',t vliegongeluk te Tubbergen - De opening van den
Duitschen
Rijksdag
id van het Glomdal
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
enkelen keer. Zij en Tore hadden toen
verstoppertje gespeeld, rondom een kleine
schuur, terwijl Karen, de tante, met Tores
vader over hout had gesproken, dat deze
hakken moest. Ae%
Sedert dien tijd was Tore vaak op de
Glomgaard geweest, maar zij nooit op
Braaten.
Zooveel herinnerde zij zich toch, dat er
ten zuiden van de gebouwen een dicht
dennewoud was geweest langs de rivier.
Een korhen had daarin haar eieren uit
gebroed en Karen had Bent de kleine
vogeltjes gewezen, die angstig rondspron
gen tusschen het heidekruid en «Jekor-
hen, die op een afstand in een boom zat
en lokte.
Dpn eanschen dag had ze als het ware
de kuikentjes hooien roepen. Pi^p, pdoep.
en het korhoen, dat zachtjes lokte.
K<Maaï°dit alles stond haar nu weer voor
den "eest als een droom. Datgene, wat
tL-prkpÜik in haar geleefd had, nu vele ja
ren was: dat ^Tore reeds had lief gehad
in 'dien tijd van hun onschuldig s™®".
zijn op de bergweide en later thuis,_als hij
een enkelen keer op de.h^,JESELs er
■Mn ha laatste ïaren, had hij teiKens ei
meende, zich er met eigen oogen van ie
mSw*«n,wS« daar zoo
daar
waar Braaten lag, begon ze langzamer te
loopen. Het was. alsof iets haar den adem
benam. Opeens bleef ze staan. Het denne-
boseh, dat ze zich herinnerde, was er niet
meer. Rondom de heele Vikl), waar zich
vroeger woud bevond, lag nu weide, be
dekt met pas gemaaid gras en verderop
deed de nieuwe ontginning met haar
zwarte aarde en boomwortels in groote
massa daarover heen verspreid, aan een
boschrand denken. Hier en daar lagen
steenhoopen en dicht bij het woud gevelde
dennen.
Onwillekeurig had Berit de handen in
eengeslagen en zoo stond ze daar.
Groote hemel, zei ze in zichzelf, maar
brak af. toen ze haar eigen stem hoorde.
Uit den schoorsteen der oude woning
steeg de rook omhoog. Maar diep binnen
in het woud weerklonken bijlslagen. Toch
was het nu midden in den rusttijd.
Er steeg zoo'n warm gevoel op in haar
borst. Ze dacht aan Tore. Het scheen haar
zoo eeuwig lang geleden toe, dat hij op
de hoeve was geweest.
Daarna trad ze langzaam nader, maar
bleef weer staan. Ze zag iemand tusschen
de boomen aan den boschrand.
Hij was het.
Hij was druk aan het hakken, maar
hield nu op, terwijl een den krakend neer
zeeg.
Toen zag hij haar.
Met de bijl in de hand, het hoofd naar
haar gekeerd, stond hij te staren.
1) Vik bocht, Inham.
Zij bewoog zich niet.
Nu hakte hij de bijl vast ln den boom
stam en kwam langzaam aanstappen.
Zij stond daar nog aldoor.
Ze had een dennetakje ln de handen,
die ze voor zich uitgestrekt hield.
Toen hij door de mulle, pas opgewoelde
aarde haar was genaderd, bleef ook hij
op eenigen afstand staan.
Beste, zei hij. Meer niet.
Ze liet het dennetakje los.
Daarna glimlachte ze.
Je waart aan het rooien, zei ze.
Hij stond met de handen op den rug.
O ja, dat deed ik, gaf hij het ant
woord.
Ook in den rusttijd?
Met stralende oogen keek ze hem aan.
Zijn trouwe, bergblauwe oogen beant
woorden haar blik.
Ik moet voortmaken, wil lk klaar
komen. gaf hij ten antwoord.
Ze bloosde.
O, je hebt nog tijd ln overvloed,
er toen weifelend uit.
Hij zag haar kalm aan.
Neen, dat heb ik niet, antwoordde hij.
Ze tuurde over het pas ontgonnen land.
Het wordt een echte hoeve hier, zei ze.
Hij stak de handen ln de broekzakken.
Dat was ook de bedoeling, gaf hij ten
antwoord.
Over een jaar, twee, drie, voegde hij
er aan toe.
Ze keek hem aan Maar haar blik
wendde zich onmiddellijk van hem af en
weer staarde ze over het land.
Er lag een vraag ln zijn oogen, die ze
niet beantwoorden kon. Niet met woorden.
Als ik nu ook maar een vrouw had,
zei hij en lachte.
Zij glimlachte.
O, dat komt wel terecht, antwoordde
ze. Haar oogen glansden zoo oolijk.
Hij zuchtte.
Neen, dat wordt juist het moeilijkste,
zei hij.
Ze glimlachte, maar stiller.
Je weet er misschien geen? vroeg ze.
O ja, ik weet er wel een, klonk het
vol overtuiging. Maar het is niet gezegd
dat zij wil.
Berit kleurde.
O, ze wil het wel, antwoordde ze
snel, maar sloeg terwijl haar oogen neer.
Hij wachtte tot Berit weer opkeek.
Ze heeft zelf een hoeve, zei hij.
Ze glimlachte.
Ja, dat ls het ergste, antwoordde ze.
Hij stond daar met droomende oogen.
Het kostte hem moeite te zeggen, wat hij
dacht. Maar eindelijk kwam het.
Geloof je, dat ze toestemming krijgt?
vroeg hij, en bloosde nu zelf.
Berit sloeg de oogen neer.
O, ik weet niet, gaf ze ten antwoord.
Overigens doet ze toch wat zij zelf wil,
voegde ze er aan toe.
Meen je dat? Het klonk bijna angstig.
Ja, dat meen ik, werd er zonder dra
len en beslist geantwoord.
Wist men nu maar, of ze wilde, zei
Tore.
I (Wordt vervolgd).
Jaargang
r ZiVEEDSCHE POSTVLIEGTUIG dat bij Tubbergen neerge-
ptort is. De plaats van den piloot, een warwinkel van draden.
I'1)61 Noorsch van Jacob B. Buil.
I tui ?°S er een vogel op met ge-
k ij. e aP- Maar daaraan was ze
i JJJJ eh dan sprong er een groote
llj^doog m de rivier, waar de weg
het breede, langzaam stroo-
u al€r slingert. Van tijd tot tijd
mei het hoofd om, maar liep
üi .ï133? Braaten-plaats nam een
uur in beslag en ze wilde liefst
wezen, voor de rusttijd voor-
fcc^m33!.116*11 lieP' zaS ze er J°ng
in J®, ult. maar achter het vrien-
t tan Selaat lag iets verscholen,
kie en P'Bde, hoezeer zij wist wat
5 «m. chter die lenige bewegingen
»as jw? Stoote kracht.
Lüep 2 en' Glomgaarden.
anseï g noordwaarts. Nu keek
ooien ?m- Ze neuriede niet, maar
hetn^n n 38 iets warms en droome-
het een „wees, dat ze sterk nadacht
|Was^ken ander.
i biet te verwonderen. Sedert
gei"?? meer °P
cn destijds maar een
Het bij Tubbergen neergestorte Zweedsche postvliegtuig. marlene dietiucd - al. „Blonde
Venus", haar nieuwste film.
De beide inzittenden, de piloot en de mecanicien, werden gedood.
DE INDISCHE TENTOONSTELLING in. de residentie wer'd op Koninginnedag bezocht door
een gezelschap Zeeuwache zangers en zangeressen.
PRINSES JULIANA stelde gisteren te DE OPENING VAN DEN RIJKSDAG te Berlijn. Een sterke politiemacht was aanwezig. Een
Apeldoorn in het Oranjepark een nieuwe
fontein in werking. Schupo-afdeeling gaat het Rijksdaggebouw binnen.
VERJAARDAG DER KONINGIN. De jarige vorstin bij de
uitvoering van een Markelosche boerenbruiloft te Apeldoorn.