekken zullen, i
die van andere nationaliteit nadat zij zul
len zijn afbetaald. Eerst na het vertrek der
Spanjaarden zal Don Jan als landvoogd
worden erkend door de Staten-Generaal,
die intusschen hunne verbintenis hernieu
wen tot handhaving van den katholieken
godsdienst „en toute chose et partout",
nieuwe geloof niet, dat verkozen wordt uit
weerzin tegen de maatschappelijke orde,
waarin de katholieke kerk vervlochten
zit. De bekeerin? is te plotseling om niet
wankel te blijven.
Spreker vervolgt met een verslag van de
wijze, waarop dë" Gentsche democratie de
Staten-Generaal, die orde op het stuk der
religie hebben te stellen, het werk uit de
handen wil nemen door gewelddadig de
uitoefening van den katholieken eere
dienst in Vlaanderen te beletten. Kan een
door de Staten-Generaal af te kondigen
religie-vrede het verloop nog stuiten?
Oranje heeft dien opgesteld met hulp
van Duplessis-Mornav, hij is er op aan
gelegd. moest erop zijn aangelegd, bij de
katholieken een soort excuus te maken
voor het dol-drleste optreden der Gente
naren. Het calvinisme wordt aangeduid
als ..religion prétendue réformée", die men
terwille der eenheid tegenover den ge-
gUUdUiCUDU ,,CX1 tuutc UUUÖC CO paiOUUO I vttlteuo uci ooiiuviu "-bono 6^
een besluit, dat onmiddellijk de afgevaar- meenen vijand te dulden heeft tot het
digden van Holland en Zeeland de verga
derzaal doet verlaten. Nu heeft het Zuiden
zijn Don Jan. maar is het den vrede
met het Noorden kwijt, en de gedachte aan
een tweede ballingschap drijft den drom
van uitgeweken calvinisten, die op gezag
van de schorsing der bloedplakkaten naar
het Zuiden zijn teruggekeerd, tot wanhoop.
Onder da katholieken zeiven, zijn er velen
j die zich met schrik afvragen wat zij bedre
ven hebben. Zij verzoeken Don Jan, on-
1 middellijk den vrede met Oranje te her-
i stellen, die evenwel zijn gezanten te Geer-
truldenberg toevoegt, dat hij calvinist is,
en calvinist zal sterven.
Men verwijt nu Don Jan te Brussel wat
men zichzelven had te wijten. Onmlddel-
I lijk breekt tusschen hem en de hooge
I heeren twist uit, ja die heeren zeiven
hebben het volk niet meer ln bedwang. De
landvoogd voelt zich de gevangene van
God behage gelegenheid tot een algemeene
nationale kerkvergadering te geven, die,
beide partijen in vrijheid gehoord, be
sluite In afwachting zal vrijheid van
eeredienst worden toegestaan waar min
stens honderd gezinnen, één Jaar ter
plaatse gevestigd, haar aanvragen, of in
kleine dorpen de meerderheid. De magi
straat verdeelt de kerkgebouwen. De bij
zondere regelingen, in Vlaanderen door de
Gentsche calvinisten tot stand gebracht
vervallen; de afgezette magistraten daar
worden hersteld, de gevangenen losgelaten.
De Staten Generaal namen het ontwerp
niet aan. maar zonden het naar de pro
vinciën, waar het bijna ne :ens Instem
ming vond. Ten uitvoer gek jd is de ge
loofsvrede te Antwerpen, sedert den slag
bij Gembloux Oranje's verblijf, waar in
Augustus '78 den Calvinisten gebouwen
tot uitoefening van hun eeredienst worden
burgervendels; hij ontsnapt, maakt zich ingeruimd; te Leeuwarden, waar hun de
Jakobijnenkerk wordt overgelaten; de
Groninger Ommelanden hebben haar ook
aangenomen. Utrecht verwierp op verlan-
I gen van het eerste lid, hoewel eenige
edelen voor de aanneming stemden; in
Gelderland IJverde Jan van Nassau voor de
aanneming, maar kreeg de Staten niet
mede, waarop de hei-vormden zich met
hulp der troepen ln het bezit van kerken
stelden; in Holland en Zeeland was van
aanneming geen sprake en in de zuiver
katholieke gewesten evenmin. Het meest
fulmineerden de Gentsche calvinisten.
Slechts goddeloozen kunnen de afgo
derij beschermen, roept Dathenus uit;
Oranje, die van godsdienst gelijk van
kleed verandert, bekommert zich slechte
om den Staat, en maakt van de nuttig
heid zijn God. Men spreekt ervan zich te
I „kantonneeren" op zijn Zwitsersch; een
tweede Genève te worden, het juk der
meester van het kasteel van Namen, en
vraagt Philips de Spaansche troepen
terug.
Nu is het Oranje's tijd. Al zijn voor
spellingen zijn uitgekomen. De burgerij
dwingt de Staten hem naar Brussel te
noodlgen waar hij. 23 September 1577,
onder onbeschrijfelljken Jubel des volks,
zijn intocht houdt. Aerschot, de stadhou
der van Vlaanderen, wtl tegenwerken,
maar wordt te Gent door partijgangers
van den Prins onschadelijk gemaakt. De
prins zelf. onder den ouden titel van
ruwaard, treedt aan het hoofd van het
bestuur van Brabant. Don Jan wordt
vijand des lands verklaard; Matthias,
in het land gehaald op Aerschot's werk
tuig te wezen, tot Oranje's speelpop ge
maakt- Mamix, zijn Noordelijke, Llesvelt,
zijn Brusselsche vriend, worden gekozen
- - r\rt I LVYCCUC VJCI1CYC UC WU1UCU, liCt JUK. UCX
n generaliteit af te werpen. Men wil den
Brussel wordt door een'tweede vervangen, i streng Calvinistischen paltsgraaf Joan
t i i hïi i w 1 Caslmlr, als aanvoerder van hulpbenden
zaamheid Interpreteert. Oranje schijnt het jn het ]ancj verwacht, tegen Oranje stellen,
wezenlijke te bereiken van hetgeen, waar- ja hem Graaf van Vlaanderen maken.
voor hij Jaren strijd: Nederland te veree
nigen door er den geloofshaat aan banden
te leggen.
Het schoone droombeeld is teniet ge
gaan; wij weten het allen; het komt er
i op aan, de Juiste oorzaak te willen zien.
Een school van geschiedschrijvers, wie het
j niet aan vrijmoedigheid, maar aan onbe
vangenheid mangelt, weet tegenwoordig
Het ls de woede dezer Gentenaars, welke
zich ook naar Atrecht. naar Doornik, naar
Valenciennes, naar Rijssel zoekt voort te
planten en daarin aanvankelijk slaagt, die
het opkomen eener katholieke reactie in
de Waalsche provinciën gereedelljk ver
klaart. De Unie van Atrecht vond haar
tegenpool in die van Utrecht, door Oranje
zonder Ingenomenheid aanvaard; liever
had hij gezien, dat alsnog met den geest,
die de Unie van Utrecht ingaf, het restant
der generaliteit te bezielen ware, die hij
zoekt te redden ondanks al, al zou hij er
een stroohalm voor omklemmen; die
stroohalm heet Anjou. Die man blijkt een
voetwisch, Parma een militair en diplo
matiek genie, die het gebied der genera
liteit, wier organen van Antwerpen naar
Holand worden opgejaagd, tot dat der
geünieerde provinciën doet samenkrimpen.
In Juni 1583 is Oranje, uit Antwerpen
naar het Noorden teruggeweken; de Gent
sche calvinisten, wien hij geen hulp meer
kan bijzetten, betichten hem van verraad,
en nemen tot stadhouder van Vlaanderen
een jeugdig windbuil aan, Charles de
Chlmay. die zich in Maart '84 aan Parma
onderwerpt. Brugge en Gent zijn dan in
gesloten, en verkeeren in de diepste
ellende; te Brugge sterven dagelijks hon
derd menschen aan de pest, het geeft zich
20 Mei '84 over. Te Gent vallen katholie
ken en calvinisten elkander op het lijf. en
krijten vrede! de een, en relegle! de an
der; de man, die zijn tijd vooruit, die
beide begrippen elkander had willen doen
doordringen, hij valt te Delft, 10 Juli 1584.
Oranje heeft de kracht niet vermoed,
waarmede het Noorden, met afstooting
zelfs van verdachte bultenlandsche hulp,
zich tegen Parma zou kunnen handhaven.
Niet zonder diens afleiding evenwel door
Hendrik IV. ln wiens tijd Oranje's Juiste
gedachte, dat Frankrijk bovenal de nut
tige bondgenoot kon zijn, eindelijk be
waarheid werd; maar voor een redding
van Oranie's generaliteit was het toen te
laat. De Unie bleef behouden, en bij voort
durende ontstentenis van een landsheer,
als republiek. Het was nooit Oranje's
wensch geweest. De geünieerde provinciën
als groote mogendheid, hij heeft ze in den
droom niet gezien. En toch is hij de va
der van dit ons kleine vaderland, dat groot
bleek te kunnen zijn ln in wat Oranje's
generaliteit ontbrak: burgertucht en
christelijke verdraagzaamheid. Wij hebben
zijne les niet versmaad. Ons volksleven
heeft deel aan eene gedachte, die grooter
was dan het Holland, grooter dan de Ne
derlanden van zijn tijd, die Europa ver
overd heeft, die wij nog ten huldigen dage
niet kunnen missen. Wat ln ons waarde
heeft, het is in vrijheid gegroeid, en in
de sfeer der vrijheid alleen zal Nederland
leven. Wat hij in zijn volk. in zijn huls
heeft ontvonkt, het ls ons kracht gewor
den zonder wederga, ons beider kostbaar
ste goed nog heden. Ons ontroert nog zijne
gedachtenis als geen andere het vermag;
onder haar beschuttend lommer zweren
wij Nederlanders van thans onze veeten
af, en reiken elkander de hand. En in de j
geschiedenis van zijn stamhuis zijn de
oogenblikken aan te wijzen, waarop, tot
ons heil en behoud, de dragers van zijn I
naam niet op de lippen namen, want ver- 1
toon was hun vreemd, maar in hun harte i
lazen: se sera moi. Nassau.
Hoe zou het heden anders wezen? Zoo
zij dan, in dit oogenblik, door ons allen,
vergaderd in Oranje's naam, Ingegaan de
plechtige hernieuwing van het oud ver
bond; zoo zij in onze ziel bezegeld de
Unie van Leiden.
Na de rede van prof. Colenbrander zong i
het koor, eveneens vierstemmig, het eerste
lied uit den Gedenkklank van Valerius:
„Hoe groot, o Heer! en hoe vervaarllc".
Slotwoord van den rector.
Vervolgens sprak de rector- het slot
woord.
„Tot sluiting van deze plechtige bijeen
komst, zeide hit, zij het mij veroorloofd.
Uwen Majesteiten en Uwen Koninklijke
Hoogheden eerbiedig dank te zeggen voor
het nieuwe blijk Harer hooge belangstel
ling ln de Leldsche Universiteit. Al heeft
deze sobere plechtigheid den vorm gedra
gen van een vergadering van den Acade-
mischen Senaat, ln de oude Gehoorzaal,
die ons dierbaar is ,het moge mij als
rector-magniflcus vergund zijn dien dank
niet alleen uit te spreken uit naam van
den Senaat der Hoogeschool, maar ook
van allen, die, hetzij als bestuurders, als
i docenten, als studenten van thans, of als
voedsterllngen van voorheen, zich déél
voelen van het groote en levende geeste
lijk lichaam, dat de Universiteit ls en
blilven moge.
Met verlof van Uwe Majesteit verklaar
ik hiermede deze vergadering gesloten.
Hierop zette het koor, terwijl allen zich
van hun zitplaatsen verhieven, het laatste
couplet van het „Wilhelmus" in, vier
stemmig gezongen: Voor Godt wil ich be
lijden enz." Daarna volgde het eerste
couplet, dat door allen werd meegezongen.
In dezelfde volgorde als bli het binnen
komen, verliet daarop het Koninklijk ge
zelschap met de Commissie van ont-
vangst, waarbij zich de Chef van H. O.
i en de curatoren terstond aansloten, het
Auditorium.
Terwijl H. M. de Koningin-Moeder door
den secretaris naar haar auto werd be
geleid om te vertrekken, begaven de
overigen zich naar de Senaatekamer, om
I daar de thee te gebruiken. Behalve de
reeds genoemden, verschenen daar de
redenaar orof. Colenbrander, prof. Knap
pert. prof. van Vollenhoven, de overige
assessoren, en plaatsvervangende assesso
ren, de decaans der faculteiten, de com
missie van uitvoering van het Universi
teitsfonds, de voorzitter van den Universi
teitsraad en Gecommitteerden van het
Leldsch Universiteitsfonds Reeds aan
wezig waren de dames mevr. prof.
Blanksma, mevr. prof. van Blom, en mevr.
prof. Krom. die zich hadden belast met
de voorbereiding dezer ontvangst. De thee
werd verzorgd door leeraressen en leer-
I lingen van de Vakschool voor Meisjes en
werd rondgediend door een groep dames-
1 studenten of afgestudeerden, grootendeels
voormalige clubgenooten van Prinses
Juliana.
i Te ongeveer 4 uur deden de Rector, de
Secretaris, de Prosecretaris en de oudste
Assessor Hare Majesteit en Hunne Ko
ninklijke Hoogheden uitgeleide tot aan de
auto's, nadat Hare Majesteit opnieuw de
eerewacht van Pro Patrla was langs-
geschreden.
Steunt, bij gelijken prijs
en kwaliteit,
De Nederlandsche Industrie.
Hiermede dient gij Uw land
En bestrijdt gij de werkloosheid.
RECLAME.
KON HAAR HOOFD NIET MEER
t DRAAIEN.
Gemarteld door spierpijnen.
EEN 2
De w:
Een ons hulp is meer waard dan een tot De
medelijden. Dat was het ook voor
vrouw. Iedereen beklaagde haar. MaaiwHere
één gaf haar een raad, die hielp. Na deübootjt
goede raadgeving was zij niet langer l^wat t
voorwerp van medelijden. Zij schrijft: geen c
leed aan spierrheumatiek in den nek -V0?F
het was een marteling. Mijn hoofd konfijl-"
ik niet meer omdraaien. Iedereen hn£|ej
medelijden met ml). Toen was er iemanj. Omd
die me raadde Kruschen Salts te probee- Er
ren, wat ik deed. En ln zes maanden wa,gevan
ik een andere vrouw. Als ik nu maar he.tallen
minste vleugje van rheumatlek voel, net; veel r
ik direct een dosis van Uw wonderlijfe|oor
Kruschen Salts en het verdwijnt. Na allt-;
wat ik ondervonden heb zal lk nooit ni-yL c
laten ook anderen Kruschen Salts aejnèen
te raden." Mevr oplet
Het zijn de opeengehoopte afvalstoffi een z
in het lichaam, die de ondragelijke rheu allan
matische pijnen doen ontstaan. Zo<
Kruschen Salts nu spoort nieren t Men
ingewanden aan tot gezonde, geregeld -"f(
werking en het gevolg ls dat de schadi ®en
lijke afvalstoffen op volkomen natuui daad
Ujke wijze uit het lichaam verwijder zeehi
worden. Wanneer U zich dus houdt aa verbi
de „Kleine dagelij ksche dosis", zult U in ben
wendlg schoon zijn en blijven, en in e-? laaS
gezond, frlsch en „schoon" gehoudei
lichaam is geen plaats voor het ontstaa: J
van rheumatlek. pj
Kruschen Salts is uitsluitend verkrij? men:
baar bij alle apothekers en drocl len i
a f. 0.90 en f. 1.60 per flacon. Stralende p
gezondheid voor één cent per dag. 339l'cen1t
en h
lus to
lijks
sche:
ook
sten
en r
VOOR ZATERDAG 7 JANUARI.
houc
stan
liefl:
sant
een
wor
Zij
't
Hilversum, 1875 M. VARA-uitzendins at an
10.00: VPRO. 7.00—8.00: VPRO. - 8.0Ó hc™
Gramofoonpl. 10.00: Morgenwijding - waM
10.15: Voor Arb. 1. d. Continubedrijven: J ™aa
v. Oogen (voordracht), De Notenkrakers o
l. v. D. Wins, E. Phllipse (zang), Gramo
foonpl., VARA-tooneel o. 1. v. W. v. Cape!-
len 12.00: VARA-Kleinorkest o. 1. v. P
Duchant 12.45: Dansen uit den Prui
kentijd door J. Jong (orgel) en een strijk
kwintet (3 violen, cello en bas), en Gra
mofoonpl. 1.302.00: VARA-kieinorker.
0. 1. v. P. Duchant 2.15: Gramofoonpl
2.50: Prof. Dr. D. v. Embden: Nationale
Ontwapening 3.10: „De Flierefluiters" o
1. v. H. de Groot en Gramofoonol. 4.30:
CoÓDeratieve-kwartiertje door K. de Boer
4.50: VARA-Balalaika-orkest o. 1. v. 1 de
Parawjeff en Gramofoonpl. 5.40: Lite- Wee
rair overzicht door A. M. de Jong 6.00: zijn
Volksliederen door „De Wielewaal" o. 1. v. daa
P. Tiggers en Causerie door Nico Bloemen- ligg
daal 6.30: Gramofoonpl. 6.45: Toe-.onn
SDraak door A. de Vries 7.00: V.R.O - nini
8.00: Uit Carré, Amsterdam: Operette bew
Victoria und ih*- *-<».«. Abra- naa.
ham. Dirigent: J. Susan. Regie: J net
Meester ca.. 10.30: Vaz Dias en VAa- daa
varia 11.3012.00 Gramofoonpl.
Huizen, 296 M. Uitsl- KRO-progranm
8.00—9.15 en 10.00: Gramofoonpl. -
11.30: Godsd. halfuurtje 12.15: Sextet-
concert 2.00: Voor de jeugd 2.30: hoe
Kinderuurtje 4.00: Afgestaan 5.00: we:
Orkestconcert 5.15: Lezing 5.30: Or- hij
kestconcert 6.20: Weekoverzicht 6.40: en
Orkestconcert en zangvoordracht 7.10: l
Kath. R.V.U. 7.45: Sportpraatje. 8.00: nal
Schlagermuziek 9.00: Declamatie 9.15 tor
Vaz Dias 9.30: Radiotooneel 10.15: ver
Orkestconcert en zang 11.0012.00: I
Gramofoonplaten. bet
Daventry, 1554 M. 10.35: Morgenwij- eer
ding 10.50: Tijdsein en berlcnten - hj«
12.20: Orgelspel H. Ramsay 1.05: Com- zal
modere Grand-orkest o. 1. v. Muscant - las
2.20: Concert Dale Smith (bariton) en I
Elisie Avril (viool) 2.50: Ch. Shadwell kei
en zijn orkest 3.50: Midland Studio- voi
orkest o. 1. v. F. Cantell 5.05: Orgelspel en
R. Foort 5.35: Kinderuur 6.20: Be- vei
richten - 6.50: Golfpraatje! 7.05: Welsh-»
Intermezzo 7.50: De Central Band van
de Kon. Luchtmacht o. 1. v. Lt. Vlieg. R. B.
O Donnell, m. m. v. R. Gourley (conféren
cier) —9.00: „The Kentucky Minstrels" m.
m. v. koor, solisten en orkest o. 1. v. Leslit
Woodgate 10.00: Berichten 10.20: I
Lezing 10.35: Planorecital door D. Hil-
dreth 11.05—12.20: Dansmuziek door
Ambrose en zijn hand. ee
Parijs „Radio-Paris", 1724 M. 8 05: d
Gramofoonpl. 9.20: Orkestconcert - V,"
12.20: Concert d. h. Omroeporkest 6.50:
Omroeporkest 7.40: Vervolg concert. -
9.05: Radiotooneel 10.20: Gramofoon-
9.05: Radiotooneel
platen. Cf
Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20: Con-
cert puit rest. „Wivex" 1.502.20:
Gramofoonpl. 2.504,50: Omroeporkest
o. 1. v. E. Reesen 7.20: Omroeporkest m.
m. v. solisten o. L v. Grönhahl 8.45:^ JV
Vloolrecital door C. Andersen 9.30: Om-, S*
Gröndahl 10.20—J
- ir
ki
H
roeporkest o. 1. v.
11.35: Dansmuziek o. 1. v. T. Boston.
Langenberg, 473 M 6.257.20: Gra
mofoonpl. 11.20—12.10: Concert o. 1. v.
Wolf 12.20—1.50: Orkestconcert 1.55
2.45Gramofoonpl. 4.205.35: Koor-
concert o. 1. v. W. Brouwers 7.20: Bonte
Avond m. m. v. solisten, en het Omroep- J
orkest o. 1. v. v. Eysoldt. Leiding: Neumann
10.20—10.40: Reportage Zesdaagsche
te Dortmund 10.40—11.20: Concert o. 1
v. Wolf 11.2012.20: Dansmuziek (Gra
mofoonplaten)
Rome, 441 M- 8.20: Uitzending uit eep
schouwburg. In de pauze: Causerie. N£
afloop: Berichten.
Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.20:
Omroepklelnorkest o. 1. v. Leemans 1 30
Concert uit Antwerpen 5.20: Omroep
orkest o. 1. v. Meulemans 6.35: Zang
voordracht 6.50: Gramofoonpl. 7.20:
dito 8.20: Vroolijk halfuurtje 850:
Accordeonrecital 9.20: Omroepkleln
orkest o. 1. v. Leemans 10 30: Mal
Alexys orkest 11.201220: Dansmuziek
uit St. Sauveur 338 M.: 12 20: Concert
uit Antwerpen 1.30: Omroepklelnorkest
o. 1. v. Leemans 5.20: Dansmuziek uit
St. Sauveur 6.35: Gramofooppl. - 8 20:
Concert door een Studentenorkest - 8.50:
Orkestconcert uit Luik. Hierna tot 12.20:
Gramofoonmuziek.
Zeesen, 1635 M. 7.20: Vroolijke avond
uit München o. 1. v. H. Cassimir en r-
Horrmann 9.40: Berichten en hierna tot
11.20: Dansmuziek uit Berlijn.
2—3
1'!