Het autobus-ongeluk te Laren - Start Gordon Bennett-ballonwedstrijd 73sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. De gevolgen van een Operatie WIELERWEDSTRIJDEN 031 HET CLUBKAMPIOEN SCHAP VAN NEDERLAND in de omgeving van Arnhem. De eerste renners passeeren een over den kop geslagen [volgauto. De beide inzittenden van deze auto werden gewond. DE START VAN DEN GORDON BENNETT-BALLONWEDSTRIJD TE BAZEL, r— Het vertrek van den Duitschen ballon „Stadt Essen",. DE SAXOFONISTE VAN HET WALDORF* HOTEL te Londen trad in het huwelijk. Voor de bruiloftsgasten gaf zij een solo op de saxofoon. Oorspronkelijke roman door Jan Walch. 3) Ik wil daar graag nog wel eens met u over spreken, meneer Bender, als u er belang in stelt, antwoordde de dokter. „Een belangrijke quaestie is het zeker. Maar laten we ons op het moment tot onzen patiënt bepalen. Ik mag hem niet zien? Het zou wat druk voor hem worden. Hij wacht vanmiddag ook al bezoek. Ga jij nu met mij naar huis koffie drinken, Kees, zei Clara. „Kun je niet tot morgen blijven? Ooh ja Nu, dan ga je morgen naar hem toe. Of vanmiddag. Prachtig. Laten we nu maar weg gaan; we houden den dokter op. Clara moest nog een boodschap in de stad doen en Kees, ziende dat zij moe was van al de emoties, stelde voor een kopje koffie in een lunchroom te drinken. Ze waren in de buurt van Lensvelt Nicola, en vonden een tafeltje voor het raam. Ze spreken van de ironie van het lot, zei Kees. Nu, de reputatie heeft het lot niet gestolen! Daar hoor ik op m'n hei van die operatie; ik kom in angst en beven aangesneld, je weet: ik houd van hem. En daar word je niet alleen gerust gesteld wat natuurlijk heerlijk is maar je wordt van de atmosfeer van onrust meteen overgeheveld in de mal ligheid. Malligheid? Ja natuurlijk. Net zoo'n malle mallig heid als die daar. Hemel, wat heb je hier in Den Haag toch 'n merkwaardige paro dieën op de menschheid. En hij duidde in de richting van een oude dame, die, siga ret na sigaret opblazend uit een doosje, dat voor haar op de tafel stond, In een soort van witte meisjesjurk kwaadaardig mompelend naar buiten zat te kijken. Clara woonde in Den Haag, en was dus meer op dat gebied gewend. Zou ze op een vriendje zitten te wach ten? vroeg Kees vroolijk. Clara antwoordde niet. Kees was 'n rare kerel; enfin, je moest hem nemen zooals hij was: een brok natuuraprès-tout is dat ook wel acceptabel Kees begreep uit haar zwijgen, dat ze met haar gedachten bij haar man was. En dat hij toch eigenlijk wel wat serieu zer mocht zijn. Henri had toch een heel gevaarlijke periode doorgemaakt. Hij raakte even, als een hondje, haar kleine hand aan, die op tafel naast haar koffie kopje lag, en zei: Je moet niet denken, dat ik het niet alles met je meevoel, Clara. Ik ben innig blij, hoor, dat het er zoo goed voorstaat. Maar och, ik ben zoo'n zieltje-zonder zorg, hè.Zoodra het gevaar van de lucht is, ben ik weer klaar om te lachen. En, je zult wel toegeven, dat dit werkelijk een eenigszins comische situatie is. Clara trok dè wenkbrauwen op. Ik vind het zoo comisch niet, Kees. Ik vind het angstigJa, jij hebt natuurlijk nog niet aan de consequenties gedacht; ik eerst ook niet. Maar nu moet je je eens indenken: vanmiddag komt zijn chef. Ik weet precies hoe Henri over heni denkt. Hij spreekt tegen mij niet veel over het departement, maar dat heeft hij me toch wel gezegdGeschoold in de voorzich tigheid, aarzelde zij. Wat? Och ja, jou kan ik het wel vertellen. Hij vindt hem eenenfin, 'n erg onbe duidend man 'n Nul, vereenvoudigde Kees. Clara keek angstig rond, knikte toen. Het was toch wel rustig, zoo iemand, die de dingen zoo precies bij hun naam noemde. Ennu ben je bang dat hij hem dat zal laten merken. Jalieve hemel begrijp je nu hoe erg het is?! Kees dacht even na. Mag je hier een pijp rooken? vroeg hij. Ja, zie je, dan kan ik beter denken. Hij stak z'n korte pijp op, deed een paar halen, zei toen: Kijk es het kan meevallen. Die man, die chef. nu, die zal hem toch niet vragen: hoe vind je mij eigenlijk wel? Die vraagt eenvoudig: hoe is het met jou? Nu, en dan zeggen ze nog wat banaliteiten over en weer Jawel, jawel, maar die banaliteiten, zooals jij het noemtDat zit vol voet angels en klemmen. De dokter, die heeft hem daar pas gevraagd: Vind je me geen stommeling? En hij zei: ja. Kees proestte het weer even uit. Maar hij bedwong zich dadelijk weer en zei: Hm ik begin er nu ook wat van te voe len. Kan je dien man niet 'n poosje weg houden tot het wat gebeterd is? de waarheidsliefde .bedoel ik? Clara schudde het hoofd. „Gisteren nog heeft hij geïnformeerd, bij den dokter, en die heeft gezegd dat er niet het minste bezwaar was tegen een bezoek. Hij kan van idee veranderd zijn. Dat kan, maar dat geeft ook al een verkoeling. Ja, Kees in haar angst werd Clara openhartig jij kent die menschen niet in al hun verwaandheid en ijdelheid. Zoo iemand als meneer Colver is er innig van overtuigd, dat het 'n geluk voor Henri is, dat hij hem komt opzoeken! Dat hem dat erg goed zal doen! Hij zou het een onbehoorlijke gril vinden, hij zou gefrois- seerd zijn. Kees haalde weer een gedachte op uit zijn pijpje. Wacht es evenik heb het! We moeten dan eenvoudig vooral niet zeggen, dat hij aldoor de waarheid spreekt, maar enkel, dat hij een beetje in de war is, door de operatiedat is toch feitelijk zoo!" Hij lachte nu niet meer zoo royaal, keek alleen met een oolijken oogtwinkel voor zich. „Dat is hij toch ook, van het gewone wereldsche standpunt gezien Het is een tragicomedie, zei Clara, die toch niet allen zin voor het comische miste. „Maar het Is toch ook gevaarlijk; als Colver het idee krijgt, dat hij zóó erg in de war is, zal hij er heel erg over den ken, of hij hem wel in zyn functie kan handhaven. Om nog niet van de aan staande promotie te spreken, waar Henri zoo vast op rekende. Ja, en dan moet je bedenken: het is een rare tijd, „af vloeien" van ambtenaren, „op wachtgeld zetten" is aan de orde van den dag; zij zijn blij, als ze daar een redelijke reden voor hebben. En al doen ze dat nu nog niet dadelijk iemand, die eenmaal zoo iets gehad heeft We moeten er allebei bij zijn, zei Kees peinzend. Dan kunnen we misschien nog eens wat redresseeren. Ja, dat is een goed idee. En misschien loopt het ook zoo'n vaart niet. Als die Colver ziet, dat hij nogal goed Is, spreekt hij misschien over het werk, hè? Daar moeten we het heen sturen! Clara glimlachte half triest, half ironisch. Dacht je, dat ddt alles zonder on waarheid behoorlijk te bespreken was? Enfin het moet. Zullen we nu maar op stappen? Ze gingen. De oude dame in de baby jurk keek hen met mlsprijztng na. DERDE HOOFDSTUK. De waarheid heerscht. Het was tien minuten over tweeën, toen mijnheer Colver, rar, Colver, werd aange diend. Hij werd met opmerkelijke onver schilligheid door den patiënt, met des te angstiger interesse door diens vrouw en vriend afgewacht. Clara en Kees dan waren, overeenkom stig het in het vorige hoofdstuk meege deelde plan-de-campagne, aanwezig. Het verdient misschien opgemerkt te worden, dat Kees, ofschoon zijn „oude vriend" Henri zich gewoonlijk vrij gereserveerd over hem placht uit te laten, niet zonder hartelijkheid door dezen was ontvangen. Wat Clara, die zich eenigszins had gepre pareerd op onaangenaamheden ook te dezen, bepaald verraste, gelijk het ook Kees zelf naar het scheen, meeviel en zelfs volkomen verteederde, 't Was of Henri zich meer dan vroeger aan hem verwant voel de. Maar dit alles waren slechts prelimi naire gedachten; met eenige gejaagdheid genoten. Men dorst er niet bij stil te staan; beider aandacht spande zich aanstonds weer in de richting van den verwach ten chef. (Wordt vervolgd). DE COMMISSARIS DER KONINGIN IN NOÖR1MÏKA 11.1 NT Heeft de gemeente-. waterleiding van Mïerlo officieel ïn gebruik gesteld. De botsing tusschen autobus en tram te Laren. De plaats van Het ongeluk. Een persoon werd gedood, 8 zwaar- en 12 licht gewond. MET WELKE KRACHT de botsing tusschen tram en autobus te Laren aankwam, blijkt uit de aangerichte schade. De voorzijde van de tram werd ingedrukt. Van de autokap bleef niet veel meer heel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 5