LEIDSCH DAGBLAD Zesde Blad
Dinsdag 15 Novi
FLITSEN UIT INDIë.
Losse nummers van ons Blad
DJOUMANE.
KUNST EN LETTEREN.
SCHEEPSTIJDINGEN.
Vroeger, d.w.z. zoo'n vijftien jaar gele
den, wist leder, die familie of vrienden ln
Indië had, dat men er heel weinig Euro-
peesche artikelen kon krijgen en gingen
er groote pakken naar het warme land,
met allerlei cadeaux en bestellingen, le
vensmiddelen en onontbeerlijkheden voor
Europeanen, die aan zekere luxe gewoon
zijn geraakt. Er waren enkele Europeesche
winkels ln de groote plaatsen maar a:les
was daar peperduur en pas na den grooten
oorlog ls dat beduidend veranderd en kan
men ook ln Indlë van alles koopen. De
concurrentieis ook daar groot geworden
en veel Europeesche zaken zijn als uit
den grond verrezen en beijveren zich het
nieuwste en mooiste te toonen, zoodat het
haast overbodig ls geworden, om veel uit
Europa te laten komen en mee te brengen.
Enledereen die kranten leest, weet
wel dat momenteel de malaise op Java
speciaal zwaar wordt gevoeld en men er
voor „bijna niets" allerlei dingen in kan
slaan, zoodat de heele toestand er veran
derd ls en het op vele plaatsen tegenwoor
dig zeer goedkoop ls. De Buitenbezittingen
vallen er niet onder; daar blijft het leven
duur en dat maakt nog hetzelfde groote
verschil als steeds, maar op Java hoon
men van levensmiddelenprljzen die onge
kend zijn en bijna als vóór 1914, toen
men nog voor twee cents een el kocht,
voor een kwartje een kip en bedienden
huurd voor eenlge guldens per maand.
Ook thans ls dat het geval: een baboe
ontvangt op Java niet meer dan tien
gulden per maand momenteel, een kokkie
of hulsjongen vijftien en velen loopen nog
zonder werk. omdat er zoo ontzaglijk veel
Europeanen terug moesten komen naar
het eigen land en anderen werkloos zijn,
dus geheel aangewezen op steun en wat
gespaard geld. zoodat van bedienden geen
sprake meer kan zijn.
Men las reeds uit de Indische berichten,
dat hier en daar een soort kolonie wordt
Ingericht voor werklooze Europeanen met
hun gezinnen en elk zal wel wenschen,
dat er spoedig een eind mag komen aan
dezen wantoestand en deprimeerende
crisis. De Europeaan die met zijn gezin in
en kampong terecht komt, ls vreeselljk
te beklagen en zij die Indië niet kennen,
hebben daarvan geen begrip Ze oordeelen
dat het daar tenminste niet koud is, de
menschen er met minder kleeren toe kun
nen, geen brandstof noodig hebben en van
rijst met toebehoorcn goedkoop kunnen
leven, wat natuurlijk allemaal waar is.
Een gezin, zonder eenlge inkomsten en
zonder spaarpot, is er ln Europa nog erger
aan toe. omdat al die dingen hier veel
duurder zijn.
Maarwie Indlë wèl kent, zal be
klemd denken aan al die landgenooten in
den kampong, die voorgoed alle energie en
moed er bij in zullen schieten en later als
de toestand zich wat hersteld heeft, niet
meer passen in de Europeesche Maat
schappij en geen fit meer zullen hebben
voor het aanvaarden van een eenigszins
belangrijke werkkring. Niets is zoo depri-
meerend als werkloos rondloopen en in
een warm klimaat ls dat nog veel erger
men boet zijn energie erbij in en dat is
héél erg. Er wordt veel gedaan voor de
crisis-slachtoffers, óók in Indië, maar ge
noeg kón er niet gedaan worden om al
die wantoestanden te voorkomen en op
te heffen om onze landgenooten te behoe
den voor afzakken, voor wegdrijven uit de
Europeesche Maatschappij, waarin ze
toch hooren. Zij enhun kinderen.
voor wie het haast nog erger is. omdat
hun heele toekomst is bedorven en ver
stoord. eD kinderen der Europeanen die
niet meer naar een goede Hollandsche
school kunnen gaan, omdat er geen geld
meer voor is omdat ze geen voldoende
kleeren hebben en geen vervoermiddel
kunnen betalen, zijn er ellendig aan toe
want een goede opleiding, ontwikkeling en
kennis is dubbel noodig tegenwoordig, om
zich een plaats In de maatschappij te ver
zekeren. Van ..in de kost doen" in een
grootere plaats, waar goede onderwijsin
richtingen zltn. is geen sprake meer: voor
de ouders der kinderen die in kleine plaat
sen of op ondernemingen wonen, van naar
Holland zenden heelemaal niet meer en
bezorgd vragen we ons af. waar het heen
moet. als al die Eurooeesche kinders zon
der voldoende ooleldine blijven en zoo
achterop raken. De familieleden in Hol
land denken zelden diep en intens na over
Indische toestanden, omvatten het niet en
vinden familie ln Indlë meestal iets dat
te ver af is. om je oo een zelfde wijze om
te bekommeren als om je familie en vrien
den hier.
Toch zoud°n er meestal velen hier
in Holland zijn. die best in staat zijn tot
helpen, die best zoo'n gezin kunnen steu
nen. of een of meer kinderen ter opvoe
ding bij zich kunnen nemen om er bruik
bare menschen van te maken en tenmin
ste hun toekomst wat te verzekeren, waar
mee ze de ouders zoo'n grooten d'enst
zouden bewiizen. Moet elk niet iets doen
in dezen wonderlijken tijd en moeten we
niet allemaal meewerken om de gevolgen
van den crisis te beperken en niet kin
deren de vruchten te laten plukken van
dezen ontwrichten tijd; vruchten die hun
hééle leven een bitteren nasmaak kunnen
geven Do it now en help uw kennissen
en familie in Indlë, als dat ln uw ver
mogen ls.
zij'n behalve aan ons Bureau ook
verkrijgbaar bij de
Firma A. HILLEN - Stationsweg
Firma A. J. H. WIJTENBURG,
Haarlemmerstraat 2.
W. G. J. VERBURG. Sigarenhandel.
Heerenstraat 2.
Fa. A SOMERW1! Azn Hoogew. 24
A. M. v. ZWICHT - Breestraat 126
Joh. HOGER VORST, Haarl.str. 128
en bij
BOEKHANDEL VAN DFR VEEN
Geversstraat No. 59 - Oegstgeest
en des Zaterdags bij
A. H. v. d VOOREN. H Rijndijk 74
Kiosk Prinsessekade.
Uit het Fransch,
door
PROSPER MÊRIMÊE.
(Nadruk verboden).
-en 24sten Mei 18... keerden wii naar
Tlemzen terug. Da expeditie had sucoes
gehad; wii hadden een menigte kameelcn,
ossen en lammeren buitgemaakt, tevens een
twaalftal gevangenen.
De ko'onel ontving ons vaderlijk en ver
zekerde ons voortdurend, dat hfj tevreden
was. Daarop nam hij echter den kapitein
ter zijde en sprak ongeveer vijf minuten
met hem over een onderwerp, dat zeker van
minder aangenamen aard was, want diens
gezicht betrok geducht. Onze gezichten
betrokken niet minder, toen wii kort daar
op het bevel ontvingen:
„Na zonsondergang opbreken; officieren
dineeren bii den kolonel, na de koffie wordt
„aantreden" geblazen!"
Om vijf uur begaf ik mij naar het huis
van den kolonel, die een soort van Moorsch
paleis bewoonde, waar ik reeds vele gas
ten, Franschen en inboorlingen, ontdekte,
allen verzameld om een troepje pelgrims
of toovenaars, die zooeven uit het Zuiden
waren aangekomen.
Een oude man, monsterachtig als een
aap, halfnaakt, in kapotte burnous, met
grauwe gelaatskleur, en dik, verward haar
als een muts q/*i het hoofd, en met snseuw-
witten, stuggen baard, leidde de voor
stelling. Het heette, dat hij een wijze was,
een toovenaar, die in hoog aanzien stond
bii de Kabylen-stammen. In één der hoe
ken bevond zich het orkest; twee fluit
spelers en drie pauken-slagers, die een
helsch lawaai maakten, het stuk, hetwelk
vertoond zou worden, waardig.
Teen deze oorverdoovende muziek een
tijdlang geduurd had, haalde de toovenaar
uit een mand verschillende slangen, hage
dissen en schorpioenen te voorschijn, en
nadat hij den toeschouwers getoond had,
dat deze beesten leefden, wierp hij ze naar
zijn makkers, die als honden zich er op
wierpen en den walglijken buit met de
tanden verscheurden. Wij zagen dit schouw
spel, dat de kolonel ons zeker aanbood,
om onzen eetlust op te wekken, van een
galerij aan. Plotseling ontdekte ik een
beeldschoon meisje van veertien jaar on
geveer, dat door de menigte drong om de
voorstell'ng beter te kunnen zrn. Zii had
de mooiste oogen der wereld en haar
gitzwart haar. met kleine, zilveren munt
stukjes doorvlochten, hing haar in fraaie
golvinp over de schouders. Al haar be
wegingen waren van een zoo groote grade,
dat ik mijn oogen niet van haar kon
afwenden. Zii was intusschen tot de
voorste rij der omstanders doorgedrongen,
en duwde door een verkeerde beweging
onverhoeds een langwerpige mand omver,
die nop niet geopend was geworden. Op
datzelfde oogenblik stiet de toovenaar een
krijschenden kreet uit en de menigte week
in groote verwarring in alle richtingen
terug.
Een reusachtige slang was uit de mand
naar buiten gewenteld en had zich blik
semsnel om den voet van het meisje ge
kronkeld. Ik zag een druppel bloed uit
het fiine erkeltje vloeien; het kind viel
achterover, luidkeels schreiend en met de
tanden knersend, terwijl wit schuim haar
lippen bedekte.
„Haast u zich toch, dokter om 's hemels
wil, maak voort!" riep ik tot onzen
chirurg die naast mij stond, „red de
arme kleine!"
„Heilige onschuld!" lachte hij. „Ziet u
dan niet. dat dit intermezzo tot het pro
gram behoort? Trouwens, in het heelen
van slangenbeten is mijn collega stellig
beter bedreven dan ik".
Tntusscben was de toovenaar toegeschoten
en had zich van de slang meester gemaakt.
„Djoumane! Djoumane!" he haalde hii
op een wijze van zacht verwijt.
De slang liet haar buit los en begon
over den grond rond te wentelen. De oude
pakte haar bij den staart en zwiepte er
als een koord mee in de lucht, terwijl het
reptiel woedend siste. Toen pakte de man
haar opnieuw in de .mand en trad op
het meisje toe, dat in krampen over den
grond kroop. Hij trok uit zijn gordel een
wit poeder, hetwelk hij op de wond
strooide; toen mompelde hij eenige too ver
formules aan het oor van het kind, die
direct daarop haar uitwerking hadden. Het
meisje hield met schreien op, rekte zich
yit als in slaap, stond op, droogde haar
tranen, nam een zijden zakdoekje, dat ge
vallen was, op, sloeg het als een tulband
om het hoofd en verliet daarop de zaal.
Toen was de voorstelling afgeloopen en
wi' begaven ons aan tafel. Gedurende het
diner vernamen wii ook wat de grond was
voor het plotselinge opbreken: S>idi Lanar,
dien de kolonel R. steeds op de hielen
zat, trachtte de Marokkaansche bergen te
bereiken.
Het was volledig nacht, toen wij de
paarden bestegen. Ik commandeerde de
voorhoede. De atmr>sceer was dooriringend
koud en ik voelde mij tamelijk ver
moeid. Ik hulde mij dichter in mijn jas,
sloeg den kraag op en liet mij behaaglijk
in het zadel heen en weer wiegen, met half
oor luisterend naar mijn wachtmeester, die
het een of andere oorlogsavontuur ten
beste gaf. Het was lichte maan; de hemel
was wolkenloos. Maar van de aarde steeg
een nevel omhoog, die alles in een spook
achtig schijnsel hulde. Weldra meende ik
een schaar van Arabische ruiters vóór ons
te zien; zij kwamen aangegaloppeerd; het
b eken later bloeiende tamarindestruiken te
zijn; ook dacht ik het geluid van een ge
weerschot op te vangen; ik hield mijn
paard in; het bleek een naklinkende hoef
slag van één der paarden geweest te zijn.
Wij waren een doorwaadbare plek ge
naderd. waar de commandant zijn comman
do's U'tdeelde. De plek leende zich voor
treffelijk voor de verdediging en onze af-
deelmg zou voldoende geweest zijn, om
een geheel leger tegen te houden. Aan den
overkant van den oever heerschte diepe
stilte. Na lang wachten vernamen wii den
galon van een paard en daarop dook een
Arabier op, die een prachtpaard bestuur
de. Aan het met goud bestikte zadel, het
met edelgesteenten ver i rde dekk'eei, den
bonten tulband, herkende men den man
van aanzien. Onze gids zei ons daarop,
dat he S'di-Lanar in eigen persoon was.
Het was een mooie, jonge man, slank en
krachtig een sierlijk ruiter. Hij wierp zijn
geweer omhoog, het in galop wederom
oovangend terwijl hij ons meteen onver
staanbare woorden toeriep.
Dt tijd der tornooien is zeker voorbij
en toch, toen ik 4en wachtmeester den
wensch hoorde uiten dezen Arabier neer
te mogen schieten, drong ik bii den kapi
tein er op aan mii te willen toestaan den
degen met den Arabier te kruisen. Dit werd
mii niet geweigerd en tosn waadde ik het
water door, terwijl de Arabier zijn paard
de sporen gaf om de vermeende vervolging
te ontkomen. Doch toen hij mij alleen aan
den oever zag, keerde hii zich om en
stormde met het geweer op mij af.
„Pas op!" gilde de wachtmeester.
Ik had gem hoogen dunk van het schie
ter, der Arabische ruiters en na de „Fan
tasia", die Sidi-Lanar zoo juist ten beste
had gegeven, was zijn geweer stellig niet
in een schietkrachtigen toestand. Ik had
mij niet vergist. Eenige passen van mij
verwijderd schoot hij af, maar het wapen
weigerde. Maar op datzelfde oogenblik
wendde hii zoo ijlings zijn paard, dat ik
.in plaats van hem m^in sabel in de z^de
te steken, nauwelijks zijn burnous beroer
de. N* eenige minuten van wild nai^gen,
zag ik plotse'in" zjjn paard hoog cp t.ige-
ren. terwiil Sicfi-Lanar uit a'le kracht aan
den teugel trok. Zonder mii flf te vragen
waarom hii deze vreemde manoeuvre uit
voerde, naderde ik hem en stiet hem mijn
sabel in den rug. Ros en ruiter verdwe
nen plotseling voor mijn oogen en in het
zelfde oogenblik voelde ik, dat de grond
onder de hoeven van mijn paard week.
Zonder het te bemerken, waren wij aan
den hellenden rand van een afgrond ge
raakt. In het naar beneden storten het
scheen mij een eeuwigheid toe troostte
ik mij met de gedachte, dat het lichaam
var. den Arabier mijn val zou verzwakken.
Inderdaad, de hoogte was niet zoo ge
weldig als ik gedacht had; hoewel nog half
bedwelmd, bemerkte ik toch, dat ik aTeen
was de Arabier was nergers te beken
nen. Langzamerhand uit de verdooving
loskomend, trachtte ik met al de inspan
ning, waarover ik beschikken kon, naar
boven te kruipen. Met een ruk schoot ik
naar boven en trachtte naar een grooten
boomwortel te grijpen, welke boven mijn
hoofd u thing. Met al de concentratie van
mijn wil heesch ik mij er naar op; de
worte kromde zich en ontglipte mij met
een griezelis gesis... O, *%chrik! het was
een enorme slang! Vol ontzetting viel ik
terug, dicht bii een water; het reptiel ver
dween ook in den plas, en het scheen
mii alsof het een vaal-glimmend spoor
achterlietr
Een minuut later had ik mijn koelbloe
digheid weergevonden en ik ontdekte, dat
dit glimmende spoor nog steeds op het
watervlak ribbelle. Hst was de w^cr c'.iijn
van fakke'licht. Op rauwcl ks ,w'n i; meier
afstands vóór mij, zag ik een jonge vrouw,
water scheppend. Zij zette de mooi-ge-
vormde kruik rustig, zonder mij te be
merken, op haar schouder en verdween
tusschen het riet. Stil volgde ik haar en
bevond mij aan den ingang van een grot.
De vrouw schreed langzaam voorwaarts en
steeg een steile trap omhoog, die gehou
wen was in den muur van een oogen-
schijnlijk zeer groote zaal. Zonder mij ver
der te bedenken, volgde ik het zwakke
schijnsel van den fakkel, die af en toe
door de vooruitspringende rotsen wel
verdween, doch even later ook weer op
dook. Dikwijls ook scheen het mij als aan
schouwde ik aan beide zijden ingangen
naar nog grootere hallen, waarin galerijen.
Men had zich in een onderaardsche stad
kunnen droomen en een oogenblik bedacht
ik mii of het ook gevaarlijk was mij in
dit labyrint te wagen.
Plotseling werd het licht vóór mii en ik
zag een menigte fakkels als uit de inge
wanden der rotsen ontstoken en tot een
processie geschaard. Terzelfder tijd weer
klonk een monotoon gezang, dat aan dat
der Arabieren denken deed. Ik kon toen
ook enkele gezichten waarnemen. Het
waren mannen en vrouwen, een dichte
menigte, aan wier spits ik tot mijn grootste
verrassing den ouden toovenaar en slangen
bezweerder ontdekte. Naast hem liep het
mooie jonge meisje, dat de rol van Euri-
dice vervuld had. De oude hield precies
onder mii stand, de anderen volgden pre
cies zijn bewegingen. Een groote stilte
ontstond. Aan de voeten van den toove
naar ontdekte ik een groote steenen plaat,
waaraz in het midden een ijzeren ring
bevestigd zat. De oude uitte eenige woor
den in zijn eigen taal, die echter Arabisch
noch Kabylsch was, en die ik niet ver
stond. Een soort van katrol, die boven
aan een der rotsen bevestigd zat, begon
naar beneden te komen. De bijstanders
trokken het doek door den ring, twintig
krachtige armen trokken aan en de stee-
nen plaat, welke zeer zwaar scheen, be
gon te verschuiven. Het was een bron,
waarvan het water misschien een meter
onder den steenen rand zichtbaar werd.
Eigenlijk kon men deze vreemdsoortige
vloeibaarheid geen water noemen. Zii was
met een groinechtig-glibbsrige laag bedekt,
waar een zwar.e, tegenstandige slijkmassa
doorheen borrelde.
De toovenaar trok het jonge meisje tot
dichtbij het geopende gat. Hij legde haar
zijn dorre handen op het hoofd en begon
een soort van bezwering uit te spreken.
Van tijd tot tijd verhief zich zijn stem,
om in een kreet uit te gillen: „Djoumane.
Djoumane!"
Niets bewoog. De menigte stond zwij
gend-stil als in een soort van geestver
voering. Dit duurde even. Plotseling, toen
hii misschien voor de twintigste maal den
naam van Djoumane in volle kracht had
uitgeroepen, zag ik de Rl'mmende slijk
massa rillen, en alle omstanders weken
schuw terug; alleen de toovenaar bleef
staan, het meisje vaster tegen zich aan
klemmend.
Opeens kwam een groote slijkmassa om
hoog en een reusachtige kop van een slang,
vaalgroen, met phosphoriseerende oogen,
werd zichtbaar. Onwillekeurig stiet ik een
kreet van ontzetting uit en sloot mijn
oogen, voor een oogenblik slechts. Ik ving
een zwakken kreet op en nam waar het
vallen van een lichaam in het water.
Toen ik opnieuw den blik naar beneden
wierp, zag ik den toovenaar alléén staan
bi' den rand van het afschuwelijke gat,
waar uit de slijmerige massa nog groote
luchtbellen opborrelden, en ik zag ook
het kleine, zijden zakdoekje van het meisje
op het water drijven.
Meteen was ook de steenen plaat opge
heven en dreunde neer over het gat. Toen
was met één tooverslag alle licht geb'.uscht
en ik bleef alleen In de duisternis achter,
omhuld door een zóó gehe:mzinnige st:lte,
dat ik het kloppen van mijn hart duidelijk
hoorde.
Toen ik mii eenigszins hersteld had, pro
beerde ik den uitgang terug te vinden
Langs den muur tastte ik rond en nauwe
lijks was ik honderd schreden vooruit ge
komen. toen ik, in plaats van den kalen
rotswand, een weeke stof tusschen mijn
vingers voelde. Het scheen een gordijn te
zijn, waar een zwakke lichtglans doorheen
speelde. Ik schoof met de meeste voor
zichtigheid het gordijn ter zijde en bevond
mii in een klein vertrek, door welks open
deur ik een tweede, grooter vertrek waar
nam. fk zag, dat de wanden met een zij
achtige stof bedekt waren; op den vloer
lag een kosfbaar tapijt, een prachtige
divan en kleine tabouretten ston'isn rond
om. Geruischloos sloop ik naderbij en zag
in een hoek een jonge vrouw neergehurkt
zitten. Een vreemd, bedwelm-nd parfum
kwam tot mij en benam mij bijna den
adem.
De onbekende zag ik in den beginne
niet en ik had moeite genoeg haar goed
op te nemen. Zij leek opvallend op het
meisje van straks; a'leen waren haar vor
men voller, haar trekken rijper.
Bij den eersten blik moest ik mijzelve
bekennen, nog nooit een zoo volmaakte
schoonheid aanschouwd te hebben.
Een zacht gerinkel van mijn sabel deed
haar opstaan. Zii richtte hear groote stra
lende oogen op mij en zei lachend, in 't
Arabisch
„Eindelijk ben je gekomen!"
„Deze drank valt niet te versmaden
luitenant!"
Ik sperde verbaasd de oogen wijd open.
Het jonge vrouwtje had een krijgshaftigen
knevel, was tliast beeld van den wacht
meester in levenden lijve! Hij stond vóór
mij en presenteerde mij een kop gloeiende
koffie, terwijl ik hein, over den hals van
mijn paard heengebogen, soezerig aan
staarde.
„Het schijnt, dat wij een kleine tuk ge
nomen hebben, luitenant" lachte hij.
Ik zette mii schrap en keek om mij heen.
Wii hielden nog steeds de wacht aan den
waterplas en over de verre bergen van
Marokko lag de vale morgenschemer.
RIJKSSUBSIDIES AAN ORKESTEN.
Verzoek van den Ned. Toonkunstenaars-
bond aan de Tweede Kamer.
De Nederlandsche Toonkunstenaars-
bond heeft er in een adres aan de Tweede
Kamer op gewezen, dat de vermindering
met 5 pet. van de rijkssubsidies aan orkes
ten, zooals dit in hoofdstuk VI der rijks-
begrooting wordt voorgesteld, vooral in de
huidige tijdsomstandigheden voor de be
trokken instellingen tot zeer ernstige ge
volgen zou kunnen leiden en zelfs het
voortbestaan van verschillende orkesten
in gevaar zou kunnen brengen.
De Bond verzoekt dan ook aan de Ka
mer, zich met de verlaging dezer subsi-
diën niet te vereenigingen en er bij de
regeering op aan te dringen, de subsidiën
ten minste op de ten vorigen jare toege
stane bedragen te handhaven.
STEUN AAN HET RESIDENTIE-ORKEST-
Uit de muziekliefhebbers hier ter stede
heeft zich een. comité gevormd, dat giften
verzamelt om het Residentie-Orkest te
steunen dat met haar zes abonnements
concerten tegen lagen prijs h.l voor de
Sleutelstad voor het muziekleven het hoog
ste goed beteekent. Oo een uitvoering van
het concert zal het bedrag door een re
presentatieve Leidsche persoonlijkheid wor
den aangeboden.
Bijdragen zullen gaarne worden inge
wacht door storting oo de girorekening van
mej. H. W. van de Sande Bakhuvzen al
hier. No- 11067 en liefst zoo spoedig mo
gelijk.
KON. NED. STOOMBOOT-MIJ.
AURORA, 12 Nov. van Midd. Zee te Amst.
VENEZUELA, 13 Nov. van Hamb. te Amst.
DEUCALION, 13 Nov. van Hamb. te Amst.
PERSEUS. 14 Nov. van Aalborg te Amst.
ACHILLES. 12 Nov. van Lissabon n. Faro.
AJAX, 13 Nov. van Catania n. Venetië.
ARIADNE, Stettin n. Amst.. pass. 14 Nov.
voorm. 1 uur Brunsbuttel.
BARALT, 12 Nov. van Curacao n. Jacmel
CLIO, thuisr., 13 Nov. te Havre; vertrekt
14 Nov. nam. 5 uur naar Londen.
COSTA RICA, thuisr.. 14 Nov. van Havre;
wordt volgens nader bericht 15 Nov.
voorm. 9 uur 30 te Amst. verwacht..
COTTICA. 13 Nov. van Madeira n. Havre.
GANYMEDES. 13 Nov. v. Malta te Piraeus.
HERCULES, 13 Nov. van Torrevieja te
Valencia.
HERMES. 13 Nov. v. Karlovassi te Smyrna.
AMOR. 11 Noy. van New-York naar Port
au Prince.
IRIS, Amst. n. Odense, pass. 13 Nov. Hol-
tenau.
MIDAS, 11 Nov. van Curacao naar San
Domingo.
NERO, 13 Nov. van Santander te Oporto.
VAN RENSSELAER, 13 Nov. van Curacao
naar Puerto Cabello.
STELLA, 13 Nov. van Barcelona te Genua.
VENUS, 12 Nov. van Livomo n. Naoeis.
VESTA. Midd. Zee n. Antwerpen, pass. 13
Nov, Gibraltar.
BRION. Amsterdam naar Bordeaux, pass.
12 Nov. Dungeness.
BARNEVELD, thuisreis, 11 Nov. van Buena
Ventura.
HEBE, naar Middell. Zee, pass. 12 Nov.
Dungeness.
MARS. Rotterdam n. Middell. Zee, pass.
13 Nov. Dungeness.
TITUS. 11 Nov. van Kingston naar Port
au Prince.
ACHILLES, 13 November van Lissabon te
Faro.
ODYSSEUS. 14 November van Amsterdam
te Hamburg.
PLUTO, 13 Nov, van Kopenhagen te
Gdynia.
RHEA, 13 November van Rotterdam te
Lissabon.
AMAZONE. 14 November van Amsterdam
te Catania.
VULCANUS, naar Antwerpen, pass. 13 Nov
Gibraltar.
ROTTERDAM—ZUTD—AMERIKA LIJN
ALWAKI, 13 Nov. van Hamb. te R'dam.
ALPHACCA. thuisr.. 12 Nov. van Bah'a.
ALDABI. 12 November van B. Aires naar
Rotterdam.
KON. HOLL. LLOYD.
ZEELANDU, uitr., 13 Nov. van Rio Grande.
HOLLAND—AMEB4
STATENDAM. 13 Nov. vt|
Rotterdam.
DAMSTERDUK, Rotterdnl
Kust, was 12 Nov. 5,30 if
Z. van Valentia.
ROTT. Lion.
BALOERAN, thuisr., 13 Nor J
Sabang. 'I
DEMPO, uitrpass. 13 K,l
Finlsterre. f
GAROET, thuisr., 14 Nov. !a,
KOTA BAROE, uitr., pass, ill
KOTA TJANDI, 13 Nov.v.HJ
PALEMBANG, 13 Nov. van]
Hamburg.
SOEKABOEMI, thuisr., pj-, I
5 uur Ouessant. I
SIBAJAK, 14 Nov. voorre J
Batavia te Rotterdam. I
KOTA PTNANG, 14 Nov. vaJ
Rotterdam.
KOTA AGOENG, 13 Nov.
fo Pofauiti
INDRAPOERA, uitreis, 14 Kot
M1J OCEAAK.1
STENTOR, Amst. naar Java, I
Perim. f
POLYDORUS, 13 Nov. van
Liverpool.
ATREUS. Java naar Amstt
van Marseille.
PROMETHEUS, 13 Nov. va
Amsterdam.
HOLLAND—AFR1KA-I
HEEMSKERK, thuisr,, pass]
braltar.
SPRINGFONTEIN, 14 Nov
Salaam n. Zanzibar.
K1ETFONTEIN, 14 Nov. van 1
Hamburg.
KLIPFONTEIN, 13 Nov. vantl
naar Port Amelia.
NIJKERK, 13 Nov. van Ha^
sterdam.
MAASKERK, 11 Nov. vanl
Kribi.
GIEKERK, uitreis, 12 Nov
95 mijlen Z. van Lands I
MAATSCHAPPIJ NEDd
TAWALT, 12 Nov. van Hambl
POELAU TELLO, thuisr., 12 f
Said.
TABINTA. 12 November van|
Amsterdam.
HOLLANDOOST-AZ1
SEROOSKERK, 10 Nov. van|
Dairen.
OUDERKERK, thuisreis, 141(
Said.
MEERKERK, uitreis, 12 Not.
ZUIDERKERK, thuisreis, 1<|
Manilla.
HALCYON LIJ!
STAD ZAANDAM, 12 Nov.-
Velsen.
STAD ZALTBOMMEL, 12 Not|
naar Sas van Gent.
STAD HAARLEM, 13 Nov. i
Servola.
STAD ARNHEM, 12 Nov. vanj
naar Almeria.
STAD AMSTERDAM, pass.
Gibraltar.
HOLLAND—BRITSCH I
STREEFKERK, uitreis,
Dungeness.
SILVER-JAVA-PACma
BATOE, 11 Nov. van Calcof
Francisco.
MAATSCHAPPIJ OCtl
PROMETHEUS, 13 Nov. van j
Amsterdam.
JAVA—NEW-YORK ll
KOTA RADJA, Java n. Nev
13 Nov. Point de Galle.
o
DIVERSE STOOMVAARTB
EXPORT. 13 Nov. van R'dan
GRUTTO, 13 Nov. van R'dan
BATAVIER II, 13 Nov. van
vesend.
MOORDRECHT, 14 Nov. VJI
te Avonmouth.
HOOGLAND, 13 Nov. Amst®
JONGE JOHANNA, 9 Nov.
tf Alcriprc
MIDSLAND,' 14 Nov. van 0
lingen.
PROF. BUYS, 14 Nov. van
lingen.
SOESTERBERG, 13 Nov. n
te Shields.
ST. ANNALAND, 13 Nov.
de Tyne.
BATAVIER vn, 14 Nov. «I
te Middlesbro.
BERNISSE, 12 Nov. van
Hamburg.
DORDRECHT, Foth ArrtMJ
werpen/Rouaan, was 14 w»
W. van Scilly.
KATENDRECHT. 13 Novem»
te Havre Roads.
KEILEHAVEN, Rotterdam a
pass. 12 Nov. Finisterre.
WILLEMSPLEIN, Rotterdam
pass. 13 Nov. n.m. 6 unt,
IJSSELHAVEN. Mobile naar»
Mn
25 3
13 Nov. Cape Race.
JONGE JACOBUS, naar
November 2.20 u. n.m.
Niton- gjig
MAJA, Rouaan naar St. w
12 Nov. 8 u v.m.
Lands End. nr
OOSTZEE, sleepboot, naar v
13 Nov. 6.50 u. v.m. 1°°
Lands End. -i
ZUID HOLLAND, 12 NOV-
Blyth.
AGNITA, arr. 13 No«®";
ST. PHILIPSLAND. 13
dam te Kopenhagen.
THEANO, Rotterdam naar
13 Nov. Lizard.
JONGE ELISABETH,
te Londen. -J
LEEUWARDEN, 13 Not.
Londen. ,ji
HONTESTROOM, 13 No'- 1
te Londen.
FLYING NORSEMAN.
Prawlepoint. W
TFXELSTROOM AmsK';-.
pool pass. 13 Nov. d®,!
GELDERLAND, 12 Nov.
Bremen. -j«
MANVANTARA naar
Soum Head. H/
LINGE 8 Nov. van W,J
holm -j
MAAS, 11 Nov. v. Stoc^