ÜÜJeuitsfraak in het proces
pruisen contra het rijk
)er HüDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Woensdag 26 October 1932
UIT RUSLAND.
LAND- EN TUINBOUW.
avroJ
PI. -
mofoo,,t
'Planoi
"een (C
eTr- H,i
:ert - jj
a 2.45: c
s door y,
1.45: Gis.
a i
now
1. r
5 H. Ha
73IH
- 8.05:0
uiting n
I: c0C:i
Mengel
(cello),
Toch niet zoo gunstig voor de Rijksregeering
Een vreemde toestand geschapen.
De motiveering van het vonnis.
orkest
10: Vaj
•00: T#
10.-II
KCB;
10.00: t
mwijdln
Gram::;
rtje i
fraaie i
w - i
:er m. j
Bredi
ink
ie jeugi
Ned.'
apl.
G. Rol
s o.a. Ci
Ouden
10.40—1!
5: More
- U
ifoonp],
1.35:1
Cante!
Kerké
4.25:
:uur-
occaU)
7.50:1s
rest on
le-Ka-1
zing-il
Hutsa
lubf A
2.20.«
:est M
l. -li
aorken
kestctes
n Rti
st o,
M.: 11
leinoi
portod
!St 0.
5t 0.
20:
ar
ipklel
■lichting tot het arrest van het
rechtshof zegt. dat artikel 48 van
gondwet inderdaad bedoelt den
ident volmacht te geven om naar
te handelen als een bijzondere
Idigheid dit, naar zijn oordeel, noo-
kt. De toepassing van artikel 48 is
omen wettig, maar Pruisen heeft
verweer gesteld dat de bewering
rijksregeering, dat Pruisen zijn
jgen het Rijk niet nagekomen zou
it bewezen is. Een zakelijke beslls-
r dit vei weermiddel heeft het Hof
I. Het Hof ontkent niet dat de
on bepaald belang hebben om de
vastgesteld te zien die bij toepas-
artikel 48 tegenover het betrok-
jd zullen getrokken worden, maar
:g is van politieken aard en het
■echterlijk niet voldoende om de
te poneeren dat een geschil in den
artikel 19 van de rijksgrondwet
iwezig was. Dit begrip elscht het
jen zijn van een bepaald feit.
in uitzondering ontbreken deze be-
[feïten ook In de klachten van
en Baden. De uitzondering betreft
ie feit dat inderdaad, ook bij veror-
n op grond van artikel 48, de ver-
irdiging van de landen in den
1 niet aangetast mag worden. Hier
is door het optreden tegen Pruisen
[belangen van andere staten ge
en een reden tot klagen is hier aan-
Het Hof heeft dus niet kunnen vol-
lan den wensch van Pruisen om uit-
ilijk vast te stellen dat het Rijk ten
ite aan Pruisen plichtsverzuim zou
f verweten.
i vraag is een van de vele vraag-
E, die het Hof eerst beslissen moest,
er over de tegen de noodverordening
10 Juli gerichte klachten te kunnen
|en. Partijen hebben echter geen
om te eischen dat een van deze
ibele vraagstukken reeds het voor-
an een bijzonder arrest van het Hof
mien en dit recht kan ook niet af-
worden uit de omstandigheid dat
iagstuk van de al of niet plichts-
ing toevallig van bijzonder politieke
Klis is.
ipvatting dat het bij de voorwaarden
repassing van artikel 48 om een
kwestie van interpretatie gaat,
it Hof evenmin deelen.
in land zijn plicht jegens het Rijk
•raid heeft, moet door het Hof be-
d worden als een feitelijke en een
:he vraag.
rgumenten die het Rijk aangevoerd
lopens het plichtsverzuim van Prui-
itaan voor een groot deel uit han-
n die niet door de verantwoorde-
tvoerders van de staatsmacht in
maar door ondergeschikte per-
Ikheden, verricht zijn. Uit zulke
lingen kan een verzuim van den
Pruisen niet afgeleid worden. Ook
tingen van minister Severing heb-
maat van de voor een minister
breven terughouding niet zooda-
ersthreden, dat daaruit een plichts-
tn van den Staat Pruisen geconstru-
:an worden. Dus blijft als argument
nog het door het Rijk het meest
voorgrond geschoven feit over ,dat
Pruisische regeering aan de noo-
iergie bij de onderdrunkking van de
nnistische onlusten ontbroken heeft,
ir uit de bewijsvoering en de getui-
'klaringen is niet voldoende geble
et ook dit verwijt met recht door de
;eering tegen Pruisen ingebracht
'orden.
:ns de vraag of het Staatsgerechts-
een geschil als het onderhavige, de
irden voor toepassing van art. 48
onderzoeken, of dat het bij zijn be-
g zich in het algemeen te houden
aan de persoonlijke opvatting van
'kspresident, heeft het Staatsge-
of tot nu toe nog nooit een beslis-
genomen. Ook in het onderhavige
behoeft het Hof hieromtrent geen
beslissing te nemen, want het was
'lijk dat de verordening van 20 Juli
n tijdstip van ernstige storing en ge-
voor de openbare orde en veiligheid,
BÈekondigd. Bovendien was het gevaar
*s onderschatten dat de spanning in
nenlandsch-politleke toestanden nog
lenemen en ten slotte in een onmid-
bedreiging van de grondslagen
openbaar leven zou ontaarden,
voorwaarden voor een inmenging van
Rijkspresident, volgens art. 84/sub 2
in daardoor onmiddellijk voorhanden,
de grootte van het gevaar volgt van
ilf dat het de plicht en tevens het recht
den rijkspresident was, om tot herstel
die orde en veiligheid alle hem ten
sle staande en hem persoonlijk goed-
:ende middelen aan te grijpen, voor
?r ze met de rijksgrondwet niet in
«rijd waren.
De rijkspresident mocht dus, onder de
Begeven omstandigheden, de opvatting
huldigen dat het oogenblik gekomen was
de gezamenlijke machtsmiddelen van
'iet Rijk en Pruisen in één hand te ver
eenigen, en de politiek van het Rijk en
"ruisen in dezelfde banen te leiden.
recht van opvatting van den rijks-
Ptesident wordt niet te niet gedaan ook
al zou de bewering van Pruisen waar ge
maakt kunnen worden, of zelfs waar ge-
zijn, dat de gevaarlijke binnen-
- be toestand voor een goed deel
ontstaan zou zijn uit de eigen binnen-
JjMsch-politieke maatregelen, door de
rijksregeering genomen,
het u deze grondstelling uitgaande heeft
"«Hor de bezwaren van Pruisen tegen
n? ™.„ror van 20 Juli, n.l. misbruik
4jKrsdhrijding van de interpretatie van
v™l sul> 1 en 2' afgewezen,
een zoover de bestreden verordening
n5n. -,SC. niving van bevoegdheden, een
hf4H v—va,n zakelijke verantwoordelijk-
in 5 'andsregeering of een rijks-
te?e5ie^rengl;' 's z'3 toelaatbaar. Het
de rijksgrondwet ver-
ais de verordening in andere
grondwet Ingrijpt,
dat elk land de
vrijen staat moet
voorschriften van de
Art. 17 schrijft voor,
grondwet van een
hebben, die gebouwd is op volksvertegen
woordiging. In plaats van de landsregee-
ring kan, ook tijdelijk, geen ander orgaan
worden aangewezen.
Art. 63 bepaalt, dat de landen in den
rijksraad door de leden van hun regeering
vertegenwoordigd worden. Deze vertegen
woordiging op grond van art. 48 lid 2 aan
het land te onttrekken en op een rijkscom
missaris over te dragen, beteekent een
inbreuk maken op de positie van een land
in het rijk en een met het wezen van den
rijksraad in strijd zijnde wijziging van zijn
samenstelling. De grondwettige regeering
van het land moet dus blijven bestaan en
haar moet de vertegenwoordiging tegen
over het rijk, in het bijzonder in den rijks
raad en in den Rijksdag worden overge
laten. Ook de grondwettige rechten en
plichten tegenover de andere hoogste
landsorganen kunnen de landsregeering
niet ontnomen worden. Aan de lands
regeering kan dus ook niet de bevoegd
heid onttrokken worden den beschikbaren
gevolmachtigden andere aanwijzingen te
geven voor de uitoefening van hun rech
ten. Daarentegen bestaan volgens de
grondwet geen bezwaren tegen het ver-
leenen van de bevoegdheid aan den rijks
commissaris om ambtenaren te pensionee
ren, te bevorderen, te benoemen of te
ontslaan.
Het Pruisische standpunt.
Het oude Pruisische Staatsministerie zal
heden in de werkkamer van den minister
voor Crisisaangelegenheden Hirtsiefer in
een zitting bijeenkomen, waarin onder
voorzitterschap van premier Braun de
houding zal worden bepaald nopens het
vonnis van het Staatsgerechtshof.
Reeds wordt van deze zijde vastgesteld:
De verklaring der rijksregeering, dat de
verordening van 20 Juli in haar vollen
omvang door het vonnis bevestigd werd,
is in vel opzichten in strijd met de feiten.
Zij is blijkbaar afgelegd vóór men kennis
genomen had van den volledigen inhoud
der beslissing en haar toelichting.
Het Hof stelt eerst vast, dat de veror
dening niet op art. 48. par. I kan steunen.
Het stelt vast, dat het land Pruisen zijne
plichten tegenover het Rijk niet geschon
den heeft en dat daarom een Rijksexecutie
tegen Pruisen niet toelaatbaar is. Daar
door heeft het Hof op het punt, dat Pruisen
altijd het belangrijkste genoemd heeft,
ten volle aan Pruisen gelijk gegeven.
Het staatsgerechtshof stelt verder vast,
dat de verordening den Rijkscommissaris
wilde machtigen tot afzetting der Pruisi
sche ministers, dat de Rijkscommissaris
ook oorspronkelijk een definitieve afzetting
wilde, dat echter noch een dergelijke defi
nitieve, noch een tijdelijke afzetting toe-
laflthafiT vr/Qc
Het Hof stelt verder vast, dat op géé;«
oogenblik de Rijkscommissaris tot lands
regeering geworden is. ofschoon hij zich
altijd zóó genoemd heeft, dat integendeel
de waarnemende ministers de landsregee
ring waren. Het stelt vast, dat de Rijks
commissaris wel is waar tijdelijk bevoegd
heden van het land op het Rijk overdra
gen kon, maar niet alle bevoegdheden.
Het Hof stelt in het bijzonder vast, dat
niet de Rijkscommissaris, maar slechts de
landsregeering, d. z. de staatsministers en
hun gevolmachtigden het land Pruisen in
den Rijksraad, Rijksdag, Landdag en
Staatsraad te vertegenwoordigen hebben
en dat zij alleen bevoegd zijn Pruisen
tegenover het Rijk en de andere landen
te vertegenwoordigen.
Uit dit alles blijkt, dat door deze beslis
sing van het Staatsgerechtshof de veror
dening van 20 Juli niet in vollen omvang
bevestigd, maar evenzeer in haar juridl-
schen grondslag als in de door haar uit
gesproken machtiging belangrijk beperkt
wordt.
De Pruisische ministers zullen rustig
overwegen, welke gevolgen uit de uit
spraak van het Hof voortvloeien en zich
bij hun verdere stappen door strenge zake
lijkheid laten leiden.
Beieren en Baden tevreden.
Te officieeier plaatse in Beieren is men,
naar verluidt, bevredigd door het vonnis
van het staatsgerechtshof. omdat de be
slissing op alle essentleele min ten mate
rieel gevallen is ten gunste van de Beier-
sche opvatting. Formeel heeft het staats
gerechtshof wel is waar in zooverre de
Beiersche opvating ten deele verworoen
voor zoover deze betrekking hee<t op een
authentieke interpretatie der bevoegdhe
den krachtens art. 48, lid I en lid n, omdat
het staatsgerechtshof deze kwestie heeft
beschouwd als een politieke zaak en niet
als een constitutioneel geschil. Materieel ls
de uitspraak evenwel duidelijk, en ondub
belzinnig is vastgesteld dat de zelfstan
digheid van een land niet kon worden aan
getast door een noodverordening.
Eeieren heeft niet bestreden dat het mo
gelijk is een Rijkscommissariaat in te stel
len. dat voorts dezen Rijkscommissaris be
paalde bevoegdheden kunnen worden ge
geven en dat ten slotte deze Rijkscommis
saris die ambtsbevoegdheden aan andere
personen kan opdragen. Daarentegen heelt
Beieren drie dingen bestreden:
1. De mogelijkheid de ministers van een
land af te zetten.
2. De mogelijkheid dat de Rijkscommis
saris in de plaats treedt van de landsre-
geciirg en
3. Dat de Rijkscommissaris het recht zaJ
hebben het land in de Rijksraad te verte
genwocrcigen tegenover het Rijk en an
dere landen.
Op deze drie punten is ook de beslissing
materieel ten gunste van de Beiersche op
vatting gevallen. De voorschriften van een
noodverordening mogen geen betrekking
hebben op dingen, welke in direct verband
reclame.
8873
DE NIEUWE „SAMENZWERING"
TE MOSKOU.
(Nadruk verboden).
Het is een algemeen bekend feit, dat
elk organisme ln zichzelf de kiemen van
zijn ondergang draagt. Dit geldt ook voor
een revolutie. Een revolutie kan natuur
lijk door een Ingrijpen van een vreemde
mogendheid onderdrukt worden. Zoo ls
bijv. de Hongaarsche opstand van 184949,
die tot de Instelling van de Hongaarsche
onafhankelijkheid heeft geleld, onder
drukt door den Russischen keizer Nlco-
laas I. Dit gebeurt echter zelden. In den
regel brengt de revolutie zelf de krachten
te voorschijn, die haar ondergang voor
bereiden. Emigré's kunnen dat niet doen.
omdat zij in het buitenland zitten en
gaandeweg elk verband met het volk, de
massa, verliezen. Alleen leden van de
revolutionnaire partij zelf kunnen een
einde maken aan de heerschappij dier
partij. Dat heeft de Fransche revolutie
aangetoond, dat zien wij nu ook in Rus
land. De doodgravers van de bolsjewisti
sche dictatuur zullen bolsjewiki moeten
zijn. Zoo niet, dan ls een sleepende rot
tende ziekte onvermijdelijk.
En inderdaad zien wij, dat er in den
boezem van de regeerende partij telkens
weer oneenigheid ontstaat, die nu en dan
dramatische vormen aanneemt. Wel wor
den de overwonnenen niet terechtgesteld,
omdat de bolsjewistische diotator in geen
geval in de fouten van Robespierre ver
vallen wil, maar de strijd is er niet
minder fel om. Wie eenige studie van
het verloop der gebeurtenissen in Sovjet-
Rusland heeft gemaakt, weet, dat er
telkens weer strijd tuschen de leiders
om de macht heeft gewoed. Na de ver
plettering van elke „oppositie" of „skloka",
zooals de bolsjewistische term luidt,
wordt verklaard, dat voortaan geen strijd
meer zou heerschen, dat de partij een
„monoliet" geworden is, doch na eenige
maanden of een paar jaar ontbrandt de
strijd opnieuw.
Na de -vernietiging van de groep-
Trotsky heerschte eenigen tijd „eensge
zindheid". In stilte werd echter een
nieuwe „samenzwering" voorbereid. Er
volgde de bekende samenzwering van
Syrtsow, den minister-president van
RSFSR (eigenlijk Rusland), die Stalin aan
den dijk wilde zetten; een lijst van de
nieuwe ministers reeds klaar had en met
de aanvoerders van het Roode Leger on
derhandelingen voerde. Toen die samen
zwering door verraad ln duigen viel, kwam
een stilte, totdat deze verbroken werd door
de nu ontdekte „samenzwering".
Onder de helpers van Syrtsow bevond
zich een zeer actieve jongeman, een
zekere Rjoetin. Deze Rjoetin werd na de
vernietiging van de groep-Syrtsow uit al
zijn betrekkingen ontslagen en verbannen.
En hoewel de agenten van de G.P.Oe hem
ijverig bespionneerden, wist Rjoetin een
nieuwe oppositie tegen Stalin voor te be
reiden. Hij vond helpers ln de overigens
weinig bekende Iwanow en Galkin. Deze
groep wist betrekkingen aan te knoopen
met vooraanstaande leden van de partij.
Leden van de ojberste leiding, van het
centraal-comité der regeerende partij,
waren op de hoogte van de samenzwering,
en wisten welke plannen Rjoetin c.s. koes
terden, en deden niets om de samen
zwering te verhinderen, Integendeel, zij
steunden de beweging. Er ontstond op deze
wijze, naar de sovjet-regeering nu officieel
mededeelt, „een contra-revolutionnaire
groep, die het kapitalisme ln de Sovjet-
Unie wilde herstellen". Onder de leden van
die organisatie zien wij zoowel rechtsche
als linksche communisten. De overtuiging,
dat de tegenwoordige toestand onhoud
baar geworden is, is zoo algemeen, dat
verwoede tegenstanders zich vereenigen
om met gezamenlijke krachten een einde
te maken aan het regime van Stalin. Wie
den werkelijken toestand van Rusland
kent, wie op de hoogte is van den vree-
selijken voedselnood in het land, van de
mislukking van alle plannen, van den
chaos op het platteland en den voort-
durenden .achteruitgang van het bezaaide
staan met de zelfstandigheid van een land.
In de uitspraak van het staatsgereentsnof
wordt nadrukkelijk verklaard, dat de con-
stitutioneele garanties der landen niet ter
zijde mogen worden geschoven.
De uitspraak van het staatsgerechlsnof
in zake het geschil PruisenRijk heeft ook
in de kringen der Badensche regeering
groote tevredenheid gewekt. De beslissing
van het staatsgerechtshof. heeft betiek-
king op een speciaal geval en spreekt nie
zooals de landen Beieren en Baden zouden
hebben gewenscht. nadrukkeliik ui' dat de
ontoelaatbaar verklaarde maatrege'e-i nim
mer en onder geen omstandigheden had
den mogen worden genomen.
De meening der Rijksregeering.
Dat een tegen elkaar regeeren van Prui
sen en Rijk een speciale bron van gevaren
voor rust en orde is. wordt in de toe'lch-
ting van het vonnis duidelijk gezegd; daar
om zal de oplossing der moeilijkheden mei.
de grootst mogelijke kalmte gezocht moe
ten worden.
In de kringen der Rijksregeering steil
men met voldoening vat. dat de benoe
ming van den Rijkscommissaris door de
uitspraak van Leipzig als gerechtvaa, óigd
is erkend. Verder heeft de uitspraak in
haar conclusie vastgesteld, dat benoemin
gen en afzettingen van ambtenaren door
den Rijkscommissaris toelaatbaar zijn.
Daardoor ls de Rijkscommissaris in staat
gesteld, zijn officleele functie in vollen om
vang verder uit te oefenen.
Geheel duidelijk komt ln de toeliep tlng
van de uitspraak niet tot uiting, hor het
Staatsgerechtshof zich het naast elkander
bestaan van den Rijkscommissaris en de
oude Pruisische ministers voorstelt.
In politieke kringen stelt men zich de
zaak zoo voor dat de oude ministers voi-
gens de opvatting van het Hof, om zoo te
zeggen, aanblijven moeten, om over het
bestaan van den Staat Pruisen zelf te wa
ken dat echter de Draktlsche regnring
zich ln handen bevindt van den Rijkscom
missaris.
Deze heeft trouwens altijd geweten, hoe
ver zijn bevoegdheid gaat.
Overigens wordt ln de kringen der rijks
regeering betoogd dat een rijkshervorming
op grond van art, 8 niet ln het voornemen
ligt.
areaal, zal de wanhoop van al die bolsje
wiki begrijpen, die de gevaren van een
samenzwering tegen den almachtlgen dic
tator trotseerden om te trachten op deze
wijze een einde te maken aan het tegen
woordige regime.
Wat wilden Rjoetin c.s.? De sovjet
bladen spreken slechts ln vage bewoor
dingen over het program, dat al die
bolsjewiki vereenigen kon. Stalln en zijn
agenten vertellen alleen, dat de nieuwe
oppositie „het kapitalisme" wilde her
stellen. Uit de tot nu toe binnengekomen
berichten blijkt, dat het program ln alge-
meene trekken op het volgende neer
kwam: afschaffing van de op een vol
komen mislukking ultgeloopen kolchozen
en sowchozen (hetgeen dus beteekent:
herstel van de bedrijven der individueele
boerenbedrijven), instelling van volkomen
vrijheid van handel op de markten, af
schaffing van den tegenwoordlgen toe
stand, waarbij er slechts één partij, n.l.
de communistische, bestaan mag, af
schaffing van de dictatuur van deze ééne
partij. Practisch zou dat gelijk staan met
de afschaffing van de dlcdatuur van
Stalin. De plannen van Rjoetin c.s. gin
gen dusniet zoo ver als sovjet-bladen
beweren.
De oppositie was tamelijk goed georga
niseerd. Zij beschikte zelfs over een
groote drukkerij, had overal agenten en
voerde een actieve propaganda onder de
leden van de bolsjewistische partij. De
eigenlijke leiders van de beweging waren
jongelui, waaronder sommigen met een
zeer hooge positie in het land (o.a.
Maretsky, een der vertrouwelingen van
Stalln). Daarnaast hebben eenige oude
leiders zich eveneens bij de beweging
aangesloten en de samenzwering gesteund.
Hiertoe behoorden Zinowjew, Kamenew en
de leider der rechtsche oppositie, Oeglanow
Kamenew en Zinowjew hebben echter geen
bijzondere belangrijke tol ln de beweging
gespeeld. Dat de sovjet-overheld hun na
men in de telegrammen naar voren
schuift,komt doordat men in het Westen
die namen kent. Bovendien heeft Stalin
besloten nu voorgoed af te rekenen met
zijn vroegere bondgenooten in den strijd
tegen Trotsky.
Wat de plannen van de nieuwe oppositie
precies waren, valt niet met zekerheid
te zeggen, omdat de sovjet-bladen het uit
den aard der zaak niet vertellen, terwijl
de leiders der oppositie nu achter slot en
grendel zitten en dus niet in staat zijn
lets over hun plannen te vertellen. Uit
hetgeen bekend geworden is, blijkt, dat
de oppositie min of meer den legalen weg
wilde volgen. Zij maakte gebruik van de
afwezigheid van Stalin, die met verlof
in het Zuiden toefde en van de impopu
lariteit van zijn plaatsvervanger, Kagano-
witsj, om een aanval op Stalin voor te
bereiden. Stalin keerde echter bijtijds terug
greep ln en liet het plenum van het cen
traal-comité der communistische partij
bijeen roepen. Op de zittingen van dat
lichaam bestreden belde partijen elkaar
op felle wijze. Er waren oogenbhkken, dat
de positie van Stalin zeer wankel was. Op
het laatste oogenblik paste Stalin zijn
oude manoeuvre toe; hij nam een gedeelte
van het program der oppositie over, be
loofde verschillende concessies aan het
platteland, wist op deze wijze een ge
deelte van de wankele leden van het
centraal comité voor zich te winnen, waar
na de oppositie verslagen werd.
Er volgde een onderlinge strijd tus-
schen Stalin en zijn nieuwe partijgangers
over het lot van de leiders der oppositie.
De leden van het centraal-comité wilden,
dat alles geheim bleef, dat er geen ran
cune maatregelen getroffen werden, dat
de buitenwereld onkundig bleef. De
wraakzuchtige Stalin weigerde echter op
die voorstellen in te gaan. Nu hij opnieuw
heer en meester was. wilde hij zijn woede
koelen. Vóór alles werden natuurlijk alle
leiders van de beweging uit de party ge
zet, hetgeen onder de sovjet-toestanden
gelijk staat met het prijsgeven aan de
ergste ellende. Welke maatregelen de dic
tator verder van plan ls te treffen, vertel
len de sovjet-bladen niet. Berichten uit
Rusland vullen echter de schaarse mede-
deellngen van de „Prawda" en „lzwestla"
aan. Het blUkt, dat de leiders van de be
weging door de G.P.Oe. gearresteerd zijn.
en daarby op 'n allesbehalve zachtzinnige
wijze behandeld.
Tot nu toe vermeed Stalin terechtstel
lingen van bolsjewistische leiders. Zooals
bekend is, hebben de terechtstellingen van
de leiders den val van Robespierre in
Frankryk verhaast. Niemand was er meer
zeker van zyn leven, dat sprak den tegen
standers van Robespierre moed in en zy
grepen in, Stalin wil dit gevaar vermyden
Daarom beperkt hy zich tot het verne
deren van de overwonnen tegenstanders;
hy verbant ze naar Siberië of Midden-
Azië, waar zy door de GP.Oe. bewaakt
worden. Hun leven biyft echter bulten
gevaar. Op die wijze kon hy het ergste
voorkomen. Of hy nu hetzelfde systeem
zal volgen, staat nog te bezien. In Rusland
vreest men, dat de pogingen van zijn
vrienden om een slachting te voorkomen,
wel eens op een mislukking kunnen ult-
loopen, dat de Aziatische wraaklust zou
kunnen zegevieren. In hoeverre deze ge
ruchten juist zijn, zal de naaste toekomst
aantoonen. Wel bestaat nog de mogehjk-
held, dat de belangrykste tegenstanders
in het geheim opgeruimd worden, doch ook
dat zal al spoedig bekend worden. Kali
nin en Worosjilow doen echter al het
mogelyke om terechtstellingen te voor
komen.
In hoeverre had het plan van de oppo
sitie kans op succes? Deze vraag ls moei
lijk te beantwoorden, omdat de elgenhjke
plannen natuurlijk geheim zyn gebleven.
Vast staat echter het volgende. Een om
wenteling ls alleen dan mogelijk, wanneer
het leger openiyk party kiest voor de
tegenstanders van Stalln. Zoolang Stalin
op de trouw (of juister gezegd; op de
gehoorzaamheid) van het leger rekenen
kan, zullen alle pogingen van de tegen>
standers op een mislukking moeten uitloo-
pen. In onzen tyd is een revolutie onmo
gelijk, Indien het leger de samenzweerders
niet steunt. Hieruit volgt dus, dat de lei
der van een omwenteling een militair zal
moeten zyn of iemand, die nauw met de
generaals samenwerkt. Onder de sovjet
omstandigheden zou het byv. Worosjilow,
den tegenwoordlgen volkscommissaris van
landsverdediging, niet moeihjk geweest
TUBERCULOSE ONDER HET VEE.
In het café Coomans te Rotterdam heeft
naar de NJt.Crt. meldt gisteren de
Vereeniglng tot bestryding van de tuber
culose en van andere ziekten onder het
rundvee in Zuid-Holland haar derde al-
gemeene vergadering gehouden, onder
voorzitterschap van den heer P. Jas uit
Dubbeldam.
By de ingekomen stukken was een
brief van het provinciale bestuur, waarin
mededeeling werd gedaan dat het voor
nemens is als bezuinigingsmaatregel het
aan de vereeniglng toegekende subsidie
met ingang van het Jaar 1933 te verlagen
met 10°/o.
De voorzitter deelde mede, dat het be
stuur zich over dezen brief reeds beraden
heeft en als gevolg daarvan het provin
ciale bestuur een tegenverzoek gedaan
heeft om het subsidie te verhoogen.
Tevens was een verzoek Ingekomen vart
de vereeniglng van dierenartsen om de
bydragen van rijk en provincie voor be-
handellg van het vee niet meer af te
dragen via de bestrydingsverecnlglng en
aan de veehouders, maar rechtstreeks
aan de dierenartsen.
Het tarief zou dan tydeiyk verlaagd
worden tot f. 0,90 per dier en weer ver
hoogd worden tot f. 1,00, zoodra het vee-
houdersbedryf als loonend ls te beschou
wen.
De heer 't Hooft deed het voorstel orri
het verzoek ln zooverre in te willigen, dat
de penningmeesters der vereenlglngen
datgene zullen uitbetalen, wat zij voor
onderzoek aan subsidie van ryk en pro
vincie ontvangen.
De heer Staring en de voorzitter opper
den het denkbeeld eerst de afdeellngen
nog de gelegenheid te geven zich over
deze zaak uit te spreken, maar ln elk
geval het bestuur te machtigen haar af
te doen, daarby rekening houdend met
de verschillende adviezen, welke de af-
deelingen zullen geven.
Na eenige discussie vereenlgde de ver
gadering zich mot het voorstel van den
heer Van 't Hooft.
In behandeling kwam vervolgens het
jaarverslag van den secretaris, den heer
A. Louter.
Dit verslag maakt er melding van. dat
ln nagenoeg alle deelen der provincie
bestrijdlngsvereeniglngen zyn opgericht.
Het aantal vereenlglngen bedraagt
thans 18.
In het afgeloopen jaar hebben 488 vee
houders aan de bestryding deelgenomen
tegen 428 in het jaar daarvoer. In totaal
zyn behandeld 17.131 dieren tegenover
ruim 15.400 ln het vorige jaar.
Wat betreft de verhoudlngscyfers tus-
schen de belde laatste jaren zy opgemerkt
dat deze moeiiyk zyn te vergelyken, daar
steeds nieuwe stallen bij het onderzoek
worden betrokken.
De totale onvangsten hebben bedrageri
f. 16234,66'/2 en de uitgaven f. 16 110,88,
zoodat thans een batig saldo aanwezig ls
van f. 117,78'/». Uit de ryksbydrage ls per
rund betaald f. 0,50 en voor iedere open-
lyder f. 25,-. 1
Uit het provinciale subsidie, dat eerst
wordt uitgekeerd, nadat de rekening door
Ged. Staten is goedgekeurd, zal per be
handeld rund 10 cent worden betaald en
f. 10,- voor iedere openiyder.
Het verslag ls goedgekeurd.
De contributie voor de erkende bestry-
dlngsvereenlgingen werd evenals het vorig
jaar vastgesteld op 2'/i cent per rund.
De begrooting. welke daarna werd vast
gesteld, sluit aan Inkomsten en uitgaven
met een bedrag van f. 18.097.
Nadat de heer P. J. t Hooft P.J.zn„ In
specteur van den veeartsenljkundlgen
dienst te 's Gravenhage, nog het een en
ander had medegedeeld over den opfok
van tuberculosevrye dieren en het ge
scheiden houden van reactle-dieren, is
de vergadering gesloten
NEDERLANDSCHE VARKENSCENTRALE.
De Nederl. Varkenscentrale brengt onder
de aandacht van belanghebbenden, dat
ingevolge de beschikking van den minister
van economische zaken en arbeid, het ln
voorraad houden, afleveren, vervoeren of
doen vervoeren van varkens zwaarder dan
10 K.G., verboden ls, wanneer de varkens
niet voorzien zyn van de oormerken van
de Nederiandsche Varkenscentrale.
Aan degenen, die hun varkens tot heden
niet hebben laten merken, wordt dus ln
hun eigen belang aangeraden hiervoor
zoo spoedig mogelijk zorg te dragen, aan
gezien zy zich anders aan gerechteiyke
vervolging blootstellen.
De merking moet geschieden door de
merkers der GewestelUke Varkenscentra
les. Het op andere wyze aanbrengen of
laten aanbrengen der merken is verboden
en strafbaar.
zyn, Stalin ten val te brengen en zelf
dictator te worden. Er zyn dan ook in
Rusland menschen, die in Klim Worosjilow
den toekomstlgen Russischen Cromwell
zien. Het staat echter nog te bezien, of
Worosjilow Iets voor deze rol voelt. Wel
vinden nu en dan botsingen plaats tus-
schen hem en Stalln, maar dat beteekenD
nog geenszins dat hy voor een openlijke
breuk met Stalln te vinden zou zijn.
Overigens beteekent hy als persoonlijk
heid ook niet byzonder veel. Een Stalin
ls hy ln elk geval niet, Hy ls niet van
het hout gesneden, waarvan Cromwell's
en Napoleons bestonden.
Hoe dan ook, de oppositie van Rjoetin
c.s. zal niet de laatste zijn. Ondanks alle
maatregelen van Stalin en de GP Oe
zullen er binnen afzienbaren tyd nieuwe
samenzweringen volgen. Dat ligt ln de
logica der gebeurtenissen. Een ervan zal
tenslotte den dictator ten val brengen.
Dr. BORIS RAPTSCHINSKY.
88