73»te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 5 October 1932 Derde Blad No. 22252 GEMEENTEZAKEN. DIENST 1931. Ten einde met een geregelde afdoening van de bij het sluiten van den dienst 1931 nog door de gemeente verschuldigde be dragen te kunnen voortgaan en de be schikking te blijven hebben over de voor verschillende doeleinden verleende credie- ten, welke nog niet zijn verwerkt of verbruikt, moeten de hierop betrekking hebbende gelden op den dienst 1932 wor den overgebracht. Ingevolge de administratieve voor schriften moeten de achterstallige uit gaven van den gewonen dienst, evenals de achterstallige inkomsten, op Hoofd stuk I. „Vroegere diensten" worden ver antwoord, terwijl onverwerkt of onver- bruikt gebleven credieten en daarmede verband houdende ontvangsten, worden overgebracht op de hoofdstukken, waartoe zij naar haren aard behooren. Bij den kapitaaldienst moeten de achterstallige inkomsten en uitgaven, alsmede de onverwerkt gebleven gelden en daarmede verband houdende ontvang sten, worden overgebracht op de hoofd stukken, waartoe zij naar haren aard behooren. Aan de uitgaven van den gewonen dienst 1932 moet worden toegevoegd een bedrag van f. 102.069.31. De gewone ontvangsten van 1932 kun nen worden verhoogd met f. 41.389.51. Teneinde het nadeelig verschil ad. f. 60.679.80 (f. 102.069.31 f. 41.39851) tusschen de nog uit te geven en de nog te ontvangen gelden het dienstjaar 1931 en daaraan voorafgaande jaren betreffende, niet op het dienstjaar 1932 te doen druk ken moet volgn. 1 „Gedeelte van het (vermoedelijk) batig saldo van den ge wonen dienst van het dienstjaar 1931", voor „memorie" uitgetrokken, met f. 60.679.80 worden verhoogd. Van het voordeelig kassaldo van den gewonen dienst 1931 ad f. 275.387.80 blijft dan nog f. 214.708.— (f. 275.387.80— 60.679.80) beschikbaar, welk bedrag het voordeelig exploitatie saldo van den dienst 1931 uitmaakt. In de eerste plaats wat betreft de kapitaalsuitgaven moet het nadeelig saldo van den Kapitaaldienst van het dienst- jaarl931, blijkens de gemeenterekening f. 2.553.889.10 bedragen (gesplitst in voor- en nadeelige sloten) ten bate resp. ten laste van de verschillende hoofdstukken en paragrafen van de begrooting voor 1932 worden gebracht. De voordeelige sloten worden, voorzoover zij niet kunnen worden bestemd tot ge- heele of gedeeltelijke dekking van de ten behoeve van de diverse hoofdstukken en paragrafen te leenen bedragen, in af wachting van het tijdstip waarop zij in mindering van een aan te gane geldlee- ning zullen worden gebracht, voorloopig, op den post „Aankoop van rentegevend goed" van Hoofdstuk VII van den kapi taaldienst overgebracht, hetgeen kan geschieden door toevoeging of verhooging van den op de betrekkelijke hoofdstukken en paragrafen voorkomenden post „Bij drage aan Hoofdstuk VII van den kapitaaldienst". Voorts dienen de op den kapitaaldienst beschikbaar gestelde gelden voor werken, voor verstrekking van kapitalen aan be drijven enz., welke in 1931 niet of niet geheel zijn verwerkt of uitgegeven op de begrooting voor 1932 te worden overge bracht. Dit is eveneens het geval met de geraamde kapitaals-ontvangsten, voor zoover deze in 1931 niet of niet geheel zijn ontvangen. Voor de dekking van de nadeelige sloten, alsmede van de op den dienst 1932 over te brengen kapitaalsuitgaven, welke niet of niet geheel door de voordeelige sloten of andere kapitaalsontvangsten worden ge dekt, dient tot verhooging van den post „geldleening" te worden overgegaan. Zooals reeds herhaaldelijk werd uiteen gezet is eene dergelijke verhooging van den post „Geldleening" eene administra tieve begrootingsregeling. Vervolgens hebben de uitgaveh voor eenige werken, waarvan de kosten zijn bestreden door bijdragen uit het „Fonds voor Stadsverbetering en Sociale doelein den" minder bedragen dan geraamd was. Vermits bedoelde bijdragen voor het volle bedrag der geraamde kosten aan de betrekkelijke hoofdstukken van de kapi taaldienst zijn uitgekeerd, behooren de overschotten, welke in totaal f. 2 305 50 hebben bedragen, in het fonds te worden teruggestort. In verband hiermede dient door Hoofd stuk IV van den kapitaaldienst f. 47.24 in het Fonds voor Stadsverbetering en Sociale doeleinden te worden teruggestort en door Hoofdstuk VI f. 2.758.26. Een en ander is op den begrootingsstaat geregeld. Blijkens de Rekening van de Inkomsten en Uitgaven dezer gemeente over het jaar 1931 hebben de ontvangsten van den ge wonen dienst bedragen de som van f. 9.170.042.11 de uitgaven van den ge- wonendienst de som van 8.894.654.31 zoodat deze dienst een ba tig kassaldo heeft opgeleverd van f. 275.387.80 De ontvangsten van den kapitaaldienst hebben be dragen de som van f. 9.741.726.66 de uitgaven van den kapi taaldienst de som van 12.295 615.76 zoodat de kapitaaldienst sluit met een nadeelig slot 'van f. 2.553.889 10 De begrooting van den gewonen dienst werd oorspronkelijk vastgesteld in ont vangst en uitgaaf op f. 8.254.139.—. In den loop der jaren 1931 en 1932 werd zij zoowel in ontvangst als in uitgaaf ver hoogd met f. 825.944.34, waardoor het eind cijfer werd gebracht op f. 9.080.083.34 Voor Afdeeling II „Kapitaaldienst" wer den aanvankelijk de ontvangsten op f. 7.328.128.— en de uitgaven op f.7.035.512 geraamd, alzoo sluitende met een geraamd batig slot van f. 292.616. De kapitaaldienst werd naderhand In ontvangst verhoogd met f. 12.722.752.93 en dus gebracht op f. 20 050.380.93, de uitgaaf werd verhoogd met f 12 735377.74 en dus gebracht op f. 19.770.889.74. Het verschil tusschen de verhooging van Ge ontvangsten en die van de uitgaven bedraagt dus f. 12.624.81 (f. 12.735.377.74— f. 12.722.752.93). Ter toelichting van den gewonen dienst merken B. en W. nog het volgende op: Het voordeelig kassaldo van den gewonen dienst ad f. 275.387.80 moet wegens bij 't sluiten van den dienst 1931 te ontvangen gelden, dat dienstjaar betref fende, worden verhoogd met 41.389.51 f. 316.777.31 Daarentegen moet in minde ring worden gebracht een be drag van 102.069.31 wegens onbetaalde rekeningen en onverwerkt gebleven cre dieten. Het voordeelig exploitatie saldo bedraagt dus f. 214.708. Voor de berekening van het zuivere ex ploitatiesaldo van den gewonen dienst 1931 moet in aanmerking worden genomen dat Hoofdstuk I „Vroegere diensten" sluit met een batig saldo van f.146.003.14. Van dit bedrag is echter f.88.048.43 op Hoofdstuk XV van den gewonen dienst overgeboekt ter storting in het „Fonds voor Stadsverbetering en Sociale doeleinden". Voorts werd hiervan een bedrag van f. 36.422.63 besteed ter bestrijding van uit gaven betreffende het bijzonder lager on derwijs over de jaren 1926, 1927 en 1923. Voor deze uitgaven was een gedeelte ad f.52.000.van het batig saldo van den gewonen dienst 1930 gereserveerd, welk bedrag voorloopig op Hoofdstuk XVI „On voorziene Uitgaven" was uitgetrokken. Vervolgens werd nog op diverse hoofd stukken een bedrag van in totaal f.14.026.09 uitgegeven ter zake van onver werkte of onverbruikte credieten het dienstjaar 1930 betreffende. Van de hier boven genoemde som ad f.146.003 14 werd dus f. 88.048.43 naar den kaoitaaldienst overgebracht en f. 50.448 72 besteed ter dekking van uitgaven, behoorende tot vroegere diensten. Van vroegere diensten kwam dus f. 146.003.14 f. 138.497.15 (f. 88.048.43 f. 50.448.72) f. 7.505.99 aan den gewonen dienst 1931 ten goede. Het werkelijk voordeelig exploitatiesaldo van den dienst 1931 bedraagt dus f. 214.708.00 f. 7.505.99 f. 207.202.01 De voornaamste oorzaken, welke tot dit resultaat hebben, geleid zijn de navol gende. Het batig slot van Hoofdstuk XII „Be lastingen," dat oorspronkelijk was ge raamd op f. 1.614.333.bedraagt f. 1.819.023.84 of f. 204.690.84 meer, hetgeen voornamelijk een gevolg hiervan is, dat aan hoofdsom der personeele belasting en aan 100 opcenten op die belasting te zamen f. 50.000.meer werd ontvangen dan geraamd was en aan belasting naar het inkomen (betreffende het in 't dienst jaar eindigende belastingjaar) f. 135.736.26 meer. Voorts overtrof de winst van de Gasfa briek de raming met f. 72.131.15. die van de Electriciteltsfabriek met f. 28.464.16, zoodat ter zake in totaal f. 100.595.31 meer ont vangen werd. De winst van het Slachthuis bedroeg f, 18.842.94 meer dan geraamd was. Aan „Straatbelasting" werd op Hoofdstuk VI f. 215.849.53 of f.15.849.53 meer ontvangen dan was uitgetrokken. Vervolgens bleven de fabricage-uitgaven over 1931 f. 50.000 benerden de raming, terwijl de overschotten op de andere uit gaafposten ruim f 30.000 hebben bedragen. Daartegenover staan evenwel de volgen de nadeelige factoren. Voor „ondersteuning van behoeftigen" werd, voornamelijk tengevolge van de hoo- gere subsidie, welke aan de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbe toon moest worden uitgekeerd, f. 74.177.31 meer uitgegeven dan oorspronkelijk ge raamd was en voor „ondersteuning van werkloozen", na vermindering met de als nog van het Rijk te ontvangen bijdrage ad f.13.841.54 in die kosten, f. 70.835.77 meer. Voorts bedroeg het aandeel der gemeente in de subsidie aan werkloozenkassen. met inbegrip van het bedrag ad f. 25.352.15, dat niet meer op den dienst 1931 kon wor den verantwoord, doch als nog te betalen op den dienst 1932 moet worden overge bracht f. 99.233.08, d. i. f.66.233.08 meer, dan oorspronkelijk geraamd was. Terwijl dus de gewone dienst van 1931 'buiten beschouwing latende de ontvang sten uit vroegere diensten) sluit met een voordeelig exploitatie-saldo v. f.207.202.01. sloot de dienst 1930 met een nadeelig ex ploitatie-saldo van f. 53.932.28 en die van 1929 met een voordeelig exploitatie-saldo van f. 40.296.39. Het dienstjaar 1931 is derhalve f 261.134.29 gunstiger dan 1930 en f. 166.905.62 dan 1929 Opgemerkt wordt, dat het jaar 1931 het eerste is. waarin de op 1 Mei 1931 in wer king getreden nieuwe wet op de finan- cieele verhouding tusschen het Rijk en de Gemeenten haar invloed heeft doen gel den. Voor een overzicht van de financieele gevolgen van den nieuwen toestand met betrekking tot de jaren 1929 en 1930 wordt verwezen naar onderstaand staatje. 1929 1930 1931 Uitkeering van het Rijk per inwoner199.987.— 200.855 Uitkeering van het Rijk voor bijdrage in de jaarwedden van Burgemeester en Secretaris (over 1931 3/4 ged.) 600.600.2.250. Uitkeering uit het Gemeentefonds (over 1931 3/4 ged.) 811.350.— Opbrengst van de straatbelasting (over een vol jaar) 215.850. Hoofdsom der grondbelasting (over een vol jaar) 139.800. Hoofdsom der personeele belasting (over een vol jaar) 245.000. Gemeentelijke inkomstenbelasting 1:910.529.1.754.036.679.363. 60 opcenten hoofdsom gemeentefondsbe lasting (over 1931 2/3 ged.) 265.417. ƒ2.111.116.— 1.955.491.— ƒ2.359 029.— 126.075.— 113.242.— 11.442.— Af: kwade posten gemeentelijke inkom stenbelasting 1.985.041.— 1.842.249.— 2.347.587.— O De vermenigvuldigingsfactor werd met ingang van 1 Mei 1930 verlaagd van 0.9 tot 0.7. De opbrengst der gemeentelijke inkomstenbelastng. welke in verband hier mede voor het belastingjaar 1930G931 was geraamd op 1.520.100.bedroeg echter 1.692.762.26: de opbrengst van het belastingjaar 1929/1920 was ƒ2.001.891.89. De opbrengst over het belastingjaar 1930/1931, verminderd met het gedeelte dat op den dienst 1930 moest worden verantwoord. Over 1931 werd derhalve aan uitkeering krachtens de wet betreffende de finan cieele verhouding tusschen het Rijk en de Gemeenten en aan belastingen te zamen f. 362.546.meer ontvangen dan over 1929 en f. 505.338.meer dan over 1930. Voorts werd aan winst van de Lichtfa brieken over 1931 f. 129.490.65 meer ont vangen dan over 1929 en f. 21.352.90 meer dan over 1930. Ten slotte zijn de over 1931 ten laste van de gemeente komende fabricage- kosten f. 100.000.beneden die over 1930 gebleven. Daarentegen werd in 1931 aan „armen zorg" respectievelijk f. 72.069.61 en f. 72.546 44 meer betaald dan in 1929 en 1930: aan „werkloozenzorg" respectievelijk f. 96.683.48 en f. 74.704.79 meer dan in 1929 en 1930 en aan „subsidiën aan werkloozen kassen" respectievelijk f. 54.235.38 en f. 65.233.08 meer dan in 1929 en 1930. Bovendien was de uitgaaf aan rente en aflossing van geldleeningen der gemeente over 1931 f. 82.413.— hocger dan over 1929 en f. 105.713.— hooger dan over 1930. de duitsche contingenteeringsplannen. Berlijn ontstemd over Nederland's houding. Wolff publiceerde gisteravond het van Nederlandsche zijde uitgegeven en door ons gepubliceerde officieele communiqué over de onderhandelingen der Duitsche delegatie in Den Haag. Daarin werd zoo als men weet medegedeeld, dat onze Re geering tot de conclusie was gekomen, dat de Duitsche voorstellen geen grondslag voor vruchtdragende gedachtenwisseling bevatten. Het officieuse Duitsche persbureau tee kent hierbij het volgende aan: Deze houding der Nederlandsche Regee ring heeft, naar wij van bevoegde zijde vernemen, hier (dus te Berlijn) groote ver wondering gewekt, want Nederland heeft zelf sedert eenigen tijd talrijke contingen ten vastgesteld, waaronder voor schoe nen, tricotstoffen, texticlgoederen, confec tie, aardewerk, enz., welke den Duitschen uitvoer naar Nederland met ongeveer 50 millioen mark per jaar verminderen. Ne derland heeft deze maatregelen getroffen, zonder daarvan de Duitsche regeering van gedachten over de uitwerking te wisselen. Bij dezen stand van zaken valt het niet te begrijpen, dat de Nederlandsche Regee ring zich wil onttrekken aan de door ons aangeboden uiteenzetting over de aan Duitsche zijde ontworpen contingentec- ringsmaatregelen. G. KIVERON r In den ouderdom van 67 jaar is te Den Haag overleden de heer G. Kiveron, oud hoofdinspecteur der Posterijen, Telegrafie en Telefonie. Hij was ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Een weldoener der blinden. De gep. generaal-majoor L. J. Scheltema te Den Haag, die zich na zijn pensionnee- ring, veel bewogen heeft op het gebied van zorg voor blinden, buiten de blinden instituten is dezer dagen 75 jaar geworden. Generaal Scheltema. die zich in zijn zorg voor de blinden niet op openbaar terrein beweegt, heeft gistermiddag een huise lijke receptie gehouden, waarop vele oud- ambtgenooten en andere vrienden den krassen 75-jarige hun gelukwenschen kwamen aanbieden. Moeders en verwanten van blinden, die generaal Scheltema geholpen heeft, kwa men hem ook de hand drukken. Hoewel generaal Scheltema geen relatie heeft met blindeninstituten, hebben de meeste toch door schriftelijke gelukwen schen van hun belangstelling doen blij ken. VERHOOGING VAN HOOFDSTUK V. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging en verhooging van hoofdstuk V der Rijksbegrooting voor het dienstjaar 1931. Het totaal van de voorgestelde verhoo gingen (gew. dienst) bedraagt f. 12.176.792. Hiervan kan een bedrag van f. 11.335.000 aan uitgaven op rekening van de buiten gewone tijdsomstandigheden worden ge steld. PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND. Wintervergadering. De Staten van Zuid-Holland zijn bijeen geroepen op Dinsdag 22 November, te 11 uur voormiddag. Het ligt in de bedoeling van den wjor- zitter de vergadering daarna voort te zet ten op Dinsdag 13 December. STEUN AAN DE HARINGVISSCHERIJ. Regeermgscrediet zal beschikbaar worden gesteld. In Den Haag is een algemeene reeders- vergadering gehouden, waarin het voorstel van het bestuur der Reedersvereeniging van de Ned. haringvisscherij om prijs- regelend op te treden bij den verkoop van haring in den afslag, werd aangenomen De regeering heeft zich bereid verklaard een credietregeling te bevorderen, waardoor het visscherijbedrijf voor eigen risico in staat gesteld wordt om tijdelijk haring uit de markt te nemen. De Reedersvereeniging voor de Ned. haringvisscherij is met de uitvoering van deze regeling belast. Onder goedkeuring van de regeering is een commissie van prijszetting benoemd, waarin zitting hebben een vertegenwoor diger van de regeering (ambtshalve voor zitter), reeders en exporteurs. Het Hbld. meldt dat de regeering thans nadere voorstellen der reedersvereeniging afwacht. Uitgewerkte plannen zijn er namelijk nog niet. Ook heeft de regeering nog geen beslis sing genomen over de grootte van het te verstrekken crediet. Een en ander houdt uiteraard ten nauwste verband met de regeling, welke nog tot stand moet komen. ONDEROFFICIERS VEREENIGING „ONS BELANG". Resolutie inzake het rapport Weiter. Te 's-Gravenhage is gisteren een bui tengewone algemeene vergadering gehou den van de onderofficiers-vereeniging „Ons Belang", inzake het rapport-Welter. Er is gesproken door de heeren W. Wijk, W. J. Vaatstra en H. Klooster, waarna de volgende resolutie is aangenomen: De Vereeniging „Ons Belang", over wogen hebbende de plannen der Regee ring. spreekt zich uit als volgt: 1. De Analyse van het Legerbudget geeft een onzuiver beeld van de kosten van het militair beroepspersoneel. Het bedrag van pl.m 66 pCt. der Defersiebegrooting is fout en belangrijk te hoog. Onder dit be drag is ten onrechte medebegrepen ruim f. 7.000.000 voor burgerpersoneel. Voorts is onder het bedrag der pen sioenen ten onrechte mede berekend het door het Pijk verschuldigde bedrag aan oude pensioenen, waarvoor door het Departement nimmer premie is gestort. Dit bedrag kan worden gesteld op min stens f. 5.000.000. 2. Vermindering van het aantal reg;- nrn.ten Infanterie en eventueel Artillerie of andere wapens en dienstvakken acht zij onder de huidige omstandigheden ontoelaatbaar. 3. Uitdunning van het onderofficiers- kader. Dcor verdere uitdunning van het be roepspersoneel verliest de Landmacht een groot deel van haar waarde, waardoor de Landsverdediging belangrijke schade zal ondervinden 4 Het aanschaffen van materieel zal niet geheel kunnen worden nagelaten, doch kan met het oog op de huidige finan cieele omstandigheden worden vertraagd. 5. Het is wenschelijk om, vóór dat eenige wijziging in de organisatie wordt aangebracht, een deskundige Commissie te benoemen, waarin ook zitting hebben per sonen uit alle rangen van het leger, ten einde een diepgaand onderzoek in te stellen en te adviseeren of het toelaatbaar is de vredesorganisatie wederom te wijzi gen in den vorm van sterktevermindering en het beroepspersoneel nog meer uit te dunnen. 6. Ingeval inkrimping en dientengevolge afvloeiing van het onderofficierskader, niettegenstaande het onder 1, 2 cn 3 aangevoerde, wordt doorgevoerd, dringt de organisatie er met de meeste kracht oo aan dat afvloeiing slechts geleidelijk zal geschieden door het vrijwillig aanvaarden van het ontslag en pensioen of wachtgeld en verder het gewone verloop 7. Mocht onverhoopt gedwongen ontslag plaats hebben, dan dringt de organisatie met kracht erop aan. dat een Rijksplaat- singsbureel wordt ingesteld en de ontsla gen onderofficieren in andere gelijkwaar dige vaste Rijksbetrekkingen worden ge plaatst. 8 De Organisatie wijst met nadruk op de gevolgen van de vorige massa-ontslagen van onderofficieren, waarvan een deel thans door onvoldoende hulp van het Rijk in groote financieele moeilijkheden en ellende verkeert. 9. Als maatregel van bezuiniging wordt j aanbevolen het vervangen van officieren door onderofficieren in functies, welke j evengoed of beter door laatstgenoemden kunnen worden vervuld. f 10. De salarisvermindering kan niet vrijwillig worden aanvaard. De kosten van i levensonderhoud zijn belangrijk minder gedaald. 11. Nu door de minder gunstige finan cieele positie van het Rijk versterking van middelen noodig is. is de organisatie van meening. dat de Regeering een beroep op het geheelc Nederlandsche Volk zal be hooren te doen. zoodat alle Nederlanders naar draagkracht en naar billijkheid bijdragen in de crisislasten. 12. Ingeval verlaging van salarissen van ambtenaren onafwendbaar mocht zijn, behoort het met volgende rekening te worden gehouden: a. ongehuwden behooren aan geen groo- tere korting te worden onderworpen, dan de gehuwden: b. de salariskorting behoort een tijdelijk karakter te dragen in verband met den duur der crisis, terwijl de pensioengrond slag onaangetast behoort te blijven; c. de door de Commissie Weiter voorge stelde kortingen op salarissen, nJ. perma nente verlaging voor gehuwden en kost winners van 8 pCt, en voor ongehuwden van 13 pCt., zijn te zwaar en moeten der halve verminderd worden. DE NIEUWE VERHOOGING DER INVOERRECHTEN. Tweede nota van wijziging. Bij tweede nota van wijziging zijn enkele wijzigingen gebracht in het wetsontwerp tot tijdelijke heffing van opcenten op alle invoerrechten en op den accijns op bier, alsmede herziening van het tarief. In de eerste plaats is gebleken, dat ver schillende kleine motoren voor rijwielen en motorrijwielen een gewicht per liter werkzamen cylinder-inhoud hebben tus schen 100 en 200 K.G. De belastbaarheid is dus tot laatstgenoemd gewicht ver hoogd. Voorts zouden als gevolg van vóór de indiening van het wetsontwerp of van de eerste nota van wijzigingen reeds afgesle ten contracten vele personen en lichamen de door hen verschuldigde bedragen, niet kunnen verhalen op degenen, aan wie zij de goederen, waarop de nieuwe of ver hoogde heffing drukt, moeten leveren. Deze overweging heeft geleid tot kwijt schelding, wanneer wordt aangetoond, dat de goederen door dengene, voor wiens re kening de heffing zou komen, vóór 29 September jl. zijn verkocht. DE K.AMERVACATURE-AMENT. De benoemde was overleden. In de „Residentiebode" lezen wij: Zaterdag meldden de bladen officieel: „De voorzatter van het Centraal Stem bureau voor de verkiezing van de leden 'der Tweede Kamer heeft in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer J. J. C. Ament tot lid van de Tweede Ka mer benoemd verklaard den heer H. H. Trienekens te Venlo." Zooals we een paar weken geleden, toen de heer Ament stierf meedeelden, is deze heer Trienekens een paar jaar geleden overleden en is de heer Truijen de op volger. Het Centraal Stembureau leest vermoe delijk geen kranten Of: is deze benoeming geschied, wijl het bureau niet officieel van het overlijden in kennis gesteld werd? Hoe 't zij. het doet wat erg vreemd aan. als overledenen tot Kamerlid bevorderd wor den. .Den benoemde zal officieel worden ken nis gegeven", heet het nog. Kan men de familie zulk bericht niet alsnog besparen? BEGRAFENIS VICE-ADMIRAAL VAN DEN BOSCH. Onder zeer groote belangstelling heeft gistermiddag op Oud-Eik-en-Duinen te Den Haag de teraardebestelling plaats gehad van het stoffelijk overschot van vice-ad- miraal I van den Bosch, in leven kanselier der Nederlandsche orden. Opgemerkt werden o.a. vice-admiraal jhr. Schorer, de gepens. vice-admiraals B. Schreuders, C. Fock. Cohen Stuart. Sluys Ten Broecke Hoekstra. Rambonnet. Quant, de gepens. generaals Kalff, Weber. Schef- fer. Doorman. Swart. Boeillaard, de gep. kapiteins ter zee Diemer Kool. Quispel, Tis- sot van Patot. graaf van Hogendorp. Van Nauta Lemke de kapitein ter zee Roms- winckel, als vertegenwoordiger van den commandant der marine te Amsterdam, de kapitein ter zee Luymes, de gep. kapitein ter zee Houwing. oud-burgemeester van den Helder, jhr. A. G Sickinghe. A. Ruys en B van Haersma Buma namens de ver. van leden der Ned. Ridderorden, D. A. P. Koning, gep. directeur marine-etablisse ment te Batavia, mr. A. L. Nypels, raads heer in den Hoogen Raad en verscheidene andere belangstellenden, w.o. ook een de putatie van den Bond van Ridders M.W O., die ook een krans had gezonden. In de rouwkapel werd orgelmuziek ten gehoore gebracht. Als eerste spreker trad naar voren de heer Houwing die als oud-officier van den staf. waarvan de thans ontslapene aan het hoofd stond, vice-admiraal van den Bosch schetste als de persoonlijkheid, die ten volle op de hoogte was van alle détails dei- zeemacht en die zich kenmerkte door krachtige leiding en groote humaniteit. Vice-admiraal Schorer sprak als verte genwoordiger van het korps zeeofficieren, waarvan vice-admiraal v. d. Bosch 40 jaar lang deel heeft uitgemaakt. Jhr. Sickinghe sprak een woord van af scheid namens de vereeniging van Ned. Ridderorden, waarvan vice-admiraal v. d. Bosch vice-voorzitter was: de heer J. J. Bouman bracht een eerbiedigen groet na mens den Bond M.W.Ode heer Philipsen, oud-griffier der marine sprak woorden van dank aan zijn oud-chef en een oud-collega bracht een groet als vriend. Ds. Fetter sprak het slotwoord. DE PRINS VAN WALES IN ONS LAND. Naar wij vernemen zal de Prins van Wales op 13 dezer per vliegtuig uit Zweden, waar hij thans op bezoek is. arriveeren voor een bezoek van eenige dagen aan ons land. De Prins zal op dien dag waarschijnlijk met een particulier vliegtuig uit Stock holm op Waalhaven aankomen en zich dan naar Den Haag begeven. VERBOUWING STATION TE ARNHEM STOPGEZET. Geen geld meer beschikbaar. Naar wij vernemen zijn de verbouwings werkzaamheden aan het Arnhemsche spoorwegstation stopgezet in verband met de moeilijke financieele omstandigheden, waarin de Nederlandsche Spoorwegen mo menteel verkeeren. De keermuur aan den Amsterdamsche- weg is gereed gekomen, doch de aanleg van het derde perron en in verband daar mee de verlegging van het geheele empla cement. voorts de bouw van een nieuwe tunnel, zijn voor onbepaalden tijd uitge steld. Met dit werk. waarvan de teekenin- gen kant en klaar gereed liggen, zou na melijk een uitgave van ruim twee millioen gulden gemoeid zijn. welke thans niet te verantwoorden is. De Spoorwegen stellen verschillende groote werken in den lande uit tot betere tijden en daaronder valt ook de verbouwing en uitbreiding van het Arn hemsche station. (Tel o DE POSTVLUCHTEN. De .Duif" (retourreis) is gisteren uit Rangoon vertrokken en te Allahabad aan gekomen. De „Oehoe" is in Jodhpur aangekomen. o VERSPREIDE BERICHTEN. Te Rotterdam is gisteren circa f. 32.000 gecollecteerd voor het Crisiscomité.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9