EEE3E2E33EEi Q\ I Jaargang Donderdag 27 October 1932 No. 44 aardag van Oom Tom 'if w door DE LILLE HOGERWAARD. (Slot). ■«[dien morgen Jans wekker af: In hoewel ik moeite had wak- wist ik eenmaal goed toch onmiddellijk wat voor het was: de verjaardag Jan, die dacht, dat ik nog len in Droomenland stond, ijkbaar noodig mij vrij hard arm te schudden en in mijn ied wakker, Hans? Sta gauw deed Ik natuurlijk en nauwe- hd ik mij gewasschen en gange- hoorde ik de beide anderen afsluipen. Weldra voegde ik bf daar I af: hen. ;en dag hadden wij uit onzen men voor den jubilaris ge in groote melkkannen, welke iet water gevuld hadden, in gezet. Betje, die anders haar keider als haar kasteel voor ■l verdedigde en er ons nooit een Bwetten, als zij er niet in hoogst- Jon bij was, Betje deed op den van Oom Toms verjaardag, niet wel twee oogen dicht en liet |onzen gang gaan. We hadden hooren zeggen: Betje is een vonden, dat onze keuken- Dol niet toekwam, maarnu net geheel met Moeder eens: en juweel! Jg haalden wij onzen bloemen- ut den kelder en op onze tee- Wi) er mee naar Vaders kamer, nmers overdag was. Wat wa- lemen mooi frisch gebleven! en we gedacht Ooms divan te haar bij nader inzicht leverde moeilijkheden op. We stelden ■vreden met het plaatsen van pe vaasjes met bloemen en na asten die alle zóó staan, dat naf zijn divan goed zien kon. echt feestelijk uit in Vaders het tafeltje voor den divan I ook een vaas met mooie bloe- I Daaromheen schikten we onze Leni's eigen-gehaakte das voor 5 mooie teekening, een groot net postzegeldoosje, dat ik op vor Oom vervaardigd had. En kwamen op een keurig sta- liggen. Oom zou er misschien Un. maarvoor hij die alle- fwoord had! gingen we Oom die zonder tmming niet naar Vaders ka- I gaan! nu halen. We wensch- 11e drie van harte geluk en Jan Jchenken wachten u op Vaders pilaris!" pegaven wij ons In optocht naar "mer. Omdat Oom niet lang ar mocht staan, hadden wij dat hij zijn oogen moest Jl— wij zouden hem wel naar brengen en pas kijken mocht, 1 zelden. Nu, dat wilde Oom wel! Hij was immers jarig! En een jarige doet toch altijd, wat zijn omgeving van hem verlangt! Maar toen Oom dan eindelijk de oogen mocht opslaan, kon hij een kreet van vreugde niet onderdrukken. „Is dat allemaal voor mij?" riep hij ver rast uit. terwijl hij om zich heen keek. „Willen jullie wel gelooven, dat ik oogen te kort kom?" Ja, dat wilden wij wel. Maar wij hadden den tijd. 't Was pas acht uur en Oom hoefde zich dus niet te haasten. Eindelijk had Oom alles bewonderd en ons hartelijk bedankt voor onze verrassin gen. Oom zei, dat wij hem te veel verwend hadden, maar Leni riep uit: „U bent maar eens in het jaar jarig. Oompje!" Ja, dat kon Oom Tom niet tegenspreken. En terwijl wij in de huiskamer gingen ontbijten, kreeg Oom zijn blaadje plus Betje's gelukwensch op Vader's kamer. We vonden het werkelijk jammer, dat we naar school moesten, maar troostten ons met de gedachte, dat het Zaterdag was en wij ons dus 's middags aan den jubilaris konden wijden. Eén ding was goed, nl. dat Oom al weer heel wat drukte aan zijn hoofd velen kon, want al namen wij ons ook voor niet druk te zijn, we vergaten het maar al te dik wijls en er klonk geen waarschuwende stem van Vader of Moeder om ons er aan te herinneren. Gelukkig hielp Oom zelf ons er aan denken, dat hij na de koffie weer „een Engelschen brief te schrijven had". We lieten hem dit natuurlijk rustig doen en hoewel wij elkander meermalen voor de deur van Ooms kamer betrapten, luisterend of de jarige ook eenig teeken van leven gaf, zouden wij elkaar natuur lijk niet verraden. Wij verdwenen weer even muisstil als wij gekomen waren en oefenden ons geduld. Telkens wierpen wij een blik op de gangklok. Die scheen wel stil te staan! Maar neen. zij tikte even afgemeten als altijd en haar slinger be woog zich even statig als dit anders haar gewoonte was. Zij scheen geen haast te hebben! Maar eindelijk wees zij toch drie uur aan, het oogenblik, waarop wij Oom mochten storen. Met ons drieën kwamen wij zijn kamer binnen ennu wachtte ons een verrassing. Lachend keek Oom Tom ons aan. „Voor dit gedeelte van het programma heb ik gezorgd," zei hij, terwijl zijn blik den onze volgde naar Vaders bureau, waar een groot laken over lag en 'n schaal met de heerlijkste taartjes op stond, terwijl zelfs de limonade niet ontbrak. „Eenig! Fijn! Heerlijk!" riepen wij op getogen uit. „Een echt verjaarspartijtje!" zei Leni. Nauwelijks waren wij van onze verras sing bekomen, ofer werd geklopt. Nog meer gasten? Neen, dat zou wel niet! Zeker Betje, die even iets te vragen had. Maargeen Betje kwam op het Ja!" van Oom Tom binnen. Wel een meneer, een vreemde meneer. Wat zou die komen doen? Vervelend, dat hij nu juist kwam! Hij had toch heusch wel een anderen dag en ten minste een ander uur kunnen uit- kl6Z€ü J Deze en dergelijke gedachten flitsten door mijn brein en waarschijnlijk ook door dat van Jan en Leni! maar voor ik nog begreep, dat er eigenlijk gebeurde, vroeg de meneer aan Oom Tom: „Zal ik 'm hier maar opstellen, meneer?" 'm Opstellen? Wat dan toch? Wat wilde hij opstellen? De vreemde heer bekommerde zich, echter heelemaal niet om onze verbaasde gezichten. Hij scheen ze niet eens te zien! Op een knikje van Oom Tom verdween hij weer om even later met een groot ge vaarte binnen te komen. O, nu begon het ons duidelijk te worden! Het was een poppenkast! Hij zou de pop penkast vertoonen! Zoo boos, als ik eerst op hem geweest was, zoo goed was ik hem nu gezind. Vol aandacht volgden wij al zijn bewe gingen. De man kon heusch niet over gebrek aan belangstelling klagen. Daar stond dan zijn fleurige, kleurige poppenkast. We moesten lachen om de grappige voorstellingen, welke er op afge beeld waren. De vreemde verdween in de poppenkast en het spel begon. Allergrappigst waren de kunsten van Katrijn en Klaas. Vlug als ze waren! Ze deden allerlei gymnastische toeren en daarna voerden ze een heel tooneelstuk op, een tooneelstuk voor twee personen De meneer achter de schermen, sprak natuurlijk, maar hij sprak zoo mooi met twee verschillende stemmen, dat het ons geen oogenblik in de gedachte kwam. dat het niet Katrijn en Klaas waren, die het woord voerden. Was dat even een mooie voorstelling! We moesten telkens hartelijk lachen. Oom Tom ook. En de man scheen niet uitgeput te zijn in grappen. Hij verzon de ééne na de andere. Er was ook een pauze, waarin ver- verschingen aangeboden werden, zooals Leni deftig zei. O, wat smaakte alles toch lekker op dat heerlijke verjaarspartijtje! Wie had dat vanmorgen onder schooltijd gedacht? Wij zeker niet! Om vloog de middag en toen Betje kwam zeggen, dat het eten op tafel stond, drong het plotseling tot ons door, dat het al zes uur moest zijn. De meneer met de poppenkast pakte vlug zijn spullen bij elkaar en verdween, na afscheid van ons genomen te hebben. Het volgende nummer van het pro gramma was: het middagmaal. Natuurlijk had Betje haar beste beentje voorgezet en zich uitgesloofd om Ooms en ook onze! lievelingsgerechten klaar te ma ken. terwijl het geheel bekroond werd door een groote taart, die zij onder diepe ge heimhouding en in opdracht van Moeder bil den banketbakker besteld had en waarop duidelijk met suikerletters ge schreven stond: LEVE OOM TOM! Het was een echt feestmaal, maar 't mooist van alles was toch, dat Oom bij ons aanzat, voor het eerst weer een maal tijd met ons gebruikend en niet op zijn eentje in Vaders kamer. Dien avond deden we nog eenlge kalme spelletjes. Gelukkig hielp Betje ons er aan denken, dat Oom Tom „herstellend pa tiënt" was. Wij zouden er niet aan gedacht hebben want Oom Tom deed heel vroolijk en gewoon, maar Betje had gelijk: hij mocht zich nog niet al te veel vermoeien. En zoo gingen wij dan voor een ver- Jaardag tenminste! bijtijds naar ons mandje. Maar dat hinderde niet. Wij had-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 13