L stadsnieuws. buitenland. 73,te Jaarsrang VRIJDAG 14 OCTOBER 1932 No. 22260 eerste blad. 0FFIC1EELE KENNISGEVING PARLEMENTAIR OVERZICHT Het voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Cts. ner regel voor advertentlën uit Lelden en plaateen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere advertentlën 35 Cts per regel Kleine Advertentlën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT:] Voor Lelden per 3 maanden t. 2.35; per week t. 0.18 Bulten Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18 Franco per post 1.2.35 portokosten. Dit nummer bestaat uit ZES bladen Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat zij, uit sluitend ten aanizen van den door de Ver- eenlglng „Christelijke Jeugdhulp" op 18,. 19 20 en 21 October a.s., In het gebouw TPt Nut van 't Algemeen", aan het Steen- «chuur No. 21, alhier, te houden bazaar, tot u uur des avonds ontheffing hebben ver leend van het sluitingsuur voor winkels. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN. Burgemeester. VAN STRLIEN, Secretaris. aai DE WETENSCHAP DES GELOOFS. PROF. ZAAIJER ZAL AFTREDEN ALS RECTOR-MAGNIFICUS. In verband met het bericht, dat prof. laaijer, om gezondheidsredenen ontslag als Rector-Magnificus heeft aangevraagd, kun nsn wij mededeelen, dat de hoogleeraar fiezer dagen zijn colleges heeft hervat. Echter is gebleken, dat de combinatie van de waardigheid van Rector-Magnificus met de thans te Leiden in verband met de overbrenging van de chirurgische kliniek iijzonder omvangrijken werkkring van pioogleeraar in de chirurgie te groote fcischen aan den functionaris stelt. DR. C. MEULEMAN. f Onder zeer groote belangstelling heeft jsterochtend de begrafenis plaats gehad van dr. Cl. Meuleman. in leven directeur van de Vroedvrouwenschool te Heerlen. ;Van de geestelijke en wereldlijke autoritei pen waren aanwezig prof. Groenen uit Warmond; mgr. dr. Poels en dr. Van Gils, bisschoppelijk inspecteur van het bijzon der onderwijs. De minister van binnen- landsche zaken was vertegenwoordigd door mr. Litaert Peerbolte, directeur-generaal pan de volksgezondheid. Verder was nog [aanwezig prof. Aalberse mr. Dumoulin. oud-president van de Maastrichtsche recht [bank. oud-minister mr. Waszink jhr. G. 'Ruys de Beerenbrouck, voorzitter van het Liir.burgsche Groene Kruis. Op verzoek van den overledene werd aan hei graf niet gesproken. COLLECTE ROODE KRUIS. Ten bate van vredesdoeleinden. Morgen zal te dezer stede een collecte worden gehouden vanwege het Roode Kruis De opbrengst zal geheel en al voor vredes doeleinden worden aangewend, zij komt o.a. ten goede aan stichtingen als de Zon nestraal e.d. Een van de belangrijke werkzaamheden van het Roode Kruis bestaat tegenwoordig ook uit het opstellen en onderhouden van hmpposten bij autoongevallen langs de F groot? wegen. Wij bevelen deze collecte, die aan zoo vele Instellingen, welke in ernstige mate de gevolgen van de crisis ondervinden, ten goede zal komen in de warme belangstel ling van de ingezetenen aan. VOOR DE LAATKOMERS. Wanneer 10 reizigers of meer van trein 578 UtrechtLeiden te Leiden de aan sluiting op den laatsten trein naar Haar- J ism en Amsterdam missen, zal vanaf Lei den ten dienste dezer reizigers een extra trein naar Haarlem en Amsterdam loopen. HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Wijziging: F. p. van Dijk, Breestraat 36, Leiden. Handel in galanterieën en- porcelein. Ves tiging filiaal: Galgewater 16 Leiden, onder- «fü naam: I-V.A. llndustrieelen Verkoops- Afdeeling) engrosmagazijn. Procuratie houdster: Mej. J. Oostveen, Leiden. Onze stadgenooten de heeren S. de van Loon en w- Wind. zijn te Ml. de,burg geslaagd voor het examen voor waterbouwkundig opzichter. De politie alhier heeft den 16-jarigen j' aangehouden die zich ln een Amster-> oamscne school had misdragen en darrem nu naar huis durfde te gaan. .Stcrt." NO. 199 bevat de statu- n betreffende de N.V. Verzekeringsmij. i.V ooruit alhier. d?7 V' Z°ndag hoopt Chr. van Venetiën iubilenSF wf®. h?trdenkon van zijn 50-larig J. hij de N.V. Leidsche Broodfabriek Maandag zal dit feit herdacht worden. tief belang, dat de andere wetenschappen hebben bij de theologie juist als weten schap des geloofs. Zij handhaaft het goed recht van het geloof, dat ook de andere wetenschappen immers niet konden mis sen, de bereikbaarheid der waarheid en de eenheid der wetenschap. Het is de theologie, die de andere wetenschappen leidt tot haar laatste bestemming: de verheerlijking van den Schepper. Met de gebruikelijke toespraken wordt de rede besloten. Prof. dr. F. W. A. Korff. In tegenwoordigheid van curatoren, hoogleeraren, lectoren, privaat-docenten en studenteji heeft hedenmiddag prof. dr. F. W. A. Korff, benoemd tot opvolger van prof. dr. H. M. van Nes tot kerkelijk hoog leeraar aan de Leidsche Universiteit, dit ambt aanvaard met het uitspreken van een rede, waaraan het volgende is ont leend. Spreker gewaagt van den schroom, die hem vervult, nu hij midden in de crisis dezer dagen het ambt als kerkelijk hoog leeraar aanvaardt. Ook de Kerk is immers bij die crisis betrokken; voor zoover zij waarachtig Kerk is, draajgt zij de crisis als een oordeel van God. Evenwel, hij aan vaardt de hem opgegeven opdracht en spreekt daarmede uit, dat de zaak der Kerk naar zijn meening geenszins een verloren zaak is. Juist in de tegenwoor dige situatie kan het ware karakter der Kerk als draagster van het Christelijk geloof des te duidelijker aan den dag treden. Alles, wat de Kerk doet, staat in betrekking tot het geloof, en het is ook ter wille van het geloof, dat zij haar die naar naar de Universiteit zendt, opdat hij nl. daar te midden van de andere weten schappen de wetenschap des geloofs zal beoefenen. Het schijnt dat door deze qualificatie de theologie tegenover die andere weten schappen in een hachelijke situatie ge raakt. Kan een „wetenschap des geloofs" wel met recht op den naam van weten schap aanspraak maken? Op verschillende wijzen heeft men getracht dit conflict op te lossen, nu eens door de poging om in de theologie het „geloof" door weten te vervangen, dan weer door de theologie te maken tot een wetenschap over het ge loof, over het religieus leven in het alge meen, tot godsdienstwetenschap dus. Deze oplossingen, die beide aan het geloofs- karakter der theologie afbreuk doen, zijn juist daarom ook beide af te wijzen. Veeleer moet in het licht worden gesteld, dat dit geloofskarakter ook bij de andere wetenschappen nooit geheel ontbreekt, aangezien het „zuiver" wetenschappelijke, het louter theoretische element er voort durend wordt gekruist door een gansch ander, atheoretisch bestanddeel. Hier mede is uit het zooeven genoemde conflict de scherpste prikkel weggenomen. Is derhalve ook bij de andere weten schappen sprake van „geloof", dit neemt niet weg, dat dit woord in de theologie in zeer speciale beteekenis wordt gebezigd. De theologie weet van een openbaring Gods, door welke het geloof in den eigen lijken zin van het woord eerst wordt ge wekt. Geloof en openbaring staan dien tengevolge in een zeer nauw, correlatief verband: het geloof is niet te denken bui ten zijn verhouding tot de openbaring, de openbaring wordt als zoodanig alleen gekend door het geloof. Even goed als wetenschap des geloofs kan de theologie dan ook wetenschap der openbaring hee- ten. Het gevaar voor de theologie is, dat zij op één dezer beide factoren, op het spbjectieve of op het objectieve, eenzijdig den nadruk legt. Is de theologie sinds Schleiermacher herhaaldelijk in de eerste fout vervallen, de dialectische theologie onzer dagen blijft niet vrij van de tweede eenzijdigheid. Waarom nu stelt de Kerk prijs op de beoefening van deze wetenschap des ge loofs? Welke taak heeft m.a.w. het we tenschappelijk denken ten aanzien van het geloof? Dit wordt inzonderheid aan gewezen met betrekking tot de dogmatiek, bij welk vak we immers in het centrum der theologie zijn. Naar haar arbeid vraagt in de eerste plaats het geloof zelf, dat noodzakelijkerwijze zoekt naar de meest geschikte verstandelijke formulee ring van zijn inhoud. In de tweede plaats is de dogmatiek noodig met het oog op de prediking, voor welke zij de normen moet aangeven. Eindelijk is aan den arbeid der dogmatiek behoefte ter wille van de uit eenzetting met andere stroomingen en beschouwingen. Is dus de theologie onmisbaar voor de Kerk, niet minder is omgekeerd de Kerk onmisbaar voor de theologie. Zij is het subject der theologie, met name der dog matiek. Niet in strijd hiermede is het kritisch karakter der dogmatiek dat haar al het vroeger bereikte telkens van voren af aan in den smeltkroes doet wrpen. Ten slotte wordt gewezen op het posl- CHR. HISTORISCHE UNIE. Rede van den heer Snoeck Henkemans. Gisterenavond hield de afd. Leiden van de Chr. Hist. Unie in het Gebouw Predi ker een ledenvergadering, die druk be zocht was. De voorzitter, de heer J. C. B. Hüner sprak, na opening en lezing van een ge deelte van Hebr. 12 een kort openings woord, waarin hij inzonderheid den heer J. R. Snoeck Henkemans, lid der Tweede Kamer, hartelijk welkom heette en voorts wees op de moeilijke tijden die de regee ring doormaakt om hierna direct het woord te geven aan den heer Snoek Hen kemans, die het onderwerp zou behande len: Regeeringsplannen in verband met de crisis. Spr. begon met de medeeling, dat hij in verband met het onderzoek in de afdee- lingen van de begrooting zijn onderwerp eenigszins wilde wijzigen en zou spreken over: De Regeeringshouding ten aanzien van de crisis. Spr. toonde aan, dat er be halve een economische crisis ook een po litieke crisis is in zooverre, dat er iets werkt om iets anders te krijgen. We zien een crisis waarbij de grondbeginselen wor den aangetast. Spr. behandelt dan eerst de economische crisis. Een feit is het dat er groote econo mische moeilijkheden zijn; een van de eerste verschijnselen hiervan is, dat de landbouwproducten sterk in waarde da len. Ook openbaart zich door de gansche wereld en dan vooral in de steden de toenemende werkloosheid. Er worden wel menschen gevonden, die werken willen, maar er is geen werk te vinden. Dit zijn twee groote moeilijkheden, die om hulp roepen, waarbij zich dan nog voegen de moeilijkheden aan de grens, hooge rech ten .invoerverboden, contingenteering en de daling van de regeeringsmiddelen. Door al deze moeilijkheden staat de regeering voor groote vraagstukken. Men kan, aldus sor. makkelijk critiseereh, maar de man, die hiervoor gesteld wordt en een duide- lijken klaren weg kan wijzen, moet nog geboren worden. De regeering heeft ech ter getracht op de meest ernstigste pun ten in te grijDen Het is echter voor de regeering onmogelijk onder deze omstan digheden een vaste lijn te volgen. Eiken dag is zij afhankelijk van de maatregelen van naburige regeeringen. Spr. wijst dan nogmaals uitvoerig op de grootste twee moeilijkheden waarvoor de regeering zich geplaatst ziet, t.w. de dreigende onder gang van een groot deel van den boeren stand en de toenemende werkloosheid in de steden. Ten opzichte van de maatrege len die de regeering hiertegen genomen heeft zegt spr. dat zij een kloeke houding heeft aangenomen. Vervolgens staat spr. stil bij de autar- l chie, een beweging die zich den laatsten tijd onder de volken in hevige mate open baart. Spr. gelooft, dat wij, als chr. histo- rischen ons hiertegen hebben te verzetten. Hij ziet het als een kwaad wanneer de vol ken zich gaan ontwikkelen alleen met het oog op zichzelf. Het is een streven in strijd met wat God aan ons vraagt, n.l. te trach ten met elkaar het beste te bereiken. Maarde regeering heeft ook hier met de feiten te rekenen. Wij daarentegen zul len met de daad hebben te toonen, dat het volk dezen weg liever niet op wil en trach ten te bevorderen, dat het Nederlandsche volk zich vrij op de handels- en indus- trieeie markt kan blijven bewegen. Door al deze maatregelen, aldus spr. tot zijn vierde punt komende, kwam de re geering tenslotte voor geldgebrek te staan. Een tekort van f. 147 millioen waarvan f. 125 millioen door verschillende bezuini gingen en heffingen is gedekt. Een twee tal van deze bezuinigingen, waartegen volgens spr. nog wel groote bezwaren ln de Kamer zullen rijzen, wordt door hem be handeld, t.w. de stopzetting van de inpol dering van de Zuiderzee en de verminde ring van het aantal rechtbanken en kan tongerechten. Vooral bij het eerste punt staat spr. uitvoerig stil en behandelt hij zoowel de voor- als nadeelen terwijl hij bij de nieuwe heffingen wijst op het groote bezwaar dat in de Kamer gerezen is tegen de heffing van de 30 opcenten op de invoerrechten. Vooral in deze tijden van zwaren druk is het voor de volksvertegenwoordiging moeilijk de regeering te controleeren en tevens te steunen daar het niet uitgeslo ten is dat zij eens met elkaar ln botsing zullen komen. De regeering wil en zal niet regeeren door geweld maar door het scheppen van een band tusschen regeering en volk. Wij. Chr. Historischen mogen met eenige voldoening zeggen, dat wij den julsten weg weer hebben gewezen. Wij wenschen de verantwoordelijkheid op de regeering te laten, maar gebaseerd op hetgeen er onder ons volk wordt ge- wenscht en geopenbaard. In zijn slotwoord wijst spr. op hetgeen het Nederlandsche volk van de Chr. His torischen heeft te verwachten. Vooral in dezen tijd is voor de C. H. een gewichtige taak voor ons volksleven weggelegd. Ook tegen twee opkomende verschijnselen van TWEEDE KAMER. RIJKS-KLINIEKEN. De Kamer is met haar openbare najaars programma begonnen. Natuurlijk vormt de rijksbegrooting daarvan de hoofdschotel. Maar er gaat. als hors d'oeuvre. het een en ander aan vooraf Een kleine schermutseling had plaats bij het verslag der commissie inzake een brief wisseling. gevoerd tusschen den Minister van Onderwijs en de Rekenkamer, over het beheer der universiteits-klinieken te Utrecht. Mej. Groeneweg. en de heeren Tl- lanus. Van Wijnbergen en Vliegen namen er aan deel. zelfs dreigde er een oogenblik een amendement, maar nadat de Minister een bevredigende toezegging had gedaan, betreffende de positie van het personeel I aan en de controle over de klinieken, was de zaak ln orde. BEHEER OVER WEGEN. Iets langer werd er gedebatteerd over het i wetsontwerp inzake het vaststellen van een j regeüng betreffende het beheer over aan anderen toebehoorende wegen (provincies, gemeente, waterschappen l. Hierbij heeft de heer Boogaerts, namens de Commissie van Rapporteurs, eenige l amendementen verdedigd strekkende om de bepalingen betreffende het overbren gen en overnemen van wegen ln verband te brengen met de bepalingen van 't Rijks wegenplan. Ofschoon de Minister van Wa- terstaat de amendementen overbodig acht- te, hetgeen door de heeren Bongaerts, Van der Bilt. v. Voorst tot Voorst, Van Braam- I beek en Ketelaar werd betwist, nam de Kamer het eerste amendement met 53/22 stemmen en het andere zonder stemming aan. Ook het ontwerp werd goedgekeurd. GEDWONGEN OF VERPLICHTE ARBEID. Het derde wetsontwerp, waarover gede batteerd werd, was dat tot goedkeuring van het ontwerp-Verdrag van Genève be- i treffende den gedwongen of verplichten arbeid. I De heeren Craiher en Joekes hebben be toogd. dat aanneming van dit ontwerp aan beveling verdiende. Eerstgenoemde be schouwde het als een stap ln de goede richting, tot beteugeling van allerlei mis standen op dit gebied in de koloniën en de heer Joekes sprak in denzelfden geest, al erkende hij dat er inzake de heeren diensten al verbetering te bespeuren viel. Maar de heer Beumer vond het ontwerp onnoodig en overbodig; hij stelde zich op het standpunt, dat de Regeering ook zon der deze conventie wel weet wat haar ver plichtingen in Didië zijn. De Minister van Koloniën scheen ook meer of meer op dit standpunt te staan, maar vreesde toch dat het Verdrag voor verschillende landen ver betering brengt en daarom ook wel door Nederland kon worden aanvaard. Het ontwerp is tenslottte met 51 tegen 15 stemmen aangenomen. OPHEFFING AMSTERDAMSCHE VROEDVROUWENSCHOOL. Tenslotte heeft ln de vergadering van Donderdag mevr. De Vries—Brums geïn terpelleerd over de bekende en veelbespro ken kwestie van de opheffing der Rijks- vroedvrouwenschool te Amsterdam en daaromtrent vragen gesteld. Minister Ruys de Beerenbrouck zette de zaak uiteen. Al jaren lang heeft men zoo zeide hij aan de opheffing van één der scholen gedacht, want het aantal vroed vrouwen, dat de gezamenlijke scholen op leveren, was te groot. Thans is de school te Amsterdam voor opheffing in aanmer king gekomen, omdat die minder in een behoefte voorziet dan de school te Rotter dam. De toestand van 's lands financiën liet niet toe, te wachten tot de Staten- Generaal zich zouden hebben uitgespro ken. want dan had de opheffing pas na een jaar kunnen geschieden. In dezen tijd kan een overbodige school niet behouden blijven, maar als de gemeente Amster dam, die allereerst bij de zaak belang heeft met bepaalde voorstellen komt. zal de Mi nister die gaarne overwegen. Nu: Natuurlijk was mevr. De VriesBruins niet voldaan. Welke interpellant is dat wel? Mevr. Bakker—Nort sprak de hoop uit. dat de school door samenwerking tus schen gemeente en Rijk alsnog behouden zou kunnen blijven en de heer Goseling sprak in denzelfden geest: Rijk, Gemeente en Provincie moeten hier gezamenlijk een oplossing brengen, meende hij. De vergadering werd hierna verdaagd. HAGENAAR. den tegenwoordigen tijd zullen wij ons hebben te verzetten en wel tegen het nat. socialisme en fascisme Ook dienen wij er voor te waken dat de economische nood ons volk niet doet verstompen van de geestelijke goederen. Er zal moeten zijn een groote geestelijke kracht in ons volk, een weg, die ons wijst de terugkeer en het behoud aan Gods geboden. Op deze rede volgde een hartelijk ap plaus. waarna de voorzitter als tolk van de vergadering den heer Snoeck Henke mans bedankte voor zijn uiteenzetting van dit hoogst belangrijke onderwerp. Een geanimeerde discussie volgde op deze rede, waarin de referent gelegenheid vond nog nader op eenige quaesties in te gaan. Ds. Groot Enzerink sloot op verzoek van den voorzitter de vergadering met dank gebed. BINNENLAND. Inaugureele rede van prof. dr. F. W. A. Korff (Stadsnieuws, le Blad.) De Prins van Wales in ons land; enorme publieke belangstelling te Den Haag; een soirée in het gebouw der Engclsche legatie (3e Blad.) Het visscherijbedrijf te IJmuiden; de regeering wil den toestand nog even aan zien. (Binnenland; 3e Blad.) De regeering treft maatregelen tegen de benadeeling van Nederland's vischcon- tingent in Frankrijk (Binnenland, 3e BI.) Goedkoope margarine wordt voorloopig alleen verstrekt aan behoeftige gezinnen met vijf of meer kinderen. (Binnenland, 3e Blad.) Het Chr. Nationaal Vakverbond pleit voor de instelling van bcdrijfsraden. (Bin nenland, 3e Blad.) Wettelijke regeling gevraagd van den diensttijd van chauffeurs. (Binnenland, 3e Blad.) De crematie van wijlen dr. J. W. Yzer- man. (Binnenland, 3e Blad.) Ons parlementair overzicht, (le Blad.) Nogmaals: de prijsverhooging van rauwe reuzel. (Land- en Tuinbouw, 2e Blad.) Mevr. PhilipsenBraun in Nederland terug; zij zal in twee jaar niet mogen zwemmen; een injectie de oorzaak harer ziekte? (Sport, le Blad.) BUITENLAND. Herriot's bezoek aan Londen. (Buitenl., le Blad.) Salarisverlaging voor de Volkenbonds- ambtcnaren (Buitehl., le Blad.) Voortzetting van het proces Pruisen contra het Duitsche rijk. (Buitenl. en TeL le Blad.) Weer een bloedige botsing op de Phi- lippijnen. (Buitenl. Gemengd, 2e Blad.) DE ALGEMEENE TOESTAND. Herriot te Londen. - Volkenbonds salarissen. Het officleele communiqué, dat is ult- 1 gegeven na afloop der Fransch-Britsche besprekingen, welke gisterochtend plaats j hadden, zegt alleen het volgende: Vanochtend hadden niet-formeele be- sprekingen plaats in Downingstreet tus- schen de eerste minister Mc Donald en 1 Herriot en John Simon benevens den Franschen ambassadeur over de moeilijk heden, welke zijn gerezen met betrekking tot een nieuwe verdere ontwapening. De besprekingen zullen dezen namiddag om 16.30 worden voortgezet. Later volgde daarop volgend commu- niqué: „De besprekingen zijn dezen middag voortgezet tot 18.30 u. en zullen morgen om 10 uur hervat worden." In bevoegde Britsche kringen zet men uiteen, dat het doel der besprekingen is om te trachten de oorzaken weg te ne men van de impasse, waarin de onder handelingen over de ontwapening te Ge nève geraakt zijn en dat men niet mag hopen dit te bereiken, voor er een ge- dachtenwisseling van aangezicht tot aan gezicht tusschen de betrokken regeeringen heeft plaats gehad. Het doel, dat men voor oogen heeft, is om den verderen arbeid der ontwapeningsconferentie moge lijk te maken. De bijeenkomst van gisteren heeft aan beide partijen gelegenheid geboden kennis te nemen van elkanders gedachten en heeft het wederzljdsche begrip bevorderd. De besprekingen zijn veeleer een onder houd geweest dan eigenlijke onderhande lingen. Mededeelingen over de besprekingen zullen aan de andere regeeringen worden verstrekt en men meent, dat zij de inlei ding zijn der conferentie der vier mogend heden. Niets is er voorgekomen, dat de Britsche regeering zou kunnen bewegen om de uit- noodiging tot deze conferentie opnieuw te overwegen of te herroepen. Tevens zal niets, dat bereikt is, lelden tot besluiten, die aan de andere partijen zouden worden opgelegd, verzekert men, en Engeland is volkomen bereid met de andere mogendheden te praten, opdat, wanneer de conferentie van vier bijeen komt, elke der partijen volkomen vrij zal zijn de voorgestelde punten te bespreken. Er is geen enkele deur gesloten, verze kert men met nadiuk. Men hoopt den weg tot ontwapening voor te bereiden, door Duitschiand. Frankrijk Italië, Enge land en de kleine naties in een positie te brengen, die hun toestaat hun grieven te bespreker in een geest van wederzijd- schen goeden wil en vertrouwen. De verschillen tusschen het Engelsche

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 1