uit Los Angeles - Hockeywedstrijd HollandBritsch-Indië van het Glomdal LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. Terug Van de Olympische Spelen. koestal, in de schuur en op den dorsch- vloer. Zoo ging de avond voorbij. Eerst na het avondeten kwam Berit thuis en ging toen onmiddellijk door de keuken naar boven naar de dakkamer. Toen de beide gasten naar bed waren gegaan, ging Berit's vader naar boven, naJl waar ben je heen geweest? vroeg hij. Zi1n stem klonk eenigszins scherp. Noordwaarts naar Braaten, ant- WZedzat op het bed met haar beenen te schommelen, moest daar noordwaarts doen? Het klonk bijna boos en zijn oogen ^^Kijten^naa"Tore"s hoeve, antwoord- ^De^V^k'^ttend. Tore's hoeve! herhaalde hij. ^Jakeek hem strak aan. Haar oogen waren scherper dan hij ooit had kunnen V6™Zi?n'boerderijtje, bedoel je, vervolgde Vastberaden stond hij daar met de han- vasreexau Keek haar aan. den Va inwaarts en kijk zeLf, ant- %-ii Haar stem klonk koud. woordde^zy^ ilc heb wel wat anders te d?nj7£^etsZd^gwa?'erger was, zei 2eNuSoordde hij niet. Maar even later trad hij op haar toe. Berger Hangsett en Gjermund zijn gekomen, zei hij. Ze verbleekte. Zoo? zei ze. Gjermund heeft een aanzoek om je hand gedaan. Op het gezicht van Ola Glomgaarden kwam een harde uitdrukking. Hij keek Berit strak in de oogen. Zij weerstond zijn blik. Zoo? zei ze. Om tante zeker? vervolgde ze. Een diep rood steeg haar vader naar het gelaat. Om jou, zei hij. Hij ging recht op het doel af. Berit Glomgaarden antwoordde niet. Ze zat daar en streek haar doek glad. Bij jou dus! kwam er eindelijk. Ola Eriksen werd driftig. Wil je, of wil je niet? vroeg hij. Ze keek verwonderd op. Ik? zei ze. Hij keek haar dreigend aan. Mij heeft hij geen aanzoek gedaan, vervolgde ze. En weer begon ze haar doek glad te strijken. Neen, maar bij mij, zei Ola Eriksen nu scherp, en ik heb „Ja" gezegd. Hij keerde zich om. Nu stond Berit op en trad naar het venster. Ik wil hem niet hebben, zei ze. De vader keerde zich om en keek haar an.i We zullen eens zien, zei hij. Daarna ging hij naar beneden. Een half uur later kwam Karen, de tante, naar boven, om te gaan slapen. Berit zat haar haar te vlechten. Lang en blond hing het in een zware vlecht over haar schouders. Er lag een wonderlijk smartelijke uit drukking in haar oogen, terwijl ze daar zat en voor zich uitstaarde. De tante zette zich op haar bed. Liefste, wat was dat toch met je? vroeg ze. Berit antwoordde niet. Het was een zonderling geval dit, ver volgde de tante. Nog steeds antwoordde Berit niet. Ik kon het Gjermund aanzien. Tante Karen nam haar muts af. Nu had Berit haar haar opgestoken en legde zij zich neer. Wat heb ik met hem te maken? zei ze trotsch. St, st! fluisterde de tante. Je begrijpt toch, dat het niet aangaat om neen te zeggen tegen hem! Tante Karen maakte haar haar los. Toen richtte Berit zich half op in bed en bleef zoo zitten. Ja, dat zal ik jullie dan eens laten zien, antwoordde ze. Daarna ging ze plots weer liggen. Karen, de tante, lachte even. Maar geen van beiden sprak meer dien avond. De mannen van Hangsett moesten ver trekken zonder Berit te groeten. Want den volgenden morgen vroeg ging ze uit en bleef weg tot lang na het ontbijt. Ze moest in het woud zijn geweest, of aan de overzijde der rivier, vanwaar zij hen had kunnen zien vertrekken, want ze kwam eerst thuis, toen ze afscheid hadden genomen en weggereden waren. Je moet de groeten doen aan Berit, had Berger Hangsett gezegd. Ja, dat zal ik doen, was er geant woord. Maar de twee, die heengingen, hadden het zonderling gevonden, dat Berit niet verschenen was, nu zij Ola Glomgaarden's „ja" hadden gekregen. Ola Glomgaarden boomde zich in de boot over naar den westelijken oever der Glom. Hij boomde zóó, dat het water aan den steven hoog opspatte. Hij was toornig. Hij zou wel eens praten met dien pachters jongen en zijn vader, daarginds in het Noorden! Hij legde de boot vast en nam den vee- weg noordwaarts naar Braaten. Hij liep vlug en keek zelfs niet uit onder het loopen. Een pachtersjongen zou de dochter krij gen van de Glomgaard! O, neen! Hij liep sneller! Hij kauwde zijn pruim! Dat ellendige prulboerderijtje daar ten Noorden van den stroom. Hij kon niet zien, waar hij liep door al het hout! Moest terzijde gegaan voor al die boomen! Zag slechts nu en dan een glimp van den stroom! Het was een goed half uur loo pen, een heele onderneming zoo'n tocht noordwaarts! (Wordt vervolgd)., Jaargang De plechtige uitvaart van kardinaal van Rossum. De bisschoppen tijdens den rouwdienst in de St. Servaaskerk te Maastricht. WEER THUIS. Aan het Centraal- Amsterdam kwamen Zondagavond aan onze zeilers Bob Maas en Jan Maas en 'de roeier Roëll (rechts). DE GOUVERNEUR-GENERAAL jhr. de Jonge, houdt een rede bij 'de onthulling van het v. Heutsz-monument te Batavia. VOETBALWEDSTRIJD OM DEN ZILVEREN BAL TE ROTTERDAM. Aanval op het Feijenoord-doel in den wedstrijd FeijenoordSparta. to Noorsch van Jacob B. Buil. ich Hangsett haalde diep adem en °P in zijn stoel. -I- Olji, .WCI. ^heel goed zoo, zei hij. Hij keek antwoordde deze toestem- stond op en ging naar de k Berit toch naar toe? hoorden ae®pt daarbuiten vragen, „.tonte antwoordde: 1 biet waar ze gebleven is. kwam weer binnen. nog wel, zei hij en ging ?angsett glimlachte. «x> eigenaardig daarmee, zei ^'den haalden hun pijpen te £eva°n' Gjbvmund, was naar het e fcjjton. waar hij nu naar buiten "«eti. Hij was splinternieuwe vanzelf op de hoe- lU'ej dekking had op den land- waren ze in paardenstal en Hockey-wedstrijd HollandBritsch-Indië. Dc Britsch-Indiër Kulmar Singh lost een schot op het Hollandsche 'doel. Holland verloor met 91. -s 'deelneemsters aan 'de Olympische Spelen bij aankomst te enthousiast begroet en in de bloemetjes gezet. Op den voor- Dalmolen en Willy den Ouden. Daarachter mej. Dumee, Marie Vierdag en Corry Laddé.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 5