jCje bouwkunst in de omgeving. Sr DAGBLAD - Derde Blad Vrijdag 19 Augustus 1932 INDISCHE HUISHOUDELIJKHEDEN. TUIMELTJE EN KRUIMELTJE IN HET KABOUTERLAND Ad T LAND- EN TUINBOUW. VOORBOUT. i dat de Egmonder monniken »'lOe eeuw en niet in de Kk bij vergissing schreef te \cll!.ten, werd aan St. Bartho- ^d, wiens feestdag op 24 Aug. j moeite waard, zijn te onder- J"de oriëntatie thans nog met Idergang van 23 Augustus, den Tden virgiliëndag klopt, lolomeus bleef sindsdien de Voorhout. Het schijnt dat in ®n de troebelen met Spanje, te Jeen pastoor woonde, die dooi (en leer' zijn schaapjes bijeen jouden, evenals b.v. te Noord- te Hoogmade en enkele andere de omgeving. Daaraan is het [lijk toe te schrijven, dat de jeuskerk tijdens het beleg van |t werd verwoest, te Noordwijkerhout, waarover jjnd er slechts een zeer kleine j Gemeente, zóó klein, dat deze (tot 1647 met Noordwijkerhout nbineerd. katholieken en protestanten van den aanvang af een andhouding te hebben ge ilde partijen een eigen kerk- jesten hebben, vond men in den jijden een heel eenvoudige oplos- riomfboog, dat is de boog, die [van de kerk met de ter weers- Iraan grenzende kapel, van het fctdde, metselde men een muur, fgeheele ruimte in tweeën werd sstanten kregen nu het koor met tapellen tot hun beschikking; de In het schip. 1 eene zijde van de scheidings- pkte de dominee, aan de andere de pastoor de mis op. En [heeft men elkaar bij deze werk- i niet gehinderd. Een dergelijke «staat, als ik het wel heb, nog I ui Zeeuwsch-Vlaanderen. Voor ljaren althans was dit zeker nog J te Voorhout veranderde, ligt in Iplaats aan de toename van het Ier Roomsche parochie, lts 1880 is het gedeelte der kerk 1 toren, dat aan de Roomschen afgebroken. Een nieuwe en [geheel vrijstaande kerk werd ge- |ar de plannen van de architecten Suickers, leerlingen van dr. i in 1883 ingewijd, h. dat voor de protestantsche oefeningen bestemd was, kwam staan, dus het oorspronkelijk (en koor met de kapel ter weers- t protestantsche gemeente te |vas klein en is dit nog. Ze telt nblik ongeveer 300 zielen. Toch perkje op den duur te klein en lea in 1911 het te vergrooten. men hiertoe overging, werd alles opgemeten en in kaart ge- tesbetreffende plattegrond en ka kan men thans nog vinden in Tche gemeente-archief. lit U (£ron d f hierbij de plattegrond van de zooals, die in 1913 of '14 is l gekomen. De oude bouwresten ii daarbij zooveel mogelijk intact (tot zijn de geelgrijze tufsteen- i de zijgevels van het oorspron- w en de baksteenen zijkapellen, fa baksteen heeft men, iets ver- ïkerk naar achteren verlengd en pmet drie zijden van een acht tien genoegen aan de Zuidzijde pverk van de kerk te beschouwen. |®idden de oude tufsteenmuur uit •Jw. vooral beneden gemetseld in regelmatig verband, zoodat de wn soms bijna vlak boven elkaar XL Regelmatiger is het kruisverband van de baksteenmuren der kapel, schoon dit niet overal is gehandhaafd en interes- saö verspringingen vertoont. Het nieuwe gedeelte is gemetseld ia Vlaamsch verband, waarbij in de steen lagen kop en strek regelmatig afwisselen, wellicht dient dit decoratieve metselwerk tot bekleeding van een betonnen muur- lichaam. Nader onderzoek op dit punt is mij ontgaan en het doet trouwens ook weinig ter zake. In ieder geval weerspiege len zich in materiaal en metselverband de tijden. Inwendig maakt het kerkje een stem- migen vriendelijken indruk. In den Westgevel ziet men nog de tuf- steentogen van de voormalige triomfboog. Tegen dezen muur is de eenvoudige kan sel geplaatst, een eikenhouten meubel in Renaissancestijl! De paneelen van de kuip zijn met rondboogomament versierd, ter wijl ze gescheiden worden door vlakke gecanneleerde pilasters. Naast de preekstoel en het doophek staat het antieke orgel, een zeldzaam mooi instrument. Het front van dit orgel, uit de 17e of het begin der 18e eeuw vertoont den vorm van een ouderwetsch kabinet, beneden met vooruitspringend, gegolfd profiel. Het is versierd met koperbeslag. Natuurlijk is het mechaniek nog geheel ouderwetsch ingericht en moet de blaas balg voor de luchttoevoer nog worden ge trapt. Wanneer men evenwel de deuren opent en het front beschouwt, bemerkt men dat de tinnen pijpen van een materie zijn, als men bij modernen orgels nooit zal vinden. De toon lijkt ons buitengewoon mooi en warm. We hebben vernomen, dat de Herv. Gem. van Voorhout dit artistieke instrument wil vervangen door een modern instrument met moderne gemakken. We zouden even wel willen vragen: zouden er geen midde len te vinden zijn, om met behoud van het oude materiaal het mechaniek te moder- niseeren? En indien dit onmogelijk mocht blijken, dan hopen we van harte, dat het oude in strument, wanneer het wordt afgedankt, niet in de handen van een of anderen sjacheraar komt. doch geplaatst kan wor den in het museum Scheurleer in Den Haag of in een andere openbare verzameling, waar het behoorlijk wordt onderhouden. Van dit soort kabinet-orgels zullen er waarschijnlijk niet veel meer over zijn. De ZuiderkaDel. van binnen gedekt door een tongewelf met steekkap, die bij de restauratie keurig werd ingericht, dient tot vergaderplaats voor de kerkelijke colle ges en domineeskamer. De Noordelijke kapel, in den ouden tijd vermoedelijk de sacristie, dient voor con sistoriekamer. Ook deze is smaakvol betim merd en voorzien van een tongewelf. Sctemi van at Ooslriji* Bijgaande teekeningen geven de situatie aan. Het is de bedoeling op den duur in de kerk tegen den Westgevel nog een galerij aan te brengen, waardoor de kansel dan natuurlijk zal moeten worden verplaatst, tenzij daarvoor een, niet onmogelijke, an dere oplossing wordt gevonden. We kunnen ons heel goed voorstellen, dat vele Voor- houters er voor voelen in de nis boven den ingang der kerk een nieuw orgel te plaat sen, waardoor in verband met een nieuwe galerij een meer modern aanzien aan het westelijk deel der kerk zou worden gege ven. Toename van het zielental kan uit breiding der plaatsruimte noodzakelijk maken. Alles te zamen genomen heeft het Pro testantsche kerkje te Voorhout op ons een hoogst sympathieken indruk gemaakt. Bij sommigen heerscht nog zoo'n beetje de gedachte, dat de vrouwen in Indlë eigenlijk louter voor haar genoegen op de wereld zijn en niets behoeven uit te voeren. Dat ze voor alles een bediende hebben: voor de keuken, de wasch, het huis- en naai werk, verstellen en kousen stoppen, kinder verzorging, kortom voor alles en alles. Maar verstandigen, die kranten, boeken en tijd schriften lezen, weten wel dat ook dat tot het verleden behoort en veel Eurojaeesche vrouwen gelukkig al lang gebroken hebben met het begrip: kinderbaboe. Zoo'n vijf tien jaar geleden had cu foor eik der kinderen nog een aparte baboe in veel gezinnen, zorgde baboe nonnie voor het meiske en baboe sinjo voor het jongetje, deed de moeder zelf zoo goed als niets en liet baden, kleeden, eten geven en naar bed brengen aan baboe over, wat natuur lijk tot gevolgd had: „iastige Indische kin deren", die het toch eigenlijk heelemaal niet konden helpen, dat ze lastig en ver wend waren. Die van hun geboorte af niet beter hadden geweten, of baboe was er om te commandeeren en alle wenschen in te willigen, die nooit geleerd hadden zelf iets op te ruimen, zichzelf aan te kleeden of iets zelf te halen. Maar al lang is die tijd voorbij en vooral nu, nu er in alle huishoudens bezuinigd moet worden, is de „stoet bedienden" nog slechts een sprookje. Zoo'n tien jaar geleden had men in wat groote gezinnen, waar veel bezoek kwam, in elk geval vijf of zes bedienden; den chauffeur of koetsier dan nog niet meegerekend, maar zoo'n luxe aantal treft men haast nergens meer aan en het gevolg is, dat ook de Europeesche vrouw wat werken en helpen moet tegenwoordig. Een eerste eisch voor jonge vrouwtjes die naar Indië trekken is dan ook wel, dat ze goed kunnen naaien en knippen, ver stellen en stoppen en dus de heele garde robe kunnen maken voor haar gezin, wat een enorme besparing geeft natuurlijk. Van huishouden moet ze goed op de hoogte zijn en koken is iets dat elke vrouw moet verstaan, ook al is 't niet direct noodig. In de meeste gezinnen is nog wel een aparte kokkie; in andere een baboe-kokkie, dus een die behalve de keuken, ook de slaap kamers en wasch verzorgt, maar toch is het goed als mevrouw zelve koken kan; in zieke dagen in kan springen, eens iets anders kan leeren bereiden aan de keuken- prlnces ofzelve voor de maaltijden kan zorgen als dat moet. En ook dat moet weieens tegenwoordig in Indie, dikwijls zelfs. Op eenzame buitenposten, in kleine plaatsen en in het binnenland kan het nog best voorkomen, dat men geen cul- smiere kan krijgen en dus zelve zal moeten koken en wie dat vooruit weet, doet heel verstandig om een petroleumkachel aan te schaffen, zoo'n New Perfection met drie pitten en een oventje er los bij, een soort tafel waarvan men ontzaggelijk veel ge mak heeft en waarop het bijna een ge noegen is, de maaltijden te bereiden Het blijft, zelfs in malaise nu eenmaal een feit, dat men de wereld lichter ziet na een smakelijk maal en met wat overleg hoeft dat niet zoo verschrikkelijk veel te kosten, doch het is een groot punt in het dage- lijksch leven. En in Indië waar hard ge werkt wordt en men te lijden heeft van de hitte is goed en krachtig voedsel absoluut noodig, zoodat de huisvrouw zelve aan zal moeten pakken als dat voorkomt. Ook met het huiswerk zal ze moeten helpen, als haar bediendenaantal verminderd moet worden en natuurlijk is het beter, als ook de vrouw haar geregelde bezigheden heeft en weet dat ze daadwerkelijk meehelpt om de onkosten van het huishouden te be perken. Dus naaien, knippen, koken en huishouden moet de moderne vrouw die naar Indië trekt nét zoo goed verstaan als haar grootmoeder, die het wel wat al te serieus opvatte, maar toch berekend was voor haar hulsvrouwelljke taak. En danwie kinderen onder twaalf jaar heeft en afgelegen woont, de middelen mist om de kinders naar Java of Holland te zenden of natuurlijk met reden van meening is dat de kinderen zoolang mogelijk bij de ouders hooren en men groote plichten op zich heeft genomen bij de geboorte der kinderen, dan zal de moeder óók nog weieens voor onderwijze res moeten spelen en de kinderen zelf moeten leeren, als er geen goede school Is en men een gouvernante tot de luxedingen gaat rekenen tegenwoordig. Schrikken hoeft men daarvan niet, want in Indië heeft men de uitstekende Clerkx methode voor huisonderwijs, aan de hand waarvan elke moeder haar kinderen les kan geven tót den H B S leeftijd, ook al is zijzelve nooit bij het onderwijs geweest. Een uit komst dus voor lieden die op ondernemin gen of eenzame posten zitten en over die uitkomst zullen we volgend maal meer i vertellen. ffrv \ti v -4 1 Sü!r« |lll' ain„ °ïru't jongens, allemaal achter mekaar de trap- £e.8,a'8etippeld, riep Tuimeltje uit en hoep, daar i m ze hoor, allemaal netjes achter elkaar aan. Op i lantLvan-de muziek maakten ze wat gekke sprongen it on „amerhand werd de leuning heel erg glad van al —-'les tt? neer geloop. De oude kabouterbaas had al stii- w„5:ri den kok gezegd, dat het nog wel eens mis gelijk in^n met die ondeugden en daar had ie groot 272 Want toen de kabouters en de kikkers hoe langer hoe Vlugger gingen glijden, kwamen ze met hun allen midden in de gang terecht en schoten tegen een deur aan die natuurlijk openvloog. Daar zaten de stakkers nu, midden in de opslagplaats van de dennenaalden. Ze schreeuwden het uit van de pijn en met groote moeite Sten de andere kikkers de naalden uit hun lijf trekken. (Van onzen correspondent). HET ROEK NAAR RECHTS. Berlijn, 13 Augustus. Het is uiterst belangwekkend, te volgen wat in deze dagen bij ons in Duitschland geschiedt. Ik bedoel daarmee natuurlijk niet de politièk-van-den-dag. Die valt, hoe interessant ook op zichzelf genomen, buiten het kader van deze beschouwing. Ik bedoel de algemeene cultuur, in groote lijnen gezien; en de volksstemmingen, de volksneigingen, moraal, karakter; en wat dies meer zij. 4 Het moge van actueele beteekenis zijn, of straks de kortgeleden nog statenlooze, vroeger Oostsenrijksche en sedert eenige maanden Dultscher geworden ex-huis schilder Adolf Hitler, zoon van een Oos- tenrijkschen grensbeambte, straks rijks kanselier of na Hindenburg's dood of af treden wellicht rijkspresident zal worden. Veel belangrijker schijnt mij de heftige strijd tusschen twee uitersten, nationa lisme en internationalisme, stoer conser vatisme op moreel gebied en aan losban digheid grenzende vrijheid, strenggeloovig Christendom en socialistisch-beïnvloede vrijdenkerij, die binnen de Duitsche gren zen thans uitgevochten wordt, en die op dit oogenblik het nationalisme in de voor- deeligste stellingen gesteld ziet. We leven zoo verbijsterend snel in deze jaren, dat men zich nauwelijks meer her inneren kan, hoe in November 1918 een leider der sociaal-democratie, staande in een der groote vensters van het gebouw van den Dultschen Rijksdag, der massa's daarbuiten kon toeroepen, dat. „het pro letariaat over de gansche linie gezege vierd" had. Dat was eind 1918. Nu zijn we pas in Augustus 1932. Na de slappe revolutie van 1918 kwam het socialisme in Duitschland in een machtspositie, die slechts door de vol ledige dictatuur der arbeidersklasse in het later Sovjet-Rusland overtroffen werd. Veertien Jaren later is het voorlooptg met die machtspositie, en vermoedelijk ook met de democratische republiek, voorbij. Kan men zich dit verrassende verschijn sel verklaren? Dat is niet zoo eenvoudig. Maar we willen er een poging toe doen. In de eerste plaats dan: de Dultscher is geen goed socialist, geen werkelijk vriend van gelijkheid, vrijheid en broeder schap, geen opgewonden strijder voor in ternationale idealen. Markeert hij dit alles, dan is het toch niet doorvoeld. Het is eerder reactie dan actie. De revolutie van November 1918 rea geerde op de uitputting en den verloren oorlog. Het geheele socialisme in Duitsch land was vóór 1914 de reactie op haar onderdrukking. Nauwelijks wendde eind Juli 1914 de keizer zich ook tot zijn roode onderdanen om een beroep op hun vader landsliefde te doen, of de Duitsche sociaal-democratie stemde in den Rijks dag voor de eerste oorlogscredieten. Deze sociaal-democratie, in zich ver deeld en later door broederoorlog met onafhankelijke socialisten en communis ten tot steeds grooter machteloosheid gedoemd, moest in 1918 de regeering over nemen zonder eenige practlsche geoefend heid, in een periode, waarm Dultsch- land's onmacht op het laagste punt aan gekomen was en regeeren beteekende, zich groote volksmassa's tot gezworen vijand maken. Zij heeft, bijna ononderbroken, gere geerd in het Duitsche Rijk, in den Staat Pruisen, in Saksen en in kleinere Duit sche landen, zoolang de reactie, in wel ken vorm dan ook, op zich liet wachten. Zij stelde den eersten rijkspresident, verschillende rijkskanseliers en minister presidenten, meestal in samenwerking met democraten en r.-katholieken, kor ten tijd zelfs, op de basis der zooge naamde „groote coalitie", ook met de partij der industrieele werkgevers, die zich Duitsche Volkspartij noemt en die thans ter ziele is. Met uitzondering van de periode 1924—1928, die een tijdelijke stijging be teekende. heeft dit dragen van een groote verantwoordelijkheid haar millioenen aanhangers gekost. Tot zij twee maan den geleden de macht ln het Rijk, spoedig daarop in Pruisen en elders, aan haar grootste vijanden moest overdragen. Die grootste vijanden zijn slechts schijnbaar de nationaal-socialisten, wier neigingen voorloopig nog ietwat verward zijn, maar die ten slotte m meerderheid toch als anti-kapitalisten beschouwd moe ten worden. De werkelijke anti-poden van de aan hangers van Kary Marx' theorieën zijn in Duitschland de Dultsch-nationalen, jonkers, industrieelen, agrariërs, adel en ambtenaarsstand, oud-officieren en ln het algemeen gesproken conservatieven, „al-Duitschers". En die kringen, dezelfde, die in Novem ber 1918 op de vlucht geslagen werden, hebben sinds eenige weken de macht niet alleen in het Rijk, maar ook in den Staat Pruisen weer in handen. Zij behou den die macht voorloopig, steunend op den Rijkspresident, die zelf uit hun milieu voortgekomen is, steunend op de bajonetten van het beroepsleger en de karabijnen en gummistokken van de politie ln Pruisen. En dat is een zeer reëele macht, sterker dan eenige parle mentaire meerderheid. Een macht, die ln staat is, de Grondwet zoolang men dat noodig vindt buiten werking te stellen en als dictator te regeeren. Een macht, dieschieten kan. Wat onder de ge geven omstandigheden nu eenmaal den doorslag geeft. Het actueele bij dit alles is het feit, dat het nationaal-socialisme, ondanks zijn geweldig groot geworden aanhang, juist heden die macht heeft leeren kennen door de weigering van den rijks president. den heer Hitier de regeering over te leveren. Het blijvende is, dat het Duitsche volk thans weer conservatief geregeerd wordt en dat met ijzeren consequentie alle machthebbenden, die tot de democratische of de sociaal-democratische richting be- hooren, met pensioen worden gezonden om plaats te maken voor mannen, die eigenlijk met hart en ziel vijanden der nog niet altijd niet officieel gestorven republiek gebleven zijn. uit brieven van acht tot tien jaren ge leden zou schrijver dezes kunnen aan- toonen, dat hij deze ontwikkeling voor zien heeft, die duidelijk genoeg was voor wie het Duitsche volk werkelijk kent, zijn mentaliteit nuchter beoordeelt en de ver- scheldenheid zijner stammen desondanks niet uit het oog verloren heeft. De democratie, zoowel de socialistische als de liberale, had in Duitschland sinds 1919 verloren spel. ZIJ was poëzieloos, arm aan initiatief, al te cerebaal, al te zeer vertrouwend op het gezond verstand. En zij moest experimenteeren met een ziek en uitgeput volk, onder den moordenden dwang van het dictaat van Versailles, zonder kapitaal, zonder eenige hoop op spoedige beterschap. Het eenige wat haar overbleef: een beetje liefde wekken voor den nieuwen staat met bekende weinig kostbare mid delen als daar zijn ridderordes, titels, uniformen, openbaar vertoon, muziek in de openlucht, kleine volksfeesten.... dit alles werd verzuimd. Men was al te bang aan het oude, keizerlijke Duitschland te herinneren. Men meende met één penne- streek neigingen, die in het Duitsche volk vastgeworteld zijn, te kunnen doorhalen. Waarheldsllevend als de republiek bewust was, meende zij ook het volk steeds de volle waarheid voor oogen te moeten stel len. Men noemde dat tot weinige maanden geleden: „moed tot onpopulariteit" en ging er eigenlijk prat op. Daarbij vergat men, dat slechts een be droevend kleine minderheid van de be volking zooveel bittere waarheid ver dragen kon. Moediger ware geweest, de zorgen alleen op zich te nemen en intus- schen bi) het volk liefde tot den staats vorm te kweeken. Hoe gauw ook ln Duitschland een kinderhand gevuld is, toonde dan later de sprookjesachtige om hoog gaande Hitler-beweging aan, welker allergrootste verdienste was. dat zij ge bruik maakte van alle mogelijkheden, die door de republikeinen verzuimd waren. De conservatieve Bond der Frontsol daten „Stalen Helm", de „Jong-Duitscho Orde", maar vooral de „S.S. en S.A.-storm- troepen" van Hitler brachten die ulter- lljken, dien „Kadavergehorsam", die nel- ging tot militaristisch vertoon, tot uni form en onderscheidlngsteeken, tot op gaan in een uniforme massa en blinde gehoorzaamheid aan den meerdere, die den gemiddelden Dultscher aangeboden is. Op het oogenblik beleven we de door braak van deze propaganda en den weder keer van de „heeren", die door vele ge slachten heen er beter slag van gekregen hebben, met het „Duitsche volk" om te gaan dan socialisten en communisten, die van hun standpunt ook wel Iets ideaals willen, maar hun aanhang toch ln hoofd zaak te danken hebben aan de omstan digheid, dat millioenen arme menschen nog hopen op lotsverbetering door poli tieke massa-aaneensluiting. Waarbij de theorieën van den waardigen heer Karl Marx hun doorgaans volkomen onbekend gebleven zijn. Het ziet er naar uit alsof onze Duitsche buren terugkeeren naar den staat van 1914. De regeering van heden boveelt. en de bevolkinggehoorzaamt. Alle vrij heden van de democratische repu bliek verdwijnen, en uniformen, onder scheidingsteekenen, commando's, zelfs bij den „vrijwllllgen arbeidsdienst", veld dienstoefeningen bij dag en bij nacht, eerewachten bij gesneuvelde kameraden, geheime teekens, marschroutes, tactische en strategische oefeningen, dienst-abaca- dabra en alles wat er zoo bijhoort komen er voor ln de plaats. Van morgen af komen nieuwe heeren bij de radio in actie, van morgen af mag ln Pruisen niet meer zonder zwembroekje ge baad worden en een schoonheidskoningin in badcostuum niet meer worden geko zen. Van morgen af verdwijnen de „plas tische levende beelden" uit de kleine kroegjes rondom de Berlljnsche Frledrlch- strasse, en de censuur op alle kunstgebied zal niet lang meer op zich laten wachten. Er is in dit alles een kern van goeds. De half-soclalistlsche republiek liet al te veel toe, het volk verlummelde, de jeugd groeide op ln verwildering, de criminali teit nam toe, de moraal werd er niet beter op. Maar er dreigt nu weer veel overheids bemoeiing met als gevolg veel huichelarij Het Duitsche volk beleeft, dat het roer krachtig naar rechts omgeworpen wordt. Het ziet er naar uit, dat dit alles van blij vende beteekenis zal worden, omdat het aan de innigste nelgingen van een sterke meerderheid tegemoet komt. ROLAND. VRAGEN EN ANTWOORDEN. Vraag: Hoe komt het dat de bloem potten, welke ik voor mijn raam buiten heb staan steeds dik met mos zijn be groeid? Is dit voor de planten ook schade lijk en wat er tegen te doen. Mej. I. te A. Antw.: Vooral wanneer de potten ge regeld in het water staan slaan ze vaak groen uit. Let er op dat de schoteltjes niet vol met water blijven staan en boen de potten eens per week af. Het mos komt dan geregeld minder vaak terug. Deze groene aanslag is schadelijk voor de ont wikkeling van de planten, omdat de poriën van de pot worden verstopt en de pot grond bij gebrek aan lucht gemakkelijk kan verzuren. Vraag: Mijn plant zit geheel vol met zoogen. wratjes. Wat zou hiervan oorzaak zijn en wat is er tegen te doen? A. A, G. te L. Antw.: De door U bedoelde wratjes zijn schildluizen. Onder de bruine „wrat jes" leven de dieren. Verwijder de puntjes met 'n stomppuntig stokje en wasch de bla deren met behulp van een zachte spons af met een mengsel van 10 Liter water en 2 ons groene zeep. waarbij 1 maatje (deci liter) brandspiritus wordt gevoegd. Her haal deze afwassching na een paar dagen. Vraag: Hierbij een blad en een uitwas van mijn Azalea. De plant staat in de schaduw. Hoe moet de plant in den zomer behandeld. P. W. te L. Antw.: Pluk de blaadjes met de wrat- vormige uitwassen af en verbrandt ze. Zet de plant in de volle zon en graaf dc pot in den grond. Geef dagelijks water en bij mooi weer moet U 's middags over de bla deren gieten. Geef eens ln de drie weken verdunde koemest of ln water opgeloste kunstmest. Vragen op Tuinbouwgebied aan de Redactie onder motto „Tuinbouw" 3—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 11