brand op het motorschip „P. C. Hooft" - - Filmbal te Berlijn feuilleton. evolgen van een Operatie H Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad "actfo Henri zich bij de .?et waren twee heeren, «mem? zonderlijke schrijftafel, in Eels n. sroote kamer gezeten'. De K t„.I 200 aan twee een rech- le hnn?ien?e wanden geplaatst, dat P'e mcSt?^cteifren 2ich de "root" lèheei Uit L getroosten en als-het- IHntllen ,»un Sewone doen moesten hWilrior, een eenigszins uitvoerig ^oonlnit Sef™' °at wilden ze dan Wino niaJ? en ^et kwam bij hun Kett™ uZe. en voor- Want wel-is- het weZ(.nii-ue\ -hoofdredacteur" ■ter- na. i hoofd was de heer Inwater*!, I01t de nalssance. Want ■«en h., meer dan een hal" leiende lad «sticht, het thans ld vereent Middenweg", dat Pfee a.p0 hkomstig. het spreekwoord (Seine ~as «bleken; een veilige J?le 'amUieleden? loop-baan iVfreenknn, 5 dle P°sltles lnna" fer^antsehJlf e den sraad van hun dan r»|, Tl6' den grooten stich- 'ige -.a- „Jhettertijci een soort fami- «worden; èn de heilige van De Middenweg; de tijden waren wel ver anderd. maar zijn geest waarde nog steeds, als een illuster spook, in het blad. welks naam zijn idealen weerspiegelde. Het sprak dan ook méér-dan-vanzelf. dat een recht- streeksche afstammeling van hem. een kleinzoon-hoofdredacteur, de wezenlijke hoofdredacteur moest zijn: al had men dan ook. daar de taak te omvangrijk werd. en daar wat men er piëteitshalve niet bij zei de capaciteiten van den klein zoon een supplement niet onwenschelijk maakten een uit de lagere redactie ge kozen man naast hem gezet; „naast hem" althans gedrukt boven-aan de courant. Maar het was duidelijk, dat zoo-iemand toch eigenlijk iets parvenu-achtigs had. naast iemand van-de-familie. Dat alles was zoo innig waar. dat het zich want de Géést regeert de matc- rieele wereld in alle bijzonderheden der werkelijkheid manifesteerde. Zoo kwam Henri als trouwens ieder, wien het ver gund werd de kamer der hoofdredactie te betreden het eerst bij den hoofdredac teur. die niet van de familie was. en als men achter dezen langs was gekomen be reikte men den anderen; gelijk men het heilige moet doorgaan, alvorens men tot het allerheiligste des tempels nadert Ah juist meneer Lugt". sprak de heer Drinkwater met ongenaakbare hoffelijk heid „gaat u een oogenblik zitten. U weet er alles van. nietwaar?" de toon werd zakelijker „heel belangrijk Is het werk, dat we u hebben aan te bieden, voor- loopig nog niet; enfin dat heeft hier meneer Rinders u al gezegd.#.." Zeker, meneer Drinkwater Ik moet ook het vak nog geheel leeren". Juist", knikte de heer Drinkwater iet wat afwezig; wat beduidde, dat een zoo uitvoerig en ietwat conversatie-achtig ant woord eenigszins uit de verhouding viel „Nu. we zullen zien.We hebben gedacht u eerst wat bii de afdeeling Buitenland te plaatsen: eigenlijk is een volledige kracht daar niet noodig. maar wel telkens wat hulp; er is zooveel te vertalen en te be werken En dan zult u ook nu en dan wat reportage moeten doen; daar komen alle leden van de redactie trouwens voor in aanmerking; en de chef van de repor- toge, meneer Riesemeyer zal u daarover wel inlichten Ja, enne.... Wat is er?" wendde hij zich tot zijn collega Rinders. En het trof Henri, hoezeer hij hier plotse ling ondergeschikte was; men brak een gesprek met hem zonder excuus af. en praatte, terwijl hij wachtte, kalm over iets anders jaja. och. ik heb hem gis teren al geschreven, dat we op die artike len geen prijs stellen ik zou er maar heelemaai niet meer op antwoorden.... Hm nu ja. meneer Lugt. gaat u nu maar naar meneer Knlpscheer; dan maakt die u wel verder wegwiis Henri maakte een kleine hoofdbuiging; het was niet goed waarneembaar, of de heer Drinkwater ze beantwoordde of niet; in elk geval keek hij meteen weer gear- falreerd in zijn papieren; en Henri ging weg, met het gevoel van „een bediende" te zijn; en dat was hij ook wel zoo onge veer. naar de schatting van zijn oppersten chef. Die oordeelde, dat het wellicht wel goed was, speciaal zoo iemand met titels en met ambtenarij in zijn verleden, en aanbevolen door den bekenden Sextius, van den aanvang af bi de juiste verhou ding te plaatsen. Waarde heer", klonk Henri dadelijk bij 't binnentreden van de Binnenland- kamer uit het ronde hoofd van Knip- scheer tegen je zoudt ook eenige re portage moeten doen hèDie verdui velde Riesemeyer laat zich weer wachten; en ik heb hier een dingetje, dat haast heeft. Kijk es hier, 't is heel eenvou dig. Er komt vanmorgen een boot uit Indië aan, en daaruit wordt een detachement troepen ontscheept, en die worden dan toegesproken door den gepensionncerden kapitein Ten Raedt. Den tekst van die toespraak hebben we hier al hier heb je een afdruk, 't Is alleen maar zaak, even te kijken, of die dingen werkelijk plaats vinden; snap je? Zoo iemand zou bijvoorbeeld ziek kunnen zijn. en dan is 't gek, als zoo'n verslag van iets. dat niet gebeurd is, in de krant komt; begrijp je?" Knipscheer had 't op z'n drukke, vlotte manier gezegd, draaide zich weer naar zijn bureau; greep met de rechterhand een penhouder en met de linker een zwaar met worst belegde boterham uit een door hem tot provisiekast bestemd bureauvak Hij had iets van een voortdurend door draaiende machine; die in dezelfde vaart voortwerkende, steeds ter bestemder plaatse wordt gesmeerd. Henri stond er ietwat beteuterd bij. De inrichting van het gebouw, met zijn vele kamers en de daarover hiërarchisch ver deelde machten had hem aan het minis terie herinnerd; maar 't ging hier toch wel anders toe. Nu, dat vlotte tempo, had iets plezlerig-animeerends; maar 't ging wat al te vlugHij was graag bereid. mee te rennen; maar waarheen? Waar lag die boot? Waar was die gepension- neerde kapitein? Waar sprak hij de sol daten toe? Hoe kwam hij dit te weten? Onder de toespraak van Knipscheer was de deur al een paar maal opengegaan, de portier was verschenen, had. met gelijk- matigen stap naar het tafeltje naast Knipjcheer's bureau beenend daar een pak couranten-in-bandjes neergelegd, en een ander pak op de groote tafel in het midden van de kamer. Ook was een jong- mensch van elegant uiterlijk met een wuifgroetje binnengetreden, en was door een andere deur weer verdwenen. En nu kwam er een eenigszins gewichtig rond kijkend heertje met Joodsch uiterlijk bin nen, die met geaffecteerde stem „Morgen", zei en toen, halt houdend bij een bu reau in een anderen heel: van de kamer, geaffaineerd een ontzagwekkend register opsloeg, waarin op iedere bladzijde een aantal krantenknipsels waren geplakt. CWordt vervolgd). C. HOOPT UITGEBRAND. In motorbootjes ging naa/r het brandende sohip. Men werd op een afstand gehouden wegens het gevaar van kapseizen. DE VERTEGENWOORDIGER VAN DEN NIEUWEN STAAT MANDSJOEKWO te Berlijn, mr. Ting en zijn secretaris Pu. HET FILMBAL TE BERLIJN. V.l.n.r. overste von Bredow, de Hongaarsche gezant, de heer Kolo- man von Kanya, Gifcta Alpar. Geheel rechte Brigitte Helm en Fritz Lang. KOM IK IS MIJN H111S2 Op een ondergeloopen stuk TOT ROZEN KONINGIN VA.' laan den Marktweg in de residentie woont een gezin in gekozen miss Dorothy Edwards, lwoonwagen. Met een loopdam komt men op den weg. HET KASTEEL „BOUVIGNE" TE GIN NEK EN IN VERVAL. mooie gebouw is krachtig aangepakt. De restauratie van het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 5