Aankomst Prins George op Schiphol - De nieuwe brug te Barendrecht
73,le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
FEUILLETON.
De gevolgen van een Operatie
fc uaJUSMim
Straatsburg, zei de vriendin tot haar man.
Ach, u ook? Ja, de andere meneer en
mevrouw bleven daar een tijdje. Het was
een mooi land, Elzas-Lotharingen, te wei
nig bekend, men reisde er gewoonlijk door
heen, maar het was er toch bijzonder
interessant.
Cultureel heel interessant ook, zei de
heer met het Duitsche accent.
Op dit oogenblik was men juist het sta
tion Roosendaal binnengekomen. Douane
station.
Lastig die visitaties, vond de nieuwe
vriendin.
Ja, wij hebben er niet veel hinder
van; mijn man heett een koerierspas.
De mededeeling scheen eenigen indruk
te maken.
Maar meteen hadden de beide nieuwe
kennissen benige behoefte, zich toch eens
even te vertreden; ze gingen een oogen
blikje op het perron loopen. De visitatie
geschiedde toch pas na het vertrek, in
den trein, wisten zij. Alleen de pas-con-
maar tot Straatsburg gaan, dat was wer
kelijk tien uur sporen! al meer dan
genoeg. Het was een doorgaande trein;
in een rustig eerste-klas-hoekje was het
zoo wel te doen Méér dan dat, in zijn
eigenaardige verjonging, die zich vanzelf
aan Clara had meegedeeld, scheen het
een féést, door de landen te vliegen
vier landen op één dag telde hij: Neder
land, België, Luxemburg en Frankrijk. En
toen moest hij zelf lachen om zij* eigen
kinderlijk plezier; net zoo had hij als jon
gen, als hij met vrieijdjes een groote Zon
dagswandeling deed, uitgerekend: nu zijn
we drie „gemeenten"! doorgeloopenDen
Haag, Wassenaar en Katwijk. Ja, het was
eigenaardig, hoeveel (.sterker, sedert zijn
operatie, de herinneringen aan zijn jeugd
op den voorgrond kwamen, en belangrijker
voor hem waren. Clara had het ook al op
gemerkt en het aan dén dokter mede
gedeeld, die haar trouweni gevraagd had,
of ze wel, om het exceptionaele van Henri's
geval, hem nu en dan eens zou willen mel
den wat ze voor bijzonders aan den pa
tiënt opmerkte; er was van den zomer een
psychiatrisch en psychologisch congres.
Het zou wel aardig zijn als hij daar een
gedetailleerde beschrijving van de symp
tomen kon geven.
De trein stond op het punt van vertrek
ken, toen een heer en een dame de coupé
binnenkwamen en zich op de overgeble
ven plaatsen zetten. Dit geschiedde niet
zonder eenige bereddering; de dame had
heel veel netbagage, maar gelukkig had
den Henri en Clara plaats over, zoodat
alles nog wel te bergen bleek. Dit gaf aan
leiding tot eenige pardon's eener- en be
leefde bereidwilligheid anderzijds; de
andere zijde was Clara, want Henri, of
schoon eenigszins bezwaar makend, ver
klaarde geen enkele maal dat hij het pret
tig vond de dame van dienst te kunnen
zijn. Hij had zich als Clara trouwens
verheugd op de reis alleen in het kamertje,
met volop ruimte, en Clara betreurde te
meer de aanwezigheid der anderen, nu ze
door Henri's gedrag weer eens, als meer
malen de laatste dagen, herinnerd werd
aan de onzekere grenzen tusschen beleefd
heid en waarheidsliefde. Beleefd was
Henri altijd in de allerhoogste mate ge
weest, maar jaEn diverse kleinighe
den schoten haar te binnen, die ook thuis
al. in zoo groot mogelijk gehouden afzon
dering. hinderlijk waren geweest. Was er
al niet bijna een crisis van gekomen, toen
ze den eersten keer, niet denkend aan
Henri's tegenwoordigheid, tot het dienst
meisje had gezegd:
We zijn niet thuis, hoor!" O, nu
merkte je eens, hoeveel je zoo dagelijks-
weg loog ,.en gros" en „en détail"
De heer en de dame waren overigens
niet lastig: ze waren zelfs voorkomend, en
het opvallende was, dat dit in afwij
king van den gewonen regel het meest
van de dame gold. En toch niet ordinair
en heelemaal niet opdringerig. Haar
vriendelijkheid toonde zich heel toevallig,
en op de aardigst denkbare wijze.
Toen Clara een poosje in den zijgang
was gaan staan dat staande uitkijken
in den trein was één van die kinderlijke
eigenaardigheden, waaraan ze nu plots
meer onbekommerd toegaf moest, na
een poosje, de dame haar even passeeren,
op weg naar het toilet; ze kwam na korten
tijd terug, nog met eenige technische zorg
een blik werpend op haar eene hand, die
keurig gewasschen en gemanicuurd bleek,
en die ze zich, met een zorgzaam vrouw-
van-de-wereld gebaar, haastte weer in
haar zeer modieus handschoentje te ber
gen. Die handschoentjes waren eigenlijk
veel te teer en „besmettelijk" voor de reis,
dacht Clara; het verhoogde het aanzien
der dame, dat ze daar zoo voornaam on-
zulnig mee was. Ze merkte Clara's blik op
en glimlachte even, een echt gezellige
glimlach, de glimlach van een aardige,
genoeglijke vrouw. En ze zei niets. Vol
strekt niet zoo iemand, die er op gesteld is
de conversatie aan te knoopen. En toen
bleef ze, twee raampjes verder, ook staan
uitkijken, met diezelfde, eenigszins kin
derlijke belangstelling van Clara.
Zooiets werkt altijd 'n beetje verteede-
rend en minstens vertrouwen-wekkend;
zoo'n stemming voel je allebei, en als die
tröle was hier.
Clara was een beetje nieuwsgierig om de
passen te zien. Waren het een Duitschei
een Belgische? Maar ze zag de passen
niet; bij het uitgaan waren de beide
vreemdelingen den douanebeambte tegen
gekomen, die hun pas in de zijgang inzag.
De reis verliep, zooals zoo'n reis ver
loopt. Het zitten gaat op den duur lang
vallen, men leest, men dommelt, en men
praat een beetje. Ja, dat geeft dan nog de
meeste voldoening, wat praten met onbe
kenden, stukjes vreemd leven, van heel
verren groeibodem, met heel vreemde In
teressen, nu tijdelijk even mee opgesloten
in zoo'n voortdaverenden treinkamertje.
Maar al zijn de omstandigheden voor zoo'n
gesprek bijzonder gunstig je moet bij
elkaar zitten, en na het afscheid zijn er
geenerlei consequenties van voortgezette
conversatie de partners moeten toch
ook wat in je smaak vallen. Nu, dat was
hier wel het geval, althans met de dame,
die onderhoudend was, en veel te vertellen
had uit interessante omgevingen, van het
Straatsburg dadelijk na den oorlog, van
verwikkelde Fransch-Duitsche verhoudin
gen in families, in gezinnen zelfs. En zoo
terloops in het gesprek vroeg ze met een
enkele onschuldige vraag wat Henri dacht
van dit en van dat, en er werd tegen
woordig zooveel gesproken over het zelf-
bestemmingsrecht van de volkeren, er was
in den Elzas ook zoo'n partij van autono-
misten.
Dacht u, dat die toekomst had?
Het zou een oplossing zijn, zei Henri.
Nietwaar? Meneer was dus van oor
deel, dat de Elzassers onder het Fransche
bestuur ook niet heelemaal tevreden wa
ren. Och nee, dat kon wel
Henri begon spraakzamer te worden.
Het waren kwesties, die hem interesseer
den, en hij had in zoo lang niemand ge
had om daarover te spreken. Dat vrouwtje
was ook erg aardig en vlug. Die man min
der, die zat maar aldoor te dutten; ten
minste: hij zat met zijn oogen dicht; deed
ze maar van tijd tot tijd eens even sla
perig open: ja. dat is ook wel de beste
methode om je te onttrekken aan ver
moeiend gepraat, als je er geen zin in
hebt. En Clara was ook een beetje afzijdig
geworden, keek wat plaatjes van een
geïllustreerd blad. Ze begon wat moe te
zien. Hij voelde zich nog fiksch; herstel
len is ook iets heerlijks, je bent zoo vol
belangstelling voor die wereld die na
maanden weer voor je open gaat, dat je
geen vermoeienis kent. En hij praatte dan
ijverig over de Elzassische kwestie; ja,
indertijd, in '70, was men in den Elzas niet
op Duitschland gesteld, maar de Duit-
schers hadden het land met onhandig
gekoloniseerd; krachtig en toch met
beleid.
(Wordt vervolgd).
DE OFDE KERK TE DELFT die wegens groote bouwvallig- DE DIEPZEE-ONDERZOEKER BEEBE met de duikerklok waar
heid voor den dienst gesloten zal worden, gezien vanaf de
Oude Delft. mee hij een diepte van 600 meter bereikte.
EEN STRAAT-AUTIST schildert bij 'de St. Martin in the Fields-
kerk te Londen na»ar levend mouel.
WAAGHALZERIJ. Een Amerikaansche vliegenier stapt van een
vliegmachine over op een auto. Alles ter wille van de sensatie
STUDENTEN VAN DE TECHNISCHE H00GESCH00L TE DELFT brach
tén een bezoek aan de nieuwe brug te Barendrecht. Boven op de brug, tijdens
Let opvijzelen van den zwaren toog (rechts).
Oorspronkelijke roman door Jan Walch.
7)
DE AANKOMST VAN PRINS GEORGE VAN ENGELAND - op Schiphol, op
weg naar Malmö. V.l.n.r. de secretaris van den prins, majoor Humphrey Butler
en de heeren de Vries, Thomson, de Engelsche consul Laming, Wurfbain, Del-
laert, prins George, de Veer, mr. Robinson, Engelsch consul-gen., Paul May
C nee, zei Clara hartelijk en beleefd
want lie vriendelijke belangstelling, spe
ciaal ru die van zoo'n innig gedistingeer
de dame kwam, waardeerde ze, „neen,
neen, hij Is.... uh.... heel wel.
Een critisch, nauwlettend toehoorder
zou in haar stem een zekere aarzeling
hebben gehoord, die in strijd was met
den zin der gedecideerde woorden. Maar
de steels minder vreemde dame scheen
iemand, die. als ze zooiets opmerkte, er in
elk geval niets achter zoeken zou.
Het is niet verwonderlijk, dat men na
dezen inset tot een vertrouwelijk gesprek
kwam; de dame bleek een Belgische,
sprak ook uitstekend Fransch, zooals ze
ook uitstekend Nederlandsch sprak. De
meneer sarak weinig, zoo min mogelijk
zou men ztggen, maar hy had een Duitsch
accent. Het gaf alles bij elkaar den ple.-
zierigen iniruk, dat men, zelfs voor men
Roosendaal voorbij was, in het buitenland
verkeerde. Trouwens, voor het gevoel van
de meeste tienschen begint het buitenland
al op het otgenblik, dat ze in den D-trein
stappen; men ziet het aan hun blikken.
Clara veitelde dus, dat men een ont
spanningsreisje maakte, een reisje om op
te knappen. ieen, haar man was niet ziek,
hij was ziek gewéést; ze sprak er niet ver
der over. EP vandaag gingen ze dan tot
Straatsburg.
Zullen «e weer gaan zitten? Of blijft
u liever nog wat uitkijken? vroeg de
nieuwe vriendin.
Neen. Clari had nu wel lang genoeg
uitgekeken; hst was ook vermoeiend zoo
lang in zoo'n schommelenden trein op de
been te blij vet.
Mijnheer ?n mevrouw gaan ook naar