De toestand in de binnenvaart - Bouw nieuwe verkeersbrug over de Waal
73ife Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
1 De Bruid van het Glomdal
MARTHA EGGERTH, DE BEKENDE DUITSCHE FILM ACTRICE
zal dezer dagen een bezoek aan ons land brengen en Dinsdag
a.s. in het Kurhaus te Scheveningen optreden.
PRINS GUSTAAF ADOLF de oudste zoon van den Zweedschen kroon
prins, en zijn verloofde prinses Sibylle von Saksen Coburg-Gotha, die
22 October in het huwelijk treden, bij hun bezoek aan 'de Beiersche
poppen-stad Neustadt.
DE NIEUWE VERKEERSBRUG OVER DE WAAL BIJ NIJ
MEGEN. Het maken van het geraamte van een der 16 meter
lange heipalen^ welke in de bedding van de Waal gedreven zullen
worden, om de bogen van de nieuwe brug te 'dragen.
SCHIPPER FAASSE (met snor), die gisteren door de Koningin
op Het Doo ontvangen is, waarbij H. M. zich liet voorlichten ovér
den toestand in de binnenvaart.
Wat wenscht U
Met verwondering in zijn blik ontvangt een jonge bulldog 'den fotograaf.
MISS PAULINE DORAN (links) won Het golfkampioenschap
voor dames te Stoke Pages. Rechts 'de FranscKo deelneemster,
mile de Gunzbourg.
Uit het Noorsch van Jacob B. Buil.
18)
Jij bent een kerel, hoor! riep Goro
Tegnstaden. Ze stond op de stoep en keek
hem na.
De dominee zat in zijn studeerkamer.
Een beetje ongeduldig zat hij in een
preekebundel te bladeren. Hij was bezig
stof te verzamelen tot een nieuwe preek
voor Zondag.
Er werd aan de deur geklopt; een paar
«nigszins plompe tikken.
Binnen!
Binnen!
Hij lei den preekebundel terzijde en
Werp door zijn bril heen een scherpen,
onderzoekenden blik op hem, die bin
nen trad.
Het was Tore Braaten.
Deze had een nieuw pak aan van baai
en een klepmuts op van blauw, doorstikt
«ken en voelde zich geheel op zijn ge-
Wak, want hij had twee papiertjes van een
taaider en nog een markstuk en twaalf
schellingen in zijn lederen beurs. Ze had-
ten in alle stilte toch nog wat op den
oodem der kist, de lui op Braaten, zonder
tat iemand er iets van wist.
Tore trad binnen en deed de deur weer
I1 °P de klink achter zich.
Goedenavond, zei hij.
De dominee stond op.
Zoo, ben jij het Tore! Er kwam een
eigenaardig flauw glimlachje in zijn
oogen.
Tore bleef bij de deur staan.
Ja, ik ben het, antwoordde hij.
De dominee lei zijn bril neer en keek
hem pinkoogend aan.
Je komt dus toch? vroeg hij.
Tore talmde even.
Ja, ik moest wel, kwam er een beetje
verlegen uit.
De dominee schraapte zijn keel.
Het was een leebjke geschiedenis, die,
zei hij.
Ja, dat was het.
Diep in Tore's blauwe oogen trilde een
licht tartend glimlachje bij dit antwoord.
De dominee knipoogde sterker en ging
zitten.
Dat je tot zoo iets kon komen, Tore,
zei hij. Hij gaf met zijn gebalde hand
korte, zachte tikjes op de tafel.
Tore keek ernstig.
Het moest zoo gaan, zei hij. Zooals
die Ola te werk ging.
De dominee zweeg. Keek nu eens naar
de preek en dan weer naar Tore.
Wanneer twee elkaar willen hebben,
voegde Tore er aan toe.
De dominee schraapte zijn keel.
Hij was haar vader, zei hij.
Ja, geloof maar, antwoordde Tore.
Maar zij was toch geen stuk vee, zij, is het
wel? voegde hij er aan toe.
De dominee verschoof zijn stoel. Met
gloeiend gezicht keek Tore hem aan. Zijn
oogen waren blauw en strak. Er lag een
rimpel tusschen zijn wenkbrauwen.
Ze was toch een volwassen meisje,
vervolgde hij. En ze neemt toch hem, dien
ze wil!
De dominee zette zijn bril op. Liep vlug
heen en weer en ging weer zitten.
Hoe is dat alles toegegaan? vroeg hij
gebiedend. Hij kruiste de armen en zat
daar in zijn volle waardigheid.
Ja, dat zal ik U wel vertellen, zei Tore
Braaten.
En nu kwam het in gebroken zinnen,
met lange tusschenpoozen en vele schuch
tere wendingen, hoe ze samen opgegroeid
waren en van kind af aan van elkaar had
den gehouden.
Wij moesten elkaar hebben, wij bei
den, werd er gezegd. De oogen van den
jongen man blonken.
De dominee knikte energiek.
Ja! zei hij. Hij humde.
Daarna werd er verder verteld. Nu met
grooter vertrouwen en met oogen, welke
aldoor die van den dominee zochten, hoe
Ola Glomgaarden door macht en geweld
Berit had willen dwingen tot dit huwelijk
met Gjermund Hangsett en dat zij steeds
had geweigerd. En dan verder, hoe Ola
Glomgaarden eigenmachtig en zonder, dat
zij er iets van had geweten om de huwe
lijksafkondiging had gevraagd en de brui
loft had bepaald.
Dat was toch werkelijk alsof zij een
stuk vee was, vervolgde hij.
Vol verontwaardiging bleven Tore's
oogen op den dominee gevestigd.
De dominee knikte nogmaals.
Ja! zei hij. Daarna schraapte hij
weer driftig zijn keel.
En Tore Braaten vertelde verder hoe
hij jaren lang had gewerkt om een kerel
te worden, waarmee ze voor den dag kon
komen en dat hij nu een hoeve zoowel als
een nieuw huis bezat.
Heb je een hoeve? De dominee
sprong op.
Ja, die heb ik! gaf Tore kalm ten
antwoord.
De dominee ging weer zitten en
schraapte nu herhaaldelijk. Hij draaide
zijn duimen om elkaar, terwijl hij, met
over de borst gevouwen handen zat te
luisteren.
Maarhoe ging het nu toe op dien
dag? hm.
De dominee knipoogde bijna vroolijk
tegen Tore. Deze glimlachte en vertelde nu
uitvoerig en langdradig, hoe ze beiden
overeen waren gekomen om den ouden
Glomgaard schaakmat te zetten, hoe de
vlucht zich had toegedragen, en waardoor
Ola Glomgaarden hen niet had kunnen
achterhalen.
Hij had toen geen boot, ziet U, be
sloot Tore Braaten zijn verhaal.
Neen! De dominee hield zich in. Hij
had geen boot! zei hij met zijn rappe
scherpe stem.
Toen opeens schaterde hij het uit. Hij
lachte, zoodat de tranen hem over de
wangen rolden en zijn maag schudde.
Daarna werd hij opeens weer ernstig.
En toen? vroeg hij, terwijl hij zijn
bril vaster op zijn neus zette.
Tore werd nu ook ernstig. Vertelde over
Ola Glomgaarden's bezoek op Braaten en
over zijn bedreigingen.
Zij hadden bijlen, ziet U, verklaar
de hij.
De oogen van den dominee keken don
ker van achter zijn bril.
Bijlen! riep hij uit. En jij?
Tore keek den dominee aan.
Ze durfden mij niet aan. antwoordde
hij. Ik had een geweer!
De dominee wreef zijn handen.
Zoo? zei hij. Jij hadt een geweer.
Hij stond op.
Ja, zoo ziet men, donderde hij. Met
zijn dikke handen op zijn rug begon hij op
en neer te loopen.
Dit is nu echt als in de oude heiden-
sche tijden! Hij sprak luid in zich zelf.
Beestachtig! Snel liep hij op en neer,
bleef in het venster staan en keek uit in
den tuin. Daarna keerde hij zich om naar
Tore.
En wat nu? vroeg hij.
Tore stond voor zich uit te kijken.
Ja, wij gaan trouwen, zei hij.
De dominee schrok.
Daar ziet men het. riep hij uit. Dat
is het gevolg geweest!
Toen trad hij recht op Tore toe.
Dat was verkeerd, riep hij. Dat was
het verkeerde.
Tore keek den dominee verwonderd aan.
Ik meende, dat dit het rechte was,
antwoordde hij zacht.
Ja, natuurlijk! Wanneer de zaak een
maal zoo staat!
Je had eerder naar mij toe moeten
komen. Tore, zei hij. Zijn oogen bliksem
den door de bril heen.
Tore stond kalm voor zich heen te kijken
We waren niet eerder klaar, gaf hij
ten antwoord.
Klaar! De dominee balde zijn kleine
handen. Ik denk, dat je meer dan klaar
bent! Jelui woont toch samen!
Langzaam steeg er een kleur op in
Tore's gelaat.
Neen, dat doen we niet, antwoord
de hij.
De dominee trad een schrede terug. Zijn
gebalde vuisten openden zich van liever
lede. terwijl hij Tore aan bleef staren.
(Wordt vervolgd).