ÜÜJeuitsfraak in het proces pruisen contra het rijk )er HüDSCH DAGBLAD - Derde Blad Woensdag 26 October 1932 UIT RUSLAND. LAND- EN TUINBOUW. avroJ PI. - mofoo,,t 'Planoi "een (C eTr- H,i :ert - jj a 2.45: c s door y, 1.45: Gis. a i now 1. r 5 H. Ha 73IH - 8.05:0 uiting n I: c0C:i Mengel (cello), Toch niet zoo gunstig voor de Rijksregeering Een vreemde toestand geschapen. De motiveering van het vonnis. orkest 10: Vaj •00: T# 10.-II KCB; 10.00: t mwijdln Gram::; rtje i fraaie i w - i :er m. j Bredi ink ie jeugi Ned.' apl. G. Rol s o.a. Ci Ouden 10.40—1! 5: More - U ifoonp], 1.35:1 Cante! Kerké 4.25: :uur- occaU) 7.50:1s rest on le-Ka-1 zing-il Hutsa lubf A 2.20.« :est M l. -li aorken kestctes n Rti st o, M.: 11 leinoi portod !St 0. 5t 0. 20: ar ipklel ■lichting tot het arrest van het rechtshof zegt. dat artikel 48 van gondwet inderdaad bedoelt den ident volmacht te geven om naar te handelen als een bijzondere Idigheid dit, naar zijn oordeel, noo- kt. De toepassing van artikel 48 is omen wettig, maar Pruisen heeft verweer gesteld dat de bewering rijksregeering, dat Pruisen zijn jgen het Rijk niet nagekomen zou it bewezen is. Een zakelijke beslls- r dit vei weermiddel heeft het Hof I. Het Hof ontkent niet dat de on bepaald belang hebben om de vastgesteld te zien die bij toepas- artikel 48 tegenover het betrok- jd zullen getrokken worden, maar :g is van politieken aard en het ■echterlijk niet voldoende om de te poneeren dat een geschil in den artikel 19 van de rijksgrondwet iwezig was. Dit begrip elscht het jen zijn van een bepaald feit. in uitzondering ontbreken deze be- [feïten ook In de klachten van en Baden. De uitzondering betreft ie feit dat inderdaad, ook bij veror- n op grond van artikel 48, de ver- irdiging van de landen in den 1 niet aangetast mag worden. Hier is door het optreden tegen Pruisen [belangen van andere staten ge en een reden tot klagen is hier aan- Het Hof heeft dus niet kunnen vol- lan den wensch van Pruisen om uit- ilijk vast te stellen dat het Rijk ten ite aan Pruisen plichtsverzuim zou f verweten. i vraag is een van de vele vraag- E, die het Hof eerst beslissen moest, er over de tegen de noodverordening 10 Juli gerichte klachten te kunnen |en. Partijen hebben echter geen om te eischen dat een van deze ibele vraagstukken reeds het voor- an een bijzonder arrest van het Hof mien en dit recht kan ook niet af- worden uit de omstandigheid dat iagstuk van de al of niet plichts- ing toevallig van bijzonder politieke Klis is. ipvatting dat het bij de voorwaarden repassing van artikel 48 om een kwestie van interpretatie gaat, it Hof evenmin deelen. in land zijn plicht jegens het Rijk •raid heeft, moet door het Hof be- d worden als een feitelijke en een :he vraag. rgumenten die het Rijk aangevoerd lopens het plichtsverzuim van Prui- itaan voor een groot deel uit han- n die niet door de verantwoorde- tvoerders van de staatsmacht in maar door ondergeschikte per- Ikheden, verricht zijn. Uit zulke lingen kan een verzuim van den Pruisen niet afgeleid worden. Ook tingen van minister Severing heb- maat van de voor een minister breven terughouding niet zooda- ersthreden, dat daaruit een plichts- tn van den Staat Pruisen geconstru- :an worden. Dus blijft als argument nog het door het Rijk het meest voorgrond geschoven feit over ,dat Pruisische regeering aan de noo- iergie bij de onderdrunkking van de nnistische onlusten ontbroken heeft, ir uit de bewijsvoering en de getui- 'klaringen is niet voldoende geble et ook dit verwijt met recht door de ;eering tegen Pruisen ingebracht 'orden. :ns de vraag of het Staatsgerechts- een geschil als het onderhavige, de irden voor toepassing van art. 48 onderzoeken, of dat het bij zijn be- g zich in het algemeen te houden aan de persoonlijke opvatting van 'kspresident, heeft het Staatsge- of tot nu toe nog nooit een beslis- genomen. Ook in het onderhavige behoeft het Hof hieromtrent geen beslissing te nemen, want het was 'lijk dat de verordening van 20 Juli n tijdstip van ernstige storing en ge- voor de openbare orde en veiligheid, BÈekondigd. Bovendien was het gevaar *s onderschatten dat de spanning in nenlandsch-politleke toestanden nog lenemen en ten slotte in een onmid- bedreiging van de grondslagen openbaar leven zou ontaarden, voorwaarden voor een inmenging van Rijkspresident, volgens art. 84/sub 2 in daardoor onmiddellijk voorhanden, de grootte van het gevaar volgt van ilf dat het de plicht en tevens het recht den rijkspresident was, om tot herstel die orde en veiligheid alle hem ten sle staande en hem persoonlijk goed- :ende middelen aan te grijpen, voor ?r ze met de rijksgrondwet niet in «rijd waren. De rijkspresident mocht dus, onder de Begeven omstandigheden, de opvatting huldigen dat het oogenblik gekomen was de gezamenlijke machtsmiddelen van 'iet Rijk en Pruisen in één hand te ver eenigen, en de politiek van het Rijk en "ruisen in dezelfde banen te leiden. recht van opvatting van den rijks- Ptesident wordt niet te niet gedaan ook al zou de bewering van Pruisen waar ge maakt kunnen worden, of zelfs waar ge- zijn, dat de gevaarlijke binnen- - be toestand voor een goed deel ontstaan zou zijn uit de eigen binnen- JjMsch-politieke maatregelen, door de rijksregeering genomen, het u deze grondstelling uitgaande heeft "«Hor de bezwaren van Pruisen tegen n? ™.„ror van 20 Juli, n.l. misbruik 4jKrsdhrijding van de interpretatie van v™l sul> 1 en 2' afgewezen, een zoover de bestreden verordening n5n. -,SC. niving van bevoegdheden, een hf4H v—va,n zakelijke verantwoordelijk- in 5 'andsregeering of een rijks- te?e5ie^rengl;' 's z'3 toelaatbaar. Het de rijksgrondwet ver- ais de verordening in andere grondwet Ingrijpt, dat elk land de vrijen staat moet voorschriften van de Art. 17 schrijft voor, grondwet van een hebben, die gebouwd is op volksvertegen woordiging. In plaats van de landsregee- ring kan, ook tijdelijk, geen ander orgaan worden aangewezen. Art. 63 bepaalt, dat de landen in den rijksraad door de leden van hun regeering vertegenwoordigd worden. Deze vertegen woordiging op grond van art. 48 lid 2 aan het land te onttrekken en op een rijkscom missaris over te dragen, beteekent een inbreuk maken op de positie van een land in het rijk en een met het wezen van den rijksraad in strijd zijnde wijziging van zijn samenstelling. De grondwettige regeering van het land moet dus blijven bestaan en haar moet de vertegenwoordiging tegen over het rijk, in het bijzonder in den rijks raad en in den Rijksdag worden overge laten. Ook de grondwettige rechten en plichten tegenover de andere hoogste landsorganen kunnen de landsregeering niet ontnomen worden. Aan de lands regeering kan dus ook niet de bevoegd heid onttrokken worden den beschikbaren gevolmachtigden andere aanwijzingen te geven voor de uitoefening van hun rech ten. Daarentegen bestaan volgens de grondwet geen bezwaren tegen het ver- leenen van de bevoegdheid aan den rijks commissaris om ambtenaren te pensionee ren, te bevorderen, te benoemen of te ontslaan. Het Pruisische standpunt. Het oude Pruisische Staatsministerie zal heden in de werkkamer van den minister voor Crisisaangelegenheden Hirtsiefer in een zitting bijeenkomen, waarin onder voorzitterschap van premier Braun de houding zal worden bepaald nopens het vonnis van het Staatsgerechtshof. Reeds wordt van deze zijde vastgesteld: De verklaring der rijksregeering, dat de verordening van 20 Juli in haar vollen omvang door het vonnis bevestigd werd, is in vel opzichten in strijd met de feiten. Zij is blijkbaar afgelegd vóór men kennis genomen had van den volledigen inhoud der beslissing en haar toelichting. Het Hof stelt eerst vast, dat de veror dening niet op art. 48. par. I kan steunen. Het stelt vast, dat het land Pruisen zijne plichten tegenover het Rijk niet geschon den heeft en dat daarom een Rijksexecutie tegen Pruisen niet toelaatbaar is. Daar door heeft het Hof op het punt, dat Pruisen altijd het belangrijkste genoemd heeft, ten volle aan Pruisen gelijk gegeven. Het staatsgerechtshof stelt verder vast, dat de verordening den Rijkscommissaris wilde machtigen tot afzetting der Pruisi sche ministers, dat de Rijkscommissaris ook oorspronkelijk een definitieve afzetting wilde, dat echter noch een dergelijke defi nitieve, noch een tijdelijke afzetting toe- laflthafiT vr/Qc Het Hof stelt verder vast, dat op géé;« oogenblik de Rijkscommissaris tot lands regeering geworden is. ofschoon hij zich altijd zóó genoemd heeft, dat integendeel de waarnemende ministers de landsregee ring waren. Het stelt vast, dat de Rijks commissaris wel is waar tijdelijk bevoegd heden van het land op het Rijk overdra gen kon, maar niet alle bevoegdheden. Het Hof stelt in het bijzonder vast, dat niet de Rijkscommissaris, maar slechts de landsregeering, d. z. de staatsministers en hun gevolmachtigden het land Pruisen in den Rijksraad, Rijksdag, Landdag en Staatsraad te vertegenwoordigen hebben en dat zij alleen bevoegd zijn Pruisen tegenover het Rijk en de andere landen te vertegenwoordigen. Uit dit alles blijkt, dat door deze beslis sing van het Staatsgerechtshof de veror dening van 20 Juli niet in vollen omvang bevestigd, maar evenzeer in haar juridl- schen grondslag als in de door haar uit gesproken machtiging belangrijk beperkt wordt. De Pruisische ministers zullen rustig overwegen, welke gevolgen uit de uit spraak van het Hof voortvloeien en zich bij hun verdere stappen door strenge zake lijkheid laten leiden. Beieren en Baden tevreden. Te officieeier plaatse in Beieren is men, naar verluidt, bevredigd door het vonnis van het staatsgerechtshof. omdat de be slissing op alle essentleele min ten mate rieel gevallen is ten gunste van de Beier- sche opvatting. Formeel heeft het staats gerechtshof wel is waar in zooverre de Beiersche opvating ten deele verworoen voor zoover deze betrekking hee<t op een authentieke interpretatie der bevoegdhe den krachtens art. 48, lid I en lid n, omdat het staatsgerechtshof deze kwestie heeft beschouwd als een politieke zaak en niet als een constitutioneel geschil. Materieel ls de uitspraak evenwel duidelijk, en ondub belzinnig is vastgesteld dat de zelfstan digheid van een land niet kon worden aan getast door een noodverordening. Eeieren heeft niet bestreden dat het mo gelijk is een Rijkscommissariaat in te stel len. dat voorts dezen Rijkscommissaris be paalde bevoegdheden kunnen worden ge geven en dat ten slotte deze Rijkscommis saris die ambtsbevoegdheden aan andere personen kan opdragen. Daarentegen heelt Beieren drie dingen bestreden: 1. De mogelijkheid de ministers van een land af te zetten. 2. De mogelijkheid dat de Rijkscommis saris in de plaats treedt van de landsre- geciirg en 3. Dat de Rijkscommissaris het recht zaJ hebben het land in de Rijksraad te verte genwocrcigen tegenover het Rijk en an dere landen. Op deze drie punten is ook de beslissing materieel ten gunste van de Beiersche op vatting gevallen. De voorschriften van een noodverordening mogen geen betrekking hebben op dingen, welke in direct verband reclame. 8873 DE NIEUWE „SAMENZWERING" TE MOSKOU. (Nadruk verboden). Het is een algemeen bekend feit, dat elk organisme ln zichzelf de kiemen van zijn ondergang draagt. Dit geldt ook voor een revolutie. Een revolutie kan natuur lijk door een Ingrijpen van een vreemde mogendheid onderdrukt worden. Zoo ls bijv. de Hongaarsche opstand van 184949, die tot de Instelling van de Hongaarsche onafhankelijkheid heeft geleld, onder drukt door den Russischen keizer Nlco- laas I. Dit gebeurt echter zelden. In den regel brengt de revolutie zelf de krachten te voorschijn, die haar ondergang voor bereiden. Emigré's kunnen dat niet doen. omdat zij in het buitenland zitten en gaandeweg elk verband met het volk, de massa, verliezen. Alleen leden van de revolutionnaire partij zelf kunnen een einde maken aan de heerschappij dier partij. Dat heeft de Fransche revolutie aangetoond, dat zien wij nu ook in Rus land. De doodgravers van de bolsjewisti sche dictatuur zullen bolsjewiki moeten zijn. Zoo niet, dan ls een sleepende rot tende ziekte onvermijdelijk. En inderdaad zien wij, dat er in den boezem van de regeerende partij telkens weer oneenigheid ontstaat, die nu en dan dramatische vormen aanneemt. Wel wor den de overwonnenen niet terechtgesteld, omdat de bolsjewistische diotator in geen geval in de fouten van Robespierre ver vallen wil, maar de strijd is er niet minder fel om. Wie eenige studie van het verloop der gebeurtenissen in Sovjet- Rusland heeft gemaakt, weet, dat er telkens weer strijd tuschen de leiders om de macht heeft gewoed. Na de ver plettering van elke „oppositie" of „skloka", zooals de bolsjewistische term luidt, wordt verklaard, dat voortaan geen strijd meer zou heerschen, dat de partij een „monoliet" geworden is, doch na eenige maanden of een paar jaar ontbrandt de strijd opnieuw. Na de -vernietiging van de groep- Trotsky heerschte eenigen tijd „eensge zindheid". In stilte werd echter een nieuwe „samenzwering" voorbereid. Er volgde de bekende samenzwering van Syrtsow, den minister-president van RSFSR (eigenlijk Rusland), die Stalin aan den dijk wilde zetten; een lijst van de nieuwe ministers reeds klaar had en met de aanvoerders van het Roode Leger on derhandelingen voerde. Toen die samen zwering door verraad ln duigen viel, kwam een stilte, totdat deze verbroken werd door de nu ontdekte „samenzwering". Onder de helpers van Syrtsow bevond zich een zeer actieve jongeman, een zekere Rjoetin. Deze Rjoetin werd na de vernietiging van de groep-Syrtsow uit al zijn betrekkingen ontslagen en verbannen. En hoewel de agenten van de G.P.Oe hem ijverig bespionneerden, wist Rjoetin een nieuwe oppositie tegen Stalin voor te be reiden. Hij vond helpers ln de overigens weinig bekende Iwanow en Galkin. Deze groep wist betrekkingen aan te knoopen met vooraanstaande leden van de partij. Leden van de ojberste leiding, van het centraal-comité der regeerende partij, waren op de hoogte van de samenzwering, en wisten welke plannen Rjoetin c.s. koes terden, en deden niets om de samen zwering te verhinderen, Integendeel, zij steunden de beweging. Er ontstond op deze wijze, naar de sovjet-regeering nu officieel mededeelt, „een contra-revolutionnaire groep, die het kapitalisme ln de Sovjet- Unie wilde herstellen". Onder de leden van die organisatie zien wij zoowel rechtsche als linksche communisten. De overtuiging, dat de tegenwoordige toestand onhoud baar geworden is, is zoo algemeen, dat verwoede tegenstanders zich vereenigen om met gezamenlijke krachten een einde te maken aan het regime van Stalin. Wie den werkelijken toestand van Rusland kent, wie op de hoogte is van den vree- selijken voedselnood in het land, van de mislukking van alle plannen, van den chaos op het platteland en den voort- durenden .achteruitgang van het bezaaide staan met de zelfstandigheid van een land. In de uitspraak van het staatsgereentsnof wordt nadrukkelijk verklaard, dat de con- stitutioneele garanties der landen niet ter zijde mogen worden geschoven. De uitspraak van het staatsgerechlsnof in zake het geschil PruisenRijk heeft ook in de kringen der Badensche regeering groote tevredenheid gewekt. De beslissing van het staatsgerechtshof. heeft betiek- king op een speciaal geval en spreekt nie zooals de landen Beieren en Baden zouden hebben gewenscht. nadrukkeliik ui' dat de ontoelaatbaar verklaarde maatrege'e-i nim mer en onder geen omstandigheden had den mogen worden genomen. De meening der Rijksregeering. Dat een tegen elkaar regeeren van Prui sen en Rijk een speciale bron van gevaren voor rust en orde is. wordt in de toe'lch- ting van het vonnis duidelijk gezegd; daar om zal de oplossing der moeilijkheden mei. de grootst mogelijke kalmte gezocht moe ten worden. In de kringen der Rijksregeering steil men met voldoening vat. dat de benoe ming van den Rijkscommissaris door de uitspraak van Leipzig als gerechtvaa, óigd is erkend. Verder heeft de uitspraak in haar conclusie vastgesteld, dat benoemin gen en afzettingen van ambtenaren door den Rijkscommissaris toelaatbaar zijn. Daardoor ls de Rijkscommissaris in staat gesteld, zijn officleele functie in vollen om vang verder uit te oefenen. Geheel duidelijk komt ln de toeliep tlng van de uitspraak niet tot uiting, hor het Staatsgerechtshof zich het naast elkander bestaan van den Rijkscommissaris en de oude Pruisische ministers voorstelt. In politieke kringen stelt men zich de zaak zoo voor dat de oude ministers voi- gens de opvatting van het Hof, om zoo te zeggen, aanblijven moeten, om over het bestaan van den Staat Pruisen zelf te wa ken dat echter de Draktlsche regnring zich ln handen bevindt van den Rijkscom missaris. Deze heeft trouwens altijd geweten, hoe ver zijn bevoegdheid gaat. Overigens wordt ln de kringen der rijks regeering betoogd dat een rijkshervorming op grond van art, 8 niet ln het voornemen ligt. areaal, zal de wanhoop van al die bolsje wiki begrijpen, die de gevaren van een samenzwering tegen den almachtlgen dic tator trotseerden om te trachten op deze wijze een einde te maken aan het tegen woordige regime. Wat wilden Rjoetin c.s.? De sovjet bladen spreken slechts ln vage bewoor dingen over het program, dat al die bolsjewiki vereenigen kon. Stalln en zijn agenten vertellen alleen, dat de nieuwe oppositie „het kapitalisme" wilde her stellen. Uit de tot nu toe binnengekomen berichten blijkt, dat het program ln alge- meene trekken op het volgende neer kwam: afschaffing van de op een vol komen mislukking ultgeloopen kolchozen en sowchozen (hetgeen dus beteekent: herstel van de bedrijven der individueele boerenbedrijven), instelling van volkomen vrijheid van handel op de markten, af schaffing van den tegenwoordlgen toe stand, waarbij er slechts één partij, n.l. de communistische, bestaan mag, af schaffing van de dictatuur van deze ééne partij. Practisch zou dat gelijk staan met de afschaffing van de dlcdatuur van Stalin. De plannen van Rjoetin c.s. gin gen dusniet zoo ver als sovjet-bladen beweren. De oppositie was tamelijk goed georga niseerd. Zij beschikte zelfs over een groote drukkerij, had overal agenten en voerde een actieve propaganda onder de leden van de bolsjewistische partij. De eigenlijke leiders van de beweging waren jongelui, waaronder sommigen met een zeer hooge positie in het land (o.a. Maretsky, een der vertrouwelingen van Stalln). Daarnaast hebben eenige oude leiders zich eveneens bij de beweging aangesloten en de samenzwering gesteund. Hiertoe behoorden Zinowjew, Kamenew en de leider der rechtsche oppositie, Oeglanow Kamenew en Zinowjew hebben echter geen bijzondere belangrijke tol ln de beweging gespeeld. Dat de sovjet-overheld hun na men in de telegrammen naar voren schuift,komt doordat men in het Westen die namen kent. Bovendien heeft Stalin besloten nu voorgoed af te rekenen met zijn vroegere bondgenooten in den strijd tegen Trotsky. Wat de plannen van de nieuwe oppositie precies waren, valt niet met zekerheid te zeggen, omdat de sovjet-bladen het uit den aard der zaak niet vertellen, terwijl de leiders der oppositie nu achter slot en grendel zitten en dus niet in staat zijn lets over hun plannen te vertellen. Uit hetgeen bekend geworden is, blijkt, dat de oppositie min of meer den legalen weg wilde volgen. Zij maakte gebruik van de afwezigheid van Stalin, die met verlof in het Zuiden toefde en van de impopu lariteit van zijn plaatsvervanger, Kagano- witsj, om een aanval op Stalin voor te bereiden. Stalin keerde echter bijtijds terug greep ln en liet het plenum van het cen traal-comité der communistische partij bijeen roepen. Op de zittingen van dat lichaam bestreden belde partijen elkaar op felle wijze. Er waren oogenbhkken, dat de positie van Stalin zeer wankel was. Op het laatste oogenblik paste Stalin zijn oude manoeuvre toe; hij nam een gedeelte van het program der oppositie over, be loofde verschillende concessies aan het platteland, wist op deze wijze een ge deelte van de wankele leden van het centraal comité voor zich te winnen, waar na de oppositie verslagen werd. Er volgde een onderlinge strijd tus- schen Stalin en zijn nieuwe partijgangers over het lot van de leiders der oppositie. De leden van het centraal-comité wilden, dat alles geheim bleef, dat er geen ran cune maatregelen getroffen werden, dat de buitenwereld onkundig bleef. De wraakzuchtige Stalin weigerde echter op die voorstellen in te gaan. Nu hij opnieuw heer en meester was. wilde hij zijn woede koelen. Vóór alles werden natuurlijk alle leiders van de beweging uit de party ge zet, hetgeen onder de sovjet-toestanden gelijk staat met het prijsgeven aan de ergste ellende. Welke maatregelen de dic tator verder van plan ls te treffen, vertel len de sovjet-bladen niet. Berichten uit Rusland vullen echter de schaarse mede- deellngen van de „Prawda" en „lzwestla" aan. Het blUkt, dat de leiders van de be weging door de G.P.Oe. gearresteerd zijn. en daarby op 'n allesbehalve zachtzinnige wijze behandeld. Tot nu toe vermeed Stalin terechtstel lingen van bolsjewistische leiders. Zooals bekend is, hebben de terechtstellingen van de leiders den val van Robespierre in Frankryk verhaast. Niemand was er meer zeker van zyn leven, dat sprak den tegen standers van Robespierre moed in en zy grepen in, Stalin wil dit gevaar vermyden Daarom beperkt hy zich tot het verne deren van de overwonnen tegenstanders; hy verbant ze naar Siberië of Midden- Azië, waar zy door de GP.Oe. bewaakt worden. Hun leven biyft echter bulten gevaar. Op die wijze kon hy het ergste voorkomen. Of hy nu hetzelfde systeem zal volgen, staat nog te bezien. In Rusland vreest men, dat de pogingen van zijn vrienden om een slachting te voorkomen, wel eens op een mislukking kunnen ult- loopen, dat de Aziatische wraaklust zou kunnen zegevieren. In hoeverre deze ge ruchten juist zijn, zal de naaste toekomst aantoonen. Wel bestaat nog de mogehjk- held, dat de belangrykste tegenstanders in het geheim opgeruimd worden, doch ook dat zal al spoedig bekend worden. Kali nin en Worosjilow doen echter al het mogelyke om terechtstellingen te voor komen. In hoeverre had het plan van de oppo sitie kans op succes? Deze vraag ls moei lijk te beantwoorden, omdat de elgenhjke plannen natuurlijk geheim zyn gebleven. Vast staat echter het volgende. Een om wenteling ls alleen dan mogelijk, wanneer het leger openiyk party kiest voor de tegenstanders van Stalln. Zoolang Stalin op de trouw (of juister gezegd; op de gehoorzaamheid) van het leger rekenen kan, zullen alle pogingen van de tegen> standers op een mislukking moeten uitloo- pen. In onzen tyd is een revolutie onmo gelijk, Indien het leger de samenzweerders niet steunt. Hieruit volgt dus, dat de lei der van een omwenteling een militair zal moeten zyn of iemand, die nauw met de generaals samenwerkt. Onder de sovjet omstandigheden zou het byv. Worosjilow, den tegenwoordlgen volkscommissaris van landsverdediging, niet moeihjk geweest TUBERCULOSE ONDER HET VEE. In het café Coomans te Rotterdam heeft naar de NJt.Crt. meldt gisteren de Vereeniglng tot bestryding van de tuber culose en van andere ziekten onder het rundvee in Zuid-Holland haar derde al- gemeene vergadering gehouden, onder voorzitterschap van den heer P. Jas uit Dubbeldam. By de ingekomen stukken was een brief van het provinciale bestuur, waarin mededeeling werd gedaan dat het voor nemens is als bezuinigingsmaatregel het aan de vereeniglng toegekende subsidie met ingang van het Jaar 1933 te verlagen met 10°/o. De voorzitter deelde mede, dat het be stuur zich over dezen brief reeds beraden heeft en als gevolg daarvan het provin ciale bestuur een tegenverzoek gedaan heeft om het subsidie te verhoogen. Tevens was een verzoek Ingekomen vart de vereeniglng van dierenartsen om de bydragen van rijk en provincie voor be- handellg van het vee niet meer af te dragen via de bestrydingsverecnlglng en aan de veehouders, maar rechtstreeks aan de dierenartsen. Het tarief zou dan tydeiyk verlaagd worden tot f. 0,90 per dier en weer ver hoogd worden tot f. 1,00, zoodra het vee- houdersbedryf als loonend ls te beschou wen. De heer 't Hooft deed het voorstel orri het verzoek ln zooverre in te willigen, dat de penningmeesters der vereenlglngen datgene zullen uitbetalen, wat zij voor onderzoek aan subsidie van ryk en pro vincie ontvangen. De heer Staring en de voorzitter opper den het denkbeeld eerst de afdeellngen nog de gelegenheid te geven zich over deze zaak uit te spreken, maar ln elk geval het bestuur te machtigen haar af te doen, daarby rekening houdend met de verschillende adviezen, welke de af- deelingen zullen geven. Na eenige discussie vereenlgde de ver gadering zich mot het voorstel van den heer Van 't Hooft. In behandeling kwam vervolgens het jaarverslag van den secretaris, den heer A. Louter. Dit verslag maakt er melding van. dat ln nagenoeg alle deelen der provincie bestrijdlngsvereeniglngen zyn opgericht. Het aantal vereenlglngen bedraagt thans 18. In het afgeloopen jaar hebben 488 vee houders aan de bestryding deelgenomen tegen 428 in het jaar daarvoer. In totaal zyn behandeld 17.131 dieren tegenover ruim 15.400 ln het vorige jaar. Wat betreft de verhoudlngscyfers tus- schen de belde laatste jaren zy opgemerkt dat deze moeiiyk zyn te vergelyken, daar steeds nieuwe stallen bij het onderzoek worden betrokken. De totale onvangsten hebben bedrageri f. 16234,66'/2 en de uitgaven f. 16 110,88, zoodat thans een batig saldo aanwezig ls van f. 117,78'/». Uit de ryksbydrage ls per rund betaald f. 0,50 en voor iedere open- lyder f. 25,-. 1 Uit het provinciale subsidie, dat eerst wordt uitgekeerd, nadat de rekening door Ged. Staten is goedgekeurd, zal per be handeld rund 10 cent worden betaald en f. 10,- voor iedere openiyder. Het verslag ls goedgekeurd. De contributie voor de erkende bestry- dlngsvereenlgingen werd evenals het vorig jaar vastgesteld op 2'/i cent per rund. De begrooting. welke daarna werd vast gesteld, sluit aan Inkomsten en uitgaven met een bedrag van f. 18.097. Nadat de heer P. J. t Hooft P.J.zn„ In specteur van den veeartsenljkundlgen dienst te 's Gravenhage, nog het een en ander had medegedeeld over den opfok van tuberculosevrye dieren en het ge scheiden houden van reactle-dieren, is de vergadering gesloten NEDERLANDSCHE VARKENSCENTRALE. De Nederl. Varkenscentrale brengt onder de aandacht van belanghebbenden, dat ingevolge de beschikking van den minister van economische zaken en arbeid, het ln voorraad houden, afleveren, vervoeren of doen vervoeren van varkens zwaarder dan 10 K.G., verboden ls, wanneer de varkens niet voorzien zyn van de oormerken van de Nederiandsche Varkenscentrale. Aan degenen, die hun varkens tot heden niet hebben laten merken, wordt dus ln hun eigen belang aangeraden hiervoor zoo spoedig mogelijk zorg te dragen, aan gezien zy zich anders aan gerechteiyke vervolging blootstellen. De merking moet geschieden door de merkers der GewestelUke Varkenscentra les. Het op andere wyze aanbrengen of laten aanbrengen der merken is verboden en strafbaar. zyn, Stalin ten val te brengen en zelf dictator te worden. Er zyn dan ook in Rusland menschen, die in Klim Worosjilow den toekomstlgen Russischen Cromwell zien. Het staat echter nog te bezien, of Worosjilow Iets voor deze rol voelt. Wel vinden nu en dan botsingen plaats tus- schen hem en Stalln, maar dat beteekenD nog geenszins dat hy voor een openlijke breuk met Stalln te vinden zou zijn. Overigens beteekent hy als persoonlijk heid ook niet byzonder veel. Een Stalin ls hy ln elk geval niet, Hy ls niet van het hout gesneden, waarvan Cromwell's en Napoleons bestonden. Hoe dan ook, de oppositie van Rjoetin c.s. zal niet de laatste zijn. Ondanks alle maatregelen van Stalin en de GP Oe zullen er binnen afzienbaren tyd nieuwe samenzweringen volgen. Dat ligt ln de logica der gebeurtenissen. Een ervan zal tenslotte den dictator ten val brengen. Dr. BORIS RAPTSCHINSKY. 88

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 11