3fte Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 13 October 1932
Derde Blad
No. 22259
BINNENLAND.
KERK- EN SCH00LN1EUWS.
FAILLISSEMENTEN.
FINANCIEN.
DE KORTING OP DE AMBTENAARS
SALARISSEN.
Een plan van de Centrale v. Vereenigingen
voor rijkspersoneel.
I Gelijk gemeld heeft de minister van
Justitie en de Centrale Commissie voor
georganiseerd overleg in ambtênaarszaken
•meegedeeld gaarne een afgerond voorstel'
der organisaties betreffende de salarisver
laging te willen afwachten en overwegen.
Het blijkt thans dat de organisaties con-
fereeren over een plan van de Centrale
(van Vereenigingen voor Personeel in
•s Rijks Dienst, dat op het volgende neer-
[Het juiste salarispeil ligt in verband met
het welvaartspeil midden tusschen 78% en
70 plan. 74 pCt. van dat van 1921. Het
's door het Kortingsbesluit 1932 gedaald tot
«gemiddeld 76.2 pCt.
Er zou derhalve een offer van nog pl.m.
Wi pCt gebracht kunnen worden. Hiertoe
s' de Centrale dan ook bereid.
Zij verbindt echter aan dit offer eenige
wijziging in de salariskorting 1932, door
dit bedrag te verlagen op 5 millioen. De
overige door de Regeering in de millioenen-
nota verlangde Th millioen wil de Centrale
vinden door de pensioenpremie van eigen
pensioen te brengen van 3 op 6 pCt. Zij
wil de ongehuwde ambtenaren niet aan
een extra-verlaging onderwerpen.
Zij is bovendien van meening. dat de
lagere salarissen en loonen geen groot offer
meer kunnen brengen.
Zij stelt derhalve voor in de Kortingswet
1932 een zoodanige wijziging aan te bren
gen dat over de eerste f. 1000 van de sala
rissen en loonen geen korting wordt ge-
-even.
De Centrale acht een vooraf vaststellen
an uiteindelijke formatiën niet doelma-
'g, omdat een geforceerde afvloeiing,
aardoor het aantal op korten termijn zou
nnen worden bereikt, geen financieel
(voordeel meer geeft door de uit te keeren
achtgelden.
De Centrale acht het beter de verschui
ving geleidelijk te doen plaats hebben.
Vooral daar jaarlijks 3 1/3 pCt. van het
Rijkspersoneel langs den natuurlijken weg
wegvloeit.
Bij een gezonde personeelspolitiek zal het
h. i. mogelijk zijn, den totalen salarislast
in drie jaar tijds met 10 pCt. dat is met
meer dan 20 millioen, te verminderen.
Met de verhoogde pensioenpremie van
3 pCt. zal de salarislast van 1931 dan over
de jaren 1932, 1933 en 1934 respectievelijk
verminderen met 7, 17% en 22% millioen,
terwijl in 1935 de salarislast blijvend met
i 22'/: millioen is verlaagd, als de Kortings-
wet-1932 wordt ingetrokken.
De Centrale verzoekt: de afvloeiing van
personeel stop te zetten: over een tijdperk
van 3 jaren geen nieuw personeel meer
aan te stellen: langs den%eg van doel
matige verschuiving in de personeelsmuta-
tiën te voorzien, en bij eventueel noodza
kelijk geoordeelde reorganisatie in de
diensten en bedrijven het georganiseerd
overleg in te schakelen.
Tenslotte acht de centrale, om tot de ge-
wenschte salarisrust te komen, noodlg te
bepalen, dat in de inkomsten van 't Rijks
personeel, over een tijdperk van drie jaren
geen verandering wordt gebracht, zoolang
het indexcijfer voor levensonderhoud zich
beweegt tusschen 137 en 153.
De Centrale beseft, dat door haar voor
stellen de achterstelling van de loonen en
salarissen van het Rijkspersoneel bij dat
van de groote gemeenten, provinciën en
beschutte bedrijven wordt vergroot, maar
zij brengt evenwel dit offer in het belang
van de ambtenaren en werklieden, die met
afvloeiing worden bedreigd.
DE PRIJSVERHOOGINGEN VAN
RAUWE REUZEL EN RAUW VET.
Het Nederl. Correspondentiebureau in
Den Haag meldt:
Naar aanleiding van de mededeeling van
den regeeringscomtmissaris voor de hulp
verleening aan de melkveehouderij inzake
de prijsverhoogingem van rauwe reuzel en
van rauw vet, verzoekt men ons van be
langhebbende zijde er de aandacht op te
vestigen, dat er voor deze prijsverhoogin-
gen wel een redelijke grond bestaat. De
heffing op vetten hing reeds eenigen tijd
in de lucht en het publiek, dat over eenig
geld kon beschikken, is dan ook al eenigen
tijd bezig meer vet bij den slager te koopen
dan voor direct gebruik noodig is. Daar
door zijn zeer vele slagers verplicht, vet
ten te koopen en door deze grootere vraag
worden de prijzen williger. Op de groote
abattoirs wordt voor runderslachtvet f. 1
tot 1.10 per K.G. en voor bladreuzel f. 0,65
Per K.G. betaald.
Van deze opmerkingen hebben wij den
regeeringscommissaris in kennis gesteld.
Hij bleef echter van meening, dat voor
prijsverhoogingen van rauw rund- en
varkensvet geen enkele redelijke grond
bestaat. De heffing betreft alleen gesmol
ten vetten. Rauwe vetten zijn onbelast en
blijven onbelast. Voor prijsverhooging is
dus geen enkele reden.
EEN DRIEDAAGSCH INTERNATIONAAL
KAPCONCOURS.
Zondag, Maandag en Dinsdag wordt in
Den Haag een driedaagsch Kapperscon
cours gehouden in alle zalen var. den Die
rentuin. Nooit tevoren was de belangstel
ling zoo groot als voor dit Concours, waar
niet minder dan een veertigtal verschil
lende permanent-wave toestellen het
slechtste kapsel om zifllen tooveren in de
schoonste coiffure.
Het concours is internationaal. Er is
deelname uit Italië, Frankrijk. Duitsch-
land, België en Engeland.
Ook van officieele zijde is de belang
stelling zeer groot. De eere-voorzitter, dr.
Rosenthal, burgemeester van Den Haag.
zal van zijn persoonlijke belangstelling
doen blijken, terwijl het lid van de
tweede Kamer en Wethouder van Onder-
??ls: °e heer H. P Marchant de openings
plechtigheid verrichten zal. Het Mannen-
20r.,Ya,d de Koninklijke Zangvereeniging
wSÏ -i verleent haar medewerking.
de gfoote schare vrouwelijke be-
d/ravmlf li jder goed gezorgd. Maan-
he?ft een Modeshow plaats.
rpvL ™r dan 150 costumes zullen de
m^nJ^,feeren', lerwU' het groote aantal I
„y. f'oins alsvanzelfsprekend van
tE ediffures wordt voorzien.
stenm„etJongres' dat tijdens de tentoon-
Uaa-I.concours gehouden wordt en
wordt £d-. om tlen uur begint,
sprekers J? Ün" en birmenlandsche i
presers het woord gevoed.
DE TOESTAND
IN DE ROTTERDAMSCHE HAVENS.
Afdoende verbetering alleen door sloopen
op groote schaal.
Dezer dagen hebben wij melding ge
maakt van een onderhoud met den haven
meester van Amsterdam, die daarin wees
op de teekenen van opleving, welke zich in
die haven voordeden.
Zijn Rotterdamsche collega, de heer Ver
schoor van Nisse, is ten aanzien van het
havenverkeer in de Maasstad echter min
der optimistisch gestemd, zooals blijkt uit
een gesprek, dat hij met een redacteur van
het „Rotterd. Nieuwsbl." heeft gehad en
waaruit wij het volgende overnemen:
Het spreekwoord zegt: de weg naar
boven loopt over vele hinderpalen. En
zeker gaat er wel iets meer om, evenals
op de effectenbeurs, maar van een stabiel
omhoogloopen kan men toch niet spreken.
We hadden hier 128 opliggende schepen
en daarvan zijn er nu een tiental weer
gaan varen. Maar dit beduidt op zichzelf
nog niet zooveel. Soms brengen de reeders
schepen maar weer in de vaart omdat die,
opleggend, zoo schrikkelijk achteruitgaan.
Wat in de Waalhaven aan schepen ligt,
verliest gaandeweg aan waarde. De roest
slaat je er tegen.
Ook in Hamburg en Amsterdam zijn weer
opliggende schepen naar zee gestuurd, doch
zal dit niet tot gevolg hebben, dat de
vrachten, die iets zijn omhoog gegaan,
vanzelf door het groote aanbod van
scheepsruimte, weer verminderen?
Een afdoende verbetering is alleen denk
baar door het op groote schaal sloopen van
schepen.
Men kan zeker al zeggen, dat minstens
de helft van de opliggende schepen nooit
meer in de vaart komt; schepen veroude
ren snel. Een schip, dat 8 a 10 mijl vaart,
kan niet meer mee. De nieuwe Kota-booten
van den Rotterd. Lloyd loopen 14% mijl en
dit is de eisch voor alle goed bruikbare
schepen.
Sloopen dus. In Italië geeft het rijk pre
mies voor het sloopen van schepen en ook
Duitschland volgt dit voorbeeld. De ree
ders onderhandelen internationaal over 't
opruimen van vaarruimte en daar moet
het zeker heen. Alleen daardoor raakt men
allicht den goeden kant uit.
In het algemeen is het vleugje verbete
ring slechts gering. Van de gewone na-
jaarsdrukte hebben wij in Rotterdam bit
ter weinig bemerkt.
Graan loopt heel aardig en dit was den
geheelen zomer het geval, zoodat we hier,
tegenover verleden jaar, niet zooveel ten
achter zullen zijn. Maar hout bleef véél
ten achter. Booten met papierhout zagen
we bijna nooit. Evenzoo is het erts. Voor
heen kwamen er elke week wel 30 a 40
booten met erts binnen. Nu van tijd tot
tijd eens een heel enkele.
Ook in de kolen gaat het slecht. Mocht
het denkbeeld van contingenteering van
kolen worden uitgevoerd, dan raken we
volledig achterop. Maar ik denk, dat men
hier wel verstandiger zal zijn. Behalve het
bestuur der Staatsmijnen de Kamer van
Koophandel te Maastricht en een mijnwer-
kersorganisalie was op de in de residentie
gehouden bijeenkomst niemand voor dit
funeste plan.
Om te concludeerenwe moeten den loop
van de dingen eerst eens aanzien, eer we
tot optimisme kunnen besluiten. Er moet
veel meer grond onder onze voeten komen.
Thans zijn de verschijnselen nog pas spo
radisch en nog niet van dien aard, dat we
kunnen spreken van een weer opgaande
lijn.
o
DE ONDEROFFICIEREN EN HET
RAPPORT- WELTER.
Een adres aan de Tweede Kamer.
Het hoofdbestuur van „Ons Belang"
Vereeniging van Onderofficieren enz., be-
hoorende tot de Nederiandsche Land
macht, heeft zich tot de Tweede Kamer
gewend met het volgende adres:
Nu de plannen der Regeering, naar
aanleiding van het Rapoort der Com
missie Weiter, bekend worden, blijkt dat
het de bedoeling is, dat versobering in de
legerorganisatie mede zal moeten leiden
tot vermindering van uitgaven, waarvan
het vermoedelijk gevolg zal zijn, dat we
derom, evenals in 1923 en 1927, een be
langrijk aantal beroepsmilitairen, gedwon
gen den dienst zal moeten verlaten..
Door de Vereeniging „Ons Belang" is in
Maart 1932 een versoberingsplan ontwor
pen en o.m. aan alle leden der Tweede
Kamer toegezonden, welk versoberings
plan, thans in brochurevorm hierbij be
leefd wordt aangeboden.
In het Rapport der Commissie-Weiter
wordt dit plan vermeld als een bespa
ringsvoorstel, beoogende „vermindering
van het aantal beroepsofficieren, door
vervulling van een aantal functies, waar
mede thans .beroepsofficieren zijn belast,
op te dragen aan beroeps-onderofficieren"
De Commissie zegt van dit en een vier
tal andere voorstellen: „Zonder deze voor
stellen te willen aanbevelen of tc criti-
seeren, vermeent de Commissie, dat aan
vaarding van deze meer of minder be
langrijke plannen niet tot de door de
Commissie noodig geoordeelde bezuiniging
zou leiden
Deze terzijdelegging zonder meer, van
een voorstel dar zeker een besparing van
f. 625.000 ic.q. meer) zou brengen, doet
eenigszins vreemd aan, omdat dezelfde
Commissie b.v. een bezuiniging van rond
f. 537.000 op aanmaak van nieuw mate
riaal wel zoo belangrijk acht, dat zij mede
daarvoor uitdunning van het beroepsper-
soneel voorstelt en een totale bezuiniging
op het Department van Buitenlandsche
Zaken van slechts f 323 000 wel van be
teekenis acht om tot de door de Com
missie noodig geoordeelde bezuiniging te
leiden.
Intusschen stelt de Commissie voor
f. 3.5 millioen te besparen op de kosten
van de eigenlijke leger-reorganisatie,
waarvan zij zich voorstelt f. 2.3 millioen
te verkrijgen door vermindering van de
Vredes- en Oorlogssterkte met 8 Regi
menten Infanterie en verlaging van het
contingent met 2150 man en door uit
dunning van de beroepskaders het res-
teerend bedrag te bezuinigen.
De Regeering heeft zich blijkbaar met
de besparing, door de legerorganisatie met
8 Regimenten te verminderen en verdere
uitdunning der beroepskaders, vereenigd.
Waar zelfs de Commissie-Weiter op niet
te ontkennen bezwaren van een dergelijke
uitdunning wijst, en een in voorstel IX
aangegeven, meer radicale uitdunning op
grond van die bezwaren arwijst, is er naar
dezerzijdsche meening alle reden, deze
uitdunning tot het uiterste te beperken, i
en verdient het in aanhef dezes bedoelde 1
voorstel, dat ook een soort uitdunning
beoogt, maar dan meer om te ontkomen
aan, wat men met eenig recht zou kun
nen noemen „weelde-uitgaven", zeker
volle aandacht.
Waar in het Rapport-Weiter zoowel als
in de maatregelen der Regeering, de ver
soberingsgedachte sterk domineert, waar
zelfs wordt voorgesteld het onderwijs in
de twee laagste klassen bij het Lager On
derwijs te doen geven door (volgens de
tegenwoordige begrippen) onbevoegde
vrouwelijke krachten, daar is een verso-
beringsvoorstel, om eenvoudige technische
en administratieve werkzaamheden in het
leger niet meer te doen verrichten door
academisch opgeleid en als zoodanig be
zoldigd personeel, maar door minder we
tenschappelijk onderlegde, lager bezol
digde personen, zeker op zijn plaats, en
te beschouwen als een lands- en legerbe
lang van niet te ontkennen beteekenis.
Niet ontkend kan worden, dat de be
rekende besparing niet dadelijk zal wor
den verkregen, hetwelk trouwens van vrij
wel alle voorstellen der Commissie-Weiter
eveneens moet worden gezegd, maar in
dien inderdaad voor bezuiniging, militair
beroepspersoneel op wachtgeld moet wor
den gesteld, zal ook de dadelijke bezuini
ging grooter zijn dan bij een geleidelijke
wijziging in de bezetting der functies als
voor normale omstandigheden was voor
gesteld.
Bovendien diene niet uit het oog te
worden verloren, dat de maatregel zelfs
voor uitbreiding vatbaar is.
Mede zal bij bestudeering van dit ver-
soberings-voorstel niet uit het oog moeten
worden verloren:
a. dat bij de vorige reorganisatie het
aantal ontslagen onderofficieren, nu
meriek zoowel als naar verhouding,
verreweg het grootst was:
b. dat daardoor een belangrijke, niet te
verdedigen wijziging is gekomen in
de verhouding van de Officiers- en
Onderofficiers-encradeering;
c. dat voor Officieren de op-nonactivi-
teitstelling heel wat minder ingrij
pend is in de levenspositie, dan de
opwachtgeldstelling is voor de Onder
officieren, terwijl toch de individueele
besparing voor het Rijk grooter is;
d. dat eenvoudige werkzaamheden nor
maal beter en accurater worden ver
richt door meer eenvoudige personen
dan door hoogere, voor meer intel
lect eischende functies, opgeleiden:
e. dat de omstandigheden thans de
beste gelegenheid bieden om met een
ook in gewone tijdsomstandigheden
verkeerden toestand, te breken; en
f. dat bovendien enkele andere bran
dende vraagstukken hiermede tevens
nader tot een oplossing worden ge
bracht.
Om al deze redenen verzoekt het Hoofd
bestuur haar invloed te willen aanwenden
en te bevorderen dat eventueel noodig ge
achte uitdunning van beroepskader, zoo
veel mogelijk wordt verkregen op de wijze
als in bekende Memorie nader is uiteen
gezet en toegelicht.
INSTELLING VAN BEDRIJFSRADEN.
Nog meer amendementen.
De heeren van den Bergh en Kupers
hebben op het ontwerp betreffende in
stelling van bedrijfsraden amendementen
ingediend.
Een amendement op art. 3 beoogt in de
wet vast te leggen, dat bij de samenstel
ling van den bedrijfsraad zooveel mogelijk
rekening wordt gehouden met het leden
tal der vakvereenigingen.
Verder luidt een amendement op art. 14:
Ben besluit tot vaststelling of tot wijzi
ging van dit (in het artikel bedoelde)
reglement kan slechts worden genomen,
indien ten minste de helft der leden, be-
hoorende tot de kringen der werkgevers,
benevens ten minste de helft der leden,
behoorende tot de kringen der arbeiders,
hunne stem daarvóór uitbrengen".
Een serie andere amendementen be
oogen den bedrijfsraden verordenende be
voegdheid toe te kennen, evenwel slechts
langs zeer geleidelijken weg. Immers: ver
ordeningen zullen volgens dit amendement
eerst dan tot stand kunnen komen, wan
neer de groote meerderheid der beide
rechtstreeksch belang hebbende groepen,
benevens de meerderheid der vertegen
woordigers van het algemeen belang hun
stem aan de verordening geven, wanneer
bovendien de Economische Raad zijn goed
keuring aan de verordening hecht en ten
slotte de Kroon haar niet met het alge
meen belang in strijd acht.
Ten slotte heeft een amendement de
strekking den bedrijfsraad wederom langs
lijnen van geleidelijkheid, het recht van
enquête toe te kennen.
OPLEVING IN IJMUIDEN?
Ruime aanvoeren, goede afzet.
Er valt (eenigszins in strijd met ons
bericht van gisteren, Red. L. D.) in
IJmuiden een opleving in den vischhan-
del te constateeren, die tot uitdrukking
komt in den omzet in den Rijksafslag over
de afgeloopen maand. De omzet In Sep
tember 1932 is bijna 20% hooger dan in
de maand Augustus. Voeren in de laat
ste maanden veertig a vijftig booten uit,
thans bedraagt dit aantal 80 a 100. En
bijna alle booten keeren met een rijke
besomming thuis, die de reeders weder in
staat stelt, schepen naar zee te blijven
sturen.
Maar ook voor den afzet breekt een be
tere tijd aan. Weliswaar eischt België bij
den invoer vooral grootere soorten schol
en kabeljauw boven de 40 cm-maat en
levert Duitschland altijd nog moeilijkhe
den met zijn Deviezenbepaiingen op, zoo
dat de export nog niet gaat, zooals men
die wenschen zou in het binnenland is
de vraag naar vlsch enorm gestegen. De
IJmuider handelaren zijn buitengewoon
actief; bij tienduizenden worden de prijs
couranten naar alle hoeken van het land
gezonden en er zijn zelfs exportzaken,
welke zich op den binnenlandschen han
del met succes hebben toegelegd. Zwaar
drukken de lasten, die van overheidswege
op het bedrijf worden gelegd: hooge pak
huis- en lokaalhuren, en zeker niet te
vergeten de sociale maatregelen.
Zij, die maandenlang op steun der re
geering voor het kwijnend LJmuider be
drijf hadden gewacht, hebben langzamer
hand alle hoop. dat van deze zijde nog
tijdig redding zou komen, opgegeven. Zij
hebben thans de handen uit de mouwen
gestoken en pogen zichzelf te redden.
En velen varen er wel bij!
.(Hbld.).
BINNENSCHIPPERS MOETEN NOG
WACHTEN.
De Minister is nog niet gereed.
Op de vragen van den heer Duymaer van
Twist betreffende het tijdstip, waarop de
van Regeeringswege toegezegde maatrege
len ter voorziening in den noodtoestand
der binnenschippers kunnen worden ver
wacht, heeft minister Verschuur geant
woord dat die maatregelen nog nader over
leg vereischen. Hoewel dit overleg zooveel
mogelijk bespoedigd wordt is, het nog niet
mogelijk aan te geven binnen welken
termijn de indiening er van kan worden
verwacht.
HET JOODSCH NATIONAAL FONDS.
Verheugende resultaten.
Het afgeloopen Joodsche jaar 5692 stond
in het teeken van het 30-jarig Jubileum
van het Joodsch Nationaal Foüds en tevens
van 50-jarigen Palestina Opbouw-arbeid
Vooral Neerland's Jodendom heeft voor
deze belangrijke jubilea groote belangstel
ling aan den dag gelegd, met het verheu
gend resultaat, dat, dank zij bijdragen uit
vrijwel alle Joodsche kringen, het Park
der Nederiandsche Joden in Palestina kon
worden aangekocht.
Aangemoedigd door deze steeds groeiende
belangstelling der Joden, ook in Neder
land, voor het Land der Vaderen, tracht
het Joodsch Nationaal Fonds de Neder
iandsche Joodsche gemeenschap steeds
meer in den Opbouw van Palestina te
betrekken.
Het Joodsch Nationaal Fonds heeft, ge
lijk bekend is, tot taak, grond in Palestina
aan te koopen en deze bouwrijp in erf
pacht te verstrekken aan Joodsche land
bouwers, die het land zelf moeten bewer
ken, terwijl de aldus verkregen grond
onvervreemdbaar bezit is van het geheele
Joodsche Volk.
Aan het klare inzicht der stichters van
het Joodsch Nationaal Fonds is het te
danken dat bij de overplaatsing van Joden
naar Palestina terstond werd gestreefd
naar het verkrijgen van een gezonde be-
roepsverdeeling, waarbij de landbouw een
belangrijke rol zou spelen. Zoo kan men
thans met rechtmatigen trots wijzen op
een nieuwe Joodsche concentratie in
Palestina van bijna 200.000 Joodsche zie
len, met een boerenbevolking van onge
veer 46.000. Het is bovendien verheugend,
dat .waar overal de trek naar de groote
steden valt waar te nemen, juist de Joden
in Palestina een steeds toenemende boe
renbevolking leveren. Wanneer men daarbij
denkt aan het Hebreeuwsche schoolwezen
der Zionistische Organisatie met ruim
25.000 leerlingen, dan mag man toch ge-
reedelijk de beste verwachtingen voor de
toekomst koesteren ten aanzien van het
in Palestina herboren Joodsche Volk.
Om een en ander nog meer aan te moe
digen wordt een J. N. F.-loterij gehouden,
waarvoor reeds toestemming is verkregen.
De hoofdprijs zal een reis naar Palestina
zijn. Het Joodsch Nationaal fonds is ge
vestigd: Kloveniersburgwal 99, Amsterdam.
MOEILIJKHEDEN IN DE RUNVAART.
Onderling overleg noodzakelijk.
Op de vragen van mej. Katz betreffende
de vrachtprijzen voor het vervoer te water
van producten, waarvoor crisismaatregelen
zijn getroffen en betreffende de onder
handelingen tusschen belanghebbenden in
de Rijnvaart ter verbetering van de toe
standen in bedoelde scheepvaart, ant
woordt minister Verschuur, minister van
economische zaken en arbeid:
De vrachtprijzen voor producten, waar
voor crisismaatregelen zijn getroffen, zijn
uiteraard van dezelfde omstandigheden
afhankelijk als die van andere producten.
Wat in het bijzonder het vervoer van
tarwe en suikerbieten betreft, moge wor
den verwezen naar de antwoorden van
den ondergeteekende op de vragen van
de leden der Tweede Kamer de heeren
van Dis en Duymaer van Twist. Zooals
daaruit blijkt, acht de ondergeteekende
bijzondere maatregelen van overheidswege
ten aanzien van het vervoer van boven
bedoelde producten voorshands niet ge
boden.
2. De ondergeteekende heeft kennis ge
nomen van de tusschen belanghebbenden
gevoerde besprekingen aangaande de
moeilijkheden in de Rijnvaart. Uit deze
besprekingen is een bepaald plan naar
voren gekomen, dat in een op 12 dezer
te Keulen te houden vergadering der In
ternationale Studie-Commissie van de
Rijnscheepvaart nader aan de orde zal
komen. In hoeverre dit plan, hetwelk de
stelster van de vraag blijkbaar voor oogen
heeft, voor verwezenlijking vatbaar is,
dient te worden afgewacht. De onderge
teekende is van oordeel dat in de eerste
plaats door onderling overleg van belang
hebbenden getracht moet worden de moei
lijkheden in de Rijnvaart tot een oplos
sing te brengen en dat in het stadium,
waarin dit overleg thans verkeert, geen
aanleiding bestaat "tot het nemen of be
ramen van maatregelen van regeerings
wege.
HOEVEEL ER IN DE KAMERS
GESPROKEN IS.
In het jaarboekje „Parlement en Kie
zer" wordt vermeld hoeveel er in het zit
tingjaar 19311932 in de Staten-Generaal
gesproken is.
De redevoeringen in de beide Kamers
gehouden, die van de ministers met mee
gerekend. hebben voor de Eerste Kamer
een kolommenlengte van 24083 c.M. of
1003'/: kolom. Daarvan nam de S. D. A. P.,
die in de Eerste Kamer elf leden telt, de
meeste, nl. 240 voor haar rekening, de
R.K. partij met 16 leden, had er 206 noo
dig. Naar verhouding zijn de V. D. rechte
veelpraters: vier leden hadden bijna 168
kolom noodig. De meest bescheidene waren
in de Eerste Kamer de A.R., die met 6
leden 103 kolom vulden.
De redevoeringen in de Tweede Kamer
gehouden, hebben een respectabele lengte
van 97727 c.M. druks of 4072 kolom. Ook
hier nam de S. D. A. P. de leiding met 942
kolom voor 24 leden: de R.K. partij met
30 leden had 718 kolom noodig. Hier zijn
de communisten de veelpraters: zij vulden
voor hun twee leden 360 kolom, terwijl de
A.R. met 12 leden slechts 419 kolom vol-
praatten de Liberalen met acht leden
462 kolom, de V. D. met zeven leden 454
kolom. De Herv. Geref. Staatspartij was
het allerbescheidenst: die gebruikte
slechts 14Vj kolom. De heer Floris Vos had
juist twee keer zooveel noodig.
PREDIKBEURT.
LEIDEN.
Geref. Gem. (N. Rijn 76): Vrljdagnam.
8 uur, ds. M. Heikoop van Utrecht.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Wirdum (Fr.) J. P. Borg
man te Franeker Te Dinteloord, J. Bak
ker te Bleiswij k Te Midwolde, D. Bou-
man te Molkwerum Te Randwijk, J.
H. Gunning te Schoonhoven Te Hoorn,
H. Huijgens te Heerjansdam Te Ter
Aar, J. G. Woelderink te Vreeswijk.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te De Bilt (hulpprediker),
L. Kuiper, cand. te Kampen.
Aangenomen: Naar Assen (hulppredi
ker), W. Wiersma, cand. te Sneek.
Uitgesproken:
J. W. A. v. d. Wiel, bloembollenhande
laar, Haarlemmermeer, Hillegommerdijk
542. R.-c. mr. F. Th. Raedt; cur. mr. W.
Briët, Haarlem.
W. C. v. d. Geest, watermolenaar en vee
houder, Hillegom. R.-c. als voren; cur. mr.
F. J. Gerritsen, Haarlem.
C. Verduin, wed. G. van Egmond, vee
houdster, Leimuiden. R.-c. als voren; cur.
mr. K. van Giffen, Haarlem.
J. Bakker, electricien, Aalsmeer-Oost,
Oosteinderweg 260. R.-c. als voren; cur. mr.
A. van Leyenhorst, Haarlem.
LEENING VOOR AMSTERDAM.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft
na langdurige discussies, zoowel in beslo
ten als openbare zitting, met 32 tegen 12
stemmen goedgekeurd de voordracht van
B. en W. op een leening aan te gaan
van f. 10 millioen ter bestrijding van
reeds gedane kapitaalsuitgaven voor de
bedrijven.
De leening wordt aangegaan voor den
tijd van veertig Jaren tegen 5 pet. De ver
dere voorwaarden zullen bepaald worden
door B. en W. in overleg met de com
missie van bijstand der financien.
DE AFSLUITDIJK.
Wordt dezer dagen berijdbaar.
Het Hbld meldt:
Er hadden ons onfustbarende geruch
ten bereikt over de Zuiderzeewerken: De
uitwateringssluizen bij Den Oever zouden
niet kunnen worden geopend wegens den
sterken stroom uit het Marsdiep, de dijk
zou al min of meer zijn aangetast en
daarom, na het eerste bericht over de
aanstaande berijdbaarheid, als verkeers
weg nog niet worden geopend. En men
zou daarom het droogmaken van den
N.O. polder nog niet aandurven. Wij zijn
eens op kondschap uitgegaan en hebben
te bevoegder plaatse, het volgende ver
nomen.
Met de sluizen heeft men inderdaad een
zekeren tegenslag gehad doch slechts in
zooverre als een zeker grondverioop,
waarop men had gerekend (plaats en
aard is ons precies aangewezen maar dat
is zonder teekening niet weer te geven)
doch dat men eerst langzamerhand had
verwacht, zich nu reeds en vrij snel, heeft
voorgedaan. Dientengevolge moesten
zinkstokken, die mettertijd zouden worden
aangebracht, nu reeds worden neergelaten
en nadat dit is geschied, heeft men verder
geen last ondervonden. Dit heeft betrek
king zoowel op de sluizen bij het Korn-
werderzand als op die bij Den Oever.
Dat de dijk als rijweg nog niet bruik
baar is verklaard (de aankondiging daar
van is overigens niet van het Departe
ment uitgegaan; ze moet op een gerucht
hebben berust), is een gevolg hiervan, dat
de breede bermen weerszijds van den rij
weg (die geheel gereed is) nog bestort
worden (door de M.U.Z.) met klei. Dit ge
schiedt met groote grijpers en die kletsen
heel wat van de klei over het rijvlak dat
daardoor gevaarlijk glad wordt.
Zoodra dit eenigermate is verholpen
en dat zal dezer dagen het geval zijn
zal de rijweg worden opengesteld voor het
autoverkeer maar dan nog op eigen ri
sico (van glijden) van de automobilisten
en vermoedelijk tegen een kleine vergoe
ding ten bate van het Crisiscomité.
Wat den N. O. Polder belangt, daarom
trent is nog geen beslissing genomen. Men
berekent nog, of het werk onder de te
genwoordige omstandigheden financieel
te verantwoorden ware en wacht dus,
„voorshands" zooals de regeering mede
deelde, nog wat af.
DE ROODE DINSDAG.
Het Volk meldt:
In de vergadering van het dagelijksche
bestuur van den algemeenen raad is onder
meer de organisatie van den op 8 Novem
ber in Den Haag te houden demonstratieve
meeting en optocht aan de orde geweest.
Besloten werd, dat deze dag, behalve aan
het protest tegen de reactie, de commissie-
Weiter en de regeering, ook dienstbaar zal
worden gemaakt aan de propaganda voor
onze positieve eischen.
Deze eischen zijn: ontwapening, sociali
satie, uitvoering van groote werken, 40-
urige werkweek en extra-belastingheffing
van vermogens en hooge inkomens.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Het bureau van dienstneming bij het
Nederlandsch-Indische leger heeft een
brief gericht aan alle burgemeesters en
garnizoenscommandanten, meldende, dat
de dienstneming voor het Nederlandsch-
Indische leger voor 1932 gesloten is en ver
moedelijk ook voor 1933. Omtrent aan
neming in 1933 voor de opleiding tot
onder-officier (aanbevolen militair) ls nog
ruets bekend.