ieeeeehdegj Donderdag 1 September 1932 No. 36 EEN BOEKJE OPENDOEN. poor haar vijf gulden kocht. enterde Loek op den dag na de drie oudste Tervorentjes den gekregen, door den tuin. ijt gulden had zij nog steeds t. Ze scheen er op eens geen te hebben. 'tWas of ze niets en kon. Eerst had zij allerlei ad 't ééne nog aantrekke- t andere! maar nu zij op ap der kleintjes aangewezen het oude duiveltje van onte- veer om den hoek kijken. En ventje, dat zich maar niet ie! wegblazen liet! de zich aan de patiënten. Na ar tochzij schoot er op heelemaal bij in! Niemand om haar te bekommeren: Oom, die voor zaken op reis niet, de zieken niet en de venmin. had haar noodig. Niemand? heelemaal waar? Had Benpie gebedeld om voorgelezen te had zij, Loek. toen niet iets van „geen tiid" en „geen zin'T zich bij de booze bui van neergelegd en gezegd: Beppie! ikke zal wel voor ts vervelend." had het dikke, bijna stuk ge- iesboek vóór zich genomen en tl van de bekende plaatjes de ende verhalen on zijn manier kende ze allemaal op zijn Beppie had gretig geluisterd, eden met Jaapie's wijze van een, de kleintjes konden het ten haar stellen! n Jaapje's woorden: „Loek is in haar ooren blijven hangen henen haar niet met rust te is vervelend! Loek is verve- het steeds in haar verbeel- aüerergste was nog, dat zij n tegenspreken! Ze was ver- ze verveelde zich, maar zij die vervelende verveling e dat maar wist! Als zij zich r kamertje opsloot? Och nee, maar erger door worden! Dat hee'emaal niets prettigs of :en kon! werd ze in haar overpeln- eschrikt door Beppie's stem- orde zij 't kleine ding zeggen: t taartjes bakken voor Mlek en voor Hans!" d bij het woord voegend, vulde andvormpjes met wit zand om 'en later met groote edelmoe- te deelen. Na de zieken kwa de gezonden aan de beurt. tleine schat!" dacht Loek ver- er iedereen bakt ze wat! Zelfs zij vergeet zichzelf!" e die natuurlijk niets van :htengang afwist, keek wel derd, toen haar nichtje vrien- ïaar toekwam en vroeg: ij de zieken eens verrassen, dichte het kleine ding en ook niets liever dan van de partij Drie hoofden werden nu dicht bij elkaar gestoken en twas daar bij den zandhoop weldra een gefluister met geheimzinnige gezichten, dat Tante Truus, die juist vóór het raam van Mieks kamer stond, niet na laten kon te zeggen: „Wat houdt Loek de kleintjes aardig bezig!" En het slot der gewichtige bespreking was, dat Loek dien middag tusschen de twee kleintjes in en met haar vijf gulden gewapend, naar het dorp ging om allerlei inkoopen voor de-zieken te doen. Tante Truus was natuurlijk in het ge heim en 't was maar goed, dat zij haar boodschappentasch meegekregen hadden, want anders zouden ze handen te kort zijn gekomen om alles te dragen. In de tasch verdwenen alle verrassingen. Het bedenken en uitzoeken op zichzelf was al een genot. Loek stelde zich de verheugde gezichten der anderen voor en dacht er geen oogenblik aan, dat zij nu haar twee rijksdaalders heelemaal voor hen be steedde en niets voor zichzelf overhield. Toen dit haar eindelijk inviel, glimlachte zij en dacht: „Wat geeft het? Ik mag het geld immers naar eigen goedvinden besteden en dus uitgeven voor dingen, die ik er het liefste voor koop!" Wat er alzoo in de tasch verdween? Een reuzentros druiveD, door de winkel juffrouw zorgvuldig in een doosje verpakt, pruimen, die zoo groot als eieren waren en waarin Loek en de kleintjes wel zoo had den willen bijten! Verder een mondhar- monika voor Bob, een fluit voor Hans en een pennehouder met een glaasje, waarin je de dorpskerk heel duidelijk kon zien, voor Miek. Ten slotte hadden ze na veel overleggen Dog een. houten paddenstoel met 'n vingerhoed en 'n naaldenkokertje er in voor Tante Truus uitgezocht. En nu had Loek nog één dubbeltje over. Die werd omgezet in twee reeoen chocola, één voor Jaaoje en één voor Beppie. „Maar nu heb je nog heelemaal niks voor Loek-zelf" riep Beppie op eens ver schrikt uit, toen ze zag, dat Loek 't laatste dubbeltje uit haar beursje schudde. Hoeft ook niet!" zei Loek opgewekt. Wat was het toch heerlijk anderen wat te geven! 'tWas een reuzenlan van Vader en Moeder geweest, haar die vijf gulden te sturen en ze zou in haar volgenden brief nauwkeurig verslag doen van hetgeen zij er mee gedaan had. Met de tasch tusschen Jaapje en zlch- zelve in sloeg Loek nu den weg naar huis ln Maar dat viel niet mee, met zoo'n zware tasch! Het blijde vooruitzicht van de verraste gezichten, die zij straks bij het uitdeeien der geschenken zouden zien, scheen hun voeten echter nieuwe krachten te geven. Zoo kwam het. dat ze eindelijk wel moe en warm. maar toch stralend! het hek van Dennenheuvel inkwamen. Maar tante wist nog niet eens, wat er al lemaal uit de tasch zou komen. Tante kwam het drietal op de trap tege moet en zei: Jullie moogt wel bij de zieken komen, heeft de dokter gezegd." Dat was een vreugde! t Kon immers niet mooier! En de drie patiënten werden ln de ziekenkamer verrast. 'tLijkt wel Sinterklaas!" nep Miek uit. Bob en Hans gaven onmiddellijk een concert op hun mondharmonika en fluit, dat wel niet heel zuiver klonk, zoodat Tante lachend de handen naar de ooren bracht, maar de zieken hadden allen tijd om zich te oefenen. Miek bewonderde de pennehouder eu t Is in de vacantie en Vader heeft Jan beloofd, als hij geen klachten over hem hoort, 's middags met hem te gaan fietsen. Jan is echter in een lastige bui. Hij verveelt zich en plaagt zijn kleine broer tje Pietje, loopt Moeder in den weg en maakt het stoepje, dat Mina. het dienst meisje, pas geschrobd heeft weer vuil. In één woord: hij i erg laStig. „Fijn, vanmiddag ga ik met Vader fiet sen1" roept hij plotseling uit. „Dat zal nog de vraag zijn, mannetje", zegt Moeder „Als Je niet heel gauw op houdt met lastig te zfjn zal ik eens een boekje over je open doen en dan zal Vader je wel niet willen meenemen. Je bent dus gewaarschuwd Jan, die maar al te goed weet. dat Moe der het niet bij dreigen laten zal en zeker aan Vader zal vertellen, wat hij voor on deugends heeft uitgevoerd, ziet zijn fiets tochtje ln gevaar en gaat rustig in den tuin zitten lezen, zoodat hij ten slotte zijn fietstochtje gelukkig nog niet verspeelt. Pietje heeft Moeders woorden gehoord, al begrijpt hij de eigenlijke beteekenis er niet van. Een paar dagen later Is Pietje ln een lastige bui. Hij is bang, dat Moeder het aan Vader vertellen zal, zoodra Vader thuis komt. Met een bedremmeld snuitje gaat hij naar Moeder en zegt: „Mammie, wil u alsjeblieft geen schrift over mij opendoen, als Vader thuiskomt?" Eerst begrijpt Moeder hem niet, maar dan herinnert zij zich op eens, wat er een paar dagen geleden met Jan voorviel. 't Is nog niet zoo dom van Pietje! Hij dacht zeker, dat Moeder al zijn euvelda den in een schrift opschreef om ze dan later aan Vader te laten lezen. Moeder bijt zich op de lippen om niet te lachen, terwijl zij haar jongsten zoon een geruststellend antwoord geeft. CARLA HOOG. (Nadruk verboden beloofde, zoodra ze mocht opstaan, hem te zullen gebruiken. Tante Truus wijdde den paddenstoel da delijk in door hem als maasbal te gebruiken. De druiven werden geproefd en een stemmig geroemd, terwijl de pruimen op één tafeltje gelegd werden, zóó dat de patiënten in de inéénloopende kamers, waarvan de tusschendeur openstond, er alle drie een veelbelovend gezicht op hadden. Tante Truus knikte Loek eens vriende lijk toe. Wat had zij toch veel voor an deren over, als het er op aankwam! En Loek voelde zich minstens zoo ge lukkig als op het oogenblik, waarin zij in het postkantoor de twee rijksdaalders voor zich neergelegd zag. Triomfantelijk lieten de kleintjes nu hun reep chocola zien, waarvan leder zich haastte al was het dan ook onder lachend protest een stuk in Loeks mond te stoppen. Zij zelf had immers niets! ,,'k Geloof, dat ik al veel beter word door het eten van die druiven!" beweerde Bob oolijk. Maar Moeder zei lachend: „Dan zullen we de rest maar voor mor gen bewaren! Te veel medicijnen op eens is niet goed!" (Nadruk verboden); (Slot volgt).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 11