Het Zilveren Jubileum der Leidsche Electriciteits-Fabrieken. VOORWOORD |||I1!III1IIIII1IIIII|[||||||||I!IIM S&gss®-*' Schenkt Uw aandacht eens aan de Etalages van de Erkende Installateurs en van de Stedelijke Lichtfabrieken I TOONWINKEL HOOIGRACHT 14 iiiii Edison's geniale uitvinding. Söes silt «IIcm ito® rn! 73ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 27 September 1932 Vijfde Blad No. 22246 Ir. G. A. v. KLINKENBERG Stedelijke Lichtfabrieken en Winkelweek bijlage DOOR Directeur van de Stedelijke Lichtfabrieken. Gaarne maak ik van de uitnoodiging der Redactie van het „Leidsch Dagblad" ge bruik om in haar electriciteitsnummer een kórt voorwoord te schrijven. Toen de Raad der Gemeente Leiden den lsten Maart 1906 het voorstel van B. en W. aanvaardde om tot stichting eener Electriciteitsfabriek over te gaan. was hier mede een besluit van vérgaande strekking genomen. Het Gemeentebestuur was zich hiervan bewust. Immers in afwijking van het ad vies van enkele directeuren van centrales in grootere gemeenten, die van oordeel waren, dat gelijkstroom voor Leiden het beste was. werd het plan van de adviseurs van Commissarissen der Gasfabriek aan vaard. om draaistroom te kiezen. Daarmede werd uitgesproken, dat de Electriciteitsfa briek wilde trachten de industrie, ook de groote bedrijven, te bedienen. Tevens schiep dit de mogelijkheid electriciteit over groo ten afstand te transporteeren, waarbij in de eerste plaats gedacht is aan levering aan de industrie langs den Ouden Rijn tot en met Alphen. In die dagen waagde zich nog geen der gemeentelijke centrales aan stroomlevering ver buiten haar eigen grondgebied. Welk een wijs besluit het kiezen van draai stroomlevering is geweest, is uit de snelle ontwikkeling der Leidsche centrale duide lijk gebleken. Aanvankelijk heeft de electrificatle van het Noordelijk en Noord-Oostelijk deel van Zuid-Holland groot zorgen met zich ge bracht, door de belangrijke kapitalen, die in de hoog- en laagspanningsnetten ge stoken moesten worden en waartegenover vergeleken met het stadsnet een veel ge ringer electriciteitsverbruik per kilometer staat. De moeilijkheden waarmede menig provinciaal electriciteitsbedrijf te kampen heeft gehad, waren te wijten aan het feit. dat zij niet zooals Leiden, konden steunen op een betrekkelijk groot bestaand debiet van een stad met geringe lasten van het kabelnet. De Leidsche Electriciteitsfabriek heeft, door de ervaring geleerd, een ruim cen trale-capaciteit geïnstalleerd met zeer groot reserve-vermogen. Dit geldt ook voor de kabelnetten, die door ringleidingen zoo veilig mogelijk zijn uitgevoerd. Het behoeft geen betoog, dat de kapi- taalslasten daardoor aanzienlijk zijn, hoe wel niet bovenmatig. De tarieven kunnen de vergelijking met andere bedrijven zeer goed doorstaan; die voor de industrie zijn steeds lager geworden om de concurrentie met andere krachtwerktuigen, vooral in deze tijden, te kunnen weerstaan. Steeds dieper dringt de electriciteit, door haar talrijke toepassingsmogelijkheden, in wo ning en bedrijf binnen en nog is het einde daarvan niet te voorzien. Ik waag het niet een voorspelling voor de toekomst te doen. maar wel kan gezegd worden, dat de electriciteit. nadat zij voor licht althans vrijwel een monopolie heeft bereikt en voor kracht het leeuwendeel heeft veroverd, zich thans opmaakt om ook op het gebied der warmte-voorziening een belangrijk debiet te verkrijgen. Niet tegenstaande uit een oogpunt van brand stofeconomie het toepassen van electrici teit voor het verhitten van heetwaterreser- voirs, voor de bereiding van spijzen en voor de verwarming van lokalen bij andere warmtebronnen ten achter staat en de kos ten hooger zijn dan met andere middelen, neemt het electriciteitsverbruik voor dit doel door de er aan verbonden nevenvoor- deelen, als grootere zindelijkheid, gemak kelijke verplaatsbaarheid, onafhankelijk heid van afvoerkanalen, enz. steeds toe. In de kleinere plattelandsgemeenten, waar de distributie van gas door de vaak eenzijdige en open bebouwing der wegen zeer duur zou worden, ligt voor de electri citeit nog een dankbaar arbeidsveld. In dergelijke gemeenten, waar reeds een uit gebreid electriciteitsnet aanwezig is, ver dient het ernstige overweging, om geen nieuwe belangrijke kapitalen vast te leg gen in een gasbuizennet. wanneer met be trekkelijk geringe bedragen in de behoefte aan warmwater- en spijsbereiding door electriciteit kan worden voorzien. In der gelijke gemeenten zullen voor dit doel spe ciale lage tarieven moeten worden inge voerd. Waar verreweg het grootste aantal der gemeenten in het leveringsgebied der Leid sche Centrale een gasvoorziening bezitten, zal het koken met electriciteit in de ge meenten, die voor voorziening met gas on gunstig gelegen zijn, geen extra capaciteit van de centrale verlangen. Intusschen is voorzichtigheid geboden en is het laatste woord hierover nog niet gesproken. Voor gemeenten waar gas- en electrici- teitsnetten naast elkaar bestaan, is een ge forceerde propaganda voor electrische warmte af te' keuren. Evenwel zal men de toepassing van electriciteit ook voor dit doel niet kunnen beletten. Ofschoon bijv. tandpasta of tandzeep wellicht driemaal zoo duur in het gebruik is als tandpoeder, prefereeren velen toch het tandpasta. Zoo is het ook met het gebruik van electrici teit voor verwarming. Electriciteit is in het algemeen voor verwarming duurder dan bijv. gas; toch zal een deel der verbruikers electriciteit weer boven gas prefereeren. Voor de gasindustrie is het evenwel zaak de verbruikstoestellen voor koken en warm waterbereiding verder te perfectioneeren om den strijd tegen de krachtige jongere electrische zuster met succes te kunnen volhouden, hetgeen naar mijn meening, zeer goed mogelijk is. Op het gebied der electrische verlichting is het laatste woord ook nog niet gespro ken. Met name zal het groote verkeer op de buitenwegen op den duur een intensieve verlichting noodzakelijk maken. Lampen van groote lichtsterkte met een gering electriciteitsverbruik zijn daarvoor reeds geconstrueerd en wanneer de tijden beter worden, zullen zij ongetwijfeld een ruime toepassing vinden. Ofschoon de sterke groei der Leidsche centrale op het oogenblik tot staan is ge komen, kunnen wij met vertrouwen de toe komst tegemoet gaan. zeker als wij zijn, dat nog een groot terrein op ontginning wacht. Mogen zoowel de electriciteitsver- bruikers als het bedrijf zelve daarvan de vruchten plukken! G. A. VAN KLINKENBERG. Een overzicht der Stedelijke Lichtfabrieken Uit dien hoorn van overvloed! Van electrischen overvloed. Het is niet noodig, dat U piekert over een feestgeschenk. Een electrisch geschenk is een welkom geschenk. En de keuze is enorm! U kunt een electrisch strijkijzer geven, een electrisch komfoor, een electrisch leeslampje of een electrischen broodrooster. Een melkkoker of een stofzuiger, een koffiepot of een verwarmings-kussen. Een haardroger of een eierkoker, een ventilator of een wijnmandje. U kunt iets geven uit een keuze van meer dan honderd electrische artikelen. Zoo'n electrisch geschenk valt in ieders smaak. Het is hygiënisch, gemakkelijk, rein, gezond, tijdbesparend en economisch. Werkelijk: Een electrisch geschenk is een dankbaar geschenk l Een kijkje in het laboratorium van Thomas Alva Edison tentijde van zjjn uit- y&ding der. gloeilamp.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 17