LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Vrijdag 6 Januari 1933LEII RADIOPROGRAMMA. Valenciennes. Op verzoek van de ver schrikte Margaretha wordt Granvelle te ruggeroepen. Vervolgens de gebeurtenissen van 1568 behandelend, toont spr. aan, hoe Oranje door de conlstoriën, en deze door de beeld- stormers, volkomen wordt achterhaald. Als hij tegen de beeldenstormers op treedt, als hij de rol van calvinistisch bendehoofd verwerpt, wordt hij als een afvallige gebrandmerkt: „un méchant malheureux", noemt hem Guy de Bray. Zijn werkingssfeer krimpt in tot rustbe- waring binnen Antwerpen: door den te rugval van Egmond en van alie gematig den tot de regeering, is zijn positie scheef j getrokken- Oprichten kan hij zich voor 't oogenblik alleen door zich te verwijderen uit de landen van een koning, wien hij geen nieuwen eed van trouw kan afleggen En waartoe zou dit zelfvernedering gebaat hebben? Gold het de vraag, zich al of niet te verzoenen met Margaretha, die den eed oplegde? Een ander was in aantocht, de beul van Philips. De rol van adellijken staatsman, van Bourgondische traditie is uitgespeeld. Met duizend anderen, hoog en laag, is hij bal ling geworden, maar tevens natuurlijke toevlucht aller ballingen: als Prins van Oranje is hij souverein vorst, als Graaf van Nassau heeft hij machtige vrienden en verwanten. Mag hij de strafoefening I aanzien, waaronder een volk krimpt, dat hij eenmaal den dienst zijn harten heeft toegedacht? Welk Nederlander heeft in zijn gemoed, welk gevestigd orgaan in zijn besluit, den Bloedraad goedgekeurd? Wat in de Nederlanden uitgeoefend wordt, is geen Nederlandsch bewind meer, het is Spaansche tirannie, steunend enkel op de macht eener soldatesks die naar Neder- landsche opvatting in het land geen wet tig aanwezen heeft, die elk Nederlander, zoo hij er de middelen toe bijeen kan krij gen, mag verdrijven, in den naam zelfs van den wettigen, aan privilegiën gebon den landsheer. Grooter macht bijeen te brengen dan waarover Alva beschikt, lijkt in het krijgsliedenreservoir dat Duitsch- land heet, geen onmogelijkheid. Het zijn lieden, die dienen omdat en zoo lang men I ze betaalt: aan geld nu ontbreekt het den Prins van '68 in bedenkelijke mate, maar zijn de Nederlanders, zoo zij maar eerst 1 hun bevrijding naderen zien. niet rijk ge- I noeg, de voltooiing ervan te bekostingen? I Het stuk wordt gewaagd onder de leus Pro Lege, Rege, Grege; het volk. derde lid in deze samenstelling, zelf aan de wet gebonden, mag tot den Koning tot het ontzag daarvoor opleggen. Thans gaat spr. tot de bespreking der j mislukte veldtochten van 1568 tot 1572 over. Ook de rol van den vorst-bevrijder is uitgespeeld: de Prins moet rebel worden met de Hollandsche rebellen. Die vier jaar der rebellenconfederatie onder Oranje als .hooge overheid", zij hebben een glans die dien van andere tijdperken van den 80- jarigen oorlog overstraalt. Oranje's talen ten. blijken hier eigenlijk voor het eerst, wonderwel op de mogelijkheden te passen. Een ding hebben de opgestane gewesten vóór: zij kunnen op het achterland een geweldigen economischen druk uitoefenen zonder dat hun eigen dagelijksch bedrijf door Alva, die weinig scheepsmacht en, vooral, geen scheepsvolk heeft, kan wor den aangetast. Zij kunnen hunne vracht vaart voortzetten en. nu zij Antwerpen noch Amsterdam bezitten, zelf markten openen in Zeeland, aan den Maasmond, in het Noordenkwartier. Zal de handel den oorlog voeden, dan zijn twee dingen strikt noodzakelijk: er moet orde heerschcn op die markt, volstrekte handelsveiligheid; en er moet stipte orde heerschen in de financiën; het krijgsvolk dat men aan neemt, moet zóó geregeld worden betaald, dat het een gewillig werktuig blijft in- stede van een gevaar te worden. Bewon derenswaardig zijn de snelheid en volko menheid. waarmede Oranje beide doel einden heeft bereikt. Geen geuzenbewind meer; van een Lumey, die: kerken schendt en monikken opknoopt, heeft hij zich zoo spoedig mogelijk ontdaan. Het bewind daarentegen in handen gelegd van de onmiddellijk bij orde en veiligheid belang hebbenden: den Hollandschen handels stand zeiven. Onmiddellijk herstel welis waar van een goede Justitie, maar het da- gelljksch bestuur uitgeoefend niet meer door stadhouder en hof, maar door stad houder en door de Staten zelf gecomit- teerde raden, en die staten zelf niet meer uit ridderschap en de zes groote steden samengesteld (waaraan trouwens Amster dam en weldra ook Haarlem ontbroken zouden hebben), maar uit ridderschap en iedere stad wier activiteit thans voor het welslagen van den opstand gewicht heeft: Hoorn en Enkhuizen zoo goed als Dor drecht of Leiden. De twee takken van staatsdienst, waar thans alles aan hangt: financiën en admiraliteit, onder bijzon dere. dagelijks met den Prins handelende collegiën gesteld En dit alles werkt; het slaagt. Zelfs belasten zich deze burgers oneindig zwaarder, dan zij hebben willen dulden dat Alva het hen deed. De moge lijkheid van een populair bewind dat niet in anarchie ontaardt, mogelijkheid door Oranje steeds geponeerd van den eersten dag zijner oppositie tegen Granvelle af, zij is in zijn Holland en Zeeland zege vierend bewezen. De rebellenconfederatie verstevigt zich tot een staat, voorlooper van de republiek der Vereenigde Nederlanden, waarvan Holland en Zeeland steeds de kern zijn gebleven. Hoe siert dit jong bestaan de zorg voor eigen geestelijke zelfstandig heid, betoond in de oprichting der Leld- sche Universiteit, vaste steun en onder houd, naar de Prins net uitdrukt, der vrijheid en goede regeering des lands, „een blochuys ende bewaernlsse; een onver- brekelicke bandt der eenlcheyt". Aan welk een zware proef was, in het afgeloo- pen jaar. dat fier vertrouwen onderwor pen geworden, en hoe kloek had Oranje, toen alle hoop verloren scheen, de verlei ding van den eigenbaat afgewezen. Haar lem, ondanks een verdediging zoo krach tig als men, volgens Alva zeiven, nooit heeft aanschouwd, gevallen, indien Lei den volgde, zou de rest van Holland tot de Maas niet te houden zijn, en bleven slechte de uiterste, van onderling verband verstoken kwartieren, Zeeland en West- Friesland den Prins over. Al zijn hoop was toen op de nieuwen inval van den onver- moeiden Lodewijk gevestigd; tot Bommel trok hij zijn broeder tegemoet, dien hij niet meer zou weerzien. Reeds heeft hij vermoeden van een onheil, maar van den vollen omvang der ramp. van het per soonlijk lot van Lodewijk. Hendnk en Christotfel is hij nog onzeker. Daar ver schijnt een afgezant van Requesens met vleiende aanbiedingen van hem en zijn geslacht, als hij het land wil ruimen: is hü, na de Mokerheide, nóg niet van de overmacht des konings overtuigd? Heeft hij niet genoeg van de heerschappij van het gemeen, waaraan hij zich heeft moe ten overgeven. Wie zal niet begrijpen dat hij eindelijk op eigen rust en veiligheid bedacht wil zijn? Het antwoord is een mengeling van ootmoed en spot, die mij Oranje meer dan iets anders doet bewon deren en liefhebben, die mij zijn onbe grensde aantrekkingskracht, op men- schen uitgeoefend, begrijpelijk maakt. De koning machtig? God is machtiger, en hij vertrouwt, dat die koning voor hem zal zijn. Het gemeen? gij weet niet welk een goede orde Heeren Staten van Holland en Zeeland weten te stellen! Zijne rust en veiligheid? Hij heeft genoeg geleefd, en zoo hij sterven moet, zal het niet zijn zonder glorie. Aan zijn broeder Jan be lijdt hij onderwijl: „er had mij niets schrikkelijkers dan deze tegenslag kunnen overkomen, maar wij hebben het God op te geven, die vermag wat aan de wereld onmogelijk schijnt. En al mochten ook gij en ik te sterven komen, het zal nochtans zijn in de zekerheid, dat God de zijnen niet verlaat!" Welk een accent, op welk een oogenblik! Deze niet-kerksche man, het antwoord op te dreunen als een van bulten geleerde les: „Grootnederland is te gronde gegaan aan waalsch verraad. De Walen, verklaart de meester dezer school, „werden zich hun rasgemeenschap tegen over de onze bewust". Zonderlinge misvat ting, in de actie der malcontenten een anti-dietsche beweging te zien. Welke nationalistische, welke „ras"-grief hadden de Waalsche provinciën tegen de genera liteit, waaruit zij wegliepen met mogelijk heid kunnen inbrengen? Zij brachten in dezen tijd in de Staten-Generaal 6 stem men uit tegenover Vlaanderen en Brabant elk maar één, en waren ook in den Raad van State ver boven hun beteekenis ver- tegenwoordigd. Beide collegiën beraad- slaagden in het Fransch. Was Oranje soms dietsch partijganger? Zijn omgangstaal is het Fransch; de kerk die hij bezoekt de i Waalsch-Hervormde. In zijn omgeving I zijn Fransch sprekenden, ja Franschen, ruim vertegenwoordigd; Duplessis-Mornay, La Noue, Loyséleur. De Waalsche provin ciën hebben niet op Gent tegen omdat het een Dietsch, maar omdat het een calvinis tisch centrum is- Waarom te loochenen wat in onze oogen springt; aan een tekort van den breidel, dien in elk staatsverband. hij zou niet religieus geweest zijn? -• Spr. herinnert vervolgens aan het beleg ^S^an,_mstinct_ van jjohtiek_behoud en ontzet van Leiden, de vredesonderhan deling te Breda, het aanbod der souverei- nltelt aan Elisabeth. Haar getreuzel moede machtigen 28 April 1576 de staten van Holland Oranje een beroep te doen op de ondersteuning van Hendrik m van Frank rijk. Van deze machtiging is echter geen gebruik gemaakt ,daar onderwijl de ge volgen eener onvoorziene gebeurtenis, den dood van Requesens, het uitzicht der za ken geheel beginnen te veranderen. Niet de verhouding tot Frankrijk of Engeland, die tot de overige Nederlanden moet thans in het midden der belangstelling staan. Spr. verhaalt thans van de pacificatie van Gent, dié feitelijk meer vragen stelt dan zij er oplost. Generaliteit en bijzon dere hooge overheid over twee gewesten, bevoorrechte positie van den hervormden eeredienst hier, van den Katholieken ginds dit alles blijft vol tegenstelling; alle prin- cipieele beslissing is opgeschort, om voor het oogenblik het verbond tot verdrijving der Spanjaarden tot stand te kunnen brengen. In de pacificatie is zoo weinig mogelijk sprake van den godsdienst en in het geheel niet van den koning. Uitslui tende oefening van den hervormden eere dienst in Holland en Zeeland, van den katholieken eeredienst daarbuiten; hoe moet nu de beslissing uitvallen der Staten- Generaal, die voor allen zal gelden? Het verbod van geloofsvervolging, nu reeds uit gesproken, wijst naar eene beslissing in den zin der verdraagzaamheid. Dit is Oranje's opvatting der pacificatie; zal zij door het Zuiden worden overgenomen? En dan de koning. Die toekomstige, uitge breide Staten-Generaal, te vergaderen na verdrijving der Spanjaarden, zijn klaar- blijkelijkgedacht als een constituante. Zal, wat zij vaststellen, door 's konings veto kunnen worden teniet gedaan? Mondeling is te Gent verzekerd, dat de constitutie niet met den koning zal worden beraamd, maar als zij gereed is, hem voorgelegd, met de vraag of hij daarop verkiest te regeeren. Het antwoord is niet twijfelachtig, en men zal van Philips af zijn. Ziedaar Oranje's opvatting der pacificatie; zal niet eene te genpartij met recht beweren, dit alles uit den religieusen hartstochten dienen aan te leggen, aan een te slappen staatswil, is Oranje's generaliteit te gronde gegaan. Bij de Zuidelijken in het gemeen had het katholicisme de kracht eener ge woonte. nog slechts bij uitzondering die eener brandende overtuiging. Een later geslacht heeft de beweging, die onzen Vondel bijvoorbeeld in den schoot der kerk terug kon lokken, om haar ernst en toewijding terecht een katholieke herle- j ving genoemd. Ten tijde der malconten ten is zij nog niet begonnen Evenmin be stond er, toen de pacificatie geteekend werd, in het Zuiden een protestantsche partij: die daartoe in 1566 behoord had, was óf ter dood gebracht óf uitgeweken Wèl bestond er, onder de lagere klassen der uitgemergelde, jarenlang verdrukte steden, een anticlericale kern. Alva, Re quesens. Don Jan hadden zich in die mate voorgedaan als verdedigers van het ka tholieke geloof, dat de haat, die zij ot>- wekten, noodzakelijkerwijs op de geeste lijkheid terugviel. Haar had men dikwijls bereid gezien i het nationaal belang achter te stellen bij dat van kerk en koning; hoe standvastig was, daar bij vergeleken, de houding van Oronje geweest! Het was onvermijdelijk dat zich, in de omstandigheden van 1576 en "77 onder de Brusselsche „natiën", de Gentsche .gieringen", een partij der „patriotten", vormde, die vrede met het Noorden. Oranje's komst, met terugkeer der welvaart indentificeerde. Nu is er weinig noodig geweest om deze partij tot een extreem, intolerant calvi nisme te doen afglijden. De revolutionaire houding waarin zij zich, om in '76 de bijeenkomst van Staten-Generaal, in '77 de ultnoodlging aan Oranje door te drij ven, tegenover adel, patriciaat en geeste lijkheid had moeten plaatsen, deed haar naar energieke leiding omzien: waar vond zij die gereeder dan bit de terug- stroomende calvinistische ballingen, antl- paapsch en anti-SDaansch bij uitstek? Niet uit zielsbehoefte verlaat deze partij de kerk. maar uit polltieken hartstocht, om zich te kracht!ver tegen den Soaan- schen aanhang te kunnen keeren. Diepen het stuk geenszins te kunnen lezen? En al l wortel slaat in dezen gemoederen het deze vragen worden onmiddellijk acuut, daar 3 November, te Luxemburg, een nieuwe landvoogd is verschenen, Don Jan, die om toelating vraagt. Oranje wil die ge weigerd hebben; niets is aan de orde dan het verdrijven der Spaansche troepen; maar, buiten hem om. geven thans bij de eerste Unie van Brussel de katholieke ge westen hun eigen uitleg der pacificatie, die verklaard wordt een verbintenis te zijn tot handhaving van het katholieke geloof en der gehoorzaamheid aan den koning. Nu kan Don Jan de pacificatie goedkeu- ren, onder gelofte, dat dc Spaansche troe pen binnen de 20 dagen vertrekken zullen, i die van andere nationaliteit nadat zij zul len zijn afbetaald. Eerst na het vertrek der Spanjaarden zal Don Jan als landvoogd worden erkend door de Staten-Generaal, die intusschen hunne verbintenis hernieu wen tot handhaving van den katholieken godsdienst „en toute chose et partout", nieuwe geloof niet, dat verkozen wordt uit weerzin tegen de maatschappelijke orde, waarin de katholieke kerk vervlochten zit. De bekeerin? is te plotseling om niet wankel te blijven. Spreker vervolgt met een verslag van de wijze, waarop dë" Gentsche democratie de Staten-Generaal, die orde op het stuk der religie hebben te stellen, het werk uit de handen wil nemen door gewelddadig de uitoefening van den katholieken eere dienst in Vlaanderen te beletten. Kan een door de Staten-Generaal af te kondigen religie-vrede het verloop nog stuiten? Oranje heeft dien opgesteld met hulp van Duplessis-Mornav, hij is er op aan gelegd. moest erop zijn aangelegd, bij de katholieken een soort excuus te maken voor het dol-drleste optreden der Gente naren. Het calvinisme wordt aangeduid als ..religion prétendue réformée", die men terwille der eenheid tegenover den ge- gUUdUiCUDU ,,CX1 tuutc UUUÖC CO paiOUUO I vttlteuo uci ooiiuviu "-bono 6^ een besluit, dat onmiddellijk de afgevaar- meenen vijand te dulden heeft tot het digden van Holland en Zeeland de verga derzaal doet verlaten. Nu heeft het Zuiden zijn Don Jan. maar is het den vrede met het Noorden kwijt, en de gedachte aan een tweede ballingschap drijft den drom van uitgeweken calvinisten, die op gezag van de schorsing der bloedplakkaten naar het Zuiden zijn teruggekeerd, tot wanhoop. Onder da katholieken zeiven, zijn er velen j die zich met schrik afvragen wat zij bedre ven hebben. Zij verzoeken Don Jan, on- 1 middellijk den vrede met Oranje te her- i stellen, die evenwel zijn gezanten te Geer- truldenberg toevoegt, dat hij calvinist is, en calvinist zal sterven. Men verwijt nu Don Jan te Brussel wat men zichzelven had te wijten. Onmlddel- I lijk breekt tusschen hem en de hooge I heeren twist uit, ja die heeren zeiven hebben het volk niet meer ln bedwang. De landvoogd voelt zich de gevangene van God behage gelegenheid tot een algemeene nationale kerkvergadering te geven, die, beide partijen in vrijheid gehoord, be sluite In afwachting zal vrijheid van eeredienst worden toegestaan waar min stens honderd gezinnen, één Jaar ter plaatse gevestigd, haar aanvragen, of in kleine dorpen de meerderheid. De magi straat verdeelt de kerkgebouwen. De bij zondere regelingen, in Vlaanderen door de Gentsche calvinisten tot stand gebracht vervallen; de afgezette magistraten daar worden hersteld, de gevangenen losgelaten. De Staten Generaal namen het ontwerp niet aan. maar zonden het naar de pro vinciën, waar het bijna ne :ens Instem ming vond. Ten uitvoer gek jd is de ge loofsvrede te Antwerpen, sedert den slag bij Gembloux Oranje's verblijf, waar in Augustus '78 den Calvinisten gebouwen tot uitoefening van hun eeredienst worden burgervendels; hij ontsnapt, maakt zich ingeruimd; te Leeuwarden, waar hun de Jakobijnenkerk wordt overgelaten; de Groninger Ommelanden hebben haar ook aangenomen. Utrecht verwierp op verlan- I gen van het eerste lid, hoewel eenige edelen voor de aanneming stemden; in Gelderland IJverde Jan van Nassau voor de aanneming, maar kreeg de Staten niet mede, waarop de hei-vormden zich met hulp der troepen ln het bezit van kerken stelden; in Holland en Zeeland was van aanneming geen sprake en in de zuiver katholieke gewesten evenmin. Het meest fulmineerden de Gentsche calvinisten. Slechts goddeloozen kunnen de afgo derij beschermen, roept Dathenus uit; Oranje, die van godsdienst gelijk van kleed verandert, bekommert zich slechte om den Staat, en maakt van de nuttig heid zijn God. Men spreekt ervan zich te I „kantonneeren" op zijn Zwitsersch; een tweede Genève te worden, het juk der meester van het kasteel van Namen, en vraagt Philips de Spaansche troepen terug. Nu is het Oranje's tijd. Al zijn voor spellingen zijn uitgekomen. De burgerij dwingt de Staten hem naar Brussel te noodlgen waar hij. 23 September 1577, onder onbeschrijfelljken Jubel des volks, zijn intocht houdt. Aerschot, de stadhou der van Vlaanderen, wtl tegenwerken, maar wordt te Gent door partijgangers van den Prins onschadelijk gemaakt. De prins zelf. onder den ouden titel van ruwaard, treedt aan het hoofd van het bestuur van Brabant. Don Jan wordt vijand des lands verklaard; Matthias, in het land gehaald op Aerschot's werk tuig te wezen, tot Oranje's speelpop ge maakt- Mamix, zijn Noordelijke, Llesvelt, zijn Brusselsche vriend, worden gekozen - - r\rt I LVYCCUC VJCI1CYC UC WU1UCU, liCt JUK. UCX n generaliteit af te werpen. Men wil den Brussel wordt door een'tweede vervangen, i streng Calvinistischen paltsgraaf Joan t i i hïi i w 1 Caslmlr, als aanvoerder van hulpbenden zaamheid Interpreteert. Oranje schijnt het jn het ]ancj verwacht, tegen Oranje stellen, wezenlijke te bereiken van hetgeen, waar- ja hem Graaf van Vlaanderen maken. voor hij Jaren strijd: Nederland te veree nigen door er den geloofshaat aan banden te leggen. Het schoone droombeeld is teniet ge gaan; wij weten het allen; het komt er i op aan, de Juiste oorzaak te willen zien. Een school van geschiedschrijvers, wie het j niet aan vrijmoedigheid, maar aan onbe vangenheid mangelt, weet tegenwoordig Het ls de woede dezer Gentenaars, welke zich ook naar Atrecht. naar Doornik, naar Valenciennes, naar Rijssel zoekt voort te planten en daarin aanvankelijk slaagt, die het opkomen eener katholieke reactie in de Waalsche provinciën gereedelljk ver klaart. De Unie van Atrecht vond haar tegenpool in die van Utrecht, door Oranje zonder Ingenomenheid aanvaard; liever had hij gezien, dat alsnog met den geest, die de Unie van Utrecht ingaf, het restant der generaliteit te bezielen ware, die hij zoekt te redden ondanks al, al zou hij er een stroohalm voor omklemmen; die stroohalm heet Anjou. Die man blijkt een voetwisch, Parma een militair en diplo matiek genie, die het gebied der genera liteit, wier organen van Antwerpen naar Holand worden opgejaagd, tot dat der geünieerde provinciën doet samenkrimpen. In Juni 1583 is Oranje, uit Antwerpen naar het Noorden teruggeweken; de Gent sche calvinisten, wien hij geen hulp meer kan bijzetten, betichten hem van verraad, en nemen tot stadhouder van Vlaanderen een jeugdig windbuil aan, Charles de Chlmay. die zich in Maart '84 aan Parma onderwerpt. Brugge en Gent zijn dan in gesloten, en verkeeren in de diepste ellende; te Brugge sterven dagelijks hon derd menschen aan de pest, het geeft zich 20 Mei '84 over. Te Gent vallen katholie ken en calvinisten elkander op het lijf. en krijten vrede! de een, en relegle! de an der; de man, die zijn tijd vooruit, die beide begrippen elkander had willen doen doordringen, hij valt te Delft, 10 Juli 1584. Oranje heeft de kracht niet vermoed, waarmede het Noorden, met afstooting zelfs van verdachte bultenlandsche hulp, zich tegen Parma zou kunnen handhaven. Niet zonder diens afleiding evenwel door Hendrik IV. ln wiens tijd Oranje's Juiste gedachte, dat Frankrijk bovenal de nut tige bondgenoot kon zijn, eindelijk be waarheid werd; maar voor een redding van Oranie's generaliteit was het toen te laat. De Unie bleef behouden, en bij voort durende ontstentenis van een landsheer, als republiek. Het was nooit Oranje's wensch geweest. De geünieerde provinciën als groote mogendheid, hij heeft ze in den droom niet gezien. En toch is hij de va der van dit ons kleine vaderland, dat groot bleek te kunnen zijn ln in wat Oranje's generaliteit ontbrak: burgertucht en christelijke verdraagzaamheid. Wij hebben zijne les niet versmaad. Ons volksleven heeft deel aan eene gedachte, die grooter was dan het Holland, grooter dan de Ne derlanden van zijn tijd, die Europa ver overd heeft, die wij nog ten huldigen dage niet kunnen missen. Wat ln ons waarde heeft, het is in vrijheid gegroeid, en in de sfeer der vrijheid alleen zal Nederland leven. Wat hij in zijn volk. in zijn huls heeft ontvonkt, het ls ons kracht gewor den zonder wederga, ons beider kostbaar ste goed nog heden. Ons ontroert nog zijne gedachtenis als geen andere het vermag; onder haar beschuttend lommer zweren wij Nederlanders van thans onze veeten af, en reiken elkander de hand. En in de j geschiedenis van zijn stamhuis zijn de oogenblikken aan te wijzen, waarop, tot ons heil en behoud, de dragers van zijn I naam niet op de lippen namen, want ver- 1 toon was hun vreemd, maar in hun harte i lazen: se sera moi. Nassau. Hoe zou het heden anders wezen? Zoo zij dan, in dit oogenblik, door ons allen, vergaderd in Oranje's naam, Ingegaan de plechtige hernieuwing van het oud ver bond; zoo zij in onze ziel bezegeld de Unie van Leiden. Na de rede van prof. Colenbrander zong i het koor, eveneens vierstemmig, het eerste lied uit den Gedenkklank van Valerius: „Hoe groot, o Heer! en hoe vervaarllc". Slotwoord van den rector. Vervolgens sprak de rector- het slot woord. „Tot sluiting van deze plechtige bijeen komst, zeide hit, zij het mij veroorloofd. Uwen Majesteiten en Uwen Koninklijke Hoogheden eerbiedig dank te zeggen voor het nieuwe blijk Harer hooge belangstel ling ln de Leldsche Universiteit. Al heeft deze sobere plechtigheid den vorm gedra gen van een vergadering van den Acade- mischen Senaat, ln de oude Gehoorzaal, die ons dierbaar is ,het moge mij als rector-magniflcus vergund zijn dien dank niet alleen uit te spreken uit naam van den Senaat der Hoogeschool, maar ook van allen, die, hetzij als bestuurders, als i docenten, als studenten van thans, of als voedsterllngen van voorheen, zich déél voelen van het groote en levende geeste lijk lichaam, dat de Universiteit ls en blilven moge. Met verlof van Uwe Majesteit verklaar ik hiermede deze vergadering gesloten. Hierop zette het koor, terwijl allen zich van hun zitplaatsen verhieven, het laatste couplet van het „Wilhelmus" in, vier stemmig gezongen: Voor Godt wil ich be lijden enz." Daarna volgde het eerste couplet, dat door allen werd meegezongen. In dezelfde volgorde als bli het binnen komen, verliet daarop het Koninklijk ge zelschap met de Commissie van ont- vangst, waarbij zich de Chef van H. O. i en de curatoren terstond aansloten, het Auditorium. Terwijl H. M. de Koningin-Moeder door den secretaris naar haar auto werd be geleid om te vertrekken, begaven de overigen zich naar de Senaatekamer, om I daar de thee te gebruiken. Behalve de reeds genoemden, verschenen daar de redenaar orof. Colenbrander, prof. Knap pert. prof. van Vollenhoven, de overige assessoren, en plaatsvervangende assesso ren, de decaans der faculteiten, de com missie van uitvoering van het Universi teitsfonds, de voorzitter van den Universi teitsraad en Gecommitteerden van het Leldsch Universiteitsfonds Reeds aan wezig waren de dames mevr. prof. Blanksma, mevr. prof. van Blom, en mevr. prof. Krom. die zich hadden belast met de voorbereiding dezer ontvangst. De thee werd verzorgd door leeraressen en leer- I lingen van de Vakschool voor Meisjes en werd rondgediend door een groep dames- 1 studenten of afgestudeerden, grootendeels voormalige clubgenooten van Prinses Juliana. i Te ongeveer 4 uur deden de Rector, de Secretaris, de Prosecretaris en de oudste Assessor Hare Majesteit en Hunne Ko ninklijke Hoogheden uitgeleide tot aan de auto's, nadat Hare Majesteit opnieuw de eerewacht van Pro Patrla was langs- geschreden. Steunt, bij gelijken prijs en kwaliteit, De Nederlandsche Industrie. Hiermede dient gij Uw land En bestrijdt gij de werkloosheid. RECLAME. KON HAAR HOOFD NIET MEER t DRAAIEN. Gemarteld door spierpijnen. EEN 2 De w: Een ons hulp is meer waard dan een tot De medelijden. Dat was het ook voor vrouw. Iedereen beklaagde haar. MaaiwHere één gaf haar een raad, die hielp. Na deübootjt goede raadgeving was zij niet langer l^wat t voorwerp van medelijden. Zij schrijft: geen c leed aan spierrheumatiek in den nek -V0?F het was een marteling. Mijn hoofd konfijl-" ik niet meer omdraaien. Iedereen hn£|ej medelijden met ml). Toen was er iemanj. Omd die me raadde Kruschen Salts te probee- Er ren, wat ik deed. En ln zes maanden wa,gevan ik een andere vrouw. Als ik nu maar he.tallen minste vleugje van rheumatlek voel, net; veel r ik direct een dosis van Uw wonderlijfe|oor Kruschen Salts en het verdwijnt. Na allt-; wat ik ondervonden heb zal lk nooit ni-yL c laten ook anderen Kruschen Salts aejnèen te raden." Mevr oplet Het zijn de opeengehoopte afvalstoffi een z in het lichaam, die de ondragelijke rheu allan matische pijnen doen ontstaan. Zo< Kruschen Salts nu spoort nieren t Men ingewanden aan tot gezonde, geregeld -"f( werking en het gevolg ls dat de schadi ®en lijke afvalstoffen op volkomen natuui daad Ujke wijze uit het lichaam verwijder zeehi worden. Wanneer U zich dus houdt aa verbi de „Kleine dagelij ksche dosis", zult U in ben wendlg schoon zijn en blijven, en in e-? laaS gezond, frlsch en „schoon" gehoudei lichaam is geen plaats voor het ontstaa: J van rheumatlek. pj Kruschen Salts is uitsluitend verkrij? men: baar bij alle apothekers en drocl len i a f. 0.90 en f. 1.60 per flacon. Stralende p gezondheid voor één cent per dag. 339l'cen1t en h lus to lijks sche: ook sten en r VOOR ZATERDAG 7 JANUARI. houc stan liefl: sant een wor Zij 't Hilversum, 1875 M. VARA-uitzendins at an 10.00: VPRO. 7.00—8.00: VPRO. - 8.0Ó hc™ Gramofoonpl. 10.00: Morgenwijding - waM 10.15: Voor Arb. 1. d. Continubedrijven: J ™aa v. Oogen (voordracht), De Notenkrakers o l. v. D. Wins, E. Phllipse (zang), Gramo foonpl., VARA-tooneel o. 1. v. W. v. Cape!- len 12.00: VARA-Kleinorkest o. 1. v. P Duchant 12.45: Dansen uit den Prui kentijd door J. Jong (orgel) en een strijk kwintet (3 violen, cello en bas), en Gra mofoonpl. 1.302.00: VARA-kieinorker. 0. 1. v. P. Duchant 2.15: Gramofoonpl 2.50: Prof. Dr. D. v. Embden: Nationale Ontwapening 3.10: „De Flierefluiters" o 1. v. H. de Groot en Gramofoonol. 4.30: CoÓDeratieve-kwartiertje door K. de Boer 4.50: VARA-Balalaika-orkest o. 1. v. 1 de Parawjeff en Gramofoonpl. 5.40: Lite- Wee rair overzicht door A. M. de Jong 6.00: zijn Volksliederen door „De Wielewaal" o. 1. v. daa P. Tiggers en Causerie door Nico Bloemen- ligg daal 6.30: Gramofoonpl. 6.45: Toe-.onn SDraak door A. de Vries 7.00: V.R.O - nini 8.00: Uit Carré, Amsterdam: Operette bew Victoria und ih*- *-<».«. Abra- naa. ham. Dirigent: J. Susan. Regie: J net Meester ca.. 10.30: Vaz Dias en VAa- daa varia 11.3012.00 Gramofoonpl. Huizen, 296 M. Uitsl- KRO-progranm 8.00—9.15 en 10.00: Gramofoonpl. - 11.30: Godsd. halfuurtje 12.15: Sextet- concert 2.00: Voor de jeugd 2.30: hoe Kinderuurtje 4.00: Afgestaan 5.00: we: Orkestconcert 5.15: Lezing 5.30: Or- hij kestconcert 6.20: Weekoverzicht 6.40: en Orkestconcert en zangvoordracht 7.10: l Kath. R.V.U. 7.45: Sportpraatje. 8.00: nal Schlagermuziek 9.00: Declamatie 9.15 tor Vaz Dias 9.30: Radiotooneel 10.15: ver Orkestconcert en zang 11.0012.00: I Gramofoonplaten. bet Daventry, 1554 M. 10.35: Morgenwij- eer ding 10.50: Tijdsein en berlcnten - hj« 12.20: Orgelspel H. Ramsay 1.05: Com- zal modere Grand-orkest o. 1. v. Muscant - las 2.20: Concert Dale Smith (bariton) en I Elisie Avril (viool) 2.50: Ch. Shadwell kei en zijn orkest 3.50: Midland Studio- voi orkest o. 1. v. F. Cantell 5.05: Orgelspel en R. Foort 5.35: Kinderuur 6.20: Be- vei richten - 6.50: Golfpraatje! 7.05: Welsh-» Intermezzo 7.50: De Central Band van de Kon. Luchtmacht o. 1. v. Lt. Vlieg. R. B. O Donnell, m. m. v. R. Gourley (conféren cier) —9.00: „The Kentucky Minstrels" m. m. v. koor, solisten en orkest o. 1. v. Leslit Woodgate 10.00: Berichten 10.20: I Lezing 10.35: Planorecital door D. Hil- dreth 11.05—12.20: Dansmuziek door Ambrose en zijn hand. ee Parijs „Radio-Paris", 1724 M. 8 05: d Gramofoonpl. 9.20: Orkestconcert - V," 12.20: Concert d. h. Omroeporkest 6.50: Omroeporkest 7.40: Vervolg concert. - 9.05: Radiotooneel 10.20: Gramofoon- 9.05: Radiotooneel platen. Cf Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20: Con- cert puit rest. „Wivex" 1.502.20: Gramofoonpl. 2.504,50: Omroeporkest o. 1. v. E. Reesen 7.20: Omroeporkest m. m. v. solisten o. L v. Grönhahl 8.45:^ JV Vloolrecital door C. Andersen 9.30: Om-, S* Gröndahl 10.20—J - ir ki H roeporkest o. 1. v. 11.35: Dansmuziek o. 1. v. T. Boston. Langenberg, 473 M 6.257.20: Gra mofoonpl. 11.20—12.10: Concert o. 1. v. Wolf 12.20—1.50: Orkestconcert 1.55 2.45Gramofoonpl. 4.205.35: Koor- concert o. 1. v. W. Brouwers 7.20: Bonte Avond m. m. v. solisten, en het Omroep- J orkest o. 1. v. v. Eysoldt. Leiding: Neumann 10.20—10.40: Reportage Zesdaagsche te Dortmund 10.40—11.20: Concert o. 1 v. Wolf 11.2012.20: Dansmuziek (Gra mofoonplaten) Rome, 441 M- 8.20: Uitzending uit eep schouwburg. In de pauze: Causerie. N£ afloop: Berichten. Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.20: Omroepklelnorkest o. 1. v. Leemans 1 30 Concert uit Antwerpen 5.20: Omroep orkest o. 1. v. Meulemans 6.35: Zang voordracht 6.50: Gramofoonpl. 7.20: dito 8.20: Vroolijk halfuurtje 850: Accordeonrecital 9.20: Omroepkleln orkest o. 1. v. Leemans 10 30: Mal Alexys orkest 11.201220: Dansmuziek uit St. Sauveur 338 M.: 12 20: Concert uit Antwerpen 1.30: Omroepklelnorkest o. 1. v. Leemans 5.20: Dansmuziek uit St. Sauveur 6.35: Gramofooppl. - 8 20: Concert door een Studentenorkest - 8.50: Orkestconcert uit Luik. Hierna tot 12.20: Gramofoonmuziek. Zeesen, 1635 M. 7.20: Vroolijke avond uit München o. 1. v. H. Cassimir en r- Horrmann 9.40: Berichten en hierna tot 11.20: Dansmuziek uit Berlijn. 2—3 1'!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 10