][oemencorso te Bergen-Zweedsch stoomschip op de Schelde omhooggevaren VALSCHE PAPIEREN 'jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad EEN AANTAL DEELNEMERS AAN HET PADVINDERSKAMP bracht BEëEDIGING VAN EEN EN VUFTIG TOT TWEE DE-LUIT Fa- een bezoek aan het Muiderslot en aan de Echo te Muiderberg. De pad- NANT VAN HET INDISCHE LEGER BEVORDERDE CADET- vinders bij de echo, in het midden de burgemeester van Muiden. TEN in 'de Prins Hendrik-kazerne te Nijmegen. V ZIJN GROOTVADER houdt ook de vierde zoon ei-kroonprins van hout zagen. De prins in Amerika bij Poultney Bigelow, een vriend van den ex-keizer. DE SAEZBURGER FESTSPIELE. De beroem de actrice Helene Thimig in Hoffmannsthal's „Jedermann". MUSSOLINI INSPECTEERT DE »BALILLA8',« De Duoe in het kamp van de fascis tische jeugdorganisatie. De jongens zijn 0 tot 8 jaar oud en 'dragen reeds een geweer. ^euilleton. Tan Herman Antonsen. ■t u, ondanks al die een goed hart hebt, d.r j ik ben blU. dat ik u omstandigheden heb e te was ze'f °p bet phnt nn_ gaa? door verbittering en rinen" natuurlijk zullen we de oogen neer en vervolgde 'p1 mljn"oeè'een.nog maar uitleg cl heh tot inbraak. Zoo- ontmoet en ?1 jongen Derwent lijk over ,r°6n Sprak hiJ heel Voordat nu -^n Persoonlijke be- Jglhet zelfs nniH, w"York wegging ®ellen van i? g me °P de hoogte fet doel van ,oek aan Engeland... dat zlT komst- Daarom be mesten 3Pleren nu onder uw chien in hl a" ik was bang' souden vin banben van Charles niet beslnt.11' KVk eens, ik was ^Wen te nernen.°f Wien dan °°k wulekeumgS ke^t ep sPronB over" de deur 7 Thornton met hooren nadL den Been voet- oaaeren en toch had iemand den deurknop vastgepakt. Het was te laat voor haar om zich terug te trekken. De deur werd met een smak opengegooid en Derwent stond op den drempel. Hij was vuurrood en hijgde hoor baar. Hij had zijn hoogen hoed achterop zijn hoofd en zijn avondmantel hing open zoodat zijn witte vest duidelijk ^ohtbaar was. Enkele seconden keken ze elkander zwijgend aan. Wat moet dat hier voor den drommel beteekenen? barstte hij eindelijk los. Zij keek hem zonder de minste yerwar ring te toonen vlak in het gezicht en Albseuazaoodgoed zoudt wülen zijn u zelf wat nader te verklaren, dan.... Er zijn dingen, die ik in mijn huls niet duld; mijn gasten.... —Als ik u was, dan zou lk met verder eaan onderbrak Thornton hem heftig. "Maar voordat hij verder nog iets zeggen kon, kwam zij tusschenbeide en zei tegen he™'üat moet je hem niet zoo kwalijk nemenvan zün standpun z^ten het natuurlijk vreemd, dat wij hier z teirDaar begrijp ik niets van, snauwde ^"glimlachte hem vriendelijk ^n. uw neef en ik zijn verloofd, zei ze op vriendelijken toon. Al een poosje. E hebben wat zitten praten. Da;ir zeker niets tegen? U moethebben; dat we het u met eerder verteld neon we hadden het nog wat stil willen nouu Laat u me nu aUtubke4ence gaan kijken, ik moet nog eens naar Rence gaau Overbluft liet hij haar passeeren. Dan keerde ook hij zich om en verliet de ka mer zonder zelfs een woord van geluk- wensch voor zijn „neef". HOOFDSTUK VI. Onverwacht gevaar. Tusschen gewezen gevangenen bestaat een soort ongeschreven wet, die in hun meening boven iedere andere gaat. Wie die wet overtreedt, begaat een misslag, die nooit ongewroken mag blijven. Zoo rede neerde ook de man, die door Thornton zoo was afgegrauwd op den eersten avond van zijn verblijf in Londen. Hij was een oude bekende van de justitie en had her haaldelijk gezeten. Hij zou zijn laatsten stuiver met een medegevangene gedeeld hebben en geen macht ter wereld zou hem ooit ertoe gebracht hebben zijn mede plichtigen te verraden. Thornton, niet anders bekend dan bij zijn nummer, was altijd erg zwijgzaam geweest, iemand, die niemands vertrou wen gezocht had en niemand vertrouwen geschonken had tijdens zijn straftijd. Rogers, een verstokte oude zondaar, was juist erg spraakzaam en kende het klap pen van de zweep. Hij had er slag van om zelfs in het gezicht der bewakers zijn meening te zeggen en hij had veel tegen nummer zes en zeventig gepraat, al kreeg hij nooit meer dan een enkel woord terug. Hij was voor nummer zes en zeventig erg behulpzaam geweest, omdat die nog zoo'n groentje was en deze was hem dan ook naar zijn meening heel wat dank ver plicht. v Dat alles droeg er toe bij, om hem de afwijzing door Thornton op dien avond heel kwalijk te nemen. Van Rogers stand punt beschouwd was er geen reden of noodzaak voor zulk een afwijzing geweest. Een woordje en wat geld zouden hem vol komen tevreden gesteld hebben. Natuur lijk had nummer zes en zeventig een goed zaakje op het oog, dat hij er zoo piekfijn uitzag en in zoo n mooie auto reed, maar Rogers was nooit nieuwsgierig naar het doen en laten van een ander, als alles zijn gewone gangetje ging. Maar nummer zes en zeventig had hem ruw afgewezen en daarmee de ongeschreven wet geschon den en dat eischte een afstraffing. En zoodra Rogers wat tot bezinning gekomen was, zwoer hij bij alles wat leelijk was, dat hij voor die afstraffing zorgen zou. Al zijn andere bezigheden op zij zettend, begon hij er dadelijk mee. De eenige manier, om eenig spoor van nummer zes en zeventig te vinden, was, die dame te volgen Rogers kende haar, zooals heel Londen haar kende. Vroeg of laat moest la Foneuse hem dus op het spoor brengen. Ofschoon een vette, drui lerige motregen begon te vallen, wachtte Rogers urenlang bij den uitgang. Toen de auto terugkeerde, voelde hij zich teleur gesteld. Die behoorde blijkbaar aan la Foneuse zelf, niet aan dien man. Maar een dame, die met een ontslagen gevan gene omging, was geen onwelkome bult, en Rogers weifelde nooit lang. Toen la Foneuse naar haar woning reed in Orme- ston Gardens, reed Rogers achter op het reservewiel mee. Zoodoende wist hij, waar ze te vinden zou zijn. Tevreden keerde hij naar zijn woning terug. Op den morgen van den tweeden dag na zijn opgedrongen verloving, ontving Thornton een briefje van la Foneuse, met het verzoek haar In het Park te willen ontmoeten. In het begin stonden ze vrij onwennig tegenover elkaar. Zijn valsche positie was nog moeilijker geworden door zijn nieuwe verhouding tot haar. Op den keper beschouwd was hij een boef, die andermans papleren gestolen had. En wie was zij? Een dame, die ln matigen draf voorbij- gereden kwam, zwaaide met haar rijzweep naar la Foneuse en Thornton herkende de vrouw van een der ministers. Andere dames begroetten haar ln het voorbijgaan met een buiging en een blik, die van groote nieuwsgierigheid getuigde. Er wa ren zooveel menschen om hen heen, dat het hem niet bijzonder veel moeite kostte, zich tegenover haar te gedragen, zooals Iedere heer dat in zijn omstandigheden tegenover een dame zou gedaan hebben. Wat wilde u van me weten? vroeg hij eenvoudig weg na de eerste begroeting. Van alles en nog wat! Wie u bent... wat u doeten wat er dien avond in die coupé gebeurd lszoo uitvoerig mogelijk. In het kort vertelde hij haar, uit wat voor familie hij kwam en het feit, dat hij van haar stand was, scheen haar genoe gen te doen en haar vertrouwen te ver- grooten. Hij sprak vluchtig over zijn stu die en zijn goede vooruitzichten ln dien tijd en begon meer in bijzondereheden te treden. (Wordt vervolgd). ZWF.EDSCn SCIUP OP DE SCHELDE OMHOOG li EVAKEN. Het Zwecdsche stoom schip „Rentcria" bij Kaapduinen op de Sehelde omhooggevaren. Het schip omgeven door nieuwsgierige baders. WERD IN HET VAN REENEN-PARK EEN GROOT G EHOUDEN. Een der fraaie inzendingen, de „theemuts".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 5