Oefenwedstrijd Nederlandsch elftal - In een ijsblok ingevroren volgen van een Operatie FEUILLETON. Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad distinctie en jovialiteit; dien men goed hartig en hulpvaardig wist, en toch nooit dan met eerbied naderen 2ou. Zoodra ze aan oom Sextius dachthen, en aan het inroepen van zijn tusschenkomst, namen hun beider gezichten dan ook een eigen aardige, beleefd-vertrouwelijke uitdruk king aan van vriendelijk opziend vragen; als was hij daar bij hen. Hij zal me uitlachen", zei Henri. „De rechterlijke macht is een carrière op zich zelf. Je begint met adjunct griffier of zoo iets, en je eindigt als griffier; of als pre sident van den Hoogen Raad; of als iets daar-tusschen-in; maar je komt er niet maar zoo ineens tusschen-vallen Ja maar", zei Clara, „wacht es die lange mr. Haverman, die zoon van den kruidenier in de Hoogstraat, die is toch ineens kantonrechter geworden. Ik her inner me, dat Suze Dutoit daar laatst over sprak Ja, als ze dat stuk stamboom erbij gesleept heeft, is het vast Suze wel ge weestIk herinner me ook zoo-iets. Bliksemsnel ging een vreemde gewaar wording door Clara heen. „Kees" dacht ze weer. Ja, die zou dat precies zoo gezegd hebben; en Henri vroeger nooit; van dat „stuk stamboom erbij sleepenWas Kees maar hierHet was rustiger; het was, of hij noodig was, om weer compleet- plezierig te leven en te overleggen; zooals in FlorenceMaar Henri was aan het verder sprekenDie Haverman was getrouwd met een dochter van een gou verneur van de residentie; dat was een mooie introductie. Nu ja", zei Clara, „een gouverneur van de residentie, dat is natuurlijk een pracht-promotor; maar tegenover zooïi hoogen militair kan toch een relatie uit de rechterlijke macht zelf, als oom Sextius, in een geval als dit wel op wegen Maar die Jan Haverman had ook een goeje, 'n uitstekend gereputeerde advoca tenpraktijk; en hij was plaatvervangend kantonrechter Goed", zei Clara peinzend, maar niet uit het veld geslagen vrouwen zijn bij dergelijke terreinverkenningen de taaist volhoudende verspieders „in elk geval, jij hebt weer uitstekende referentiën; en je hebt je doctoraal cum laude gedaan; en iedereen heeft altijd gezegd, dat je capaciteiten je een prachtige toekomst als ambenaar verzekerden. Dus, als ze je nu, door de omstandigheden, laten afvloeien, dan zijn ze je toch wel eenige compensatie schuldig. En je hebt toch ook relaties genoeg". Dat was waar; en in elk geval: er mocht geen enkele kans verwaarloosd worden Zoodat ze besloten, oom Sextius om zijn hulp en bijstand te verzoeken. Het moest liefst met eenig overleg ge schieden; Clara begreep, dat men oom Sextius stel je voor: oom Sextius! de volle waarheid schuldig wasJawel, maar tegelijkertijd voelde zij het bezwaar van vélen, die iets „schuldig" zijn; name lijk: het onaangename dat er in het vol ledig betalen van een schuld gelegen is. Immers: al had zij zich een oogenblik voor gehouden, dat het er voor een rechter niet op aankwam, of hij de onwaarheden die hem werden voorgedragen, als opzettelijk of als onopzettelijke onwaarheden be schouwde, zij wist toch in-zich-zelf heel goed, dat dit een al te onnoozele oplossing moest zijn. Want het ging om de beoor deeling van het te berde gebrachte ook uit het oogpunt van eerlijkheid; en vooral was dat bij beèedigde verklaringen het geval. En er kwam onderzoek bij te pas, enMaar och, hij zou toch ook niet maar zoo dadelijk rechter worden! En misschien was er bij de rechterlijke macht een zoodanige loopbaan mogelijk, dat hij bij het toenemen van den zin voor de leugen allengs opklom, zóó, dat hij, wan neer hij geheel vol leugen-zin was, met een voor de hoogere functies voorbereid èn dan ook anderszins geschikt zou wezen. Zóó dacht zij het en het viel haar wel op, dat deze beschouwing van het stijgen in de maatschappij een beetje ironisch klonk, maar dat was per slot van reke ning maar de booze schijn; want nu ja, men moet toch verstand hebben van lie gen, wil men „menschenkennis" hebben. Daardoor waren de groote heiligen zoo naïefZe zuchtte; „heilige" was helaas géén carrière Dus gingen zij, na voorafgaande brief wisseling, een dagje naar Den Bosch toe; en de nog steeds jongensachtig onbezorgde Henri neuriede van 't „lieve, zoete Ger- ritje". Het was aardig, het was vroolijk, maar het was ook een beetje onnoozel. En weer dacht ze, zittende in den trein en uitziend over het wijde waterland na Dordrecht, het schildersland, in-éénen: „Kees". Hij was 't complement dat faalde in hun samenzijn. Oom Sextius ontving hen hartelijk al: steeds in zijn villatje aan den Vughtschen Weg. Het was tegen koffietijd, toen' zij er aankwamen; het was altijd tegen, of liever al over koffietijd, als gasten uit Holland daar verschenen en de geur van koffie en van een speciale soort lichtelijk verwarmde Bossche broodjes, die uit de keuken door de lange gang den bezoekers al bij de deur zoel tegemoet woei, was de eerste indruk dien ze van het gastvrije ouderwets-gezellige huis plachten te ont vangen. Het gesprek begon dan, als steeds, aan de koffietafel; en oom Sextius, die een fijn psycholoog was en als zoodanig een met ontzag bejegende uitzonderings figuur in de rechterlijke wereld, merkte uiteraard onmiddellijk, dat zijn neef Henri niet alleen in opvallende mate van manie ren veranderd, maar ook van geest méér dan „veranderd" was; en bepaald buiten het normale geraakt. Clara zag, hoe zijn fijne glimlach zich al pratend verbreedde, telkens even bij Henri's woorden betrok; een goedmoedig knikken bleef ervan over, maar daarbij priemde een onderzoekende, het scheen bijna een wantrouwende, blik telkens tersluiks naar den zoö ongemeen onbevangen pratenden jongen man. Het gaf haar een zekere geruststelling: zoo vormde zich al vanzelf een soort gemeen schap tusschen oom en haar; zij zou die slechts met een enkel woord van uitleg behoeven te bevestigen, en wist dan zeker, dadelijk in hem een bondgenoot te heb ben, die, wat hij ook voor raad mocht geven, in elk geval zou spreken met in zicht en begrip en meegevoel. Ze wist ook, dat zij zich nu de hersens niet behoefde te pijnigen om de gelegenheid tot een apartje met Oom uit te denken; die zou daar zelf wel voor zorgen. (Wordt vervolgd), j TOREN VAN HINDELOO- PATSUOKA de Japanschc gedele- die 1.50 M. uit het lood staat, zal geerde op de buitengewone vergadering van den Volkenbond ter behandeling van worden gesteund. het Lytton-rapport. IJZINGWEKKEND. De Amerika an sche artist „Moro" liet zich invriezen en per trein vervoeren. Bij de aankomst in Phi ladelphia hakte men het ijs weg en doktoren stonden klaar om het hart te onderzoeken. De map had geen nadeelige gevolgen ondervonden. aan bet pen- kreeg Clara een idee. Die ad- dat voelde ze wel, dat kon geen dat moest onmiddellijk mis eerste gesprek mét een Dat moest weer een ontzettende Hing worden, een afgrijselijk x van moordende onbegrijpelijk- Maar; de rechterlijke macht.... Ulk, hij zou dan niet precies begrij- t de aard van de onjuiste voorstel de verschillende pleiters zou zou voor „verblindheid", voor kunnen zien" houden, wat in- opzettelijke verdraaiing, „niet en zien" was, maar was dat k van zoo heel veel belang? Ze daar nog eens met anderen over weer miste ze Kees, als zoo Hen laatsten tijd; maar dr. Marel- u haar wel willen raden weet je wat me eigenlijk nog kjkt? Een betrekking bij de macht...." glimlachte 'n beetje benepen gemakkelijk niet", zei hij. wel", zei ze; „maar oom t zou je misschien wel kun- was raadsheer in het Ge- s Hertogenbosch. Hij was een 5?®^® zeer beminde verschij- eigenaardige vereeniging van OEFENINGEN VAN DE R1JKSWEER met zware transportauto's in moeilijk terrein. Een der wagens op een helling van los zand. DE EERSTE VROUWELIJKE MINISTER IN AMERIKA Miss Frances Perkins, die waarschijnlijk minister zal wor den in het kabinet-Roosevelt. BALWEDSTRIJD NEDERLANDSCH ELFTAL THAMPTON TOWN in het Sparta-stadion tterdam. De Engelschen wonnen met 40. Het Engelsche doel in gevaar. BLOEMEN IN IJS. De Duitsche aviatrice Eili Beinhorn heeft van haar Australische vereerders een bloemenhulde gekregen, verpakt in een ijsblok.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 5