Prins van Wales speelt een partij golf tegen jhr. Snouck Hurgronje De gevolgen van een Operatie 73ïle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. BE NAAM OP DE PET. De ouvreuses van het Vaudeville Theater jn Londen IN WADDINXTEEN maken de speelgoed- DOOR DEN HEVIGEN REGENTAL van de laatste dagen staan de tuinen in, fabrieken duizenden yo-vo's. Het schilderen de Sneeuwbalstraat te Amsterdam geheel onder water, tot groot ongerief van de dragen op hun petten hun naam. der y0.y0,s bewoners. MEVR. PlULIPSEN'-BRAUN bij terugkomst uit Los Angeles door het Neder- landsch Olympisch Comité verwelkomd. De heer v. RosBum bood bloemen aan. V.l.n.r. de heeren v. Rossum, Philipsen, mevr. Philipsen-Braun, de heer Braun, mevrouw Braun en Karei Lotsy. De golfmalch iusschen den Prins van Wales en jhr. mr. A. M. Snouck Hurgronje. Op de links van de Haagsche Golfclub. De prins (links) en jhr. Snouck Hurgronje DE PRINS TAN WALES OP DE BANEN TAN DE HAAGSCHE GOLFCLUB. De prins neemt een golfstick voor zijn partij tegen jhr. Snouck Hurgronje. Oorspronkelijke roman door Jan Walch. 18) Het is niet onbedenkelijk", zei de dokter. „De secretaris-generaal zei me, dat die courant door het Fransche gezantschap onder zijn aandacht is gebracht. Natuur- •AJk is mijnheer Van Hoghen Lugt vol strekt geen representatieve persoonlijk heid; al trachten ze dat in die courant er staat nog een klein artikeltje over die quaestie in min-of-meer ervan te maken. Maar hij moet zich, als ambtenaar, Duiten dergelijke milieus houden; en dan ?°.°fn ,.'.°t°' He secretaris-generaal zei me letterlijk: zooiets kan compromitteerend d.° be'achelijk. Voor een hooggeplaatst ambtenaar is is het compromitteerend; 7°°r iemand als mijnheer Lugt is het be lachelijk. En in beide gevallen moet de reyee^ihg zoo iemand zoo duidelijk moge lijk désavoueeren." De dokter wachtte even. Dat wil dus zeggen?" ,..r~ ,Dat wil zeggen, dat de zaak natuur lijk in de eerste plaats onderzocht zal worden; en dat mijnheer Lugt, als hij zich niet héél volkomen rechtvaardigen kan, als ambtenaar onmogelijk is. Ja, hoe kómt hij tot zooiets?! Hij, de voorzichtigheid zelf!" 't Is natuurlijk een quaestie van on voorzichtigheid", zei de dokter. „Dat blijkt al wel uit hetgeen zijn vrouw schrijft; ik heb dat mijnheer Holy Helman, den secre taris-generaal, ook laten lezen. Maar on voorzichtigheid is al erg genoeg voor een ambtenaar Dus?" Het ziet er raar uit". Maar", hernam Kees na eenige oogen- blikken, „hij is toch ziek. Geestelijk ziekDat kan men dien secretaris generaal toch zeggen?" Dat heb ik natuurlijk gedaan. Trou wens, iets daarvan wist hij al, van een ambtenaar, meneer Lugt's onmiddellijken chef. Alleen, die scheen het niet bepaald als een ziektegeval voorgesteld te hebben. Die had gesproken van een zekere „open hartige onhebbelijkheid", dat zijn de woorden zelf, die meneer Helman ge bruikte, en die hij aanhaalde van dien onmiddellijken chef, meneer Colver. En van „onevenwichtigheid", „een ongemoti veerd uitvallen". Ja, dat begrijp ik volkomen", knikte Kees. En verhaalde de scène van Colver's bezoek. Dr. Marelman luisterde aandachtig, en bleef nog even zwijgen, toen Kees uitge sproken had. Ik zit er over te denken," zei hij toen, „of het misschien niet het beste zou zijn, als we open kaart speelden, en pre cies zeiden, wat meneer Van Hoghen Lugt mankeert. Met de uitzichten op beterschap" Ja. dat zou misschien wel het beste zijn". Misschien", herhaalde de dokter met eenigen nadruk. „Maar in de eerste plaats zou mevrouw Van Hoghen Lugt, wie ik be loofd heb, den aard van zijn „ziekte" nu ja, „ziekte" geheim te houden, het goed moeten vinden Als we haar zeggen, dat dat in het belang van haar man is, speciaal in deze aangelegenheid, dan zal ze dat wel goed vinden. Hm", zei de dokter, nadenkend voor zich uit pratend, dat is mogelijk. Maar.." Maar dat moet dan gauw gebeuren", wilt u zeggen". Dat ook; en 't zal nogal lastig zijn, om dat vlug genóég te doen, want ik denk, dat er morgen al wel een brief naar van Hoghen Lugt weggaat, als die al niet weg is.Maar er is nog iets anders: zijn we werkelijk verantwoord, als we haar dien raad geven?" „Nu, ik zou zeggen: ja". Dat zegt u. omdat u het ambtenaars milieu met al zijn gevoeligheden en, enfin, zijn eigenaardige mckaniek. niet kent. Kijk es, u is een vriend van Lugt; en ik wil hem ook graag helpen; dat vind ik ook wel een beetje den plicht van een medicus, wanneer iemand zoo hulpeloos is. Maar op zoo'n ministerie Nu, ik wil 't niet te ongunstig voorstellen; maar 't is wel wat optimistisch, te verwachten, dat men daar ook zooveel hulpvaardig heid en welwillendheid zou betrachten. Kijk es, hoe in dit speciale geval nu de verhoudingen zijn, dat weet ik niet, maar in 't algemeen: een baantje is een baan tje; en daar wordt op geaasd. Er zitten gewoonlijk wel neefjes of vriendjes van ambtenaren op den loer daarnaar. Een vacature is iets, waar velen van de col lega's en van de chefs in 't algemeen! wel op gesteld zijn. En zoo'n onmiddel lijke chef, die blijkbaar zeer gefroisseerd is, dat is een kwaad ding; want die is de aangewezen adviseur, de voornaamste adviseur. En als die nu hoort, dat het de waarheid was, die Lugt zoo'n laten we zeggen: oneerbiedige houding tegen hem deed aannemen; dat dat zijn ware gevoelens waren, dan geloof ik, dat dit hem niet bepaald goed zal doen. Er is 'n term, die in zoo'n geval nogal eens gebruikt wordt; dat is de term „ka raktereigenschappen, die iemand voor het ambtenaarschap ongewenscht maken" Dat heeft mevrouw waarschijnlijk o.ok wel gevoeld, toen ze er op stond, dat we niet zoo precies moesten zeggen, wat er nu eigenlijk met hem „los" isEen tijde lijke geestelijke storing van onbepaalde soort is misschien dan nog van twee kwaden het minte Ik zou bereid zijn, naar Florence te gaan", zei Kees peinzend, na eenige pijp- halen hij was nu langzamerhand wel zoozeer de omgeving vergeten, dat hij zijn toevlucht weer tot zijn pijp genomen had „als lk wist, dat ik daar van, nut kon zijn Dat zal misschien wel spoedig het geval wezen", zei de dokter, „maar voor het oogenblik Er werd geklopt. Het dienstmeisje kwam binnen, en bracht den dokter een tele gram. U permitteert?" Hij had het opengebroken. „Daar heb je het al", zei hij. „Nu, dat is vlug, moet ik zeggen." Kees keek vragend. Een telegram van mevrouw Lugt." ELFDE HOOFDSTUK Er moet gehandeld worden. Een telegram van haar?" Er was een vreemde ontroering in zijn stem. die den dokter even nieuwsgierig en scherp deed toekijken. Maar meteen reikte hij Kees met rustig gebaar het groene velletje toe. Die las: „Telegram Ministerie verlangt van Henri onverwijlde opheldering betref fende nationalistensamenkomst Straats burg en zijn woorden aldaar. Wat doen? Geef alstublieft raad." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 5