Feesten Alkmaar's Ontzet - - De man met het stalen gezicht lacht FEUILLETON. De gevolgen van een Operatie 73ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad EEN HAAN WORDT GEHTPNOTISEERD. De Britsch-Indische Buster Keaton lacht DUITSCHLAND'S GROOTSTE SCHUPO-MAN. Hij is 2.0® fakir Blacaman, wiens specialiteit dier-hypnose is, bij het meter lang. Men ziet hem hier naast een normaal grooten hj-pnotiseeren van een haan De man met het sta,en gezicht lacht. Dat moet wel een heel goede mop zijn, onlleva die daar verteld wordt. conega. Oorspronkelijke roman door Jan Walch. 13) Mijnheer Von Hoghen Loeft, Dames en Heeren, is een zeer nederig man Zéér nederig. Hy zegt een ondergeschikt ambte naar te zijn, hoewel hy met een koeriers- pas reist. Hij brengt in den trein zéér met de onze strookende opinies over den toe stand van ons land naar voren, die den indruk vestigen, dat hij minstens ons stre ven met een zeer gunstig oog beschouwt, een reden voor ons om hem in ons midden uit te noodigen, wat hy geheel in over eenstemming nog 'steeds met de wijze waarop hij in den trein gesproken heeft aanneemt. En als hij ons hier samen heeft gezien, en de namen van ons bestuur heeft vernomen als hij op de hoogte Is geko men van onze idealen dan spreekt hij als iemand, die als een boertje-van-buiten toevallig in een milieu is verzeild, waas hij niets mee te maken heeft en spreekt over ons streven met een zoo eigenaardige .be wondering". dat we die moeilijk als ge meend kunnen aanvaarden. Daar wordt 't boertje al te onnoozel en deze heer al te nederig. Of neen! om hem niet langer te volgen op den weg der onwaarheid daar heeft hij de eigenaardige vrijmoedig heid ons te hóónen! Op een keurige ma nier ons allerlei onaangenaamheden te zeg gen. Dames en Heeren! ik zou dien eigen- aardlgen gast willen antwoorden: als u in- ierdaad niet degene is, voor wien we u. op grond van uw eigen woorden hielden, gaat u dan heen. We zullen ons dan vergenoe gen met uw portret, te midden van ons allen! Dat plezier hebben we dan tenmin ste en enfin, we zullen u door middel van die fotografie nog wel eens herinneren aan het genoegen, dat o ons hebt verschaft" Het viel Henri op dat de laatste woorden op een fel-dreigenden toon werden geuit. Maar overigens begreep hy er niet erg veel van. Hij rees verbaasd overeind, wilde in lichtingen vragen, maar reeds had de pre sident met een bevelend gebaar een paar bedienden gewenkt: „Wijst mijnheer en mevrouw den weg naar buiten." Nu maakte zich toch een felle veront waardiging van Henri meester. Wat! Ze werdeij de deur uitgezet! Hij niet alleen, maar Clara, een dame, ook! Dat was toch wel een grofheid! En waarom? Ja. waar om? Dat was het weer. dat zijn protest verlamde Er was een misverstand, maar. Mijnheer de president", zei hij. ter wijl de beide bedienden, wier voorkomen aan rechercheurs van politie deed denken, naast hem hadden post gevat, „mijnheer de president „Het is nu genoeg geweest", zei die hard en grof, „Wijst meneer en mevrouw den uitgang", herhaalde hij bevelend. En Clara wenkte hem, bang en snel: „Kom nu maar, kom maar Eén der bedienden ging hun vóór naar de deur, de andere volgde, zooals dat bij het transport van gevaarlijke gevangenen gebruikelijk is. De sleutel werd door één der wacht-houdende heeren omgedraaid, men kwam in de gang. waar de oude be diende met een gezicht, dat geenerlei uit drukking had, op een stoeltje vóór den toegang der zaal zat, en bij hun voorbij gaan zitten bleef. Niemand sprak een woord; Henri en Clara hoorden slechts den dreunenden voetstap van den man vóór en den man achter, gelijkelijk neergezet, en den schichtiger klank van hun eigen haas tige en kleiner schreden en zagen den breeden rug door hoekig-vierkante schou der-lijn afgesloten. Zoo ging het de enkele treden op, den overloop over. de breede trap af. Óveral was het helder licht, en heel stil, uitgestorven stil; alleen de dreu nende stappen, en voor hen de zwarte breede rug. Het werd Clara een angstige hallucinatie; het scheen haar eindeloos te durenDe vestibule doorToen plaatste zich de bediende, die hun vooraf ging, voor de buitendeur, trok ze open. Het ging met tram-mekanieke bewegingen, als van een soldaat, die een commando in de geleding van tempo's uitvoert Hij liep mee met de deur, die hy openhaalde, posteerde zich er toen naast; de man, die achter hen aan kwam, plaatste zich tegen over hem. Stokstyf stonden ze daar als twee karyatiden. Op hun strakke gezichten was geen groet en geen dreiging. En daar- tusschen door wandelden Henri en Clara, hij in een bevreemde rust, zij met schich tig gerepte stapjes, naar buiten in den maannacht. ACHTSTE HOOFDSTUK. Nawee. Vreemdelijk beklemd liepen ze, in de zelfde maat, als werd die nog door de twee surveillanten geregeld, een eind door de zachtjes dalende oprijlaan, die met een draai door een hoog beboscht gedeelte van het park ging. Clara greep Henri's arm. Het scheen haar, dat de boomen onheil ruischten; op het pad bewogen spokig de schaduwen van het jonge groen. Ze ver haastte haar tred, trok Henri mee. In éénen de beklemmende gedachte bij haar op aan het hek, dat het buiten van den weg afsloot. Zou het misschien dicht zijn? Waren zij gevangen in een griezelige val? In de macht van die starre, onuit- sprekeijlk angstwekkende mannen, wier bóosaardig grijnzende tronies ze als dui- velsche dreigmgen vóór zich zag, den weg versperrend? Ze begon bijna hard te loo pen, dorst nauwelijks te ademen, als iemand, die vlucht uit een atmosfeer van verstikkingDaar was het hekde spijlen staken als een werend staketsel omhoog. En in éénen stokte haar vaart: er liep een man bij het hek. We móéten er door," zei ze fluiste rend. Nu, dat zal wel gaan," antwoordde Henri rustig, verbaasd, als bevreemdde hem de angstkreet in haar stem. Het ging ook. De man opende bij hun nadering zwijgend het hek; sloot het da delijk achter hen. Ze stonden op den pu- blieken weg. Clara slaakte een diepen zucht van ver lichting. Kalmer liep ze eerst nog even door, omwendend naar links. Daar waren ze vandaan gekomen; daar was de stad. In de lucht zagen ze vaag den rossigen gloed van de duizenden lantaarns. Henri bleef staan. .Moeten we dat heele elna loopen?" zei hij. Wat doet het er toe?" antwoordde zij. „Gauw maar. We zijn er nu uit, maar ik heb nog geen veilig gevoel." Nou, dat zal wel los loopen", zei hij. „Ik wou alleen maar, dat ik er iets van begreep waarom we er uit gesmeten zijn". In haar angst-helderheid viel haar weer zijn jongensachtige terminologie op. En wekte het beschermende moederlijke ge voel, dat ze deze laatste weken aldoor voor „haar jongen" had. Er is niets dat in een gevaar meer kal meert dan het gevoel een ander te moeten beschermen. Ze glimlachte even om zijn argeloosheid, al was ook haar de zaak niet geheel duidelijk. „Enfin", zei ze en het was of ze het nu ineens ook zelf voor het eerst voelde, „we zijn er nu ln elk ge val uit". Ik begrijp er niets van, niets, niets", zei Henri. „Maar daar kunnen we altijd nog over praten. Laten we nu eerst maar zien dat we thuis komen, dat is te zeg gen: in het hotel". De afstand viel niet mee, doch een ver voermiddel deed zich niet op, al raasden hun verschillende auto's voorby. Eindelijk kwamen ze in een slecht bestrate poovere voorstad, waar een taxi te vinden bleek, die hen naar het hotel bracht. De klok wees elf uur, toen ze naar hun kamer gingen. Dat was nu niet bepaald een prettig uitgangetje", zei Henri. Neen, zei Clara. „En als ik bedenk, dat die menschen ons in dit hotel ge bracht, en weten waar we zitten, zou ik zeggen: Laten we maar zoo gauw mogelijk weer verder gaan Ik zou toch eerst nog wel eens een explicatie willen hebben." Wel, ze dachten dat je ze voor den gek hield Voor den gek hield?" herhaalde hij, moeilijk peinzendJadat is nu toch mal.Zit dat nu aan m'n ziekte of niet.D'r zijn van die uitdrukkingen, die ik me herinner, maar die ik toch niet meer begrijp. Wat is dat nu bijvoorbeeld: „voor den gek houden?" Zijn gezicht had weer iets van dat ge vaarlijk krampachtige, dat haar het na deren van een crisis deed gevoelen. Ter wijl ze zich bezon op een antwoord, waar bij het begrip „leugen" vermeden kon worden, ging hij, moeilijk piekerend voort: (Wordt vervolgd). BIJ DE INGEBRUIKNEMING VAN DE NIEUWE TERREINEN van de Utrechtsche Golfclub te Huis ter Heide. Wedstrijd tusschen amateurs en profs. De heer Witte in een moeilijke situatie. K.F.C.SPARTA. Worsteling voor het Sparta-doel. De spelers zien vol belangstelling toe. DE FEESTEN TER HERDENKING VAN ALKMAAR'S ONTZET. Door de burgerij werd aan den burgemees ter ter gelegenheid van zijn koperen ambtsjubileum een monumentale lan taarn aangeboden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 5