Waarom zou zij IBENTO D'ESPINOZA. critiek vreezen? LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 2 September 1932 Derde Blad No. 22225 16321932. LAND- EN TUINBOUW. FAILLISSEMENTEN. VRAGENRUBRIEK. 25 JAAR RAADSLID VAN 0EGSTGEEST. Jaargang ■deering van een filosoof, de JTmen hem dus in zijn gedachten |L mede, en zelfs voor een groot ■•'nicelijk van den maatstaf, dien JLze waardebepaling gebruikt. in de eerste plaats geneigd, zich ,en- wat beteekent hij voor mijn yeven? Heeft hij me geholpen -eken naar de waarheid, naar j der dingen? Jeede is g6~ f de erkenning van zijn ten door de vaklieden: - dus dien hij in de Unls der wijsbegeerte gewezen zag. «lotte kan men dan als derde de „popu- laardeering doen gel- [pinoza kan men gerust hij, met welken Latstaven ook gemeten, Jrij der grooten mede llcomt te staan, leen ieder, die kennis de geschriften van lelderen en bezonken dat doen met on- har voordeel voor [ëstesleven; de geschie de filosofie rekent t de grootsten onder van belang en ten- Spinoza als eenige ;che wijsgeer van allure ook buiten de der vakgenooten geen onbekende. Twee zij- ïsteden, in Rijnsburg Haag, worden als leuwsche cultuur-„do- behoorlijk in eere terwijl tegenover stgenoemde een stand- iden denker staat r niet in een aanzien- irt der residentie, maar niet, want Spinoza jcraat naar den geest, zelf nimmer afkee rt van den gemoede- fcmgang, ook met de j aanzienlijke leden der maatschappij. Spanje, en daarna het den Joden te kaakte, ontstond een pevloed van deze z.g. Marranen tot den doop gedwongen Joden in geesteszaken gastvrije Ne- fczer vluchtelingen was Michaël la, die'zich in den aanvang der :uw te Amsterdam vestigde. Uit iede huwelijk, met Hanna Detyara za werd, als tweede kind, den gember 1632 een zoon geboren, noemde „Bento", dit is „de ge- Zijn kerkelijke naam luidde Ba- toen de Joodsche gemeenschap f onwaardige en ongeloovige uit- i had, zou hij zich mede naar lonte in de wetenschappelijke - op z'n latijnsch „Benedictus de schrijven. tokelijk liep de ontwikkeling van Bento langs de geleidelijke i bezocht de TalmoedThora ^aar hij Hebreeuwsch leerde, om |tateuch en de Profeten te kunnen i voorschool tot den Talmoed, pl der Amsterdamsche Portugee- 'en was in het huisgezin het Por- 'i doch in geschriften en bij het 5 het Spaansch. Id'Espinoza ontving hier met zijn «lieren onderricht in den Talmoed loi Menasseh ben Israël, later van hident van het rabbijnen-college [i Morteira. Reeds als jongen bleek een verbluffende scherpzinnig- 'afd en volgens zijn biografen toen al de disputen met zijn leer- aangevangen zijn, die er later pn leiden, dat de groote banvloek zou worden uitgesproken, fins vaders wensch, in den handel f 'wod Bento weerstandde studie meer aan' Bcnt0 ton dan rabbijn fn raobl Morte'ra zag in hem een S1£raad van de synagoge der Sephardiem. Dat heeft niet zoo zullen zijn. z*Jn studie behoorde, behalve na tuurlijk de kennisname van wat de besten van zijn stam Gersonides, Maimonides en anderen schreven, ook het Latijn. Vermoedelijk daardoor geraakte hl1 laW <er*ri0-z4L- in kennis met de denkbeelden van Des cartes of Cartesius, door sommigen als Spinoza's geestelijke voorlooper be schouwd. In dezen tijd heeft zich zonder twijfel het eerste deel van het proces voltrokken, dat tenslotte Spinoza' volledige geeselijke vrlj-making, tot zijn breuk met het offici- eele jodendom en uiteindelijk tot zijn vol maakt zelfstandige filosofie gevoerd heeft. Zijn studie, en vooral de wijze waarop hij het hem gebodene of voortgezette zelf standig en kritish verwerkte, de lezing van werken van Cartesius en Giordano Bruno, de geregelde vrije omgang met de Colle- gianten en andere vrije geesten dier da gen: dit alles was oorzaak van een onaf hankelijkheid in oordeelsvorming, ook om trent zaken van godsdienst en moraal, die tenslotte, ondanks Bento's voorzichtigheid en bescheidenheid op dit punt, tóch aan stoot moesten geven. Gelukkig is zijnen vader dien het toch al niet voor den wind ging, het ergste be spaard gebleven; in 1654 daalde Michaël d'Espinoza ten grave. Weinig later werd Bento opgeroepen in de rabbijnenvergadering te verschijnen, waar hem zijn goddeloosheid en de ver achting der wet verweten werden. Rabbi Morteira wendde al zijn welspre kendheid aan om den dwalenden jongeling terug te voeren op de aartsvaderlijke we gen, doch Spinoza volhardde bij zijn reeds eerder uitgesproken meeningen en ten slotte werd 27 Juli 1656 de groote ban vloek over hem uitgesproken. Spinoza stond nu niet meer in eenig kerkelijk, verband. Zijn vriend Simon Joost de Vries steunde hem moreel, en door een soort privaat-docentschap aan dc school van dr. Franciscus van den Enden wist hij in zijn le vensonderhoud te voorzien, voorzoover de lenzenslijperij waarop Bento zich reeds ge- ruimen tijd had toegelegd) onvoldoende opbracht. De over hem 'uitgesproken banvloek beantwoordde Spi noza met een in 't Spaansch gestelde apologie. Overigens trok hij er zich niet veel van aan; zelfs een door een fanatieken jood op hem ge- pleegden moordaanslag ver mocht Bento niet uit zijn evenwicht te brengen. Door deze evenwichtig heid geraakten zijn tegen standers echter zooveel te' meer van streek en na een aanklacht vanwege Mor teira zien wij Spinoza door den Amsterdamschen ma gistraat voor eenigen tijd uit de stad verbannen. In 1660 verliet hij de Ainstel- stad voorgoed en vestigde zich te Rijnsburg. 't hoofd kwartier der Collegianten, ten huize van den chirur gijn Herman Hooman. Dit huisje is in '1897 door de vereeniging „Het Spinoza- huis" aangekocht en zooveel nogelijk in den oorspron glijken toestand gebracht. Drie rijke jaren van zijn korte maar vruchtbare le ven bracht Spinoza er door, het eerste deel van zijn hoofdwerk. de „Ethica" (Zedeleer) ontstond hier in handschrift; daarnaast is in Rijnsburg o.m. zijn „Ver toog over het Zuivere Den ken" iTractatus de intellec- tus emendatione) geschre ven, In het voorjaar van 1663 verhuisde hij naar Voorburg, waar hij zijn intrek nam bij den schilder Daniël Tydeman, in de Kerkstraat. Zes jaren en eenige maanden woonde Spinoza hier, werkte er aan de voltooiing van zijn hoofdwerk, dc „Ethica" en aan zijn „Godgeleerd Staatkundig ver toog, bevattende ettelijke verhandelingen, waarin wordt aangetoond, dat men niet alleen vrijheid van denken kan toestaan behoudens de vroomheid en de rust van het gemeenebest, maar dat zij zelfs niet dan ten koste van de rust van den Staat en de vroomheid zelve kan worden op geheven". Hij verklaarde zich hierin voor een algcheele scheiding van theologie en philosophic (dit zij den modernen theo logen die ook dezen wijsgeer gaarne Inpal men willen nog eens nadrukkleijk voorge houden). In 1667 overleed Spinoza's besten vriend De Vries. Deze had hem zijn geheelc na latenschap willen vermaken, doch dit wees Spinoza van de hand. Een jaargeld van f. 500 wilde hij, als te hoog, al evenmin in zijn geheel aannemen; tenslotte aan vaardde hij f.300 per jaar, die De Vries' broeder hem nu uit de erfenis uitkeerde. Einde 1665 verhuisde Spinoza naar Den Haag, waar hij „op kamers" ging wonen bij den „verwer" Hendrik van der Spijck, aan de Paviljoensgracht. Dit huis. waar onze wijsgeer tot zijn dood <ln 16771, ver toefde, is thans eigendom van de stichting „Domus Spinozana". die het waardig res taureerde. Een afbeelding ervan treft men hierbij aan; de bovenste twee ramen waren van 't zoldervertrek, waarin een van 's werelds grootste geesten woonde en werkte, waar hij mannen van grooteren wereldlijken luister, doch tenminste hun evenknie naar den geest, ontving. (Leibniz, Olaenburg, en andere) De strenge winter van 1676/77 werd den lichamelijk zwakken man noodlottig. Den 6en Februari schrijft zijn vriend dr. Georg Hermann Schuller aan Leibniz; „Ik vrees, dat mijnheer Benedictus de Spinoza ons binnenkort gaat verlaten, wijl de tering een erfelijke ziekte in zijn familie bij den dag erger schijnt te worden." Kort daarop veel korter dan men ver moedde. stierf Benedictus de Spinoza: op Zondag den 21en Februari 1677 bevond Van der Speijck, toen hij uit de middag- kerk thuiskwam, dat zijn huisgenoot kalm en vredig was overleden. Donderdag 25 Fe bruari werd zijn stoffelijk omhulsel met statie bijgezet in de Nieuwe Kerk te 's Gra- venhage. Aldus het korte menschelijke leven van den man. wiens geboortedag wij 510 September gaan herdenken. Het wordt de derde groote plechtigheid van dezen aard in den lande; de eerste was in 1877 (200 jaar geleden dat Spinoza stierf)de tweede in 1927. Thans worden een 60-tal geleerden uit alle hoeken van den aardbol wederom hier te lande ver wacht. RECLAME. 5394 Zij is gracieus, charmant ieder erkent hetTóch wordt haar schoon heid becritiseerd - en zij wéét dat die critiek gegrond is. Want het vergroot glas onthult meedoogenloos dat haar teint bedorven wordt door puistjes en andere geringe foutjes der huid. Als zij slechts wist hoe gemakkelijk die critiek te voorkomen isl Twee maal daags een korte massage met het volle schuim van Palmolive zeep 4 en warm water, gevolgd door een J afwassching, eerst met warm, daar- na met koud water - en in korten Ij tijd is de huid zoo zacht en frisch v, als die van een schoolmeisje I Past u deze methode eens toe! U - zult versteld staan van de goede re- I sulfaten. Want de verjongende, hee- lende invloed der cosmetische olijf- en palmolièn, in Palmolive verwerkt, kan nooit worden overschat! ^eAmidt da jkuxede taint dm. Spinoza's leer laat zich in een dagblad- artikel niet uiteenzetten; elke poging daartoe zou door zijn gedrongenheid en de noodzakelijke populariteit moeten falen en tot misverstand leiden. Daarom slechts dit: Spinoza was als j denker een onverschrokken man, die tot in de diepte diepten der speculatieve filo sofie van dien tijd dorst door te dringen, daar staande bleef en er de fundeeringen i voor zijn eigen systeem legde. Als mensch was hij de bescheidenheid i en zachtmoedigheid zelf; Goethe roemde hem eens als man van „grenzeniooze on baatzuchtigheid". Geld noch roem begeer de hij; zelfs een hem door Karl Ludwig, keurvorst van den Palts, aangeboden pro fessoraat te Heidelberg wees hij van de hand. Zijn streven naar klaarheid in het den ken bracht hem er toe, In zijn hoofdwerk de „Ethica" „naar meetkundigen trant" te werk te gaan („ordine geometrico de monstra ta"). Eisler, dien wij in vele opzichten als een even voortreffelijk als objectief ken- schetser van andermans inzichten kunnen waardeeren, vat Spinoza's beteekenis aldus I samen: „Hij is de grondlegger van het nieuwe pantheïsme als systeem eener I identiteitsfilosofie, van een universeel mo- I nisme. Al mogen invloeden der joodsche eenheidsgedachte, der Stoa, van het neo- platonisme, der scholastiek en mystiek, G. Bruno e.a bestaan, en al is het juist, dat Spinoza bij Descartes aanknoopt, toch hebben we hier met een zelfstandig stelsel van filosofie te maken. Op kenniskritlsch terrein behoort Spinoza tot de rationalis ten, maar tenslotte eindigt hij eenigermate als mystikus („geestelijke liefde tot God"). Liever dan het onmogelijke te trachten, in enkele woorden een stelsel als het Spinozisme samen te vatten, eindigen wij hier met enkele woorden uit de inleiding tot zijn „Vertoog over het zuivere denken": „Toen de ervaring mij geleerd had, dat al wat he t dagelijksch leven ons aan biedt. ijdel en onbetrouwbaar was, en ik daarbij tot het inzicht was gekomen, dat alles, waarvoor ik beducht was, of dat mij vrees inboezemde, op zichzelf goed noch kwaad was, maar alleen voor zoover het indruk maakte op mijn gemoed: ben ik na rijp beraad tot het besluit gekomen, eens te onderzoeken, of er ook iets te vin den was, dat waarachtig goed en tevens bereikbaar was, om, met terzijdestelling van alle andere dingen, mijn gemoed daar mede geheel te vervullen: in één woord, of er soms iets bestond, dat mij, als ik het gevonden en mij toegeéigend had, voor altijd een ongestoorde en verheven blij moedigheid zou kunnen verzekeren." En verder stelt de wijze in dat boekske dan deze levensregelen: 1. „Men spreke in den geest van het al gemeen en doe alles, wat ons niet ver hindert. ons doel te bereiken. Want we kunnen ons niet weinig bevoordeelen, als we ons slechts, zooveel mogelijk, schikken naar den zin der menigte: waarbij komt, dat men dus doende ons vriendelijk ge hoor zal leenen bij het verkondigen der waarheid." 2. „Genieten we zooveel van het leven, als noodig is, om onze gezondheid te be waren." I 3. „Trachten wij slechts zooveel geld of andere zaken te verkrijgen, als noodig is. om ons leven en onze gezondheid in stand te houden: leven wij naar de zeden van ons land, voorzoover ze niet strijden met ons doel." Of, nog korter, in de bewoordingen van de opmejlong bij de drie-en-zeventigste BOTERINVOER IN DUITSCHLAND. De Nederlandsch-Duitsche besprekingen. Sinds Dinsdag j.l. werden in Den Haag de besprekingen voortgezet tusschen de Nederlandsche en Duitsche onderhande laars over onzen boterinvoer in Duitsch- land, waarover men laatstelijk op 12 en 13 Aug. j.l. hier ter stede overleg heeft ge pleegd. Naar het Hbl. verneemt, is thans het wachten op de onderhandelingen die nu van Duitsche zijde met de Denen en de Finnen gevoerd moeten worden, en die. wat het overleg met Denemarken betreft, reeds hden, te Berlijn zullen plaats vinden. RECLAME. HIJ MOEST MAGERDER WORDEN. Gemakkelijkste methode bleek dc beste. Iemand, die van zijn dokter den raad kreeg om magerder te worden, schrijft ons als volgt: 5389 „Ik was steeds zwaarder geworden, tot het enorme gewicht van 206 pond. Dit was voor mij veel te veel, want ik ben maar 1.70 M. lang. En ook was het mij te lastig, want ik ben een zeer werkzaam man. Toen zag ik eens een advertentie over Kruschen Salts, ik kocht een flacon en begon meteen het te nemen. Vorlgen Zaterdag woog ik me en zag met verbazing en genoegen dat ik mijn gewicht al had teruggebracht van 206 pond tot 199. Ook is mijn gezondheid algemeen veel beter, ik slaap uitstekend en heb goeden eetlust. Ik heb dit mooie resultaat bekend gemaakt onder al mijn vrienden, die dreigen te dik te worden." W. H. R. Kruschen bevat die zes minerale zouten, nauwkeurig afgemeten, zooals deze voor komen in de verschillende bronnen der bekende badplaatsen, welke sinds eeuwen bezocht worden door te corpulente men- schen. die magerder wenschen te worden. Kruschen Salts spoort bloed, zenuwen, klieren en Uchaams-organen aan tot be hoorlijk functionneeren U vindt nieuwe kracht en energie voelt U jaren jonger U werkt beter, ziet er beter uit en voelt zich algemeen beter. Waarom zoudt U dan langer wachten met langs een veiligen. zekeren weg terug te keeren tot een normaal gewicht en stralende gezondheid? Begin morgen ochtend direct met de Kruschen-methode! Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg baar bij alle apothekers en drogisten a f 0.90 en f. 1.60 per flacon. stelling van het vierde deel van Spinoza's zedeleer: „Een kloek mensch zal er in de eerste plaats naar streven, de dingen waar te nemen, zooals zij op zichzelf zijn, en die belemmeringen tot waarachtige kennis, als haat. toorn, nijd, spot, hoogmoed enz., uit den weg te ruimen." „Hij zal er daarom zooveel mogelijk op uit zijn: wel te doen en blij te zijn." Late dit „bene agere et laetarl" die „wél doen en blij zijn", de les zijn die wij van Spinoza mogen leeren. Dan is het wèl, en doet al het andere, slechts tijdelijke in de waardeering voor dezen grooten geest, niet meer ter zake. S. S. S. STATISTIEK OVER AUGUSTUS 1932. Uitgesproken faillissementenN.-Hol land (excl. Amsterdam) 48. Amsterdam 45, Z.-Holland (excl. Den Haag en Rot terdam) 45, Den Haag 34, Rotterdam 17, Utrecht 25, Gelderland 27, Noord-Brabant 30, Limburg 15, Zeeland 11, Friesland 6, Groningen 9, Drente 4, Overijssel 14. Totaal over Aug. 330 faill. Totaal van 1 Januari af 2984 faill. (v. j. 2243). De J., te L Als het juist is, dat een brief een erkenning van uw schuld in houdt. zult u wel tot betaling veroordeeld worden. Maak de zaak ongedaan door uit eigen beweging te betalen; u loopt dan niet de risico, dat u bovendien eventueel kosten moet betalen. J K.. te L. - tkunt een klacht indie nen bij de pol'«tie De heer C. Bakker. Morgen zal het 25 jaar geleden zijn, dat de heer C. Bakker geïnstalleerd werd tot lid van den Raad der gemeente Oegstgeest, op 8 Juli 190" werd hij als zoodanig ge kozen als afgevaardigde der Vrijzinnige Kiesvereeniging. Sinds 1927 is de heer Bakker vertegenwoordiger der vereeniging „Gemeentebelang". De heer heeft zich ge durende deze lange reeks van jaren steeds betoond als een eerlijk strijder voor de ontwikkeling der gemeente aan wiens wel overwogen adviezen men gaarne gehoor gaf en naar wiens kernachtige en veelal geestige bschouwingn in den Raad, getui gend van een sprankelende en levendigen geest een ieder steeds met belangstelling luistert. Immers: hoe dikwijls heeft de meening van den heer Bakker een geheel anderen kijk op een moeilijke kwestie ge geven, waardoor zij dan tot een gunstige oplossing gebracht kon worden! Het zal dezen bekenden Oegstgeestenaar voorzeker morgen opnieuw blijken hoe zeer men zijn krachtige persoonlijkheid weet te waardeeren!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9