jCje bouwkunst in de omgeving.
Sr
DAGBLAD - Derde Blad
Vrijdag 19 Augustus 1932
INDISCHE
HUISHOUDELIJKHEDEN.
TUIMELTJE EN KRUIMELTJE IN HET KABOUTERLAND
Ad
T
LAND- EN TUINBOUW.
VOORBOUT.
i dat de Egmonder monniken
»'lOe eeuw en niet in de
Kk bij vergissing schreef te
\cll!.ten, werd aan St. Bartho-
^d, wiens feestdag op 24 Aug.
j moeite waard, zijn te onder-
J"de oriëntatie thans nog met
Idergang van 23 Augustus, den
Tden virgiliëndag klopt,
lolomeus bleef sindsdien de
Voorhout. Het schijnt dat in
®n de troebelen met Spanje, te
Jeen pastoor woonde, die dooi
(en leer' zijn schaapjes bijeen
jouden, evenals b.v. te Noord-
te Hoogmade en enkele andere
de omgeving. Daaraan is het
[lijk toe te schrijven, dat de
jeuskerk tijdens het beleg van
|t werd verwoest,
te Noordwijkerhout, waarover
jjnd er slechts een zeer kleine
j Gemeente, zóó klein, dat deze
(tot 1647 met Noordwijkerhout
nbineerd.
katholieken en protestanten
van den aanvang af een
andhouding te hebben ge
ilde partijen een eigen kerk-
jesten hebben, vond men in den
jijden een heel eenvoudige oplos-
riomfboog, dat is de boog, die
[van de kerk met de ter weers-
Iraan grenzende kapel, van het
fctdde, metselde men een muur,
fgeheele ruimte in tweeën werd
sstanten kregen nu het koor met
tapellen tot hun beschikking; de
In het schip.
1 eene zijde van de scheidings-
pkte de dominee, aan de andere
de pastoor de mis op. En
[heeft men elkaar bij deze werk-
i niet gehinderd. Een dergelijke
«staat, als ik het wel heb, nog
I ui Zeeuwsch-Vlaanderen. Voor
ljaren althans was dit zeker nog
J te Voorhout veranderde, ligt in
Iplaats aan de toename van het
Ier Roomsche parochie,
lts 1880 is het gedeelte der kerk
1 toren, dat aan de Roomschen
afgebroken. Een nieuwe en
[geheel vrijstaande kerk werd ge-
|ar de plannen van de architecten
Suickers, leerlingen van dr.
i in 1883 ingewijd,
h. dat voor de protestantsche
oefeningen bestemd was, kwam
staan, dus het oorspronkelijk
(en koor met de kapel ter weers-
t protestantsche gemeente te
|vas klein en is dit nog. Ze telt
nblik ongeveer 300 zielen. Toch
perkje op den duur te klein en
lea in 1911 het te vergrooten.
men hiertoe overging, werd alles
opgemeten en in kaart ge-
tesbetreffende plattegrond en
ka kan men thans nog vinden in
Tche gemeente-archief.
lit U (£ron d
f hierbij de plattegrond van de
zooals, die in 1913 of '14 is
l gekomen. De oude bouwresten
ii daarbij zooveel mogelijk intact
(tot zijn de geelgrijze tufsteen-
i de zijgevels van het oorspron-
w en de baksteenen zijkapellen,
fa baksteen heeft men, iets ver-
ïkerk naar achteren verlengd en
pmet drie zijden van een acht
tien genoegen aan de Zuidzijde
pverk van de kerk te beschouwen.
|®idden de oude tufsteenmuur uit
•Jw. vooral beneden gemetseld in
regelmatig verband, zoodat de
wn soms bijna vlak boven elkaar
XL
Regelmatiger is het kruisverband van
de baksteenmuren der kapel, schoon dit
niet overal is gehandhaafd en interes-
saö verspringingen vertoont.
Het nieuwe gedeelte is gemetseld ia
Vlaamsch verband, waarbij in de steen
lagen kop en strek regelmatig afwisselen,
wellicht dient dit decoratieve metselwerk
tot bekleeding van een betonnen muur-
lichaam. Nader onderzoek op dit punt is
mij ontgaan en het doet trouwens ook
weinig ter zake. In ieder geval weerspiege
len zich in materiaal en metselverband de
tijden.
Inwendig maakt het kerkje een stem-
migen vriendelijken indruk.
In den Westgevel ziet men nog de tuf-
steentogen van de voormalige triomfboog.
Tegen dezen muur is de eenvoudige kan
sel geplaatst, een eikenhouten meubel in
Renaissancestijl! De paneelen van de kuip
zijn met rondboogomament versierd, ter
wijl ze gescheiden worden door vlakke
gecanneleerde pilasters.
Naast de preekstoel en het doophek
staat het antieke orgel, een zeldzaam mooi
instrument. Het front van dit orgel, uit
de 17e of het begin der 18e eeuw vertoont
den vorm van een ouderwetsch kabinet,
beneden met vooruitspringend, gegolfd
profiel. Het is versierd met koperbeslag.
Natuurlijk is het mechaniek nog geheel
ouderwetsch ingericht en moet de blaas
balg voor de luchttoevoer nog worden ge
trapt.
Wanneer men evenwel de deuren opent
en het front beschouwt, bemerkt men dat
de tinnen pijpen van een materie zijn,
als men bij modernen orgels nooit zal
vinden.
De toon lijkt ons buitengewoon mooi en
warm.
We hebben vernomen, dat de Herv. Gem.
van Voorhout dit artistieke instrument wil
vervangen door een modern instrument
met moderne gemakken. We zouden even
wel willen vragen: zouden er geen midde
len te vinden zijn, om met behoud van het
oude materiaal het mechaniek te moder-
niseeren?
En indien dit onmogelijk mocht blijken,
dan hopen we van harte, dat het oude in
strument, wanneer het wordt afgedankt,
niet in de handen van een of anderen
sjacheraar komt. doch geplaatst kan wor
den in het museum Scheurleer in Den Haag
of in een andere openbare verzameling,
waar het behoorlijk wordt onderhouden.
Van dit soort kabinet-orgels zullen er
waarschijnlijk niet veel meer over zijn.
De ZuiderkaDel. van binnen gedekt door
een tongewelf met steekkap, die bij de
restauratie keurig werd ingericht, dient
tot vergaderplaats voor de kerkelijke colle
ges en domineeskamer.
De Noordelijke kapel, in den ouden tijd
vermoedelijk de sacristie, dient voor con
sistoriekamer. Ook deze is smaakvol betim
merd en voorzien van een tongewelf.
Sctemi van at Ooslriji*
Bijgaande teekeningen geven de situatie
aan.
Het is de bedoeling op den duur in de
kerk tegen den Westgevel nog een galerij
aan te brengen, waardoor de kansel dan
natuurlijk zal moeten worden verplaatst,
tenzij daarvoor een, niet onmogelijke, an
dere oplossing wordt gevonden. We kunnen
ons heel goed voorstellen, dat vele Voor-
houters er voor voelen in de nis boven den
ingang der kerk een nieuw orgel te plaat
sen, waardoor in verband met een nieuwe
galerij een meer modern aanzien aan het
westelijk deel der kerk zou worden gege
ven. Toename van het zielental kan uit
breiding der plaatsruimte noodzakelijk
maken.
Alles te zamen genomen heeft het Pro
testantsche kerkje te Voorhout op ons een
hoogst sympathieken indruk gemaakt.
Bij sommigen heerscht nog zoo'n beetje
de gedachte, dat de vrouwen in Indlë
eigenlijk louter voor haar genoegen op de
wereld zijn en niets behoeven uit te voeren.
Dat ze voor alles een bediende hebben: voor
de keuken, de wasch, het huis- en naai
werk, verstellen en kousen stoppen, kinder
verzorging, kortom voor alles en alles. Maar
verstandigen, die kranten, boeken en tijd
schriften lezen, weten wel dat ook dat tot
het verleden behoort en veel Eurojaeesche
vrouwen gelukkig al lang gebroken hebben
met het begrip: kinderbaboe. Zoo'n vijf
tien jaar geleden had cu foor eik der
kinderen nog een aparte baboe in veel
gezinnen, zorgde baboe nonnie voor het
meiske en baboe sinjo voor het jongetje,
deed de moeder zelf zoo goed als niets en
liet baden, kleeden, eten geven en naar
bed brengen aan baboe over, wat natuur
lijk tot gevolgd had: „iastige Indische kin
deren", die het toch eigenlijk heelemaal
niet konden helpen, dat ze lastig en ver
wend waren. Die van hun geboorte af
niet beter hadden geweten, of baboe was
er om te commandeeren en alle wenschen
in te willigen, die nooit geleerd hadden
zelf iets op te ruimen, zichzelf aan te
kleeden of iets zelf te halen. Maar al lang
is die tijd voorbij en vooral nu, nu er in
alle huishoudens bezuinigd moet worden,
is de „stoet bedienden" nog slechts een
sprookje. Zoo'n tien jaar geleden had men
in wat groote gezinnen, waar veel bezoek
kwam, in elk geval vijf of zes bedienden;
den chauffeur of koetsier dan nog niet
meegerekend, maar zoo'n luxe aantal
treft men haast nergens meer aan en het
gevolg is, dat ook de Europeesche vrouw
wat werken en helpen moet tegenwoordig.
Een eerste eisch voor jonge vrouwtjes
die naar Indië trekken is dan ook wel, dat
ze goed kunnen naaien en knippen, ver
stellen en stoppen en dus de heele garde
robe kunnen maken voor haar gezin, wat
een enorme besparing geeft natuurlijk.
Van huishouden moet ze goed op de hoogte
zijn en koken is iets dat elke vrouw moet
verstaan, ook al is 't niet direct noodig. In
de meeste gezinnen is nog wel een aparte
kokkie; in andere een baboe-kokkie, dus
een die behalve de keuken, ook de slaap
kamers en wasch verzorgt, maar toch is
het goed als mevrouw zelve koken kan; in
zieke dagen in kan springen, eens iets
anders kan leeren bereiden aan de keuken-
prlnces ofzelve voor de maaltijden
kan zorgen als dat moet. En ook dat moet
weieens tegenwoordig in Indie, dikwijls
zelfs. Op eenzame buitenposten, in kleine
plaatsen en in het binnenland kan het
nog best voorkomen, dat men geen cul-
smiere kan krijgen en dus zelve zal moeten
koken en wie dat vooruit weet, doet heel
verstandig om een petroleumkachel aan te
schaffen, zoo'n New Perfection met drie
pitten en een oventje er los bij, een soort
tafel waarvan men ontzaggelijk veel ge
mak heeft en waarop het bijna een ge
noegen is, de maaltijden te bereiden Het
blijft, zelfs in malaise nu eenmaal een
feit, dat men de wereld lichter ziet na een
smakelijk maal en met wat overleg hoeft
dat niet zoo verschrikkelijk veel te kosten,
doch het is een groot punt in het dage-
lijksch leven. En in Indië waar hard ge
werkt wordt en men te lijden heeft van de
hitte is goed en krachtig voedsel absoluut
noodig, zoodat de huisvrouw zelve aan zal
moeten pakken als dat voorkomt. Ook met
het huiswerk zal ze moeten helpen, als
haar bediendenaantal verminderd moet
worden en natuurlijk is het beter, als ook
de vrouw haar geregelde bezigheden heeft
en weet dat ze daadwerkelijk meehelpt om
de onkosten van het huishouden te be
perken. Dus naaien, knippen, koken en
huishouden moet de moderne vrouw die
naar Indië trekt nét zoo goed verstaan
als haar grootmoeder, die het wel wat al
te serieus opvatte, maar toch berekend was
voor haar hulsvrouwelljke taak.
En danwie kinderen onder twaalf
jaar heeft en afgelegen woont, de middelen
mist om de kinders naar Java of Holland
te zenden of natuurlijk met reden
van meening is dat de kinderen zoolang
mogelijk bij de ouders hooren en men
groote plichten op zich heeft genomen bij
de geboorte der kinderen, dan zal de
moeder óók nog weieens voor onderwijze
res moeten spelen en de kinderen zelf
moeten leeren, als er geen goede school Is
en men een gouvernante tot de luxedingen
gaat rekenen tegenwoordig. Schrikken
hoeft men daarvan niet, want in Indië
heeft men de uitstekende Clerkx methode
voor huisonderwijs, aan de hand waarvan
elke moeder haar kinderen les kan geven
tót den H B S leeftijd, ook al is zijzelve
nooit bij het onderwijs geweest. Een uit
komst dus voor lieden die op ondernemin
gen of eenzame posten zitten en over die
uitkomst zullen we volgend maal meer
i vertellen.
ffrv
\ti v
-4
1
Sü!r«
|lll'
ain„ °ïru't jongens, allemaal achter mekaar de trap-
£e.8,a'8etippeld, riep Tuimeltje uit en hoep, daar
i m ze hoor, allemaal netjes achter elkaar aan. Op
i lantLvan-de muziek maakten ze wat gekke sprongen
it on „amerhand werd de leuning heel erg glad van al
—-'les tt? neer geloop. De oude kabouterbaas had al stii-
w„5:ri den kok gezegd, dat het nog wel eens mis
gelijk in^n met die ondeugden en daar had ie groot
272 Want toen de kabouters en de kikkers hoe langer
hoe Vlugger gingen glijden, kwamen ze met hun allen
midden in de gang terecht en schoten tegen een deur
aan die natuurlijk openvloog. Daar zaten de stakkers nu,
midden in de opslagplaats van de dennenaalden. Ze
schreeuwden het uit van de pijn en met groote moeite
Sten de andere kikkers de naalden uit hun lijf
trekken.
(Van onzen correspondent).
HET ROEK NAAR RECHTS.
Berlijn, 13 Augustus.
Het is uiterst belangwekkend, te volgen
wat in deze dagen bij ons in Duitschland
geschiedt. Ik bedoel daarmee natuurlijk
niet de politièk-van-den-dag. Die valt,
hoe interessant ook op zichzelf genomen,
buiten het kader van deze beschouwing.
Ik bedoel de algemeene cultuur, in groote
lijnen gezien; en de volksstemmingen, de
volksneigingen, moraal, karakter; en wat
dies meer zij. 4
Het moge van actueele beteekenis zijn,
of straks de kortgeleden nog statenlooze,
vroeger Oostsenrijksche en sedert eenige
maanden Dultscher geworden ex-huis
schilder Adolf Hitler, zoon van een Oos-
tenrijkschen grensbeambte, straks rijks
kanselier of na Hindenburg's dood of af
treden wellicht rijkspresident zal worden.
Veel belangrijker schijnt mij de heftige
strijd tusschen twee uitersten, nationa
lisme en internationalisme, stoer conser
vatisme op moreel gebied en aan losban
digheid grenzende vrijheid, strenggeloovig
Christendom en socialistisch-beïnvloede
vrijdenkerij, die binnen de Duitsche gren
zen thans uitgevochten wordt, en die op
dit oogenblik het nationalisme in de voor-
deeligste stellingen gesteld ziet.
We leven zoo verbijsterend snel in deze
jaren, dat men zich nauwelijks meer her
inneren kan, hoe in November 1918 een
leider der sociaal-democratie, staande in
een der groote vensters van het gebouw
van den Dultschen Rijksdag, der massa's
daarbuiten kon toeroepen, dat. „het pro
letariaat over de gansche linie gezege
vierd" had. Dat was eind 1918. Nu zijn
we pas in Augustus 1932.
Na de slappe revolutie van 1918 kwam
het socialisme in Duitschland in een
machtspositie, die slechts door de vol
ledige dictatuur der arbeidersklasse in het
later Sovjet-Rusland overtroffen werd.
Veertien Jaren later is het voorlooptg met
die machtspositie, en vermoedelijk ook
met de democratische republiek, voorbij.
Kan men zich dit verrassende verschijn
sel verklaren? Dat is niet zoo eenvoudig.
Maar we willen er een poging toe doen.
In de eerste plaats dan: de Dultscher
is geen goed socialist, geen werkelijk
vriend van gelijkheid, vrijheid en broeder
schap, geen opgewonden strijder voor in
ternationale idealen. Markeert hij dit
alles, dan is het toch niet doorvoeld. Het
is eerder reactie dan actie.
De revolutie van November 1918 rea
geerde op de uitputting en den verloren
oorlog. Het geheele socialisme in Duitsch
land was vóór 1914 de reactie op haar
onderdrukking. Nauwelijks wendde eind
Juli 1914 de keizer zich ook tot zijn roode
onderdanen om een beroep op hun vader
landsliefde te doen, of de Duitsche
sociaal-democratie stemde in den Rijks
dag voor de eerste oorlogscredieten.
Deze sociaal-democratie, in zich ver
deeld en later door broederoorlog met
onafhankelijke socialisten en communis
ten tot steeds grooter machteloosheid
gedoemd, moest in 1918 de regeering over
nemen zonder eenige practlsche geoefend
heid, in een periode, waarm Dultsch-
land's onmacht op het laagste punt aan
gekomen was en regeeren beteekende, zich
groote volksmassa's tot gezworen vijand
maken.
Zij heeft, bijna ononderbroken, gere
geerd in het Duitsche Rijk, in den Staat
Pruisen, in Saksen en in kleinere Duit
sche landen, zoolang de reactie, in wel
ken vorm dan ook, op zich liet wachten.
Zij stelde den eersten rijkspresident,
verschillende rijkskanseliers en minister
presidenten, meestal in samenwerking
met democraten en r.-katholieken, kor
ten tijd zelfs, op de basis der zooge
naamde „groote coalitie", ook met de
partij der industrieele werkgevers, die
zich Duitsche Volkspartij noemt en die
thans ter ziele is.
Met uitzondering van de periode
1924—1928, die een tijdelijke stijging be
teekende. heeft dit dragen van een groote
verantwoordelijkheid haar millioenen
aanhangers gekost. Tot zij twee maan
den geleden de macht ln het Rijk, spoedig
daarop in Pruisen en elders, aan haar
grootste vijanden moest overdragen.
Die grootste vijanden zijn slechts
schijnbaar de nationaal-socialisten, wier
neigingen voorloopig nog ietwat verward
zijn, maar die ten slotte m meerderheid
toch als anti-kapitalisten beschouwd moe
ten worden.
De werkelijke anti-poden van de aan
hangers van Kary Marx' theorieën zijn
in Duitschland de Dultsch-nationalen,
jonkers, industrieelen, agrariërs, adel en
ambtenaarsstand, oud-officieren en ln
het algemeen gesproken conservatieven,
„al-Duitschers".
En die kringen, dezelfde, die in Novem
ber 1918 op de vlucht geslagen werden,
hebben sinds eenige weken de macht niet
alleen in het Rijk, maar ook in den
Staat Pruisen weer in handen. Zij behou
den die macht voorloopig, steunend op
den Rijkspresident, die zelf uit hun
milieu voortgekomen is, steunend op de
bajonetten van het beroepsleger en de
karabijnen en gummistokken van de
politie ln Pruisen. En dat is een zeer
reëele macht, sterker dan eenige parle
mentaire meerderheid. Een macht, die ln
staat is, de Grondwet zoolang men dat
noodig vindt buiten werking te stellen
en als dictator te regeeren. Een macht,
dieschieten kan. Wat onder de ge
geven omstandigheden nu eenmaal den
doorslag geeft.
Het actueele bij dit alles is het feit,
dat het nationaal-socialisme, ondanks
zijn geweldig groot geworden aanhang,
juist heden die macht heeft leeren
kennen door de weigering van den rijks
president. den heer Hitier de regeering
over te leveren.
Het blijvende is, dat het Duitsche volk
thans weer conservatief geregeerd wordt
en dat met ijzeren consequentie alle
machthebbenden, die tot de democratische
of de sociaal-democratische richting be-
hooren, met pensioen worden gezonden
om plaats te maken voor mannen, die
eigenlijk met hart en ziel vijanden der
nog niet altijd niet officieel gestorven
republiek gebleven zijn.
uit brieven van acht tot tien jaren ge
leden zou schrijver dezes kunnen aan-
toonen, dat hij deze ontwikkeling voor
zien heeft, die duidelijk genoeg was voor
wie het Duitsche volk werkelijk kent, zijn
mentaliteit nuchter beoordeelt en de ver-
scheldenheid zijner stammen desondanks
niet uit het oog verloren heeft.
De democratie, zoowel de socialistische
als de liberale, had in Duitschland sinds
1919 verloren spel. ZIJ was poëzieloos, arm
aan initiatief, al te cerebaal, al te zeer
vertrouwend op het gezond verstand. En
zij moest experimenteeren met een ziek
en uitgeput volk, onder den moordenden
dwang van het dictaat van Versailles,
zonder kapitaal, zonder eenige hoop op
spoedige beterschap.
Het eenige wat haar overbleef: een
beetje liefde wekken voor den nieuwen
staat met bekende weinig kostbare mid
delen als daar zijn ridderordes, titels,
uniformen, openbaar vertoon, muziek in
de openlucht, kleine volksfeesten.... dit
alles werd verzuimd. Men was al te bang
aan het oude, keizerlijke Duitschland te
herinneren. Men meende met één penne-
streek neigingen, die in het Duitsche volk
vastgeworteld zijn, te kunnen doorhalen.
Waarheldsllevend als de republiek bewust
was, meende zij ook het volk steeds de
volle waarheid voor oogen te moeten stel
len. Men noemde dat tot weinige maanden
geleden: „moed tot onpopulariteit" en
ging er eigenlijk prat op.
Daarbij vergat men, dat slechts een be
droevend kleine minderheid van de be
volking zooveel bittere waarheid ver
dragen kon. Moediger ware geweest, de
zorgen alleen op zich te nemen en intus-
schen bi) het volk liefde tot den staats
vorm te kweeken. Hoe gauw ook ln
Duitschland een kinderhand gevuld is,
toonde dan later de sprookjesachtige om
hoog gaande Hitler-beweging aan, welker
allergrootste verdienste was. dat zij ge
bruik maakte van alle mogelijkheden, die
door de republikeinen verzuimd waren.
De conservatieve Bond der Frontsol
daten „Stalen Helm", de „Jong-Duitscho
Orde", maar vooral de „S.S. en S.A.-storm-
troepen" van Hitler brachten die ulter-
lljken, dien „Kadavergehorsam", die nel-
ging tot militaristisch vertoon, tot uni
form en onderscheidlngsteeken, tot op
gaan in een uniforme massa en blinde
gehoorzaamheid aan den meerdere, die
den gemiddelden Dultscher aangeboden is.
Op het oogenblik beleven we de door
braak van deze propaganda en den weder
keer van de „heeren", die door vele ge
slachten heen er beter slag van gekregen
hebben, met het „Duitsche volk" om te
gaan dan socialisten en communisten, die
van hun standpunt ook wel Iets ideaals
willen, maar hun aanhang toch ln hoofd
zaak te danken hebben aan de omstan
digheid, dat millioenen arme menschen
nog hopen op lotsverbetering door poli
tieke massa-aaneensluiting. Waarbij de
theorieën van den waardigen heer Karl
Marx hun doorgaans volkomen onbekend
gebleven zijn.
Het ziet er naar uit alsof onze Duitsche
buren terugkeeren naar den staat van
1914. De regeering van heden boveelt. en
de bevolkinggehoorzaamt. Alle vrij
heden van de democratische repu
bliek verdwijnen, en uniformen, onder
scheidingsteekenen, commando's, zelfs bij
den „vrijwllllgen arbeidsdienst", veld
dienstoefeningen bij dag en bij nacht,
eerewachten bij gesneuvelde kameraden,
geheime teekens, marschroutes, tactische
en strategische oefeningen, dienst-abaca-
dabra en alles wat er zoo bijhoort komen
er voor ln de plaats.
Van morgen af komen nieuwe heeren bij
de radio in actie, van morgen af mag ln
Pruisen niet meer zonder zwembroekje ge
baad worden en een schoonheidskoningin
in badcostuum niet meer worden geko
zen. Van morgen af verdwijnen de „plas
tische levende beelden" uit de kleine
kroegjes rondom de Berlljnsche Frledrlch-
strasse, en de censuur op alle kunstgebied
zal niet lang meer op zich laten wachten.
Er is in dit alles een kern van goeds.
De half-soclalistlsche republiek liet al te
veel toe, het volk verlummelde, de jeugd
groeide op ln verwildering, de criminali
teit nam toe, de moraal werd er niet
beter op.
Maar er dreigt nu weer veel overheids
bemoeiing met als gevolg veel huichelarij
Het Duitsche volk beleeft, dat het roer
krachtig naar rechts omgeworpen wordt.
Het ziet er naar uit, dat dit alles van blij
vende beteekenis zal worden, omdat het
aan de innigste nelgingen van een sterke
meerderheid tegemoet komt.
ROLAND.
VRAGEN EN ANTWOORDEN.
Vraag: Hoe komt het dat de bloem
potten, welke ik voor mijn raam buiten
heb staan steeds dik met mos zijn be
groeid? Is dit voor de planten ook schade
lijk en wat er tegen te doen.
Mej. I. te A.
Antw.: Vooral wanneer de potten ge
regeld in het water staan slaan ze vaak
groen uit. Let er op dat de schoteltjes niet
vol met water blijven staan en boen de
potten eens per week af. Het mos komt
dan geregeld minder vaak terug. Deze
groene aanslag is schadelijk voor de ont
wikkeling van de planten, omdat de poriën
van de pot worden verstopt en de pot
grond bij gebrek aan lucht gemakkelijk
kan verzuren.
Vraag: Mijn plant zit geheel vol met
zoogen. wratjes. Wat zou hiervan oorzaak
zijn en wat is er tegen te doen?
A. A, G. te L.
Antw.: De door U bedoelde wratjes
zijn schildluizen. Onder de bruine „wrat
jes" leven de dieren. Verwijder de puntjes
met 'n stomppuntig stokje en wasch de bla
deren met behulp van een zachte spons af
met een mengsel van 10 Liter water en 2
ons groene zeep. waarbij 1 maatje (deci
liter) brandspiritus wordt gevoegd. Her
haal deze afwassching na een paar dagen.
Vraag: Hierbij een blad en een uitwas
van mijn Azalea. De plant staat in de
schaduw. Hoe moet de plant in den zomer
behandeld.
P. W. te L.
Antw.: Pluk de blaadjes met de wrat-
vormige uitwassen af en verbrandt ze. Zet
de plant in de volle zon en graaf dc pot
in den grond. Geef dagelijks water en bij
mooi weer moet U 's middags over de bla
deren gieten. Geef eens ln de drie weken
verdunde koemest of ln water opgeloste
kunstmest.
Vragen op Tuinbouwgebied aan de
Redactie onder motto „Tuinbouw"
3—3