DAGBLAD - Tweede Blad
Zaterdag 12 November 1932
RISCHE FIGUREN.
Crematie 01 Auto-Transport
KUNST EN LETTEREN.
LAND- EN TUINB0UW._
OVERZICHT KAASMARKTEN.
GROOTE REGENPERIODEN
EN Z.G. WERELDWEER.
UIT DE BONTE WAERELD
i
PIT het leven van
napoleon.
X.
Het einde
ent, herhaaldelijk aange-
diclllen, staten en inventaris-
erd aan generaal graaf de
daarna door den keizer over-
geteekend en gezegeld, was
dood mocht komen. Hij werd
wist, dat hij naderde. Het ver-
m niet. De langzame kwelling
vangenschap heeft hem doen
naar het groote einde; hij was
keren zin „der Welt abhanden
los geworden van de wereld,
wensch, zijn kind nog eenmaal
1 dit weet hij niet ver-
n. Wat bindt hem dan nog aan
Maar tot het laatst zal hij den-
"ien zoon; uitdrukkelijk beveelt
ts om na zijn Napoleon's
-houwing te doen plaats heb-
t hij gaat heen aan dezelfde
raan zijn vader is gestorven;
j kan den arts wellicht nuttige
ven en aldus zijn zoon ten goede
teert hij aan Montholon den
deze aan sir Hudson Lowe moet
anneer de keizer zal zijn ge-
waarin gevraagd wordt, welke
gen de Engelsche regcering
men voor de overbrenging van
ar Europa en de repatriatie van
eiland aanwezige Franschen
n niet talrijk meer. Van hen, die
m gekomen waren, slechts de
de Montholon en Bertrand, de
ienaren Marchand en „Ali"
die na de abdicatie te Fon-
den kamerdienaar Constant en
luk Roustan hadden vervangen,
ofmeester, Noverraz, jager, en
it. lijfknecht. Mevrouw de
die niet tegen het klimaat
ases en generaal Gourgaud wa-
sedert lang vertrokken. Bertrand
eester van het paleis" heeft
en vier kinderen bij zich. Dan
drie Corsicanen, later, in 1819
gekomen, de geneesheer Autom-
:n oude sukkelige abbé. Buona-
ort vóór des keizers dood Sint-
rlaat, en de abbé Vignali. aan
eizer bij testament opdrachten
-uwen doet- Voeg hieraan nog
Chandellier en Coursot. den
dezen, en ge hebt den kleinen
menschen, die meer of minder
i waren van Napoleon's laat-
aanden.
e troepje begreep, dat 't einde
zorgvuldigheid, waarmede de
i laatste beschikkingen had ge-
dden hem vermoeid. Dat ver-
hem niet om orders te geven
van zijn testament, die hij
nde en van zijn zegel voorzag,
copie werd een pakje gemaakt,
in abbé Vignali werd toever-
Het was een voorzorgsmaat-
het geval het -oorspronkelijke
naelschen zou worden verduls-
mietigd. Een vroeger testament,
wd aan Bertrand, werd, na door
'r herlezen te zijn. verscheurd en
Instructiën werden gedicteerd
rie exécuteurs testamentaires;
nder zijn dictée geschreven, doch
geteekend- werden bestemd voor
er Laffitte en den vroegeren the-
n den keizer, baron de la Bouil-
olgens had hij, op verschillende
"ge gesDrekken met Bertrand,
1 allerlei bepalingen uit zijn tes-
'elichtte, belangrijke raadgevin-
opzichte van zijne familieleden
rand toevertrouwde. de meest
ende onderwerpen aanroerde en
uitvoerig sprak over het lot van
urlijke zoons, die hij tot dusver
dan nog slechts met een enkel
aangeduid. (2.)
prekken, die vrij haastig en
"paalde volgorde der onderwer-
de invallende gedachte van den
rden gehouden, zijn haast-je,
r generaal Bertrand opgetee-
t document bleef tot 1881 in het
familie Bertrand. Daarna kwam
archieven van nrins Louis Na-
i den historicus Emest d'Haute-
tigde het te publiceeren. (3.) De
auterive noemt het „den com-
van het testament- De laatste
het antwoord op de vraag door
Besteld:
^gedragslijn moeten uw vrienden
lang van Frankrijk en den roem
vaderland. Ik zie er geen andere."
M 27 April van het jaar 1821. Men
iLongwood" als in afwachting, in
,an hetgeen gebeuren moest.
dokter Automonarchi, die een
oon onbekwaam medicus moet
•Jjn, is het duidelijk, dat de keu-
sterven. Op een verzoek door den
toch alles te doen. wat hij
j I i en een consult met eenige
doktoren toe te staan, volgt deze
ooit tot u doorgedrongen, dat
«in„ eens tot een last kon
hu ik zal mijn dood niet ver
maar evenmin zal ik iets doen
_w vertragen."
w™ er dagen waarin de keizer
en io i met de Pijnen, die zijn
"elliil Ierkwaal bom doet lijden.
Jen bij zijn toevlucht tot
erin„ s'aaP wordt zeldzaam;
aan bet verleden bevol-
"tann fn',die ^ub soms in zijn
en lengen- Nu en dan uit
der ^J?an bot slagveld, aan de
Si,h£?™PaKnes, herinneren. De
"t van i op' wanneer de werk-
het viu kr'izer- in scherp con-
t onSke,»chaam. een tooneel
nis is m' 1?' een stuk wereld-
r den süfon bolon wordt in zijn
dictée ee„ gewekt en moet on-
k's verrioüt - neerschrijven van
del'jke - tegen een inval
te de Ie s' Daarna weer uren
fch m,;8de scherpe oogen,
de gevani binnen te richten, als
'rvollo fne zijn korte, aan da-
sfeer H« herschept de
rtjn aeeit "leestal om hem
'Ve-zwairt onverzwakt en óók
ede de»emZekere Soedhartig-
"vze man van ongewone
m^teïoEen Zic£ aanpast aan de kleine
menschen om hem heen- Eenige dagen
van inzinking volgen; er komen oogenblik-
gruwelijke spanning; de sterke
geest en het verzwakte lichaam zijn in
bittere worsteling.
Een stuk historie klinkt uit fragmenta
rische zinnen, die de stervende uitstoot.
Dan op eenmaal, een reminlscens van lang
geleden: het ouderlijk huis op Corsica: hij
vermaakt het aan zijn zoon....
Zoo breekt de vijfde Mei a.n. Kort ge
leden was een komeet aan den hemel ver
schenen Dit feit scheen den keizer even
getroffen te hebben: hij herinnerde zich
dat eenigen tijd vóór den dood van Julius
Caesar ook een komeet aan den hemel ver
schenen wasNu. den vijfden Mei. huilt
en giert de wind om het rotseiland. Vlak
bi] het huis worden boomen ontworteld.
Stortbuien plassen neer en windvlagen
beuken de muren.
Daarbinnen ligt de keizer en sterft. De
natuur daarbuiten woedt en raast. De ster
vende vereenzelvigt zich daarmede, waant
zich als weleer In het krijgsgewoel:
Het leger! ....De voorhoede....!"
tracht hij' te bevelen, doch het is slechts
een fluisterstem, die deze woorden pre
velt. Dan. met een ruk. springt hij op,
werpt zich op Montholon. sleurt hem mede
op den grond...het is zijn laatste uiting
van kracht. Hij ligt stil. haast onbewege
lijk, uren lang. In den namiddag, even
over kwart voor zes, is het einde. „De kei
zer is overleden", zegt de trouwe Bertrand
en kampt met zijn emotie. Even later dekt
hij den doode toe met de kapotjas van den
keizer bij Marengo. En de ontroering vaart
door de aanwezigen: zelfs de Engelschen,
die bij de tijding van 's keizers dood waren
toegesneld blijven niet onbewogen. Want
daar ligt niet de oude, afgelegfde, afge
martelde keizer, maar de jonge generaal
Bonaparte, in de klassieke schoonheid van
zijn latijnsch type. De dood heeft een won
der verricht; hij heeft de rimpels wegge
streken de huid gespannen, even de fijn
geteekende lippen geopend en daaromheen
een glimlach gelegd. „De eerste consul!"
roept Bertrand uit en inderdaad, het is
alsof daar de jonge generaal Bonaparte
sluimert, de eerste consul, na de expeditie
in Egypte de leidende, krachtig besturende
heerscher. wien de toekomst en de roem
toelachen. Wie het doodsmasker kent, dat
van Napoleon's gelaat genomen is, begrijpt
Bertrand's ontroerden uitroep.
En de mare gaat naar Europa in lang
zame vlucht; het is nog niet de tijd, die
aan den aether zijn geheime krachten ont
rukt en deze aan zich dienstbaar maakt.
Londen verneemt Napoleon's dood den 4en
Juli; Parijs den 5en; Baden en Zwitser
land den 14en; Rome den 16en. Hier. te
Rome, vernietigt die tijding de hoop der
oude moeder, die, evenals haar broeder,
kardinaal Fesh. ten onrechte overtuigd was
dat haar zoon Sint-Helana verlaten had
en de dag van het weerzien misschien niet
verre meer zou zijn. En haar smart zal nog
vlijmender worden, wanneer zij op haar
bede: „de moeder van keizer Napoleon
smeekt bij zijn vijanden om de asch van
haar zoon; in den naam van God smeek
ik u, milord, mij de stoffelijke overblijfse
len van mijn zoon niet te weigeren" geen
antwoord krijgt. c
Engeland's eerste minister zweeg: Enge-
land's regeering zweeg. Den 8en Mei was
Napoleon's lijk begraven op een uur af-
stands van Longwood en het zou er blijven,
totdat een machtige volkswil den 15jn De
cember 1840 de woorden van Napoleon's
testament tot waarheid maakt:
„Ik wensch. dat mijn asch ruste aan de
boorden van de Seine, te midden van het
Fransche volk, dat ik zoozeer heb lief
gehad".
A. J. BOTHENIUS BROUWER.
(1) Het oorspronkelijke testament be
rust in de Archives nationales te Parijs;
de copie, ingepakt, en met den naam van
abbé Vignali door Napoleon geschreven, er
op. kwam in het bezit der familie Bona
parte. Eenige Jaren geleden was zij in de
archieven van prins Naooléon te Prangins.
(2) De een. graaf Alexander Walewski.
had tot moeder gravin Walewski; hU was
later minister van Naooleon III; de ander
had tot moeder Eleonore Denuelle de I-a
Plaigne gescheiden vrouw van een officier.
(3) Dit weinig bekende stuk is gepubli
ceerd in het nummer van 15 December der
„Revue des deux mondes" 1928. onder den
titel „Dérnlères conversations de Sainte-
Hélène."
RECLAME.
- .Begrafenisonderneming
G- M. SEUGLING
Kosterij Ëvang, Lnth Gem.
Middelweg 36 Tel. 3101 Leidèn
2451
TIJDSCHRIFTEN.
Van het twee-maandelijksche blad „Vox-
Theologica" onder hoofdredactie van H.
Faber is de vierde jaargang ingetreden.
Dit tijdschrift het orgaan van de Ver-
eeniging van Studenten in de Theologi
sche Faculteit in Nederland" wordt uit
gegeven bij de N.V. Van Gorcum en Comp.
te Assen en maakt een prettigen Indruk.
Het October-November nummer van het
„Ster-Bulletin" bevat een dee! der toespra
ken die Krishnamurti in het Californische
kamp hield en de vragen welke hem daar
werden gesteld.
In verband met Kerstmis en St. Nico-
laas is het October-Novembernummer van
de „Vlctoriaan"-uitgave van de Biscuit
fabriek Victoria te Dordrecht in een fees-
telijken keurig verzorgden vorm versche
nen-
o
ANDERE BOLLEN, voor BEPLANTING
IN DEN TUIN.
Crocus, Bij voorkeur groeit de Crocus
in vrij zwaren, doch goed diep losgemaak-
ten grond, lichte zandgrond, die spoedig
aan de oppervlakte uitdroogt en warm
wordt is wel aanleiding, dat de bollen ziek
worden. Ook is het niet opkomen der bol
len daaraan te wijten. Op zulke gronden
moeten de bollen een paar centimeter die
per worden geplant. Versche meststof kun
nen ze absoluut niet verdragen. Van Cro
cus heeft men voor den tuin 130 a 150 st.
per vierkanten meter noodig, en men
plant ongeveer 5 a 6 c.M. diep. De crocus-
sen zijn ook zeer geschikt om hier en daar
aan groepjes in het gras te worden ge
plant en kunnen daar jaren lang vast
blijven staan. Denke er vooral aan om
met het gras maaien het crocuslof te
sparen, omdat de bollen dan hoe langer
hoe meer achteruit gaan en niet bloeien.
Cyclamen (winterharde soorten. De
vollegronds Cyclamen zijn nagenoeg win
terhard en verdienen alle aanbeveling, ze
groeien in klei-achtigen, goed met fijn
kalkpuin vermengden grond en moeten
gedurende langen tijd vast blijven staan.
Het eerste jaar bloeien de knollen zeer
spaarzaam of het geheel niet. zij moeten
eerst wortelvast staan en worden na 2 of
3 jaar, ongeloofelijk mild groeiend. Van
soorten, die zich vóór den winter reeds
ontwikkelen, dient wel aanbeveling ze dan
met sparrengroen of ander dekmateriaal
te bedekken. Men plant de knol ongeveer
2'/s c.M. diep op zware gronden, op zand
gronden 34 c.M. flet best groeien ze op
een beschaduwde, niet al te droge plaats.
Galanthus (Sneeuwklokje). De alge
meen bekende Sneeuwklokjes kunnen tus-
schen struiken of in het gras worden ge
plant (met maaien het lof onaangeroerd
laten), waar zij zichzelf zoo vermenig
vuldigen, dat ze ten laatste den grond
biina geheel en al bedekken. Planttijd
vroeg in het najaar. In het wild komen
de Sneeuwklokjes altijd min of meer op
beschaduwde plekken voor en op vochti-
gen grond. Men plantte de bolletjes onge
veer 8 c.M .diep en 45 c.M. van elkaar.
Iris. Alle soorten tot deze groep be-
hoorende bollen verlangen een planting in
de maanden SeptemberOctober en hou
den van liefst zandigen, vooral goed door
latenden. voedzamen grond bovendien en
een plaatsje in den vollen zon. Ze moeten
ongeveer 68 c.M. diep worden geplant en
ongeveer 6—10 c M. uit elkaar. Na de bloei
tijd, als het blad geel is geworden, moe
ten de bollen droog worden bewaard.
Lilium (Leliesi. Na ontvangst plante
men de bollen direct in niet te drogen,
voedzamen tuingrond, op zwaren grond,
omringe men de bol met een weinig wit
zand.
Lelies houden van koelen goed opgeven-
den grond, waarin ook gedurende de groot
ste droogte en warmte nooit gebrek kan
komen aan het noodige vocht Óm hieraan
eenigermate teeemoet te komen dient men
de bollen vrij dien te planten en als volgt
te werk te gaan: Nadat de plaats waar
men wenscht te planten vooraf goed dieD
is omgewerkt dient, itjen de Dlek tot op
10—12 c.M. uit te diepen de bollen wor
den hierin gezet en geheel met goeden
grond omringd en bedekt. Vervolgens wordt
een laag oude goed verteerde mest er over
heen gestrooid, oodat de zich boven de
bollen rijkelijk ontwikkelende wortels
ruimschoots voedsel kunnen vinden. Het
geheel wordt nu met den gewonen grond
verder oogevuld.
Wil men veel succes van Lelies verwach
ten, dan moet men ze een paar jaar vast
laten staan.
VOORWAARDEN EN DE INRICHTING
VAN DE WOONKAMER VOOR HET
KWEEKEN VAN PLANTEN.
Voor men zich toelegt op het kweeken
van planten in de kamer, moet men zich
eerst overtuigen of de kamer zoodanig ge
legen is, dat de noodzakelijkste voorwaar
den aan de op te nemen planten in vol
doende mate kunnen verschaft worden.
Onze woonkamers kunnen meestal
slechts planten herbergen, die uit de
warme streken komen, omdat deze door
hun natuurlijke geaardheid niet alleen een
hoogen warmtegraad verdragen, maar dien
ook als een bepaalde levensvoorwaarde
eischen. De plant moet dus in staat zijn,
zich te schikken naar de voor het men-
schelijk verblijf noodzakelijke hooge ka-
merwarmte. Gedurende den dag zal de
warmte het maximum bereiken 5060 gr.
Fahrenheit en des nachts 40 graden.
Dit laatste komt overeen met de warmte,
die de planten van de gematigde kassen
verlangen, terwijl het maximum de ge
middelde temperatuur van de warme kas
is De planten, die bovenstaande tempera
turen verdragen kunnen in onze kamers
tieren, terwijl planten van de koude kas.
die een lagere temperatuur vragen slechts
voor korteren tijd onze kamers versieren,
omdat de hooge kamerwarmte voor haar
nadeelig is, daar zij tot vervroegde en
overhaaste levensinrichtingen opgewekt
worden, wat in geen geval een gezonden
toestand kan veroorzaken.
Daar het leven en het gedijen der plan
ten afhankelijk is van het licht, zoo moet
de woonkamer of de plaats, die voor het
herbergen van planten bestemd is, volko
men van genoeg licht voorzien worden. De
behoefte aan licht is kleiner of grooter, al
naar den toestand, waarin de plant zich
bevindt.
Bevindt de plant zich in rust, schijn
bare stilstand van den groei, dan is de be
hoefte aan licht geringer. Groeit echter
de plant, maakt ze nieuwe bladeren, ver-
toonen zich bloemknoppen, enz., dan is de
behoefte aan licht zeer noodzakelijk.
Kamers, die voorzien zijn van hooge,
groote ramen zijn het meest geschikt om
planten te kweeken. Bovendien, een ka
mer gelegen op het Zuidoost, Zuid tot
Zuidwesten, leent zich het beste als bloe-
menkamer Het mooist zijn nog wel hoek-
kamers, die van twee kanten licht ont
vangen. Ook verdient aanbeveling, om de
ramen niet van dikke gordijnen te voor
zien, doch van dunne vitrages.
Buiten warmte en licht is ook de be
hoefte aan lucht in overweging te nemen.
Het toetreden van lucht is voor de plan
ten in rsutenden toestand geringer noodig
als voor planten, die in hun grootste
groeiperiode zijn.
Men kan net toetreden van lucht ver
oorzaken door de ramen open te zetten.
Dit zou echter dikwijls nadeeilge gevol
gen kunnen opleveren, aangezien de
De aanvoeren en hoogste noteeringen waren:
Wagens Goudsche
(1) (2)
lie n te
(I) (2)
lichte
(1) (2)
Rijksmerk
zware
(1)
Leldsche
(2) (1) (2)
7 Nov. Oudewater 63 66 82 f f f f34f35f35f f f f f f
8 Nov. Bodegraven 347 197 310 f f f f 34 f 36 f 38 f 36 f 37 f f f f
9 Nov Woerden 291 345 382 f— f— f— f34 f35 f37 f35 f36 f- f— f— f
10 Nov Gouda 341 315 354 f f f f 34 f 35 f 38 f 36 f 36 f 39 f f f—
11 Nov." Lelden 84 82 113 f34 f35 f36 f— f— f— f— f— f— f35 f34 f42
(1) Zijn de opgaven van de vorige week.
(2) Zijn de opgaven van 913 Novvember 1931.
directe koude luchtstroom aan de aan
warme temperatuur gewende planten
hoogst schadeiyk kan worden. By koud
weer kan men dus de ramen, waar dichtbij
planten staan niet openen, het meest aan
te raden is de bloemenkamer geheel te
sluiten en een naastgelegen kamer rijke-
hjk te luchten, nadat de binnengelaten
lucht goed verwarmd is, de eerste te
openen en zoo door de deur de vernieuw
de, gezuiverde en verwarmde lucht te la
ten toetreden. Ook is het aan te bevelen
een ruit van het raam in de nabyheid der
planten beweegbaar te maken, opdat deze
by zacht en windvry weer geopend kan
worden. In zulk geval mag dan geen ven
ster van de kamer geopend worden, zoodat
geen tocht ontstaan kan, welke erg na
deelig is en vernirten moet worden.
Ook moet afgewend worden andere na
deeilge stoffen, zooals rook, stof en gas.
Uit het voorgaande treedt op den voor
grond, dat de vensters der woonkamers,
als bron der meest belangryke behoeften,
de beste standplaatsen voor de planten
zyn. Hier worden de planten, die het
meest behoefte aan licht hebben, ver-
eenlgd Verder van het glas afgelegen
ruimten zyn bestemd voor de minder ge
voelige soorten, waaronder namehjk die
met harde of lederachtige bladeren, z.g.
bladplanten.
Aanbeveling verdient de planten op hun
plaats om de beurt te draaien, opdat alle
bladeren rondom van het licht kunnen
genieten.
Nog eens in het kort geeft de planten
gedurende den winter vooral een lichte
tochtvrije plaats.
GARANTIE-UITKEERINGEN AAN
SUIKERBIETENVERBOUWERS.
Op de vragen van het Tweede Kamer
lid, den heer Braat, betreffende spoedige
uitbetaling der garantie-uitkeerlngen ten
behoeve van de verbouwers van suikerbie
ten. antwoordde de minister van economi
sche zaken en arbeid o.m dat tot een
maximum van f. 8 25 per 1000 K.G. garan
tiebleten van Rijkswege uitkeeringen zullen
plaats hebben ten behoeve van de verbou
wers van suikerbieten, oogst 1932
Tot het doen van die uitkeeringen zou
eerst kunnen worden overgegaan na afloop
van de campagne, wanneer uit de boek
houding der fabrieken de verelschte gege
vens blijken. Daarom zullen onder de noo
dige waarborgen (bankgarantie) voorschot
ten op dieuitkeeringen worden verstrekt'
tot een maximum van 100 uCt. van het oer
1000 KG. garantiereten beschlkbye be
drag. Dezer dagen zullen de eerste voor
schotten beschikbaar worden gesteld, ter-
wyl begin December een tweede voorschot
zal worden uitgekeerd. In het midden van
het volgend jaar zal de eindafrekening
kunnen plaats hebben.
DE UITVOER VAN HAM EN SPEK
NAAR ENGELAND.
Uit Londen wordt gemeld:
De onderhandelingen van den Engel
schen minister van Landbouw met de ver
tegenwoordigers der landen, die ham en
spek in Engeland Invoeren, zün geëindigd.
Het doel van de onderhandelingen was
den invoer van ham en spek met ten
minste 20 pCt. te verminderen. De verdere
onderhandelingen zullen langs diplomatle-
ken weg worden gevoerd.
By deze onderhandelingen zyn betrok
ken Nederland, Amerika. Rusland, Polen,
de Baltische Staten en Scandinavië.
DE EER VAN DEN STAND VAN
VUURTORENWACHTERS.
Hoe komt een vuurtorenwachter aan een
vrouw? Dat was het probleem, waarover
Juan Alvarez zich al lang het hoofd had
gebroken. Weken achtereen moest hy on
afgebroken dienst doen op den vuurtoren,
van de geheele wereld atgesneden, en de
weinige vrye dagen, die hy in zyn klein
visschersdorpje doorbracht, boden hem
ook al geen gelegenheid, met leden van
het schoone geslacht in aanraking te
komen.
ElndeUJk had Juan Alvarez zyn plan uit
gedacht. Hy wierp honderd flesschen in
zee, in elk waarvan zich een huweiyks-
advertentie met zyn portret en adres be
vond. En inderdaad werd op die flesschen
gereageerd. Maar niet op de manier, die de
vuurtorenwachter bedoeld had. Het was
geen trouwlustige schoone, die naar het
vuurtoreneiland kwam, maar een motor
boot met ambtenaren, die hem van zyn
hoogen post omlaag haalden en hem zijn
ontslag overhandigden, daar hij zich on
waardig had gedragen en zijn ambt aan
spotterny had blootgesteld.
Wat was er gebeurd? De strooming had
alle honderd flesschen naar de elegante
badplaats in de nabyheid gevoerd; daar
had men de advertentie gelezen en een
hoongelach was het gevolg geweest. Een
krant nam het geheele verhaal op met
portret en naam en de regeering achtte
dat een groote blamage, waardoor haar
dienaar zich onmogeiyk had gemaakt.
Juan Alvarez is dus als vuurtorenwachter
ontslagen, maar het lot is hem toch niet
slecht gezind. De krant, die op de hoogte
werd gesteld van den minder vroolljken
loop, die de gebeurtenissen hadden ge
nomen, ontfermde zich over hem en gaf
hem een plaatsje als bode van de redactie.
En bovendien heeft hij toch zijn doel be
reikt, want binnenkort zal hij trouwen
met Carmen Ollvera, die op hetzelfde
bureau werkzaam is.
In het vorige artikel heb ik het een en
ander medegedeeld over de mogebjke oor
zaken van den buitengewonen regenval
in den laatsten tyd. Er was toen geen ge
legenheid een der belangrijkste meteoro
logische factoren, welke een rol spelen by
den regenval, iets meer van nabij te be-
kyken. In het volgende moeten wy ons
daarmede bezig houden. Vooraf moge
echter worden opgemerkt, dat de nu af-
geloopen regenperiode alle regen-records
in Nederland heeft geslagen. Te Voorscho
ten viel een hoeveelheid van 255 m.M., d. 1.
64 m.M. dan de grootste maandsom hier
in de buurt sedert 1895 waargenomen. Er
is echter altyd baas boven baas en zoo
viel dan te Zandvoort 321 en te Overveen
317 m M., d. 1. meer dan drie malen de
normale hoeveelheid. Z.-Holland had
trouwens gemiddeld 240 m.M., hetgeen ook
een aardig bedrag aan hemelwater was.
En toen was het opeens uit met dien
regen.
Wat is er dan gebeurd?
Het antwoord op die vraag brengt ons
geiyk tot het eigeniyke onderwerp van
deze beschouwing. Men zal hebben opge
merkt, dat het ophou vn van den regen
gepaard ging met het omloopen van den
wind, eerst naar het Noorden, daarna
naar het Oosten. Dit beteekent. dat de
met dezen wind aangevoerde lucht, droog
was. Hieruit kon geen regen vallen, hoog
stens een heel klein beetje. Gedurende
den regentyd echter was de wind uit een
richting tusschen Zuid en West. Deze
wind voerde warme en zeer vochtige lucht
aan en de voortdurende aanvoer van deze,
rijk met waterdamp bezwangerde lucht,
schiep een rijke bron van neerslag. Daar
bij werd deze warm-vochtlge lucht door
een naby zynde kouden luchtstroom tot
opstyging naar hooge luchtlagen ge
dwongen, waarby de waterdamp in groote
hoeveelheden als regen werd afge
scheiden.
Deze warm-vochtlge luchtstroom was
afkomstig uit Zuidelijke streken en be
hoorde tot het stelsel der z.g. algemeenc
luchtcirculatle over het Noordeiyk Half
rond. Aan den equator nl. is de verwar-
warming het sterkst, de lucht stygt daar
op, begeeft zich op grooten hoogten naar
het Noorden, daalt op 30 graden Noor
derbreedte weer naar beneden. Deze
neergedaalde lucht vloeit voor een deel
als Zuidwestelijke luchtstroom naar hoo-
gere breedten, en van dezen z.g. equato-
rialen of sub-tropischen stroom zet een
deel zün weg over den Atlantischen
Oceaan naar het Noordoosten voort langs
de Westkust van Europa Deze tak van
den reeds warmen luchtstroom vloeit
tegelijk over den warmen zeestroom, die
den naam van Golfstroom draagt.
Boven dezen warmen zeestroom neemt
dc sub-tropische-luchtstroom veel water
damp in zich op en dit is de oorzaak,
waardoor de uit het Z.W. aangevoerde
lucht zoo noodig is.
Het is nu deze warme, aan waterdamp
zoo rüke luchtstroom, welke in West-
Europa het regenachtige, zachte weer in
den herfst en den winter brengt. Zoo
dra deze luchtstroom West-Europa be
reikt stügt de temperatuur en wordt het
weer regenachtig. Maakt hy plaats voor
een Noordeiyke, d. i. van de Noordpool
terugkeerende circulatie-stroom, die koud
en droog is, dan koelt het weer af en
houdt de regen op. De afwisselende heer
schappij dezer twee luchtstroomen is de
oorzaak van de eeuwigdurende afwisseling
tusschen warm, regenachtig en koud
droog weer. Het einde van den regen
tyd werd ons dus gebracht door den in
val van den kouden polalren stroom en
het terug wüken van den warmen sub-
tropischen luchtstroom Het Is eigenlijk
een verlegging van de bedding dezer
belde luchtstroomen, tengevolge van ver
anderingen in de druk- en temperatuur-
verdeeling in de omgevende gebieden van
het Noordelijk Halfrond.
Of het dus een regentijd of een periode
van koud, droog weer zal zijn, hangt der
halve er van af, hoe de druk- en tempe-
ratuur-verdeeling is over net groote
Europeesch-Aziatische Vasteland eener-
zijds en den Atlantischen Oceaan ander-
zyds. De kracht van de belde luchtstroo
men, dus de snelheid, waarmede de
warm-vochtige lucht wordt aangevoerd,
wordt daarentegen grootendeels bepaald
door het verschil in temperatuur tus
schen den Equator en de Noordpool, want
hoe grooter dat verschil is, hoe sneller de
algemeene luchtcirculatle op het Noorde
lijk Halfrond verloopt.
Men ziet hieruit onmiddeliyk, dat de
groote regentijden hoofdzakelijk be-
heerscht worden door de meteorologische
omstandigheden op verren afstand en
over zeer groote gebieden. Daarom moet
men de oorzaak van zoo'n abnormalen
regenval als wij in October gehad hebben,
niet in West-Europa zelf zoeken, hoewel
natuurlük wel een plaatselüke omstandig
heid van invloed geweest kan zijn. Zoo
speelt het vertikale temperatuur-verval
ook een rol. maar ook dit wordt weer be-
heerscht door invloeden op grooten af
stand, zoodat wü ten slotte weer terecht
komen op de meteorologische omstandig
heden in ver verwyderde streken. Daar
om moeten wij de periode van veel rogen,
die in September en October heerschte,
als een groot meteorologisch verschijnsel
zien, dat in rechtstreeksch verband staat
met het weer over een geweldig groot ge
bied. Zoo'n periode is daarom ook van
vrij langen duur, in dit geval van twee
maanden en het is daarom ook volstrekt
nog niet zoo zeker, dat het einde defini
tief is, al klopt in Oost-Europa de winter
reeds aan de deur.
(Nadruk verboden). c. N.
3-2