ith s KaapstadLondenvlucht - Onthulling standbeeld Clemenceau
1 Jaargang
r LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
Onthulling standbeeld
Clemenceau.
gevolgen van een Operatie
geleiden. Wacht, u vergeet nog iets
Hij reikte haar De Wereldkroniek aan.
Och ja, dokter", zei ze, ontsteld, dat
ze hem nu toch nog even zou moeten op
houden. „Ja heeft u nog één oogenblik?
Kijkt u eens even" ze vouwde haastig
het blad open „hier, leest u dat eens. Ik
zal u niet meer ophouden; misschien kunt
u 't in den loop van den dag, of vanavond
eens lezen het is misschien niets; een
beetje Amerikaansehe humbug; maar
enfin, u zult ,als u 't leest, wel begrijpen,
dat 't me interesseerde".
De dokter bekeek het plaatje, en keek
hij had den deurknop weer losgelaten
aandachtig het onderschrift in. Toen
glimlachte hij den ietwat hoovaardigen
glimlach die den medicus past, wanneer
hij in een plaatjesblad voor leeken iets als
een beschouwing op zijn gebied tegen
komt.
Het lijkt wel een aardig verhaaltje",
zei hij nederbuigend „Maar ik betwij
felEnfin, als er iets in-zit, dan zal er
ook wel in de vaktijdschriften over ge
schreven zijn. Maar ik herinner me niet,
er daar iets over gelezen te hebben".
Wilt u dat misschien nog eens na
gaan?' vroeg Clara; die toch te zeer onder
den indruk van het sensationeele geval
was, om het zoo ineens maar op te geven.
En ze keek den dokter een oogenblik
dringend-vragend aan.
Dat beloof ik u". Hij kon tegenover
zoo'n vraag al niets anders zeggen. En nu
ja, hij zou de tijdschriften wel eens even
doorloopen. „Als ik iets vind, bel ik u wel
even op".
Clara haastte zich naar huis. Toen ze
de buitendeur opendeed, hoorde ze boven
de jeugd al rumoeren. En er was een don
kere mannestem, die rustig 't één en ander
ordonneerde; waarop dan de baldadige
schateringen van Nico en de helle piep-
lachjes van de Muis juichend uitschalden.
Ze bleef even stil staan, vóór ze de deur
achter zich sloot; en luisterde. In-éénen
herkende ze de mannestem. „Kees", zei
ze, heel blij verrast, in zich zelf. Wat een
dag van emoties! Maar dit was een vol
komen-blijde emotie. En, waarom wist ze
niet, maar ze had meteen de overtuiging:
dat dit een keerpunt beduidde. Dat ze van
nu af een beteren tijd tegemoet ging.
DERDE BOEK.
TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
We zijn er nog niet.
Stil eshoorde ze zeggen. „Daar
is Moeder!" het was Kees' stem, die dit
constateerde, en ze hoorde er vreugde in.
Maar dat kon zijn, omdat hij tegen de
kinderen sprak
Ze kwamen alle drie de kamer uitgehold
naar den overloop. .Moeder, d'r is een
meneer voor u", zei Nico zachtjes, 't Was
dan ook niet in den haak; ze mochten
geen „vreemde menschen" binnenlaten,
als vader en moeder er niet waren, en
Kees hadden ze te weinig gezien om hem
te kennen. Maar ook Kees was iemand,
die zich niet door een jongetje en een
meisje liet terugsturen; hij had eenvou
dig gezegd' „Niet thuis? Nou maar, dan
zal ik wel even in jullie gezelschap wach
ten. En hij had zich mee op de koffietafel
geworpen; en ze hadden veel pret ge
maakt; tot Moeder kwam.
Met haar deed de ernst zijn intrede;
het groote-menschen-praten; al was die
ernst heelemaal niet drukkend. Integen
deel, want ze waren allebei blij elkaar
weer te zien, dat zag je wel aan hun ge
zichten. Maar met die leuke, gekke spel
letjes, daar die meneer, dien ze maar
„Kees" moesten noemen, zoo knap in was.
was het voorbij. En dat was jammer ge
noeg; want ze hadden wel eens behoefte,
Nico vooral, aan wat gerobbedoes met een
man; nu vader altijd in Amsterdam was
Vader was zoo véél aardiger, zooveel vroo-
lljker, van de reis uit Italië teruggekomen-
echt veel leuker dan vroeger; en nu was
hij weer weg.
Zeg jongens, het is tijd om naar
school te gaan".
Jawel; natuurlijk. Er was nog tijd ge
noeg; maar de groote menschen moesten
weer praten. Hè, wat praten die groote
menschen altijd akelig veel.Wat vin
den ze dT an! Enfin, je moet ze hun zin
maar geven En schoorvoetend verdwe
nen ze.
(Wordt vervolgd).
;*UKAT AU de leider van de Britsch-Indische Mohammedanen,
zijn vrouw, een jonge Engelsche, in Londen, waar hij aan de Ronde
Tafel-conferentie deelneemt.
schappelijke artikelen, niet zooals in de
courant; maar: artikelen op 't gebied van
't recht, dat kan hij ook niet; dat hoeven
we trouwens uit een financieel oogpunt
niet te betreuren, want 't levert geen
droog brood op. Hij kan, tenminste in zijn
vak, in de „humaniora", niets beweren dat
waar is; omdat al wat „humanum" is, vol
leugen zit; en als je dat niet kan voelen,
schrijf jeleugens over de „humana",
enfin, dat is zoo erg niet, maar je schrijft
onzin én: voor ieder als zoodanig kén-
baren onzin, tastbaren onzin, als je
schrijft, wat dan „de waarheid" schijnt.
De waarheid omtrent den mensch is: leu
genVoelt u?
Ja, ik voel het wel", zei Clara ver
slagen,Er is alleen heil voor hem
buiten de maatschappij. Hij zou zelfs niet,
met al zijn waarheidszin, als morahst,
kunnen optreden, omdat hij niet wéét,
dat hij „waarheid" spreekt
ja, zoo zou je de zaak van allerlei
kanten kunnen bekijken. Hij heeft als 't
ware nog niet van den boom der kennis
gegeten ;der kennis van goed en k^aad;
op dit gebied dan. En de menschheid
wèl
Clara wist niet meer, wat te antwoor
den. En hoorde een klok slaan. t
Ik houd u niet langer op, dokter zei
ze. „Het geeft ook niet veel, of we er nu
verder nog praten. Ik moet eerst eens over
alles denken
Goed", sprak dr. Marelman, hoffe
lijk opstaande om zijn bezoekster uit te
De onthulling te Parijs. Het défilé van
de troepen langs het standbeeld.
DE FRANSCHE PRESIDENT voor
het standbeeld van Clemenceau, dat te
Parijs op plechtige wijze onthuld is.
VANDAAG BESTAAT HET ARMENHUIS TE AMSTERDAM HONDERD VIJFTIG JAAR.
De mannelijke bewoners bij het erwten lezen.
BLLJART-TOURNOOI TE AMSTERDAM om het kampioenschap van Europa over 3 ban
den. De partij Pap, kampioen van Hongarije (aan stoot) tegen Aebcrhard, kampioen van
Zwitserland.
SMITH de 19 jaar oude vliegenier, die uit Zuid-Afrika te
arriveerde na een avontuurlijke vlucht, waarbij hij bijna een
week zoek was.
dacht even na.
dn uacht het bepaald wénsche-
hetrekk-i zi^n betrekking laat varen.
u eens, mevrouwtje. Er zou
zijn tegen een maatschap
werkkring, waar hij niet met „de
ti Jr. aanraking zou komen. Maar
"™n baantje? Wat zou hij kunnen
sPreken nu niet eens vaij de
of den wijnhandel of zoo-
Maar iedere andere handel?
u eens aan alle reclames,
aanprijzing maar, die daaraan
Onmogelijk nietwaar? dat is
ie iï cens- «et onderwijs? Daarbij
jJv! aan de waarheidMaar:
1 een klas met jongens en voora
dieT nieisjes voorstellen, die
t bet,,, nóóit eens iets voor-liegen?
aanïÜ niet te zeggen, dat dat
nï? el*Jk zou toenemen, als de
1 merkte, dat er gelogen werd;
00 iemand hoe langer hoe meer
„r^ddan nemen, en hem tenslotte
„'dan gek zouden houden
schrijven, ik bedoel nu weten-