c e] LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad Maandag 8 August I UIT DE RIJNSTREEK. Losse nummers van ons Blad HISTORISCHE FIGUREN. INDIE IN ONS .St( TOLLEN GOUDSCHEN RIJWEG. Naar wij vernemen hebben Ged. Staten dezer provincie geweigerd om de concessie voor de tollen aan den Goudschen rijweg, onder de gemeenten Boskoop en Alphen, met ingang van 1 Januari e.k. te verlen gen. Daar de pacht van deze tollen aan de gemeente Gouda ten goede kwam en het gemeente-bestuur van Gouda beweert deze gelden niet te kunnen missen, willen B. en W. deze tollen toch in stand hou den. Zijn wij goed ingelicht, dan zullen de „A.N.W.B." en de „K.N.A.C." toch aan dringen op de opheffing van deze tollen. Moge deze actie krachtig gesteund wor den, opdat ook deze tollen spoedig tot het verleden zullen behooren. AARLANDERVEEN. Tijdrede prof. Wisse. Zaterdag werd door prof. G. Wisse van Apeldoorn ln de Chr. Geref. Kerk alhier een tijdrede uitgesprpoken over het onder werp: „Door Moscou naar Bethlehem op geroepen". Spr. zette eerst uiteen, hoe de moderne ongeloofs worsteling tegen het Christendom zich heeft toegespitst in Moscou. met zijn Christenvervolging en met zijn bijzondere atheïstische actie te gen den Christus van Bethlehem. Deze aanslag bedoelt het Christendom te ver nietigen op grond van de ongeloofsleer dat Jezus Christus nooit zou hebben bestaan, dat het Evangelie een mythe zou zijn, en dat het wonder absurd is. Tegen dezen aanval worden wij Christenen, aldus spr., opgeroepen tot afweer en om met meer trouw pro rege (vóór den Koning) te ge tuigen. Vervolgens stelde prof. Wisse in het licht, hoe de aantijgingen tegen het evangelie, tegen de historiteit van Jezus onwetenschappelijk waren en weerlegde dat het Christendom een mythe zou zijn. Ten derde wees spr. op de noodzakelijk heid om, als wij ware Christenen willen zijn, wij dan door de poort van Psalm 51 Bethlehem zullen moeten doorgaan. Voorts zette hij uiteen, dat alleen een geestelijk Christendom een cultureel Christendom kan zijn. Spr. eindigde met een ernstige opwekking tot de aanwezigen. ALPHEN. Ontroerende uitvaart. Zaterdagmorgen had na de plechtige uitvaart in de R.K. Kerk alhier onder buitengewoon veel belangstelling op de R.K. begraafplaats de teraardebestelling plaats van het stoffelijk overschot van de 17-jarige Nel Hoogduin die zooals men weet, Dinsdagavond j.l. op zoo tragische wijze langs den Westkanaalweg vlak bij haar ouderlijke woning door een motor ongeval om het leven is gekomen. Alge meen was de ontroering. Actie inzake huurverlaging. Door den Alphenschen Besturenbond werd dezer dagen een huurdersvergadering gehouden waarbij door den heer den Uyl op de noodzakelijkheid werd gewezen tot het voeren van een stevige actie tot huur verlaging. Als slot werd een commissie benoemd die een actie zal uitwerken. Bakfiets te water. De kaashandelaar B. had Zaterdagmor gen het ongeval in den Hoorn nabij de Mauritsstraat, dat plotseling zijn driewie- lige bakfiets, geladen met kaas, boter, eieren, etc. waarschijnlijk door het los schieten der rem achteruit de sloot in reed. B. zelf bleef op het droge, doch een en ander beteekende voor hem een be langrijk schadepostje! Beroep aangenomen. De heer B. Huisman van Werkendam die, zooals gemeld tot vasten voorganger werd beroepen van de kerkelijke samen komsten ln het vergaderlokaal van Man- dersloostraat, heeft dit beroep aangeno men. De Prov. Schietwedstrijden. De stand der Prov. Schietwedstrijden op 100 M. scherp om den zilveren B.V.L. Wis selbeker alhier luidt als volgt: Afd. Korps: 1. Schietverg. „Prins Alexan der" Rotterdam 239 punt. 2. Burgerwacht Rotterdam 232 punt. 3. Burgerwacht Alphen aan den Rijn 230 punt. 4. Bijz. Vrijw. Landstorm Alphen aan den Rijn 223 punt. Hoogste korpsschutter T. Noomen Rot terdam 50 punt. Aantal thans ingeschreven korpsen 11. Afd. Personeel: 1. D. Noomen Rotterdam 115 punten, 2. J. Noomen Sr. Rotterdam 113 pnt., 3. A. C. Mys Alphen aan den Rijn 112-27 pnt., 4. W. B. Kroon Alphen aan den Rijn 112-25 pnt., 5. J. Hoos Rotterdam 111 pnt., 6. C. W. de Jong Boskoop 110-27 pnt., 7 en 8 G. Bergshoeff Alphen aan den Rijn en Th. de Jong Boskoop 110-27-26 pnt.. 9 en 10 A. Bruynes Alphen aan den Rijn en J. Noomen Jr. Rotterdam 110-26-26 punten Afd Vrije Baan: 1. D. Noomen Rotter dam 88 pnt., 2. W. B Kroon Alphon aan denRljn 87 pnt., 3. J. Hoos Rotterdam SO OS pnt., 4. J. Noomen Sr. Rotterdam SO OS pnt., 5. A. C. Mys Alphen aan den Rijn 85-28 pnt., 6. J. H Brussaard Rotterdam 85-27 pnt., 7. en 8. G. Bergshoeff Alphen aan den Rijn en Th. de Jong Boskoop 84-27 pnt., 9. en 10. A. Bruynes Alphen en J. Noomen Jr. Rotterdam 84-26 pnt. Door zekeren O. werd bij de politie Zaterdagmorgen aangifte gedaan van het feit dat dien afgeloopen nacht van zijn vierwielig motorrijtuig 2 banden waren af gehaald. Bij onderzoek bleek het der po litie, dat dit was geschied door een ga- garehouder, die opgaf van O. geld te vor deren te hebben: hij trachtte zich op deze -wijze eenigszins schadeloos te stel len. De banden en een z.g. krik werden door de politie in beslag genomen, terwijl van een en ander proces-verbaal is opge maakt, Te 's-Gravenhage is geslaagd voor het examen hoofdacte L. O. de heer C. Haeck, alhier. ALKEMADE. Burgerlijke Stand. Geboren: Pleter Cente, z. v. Pieter Marl- nus Oostlander en Wilhelmina Cornelia Jochem. Johannes Hendricus. z. v. Jo hannes Theodorus Opdam en Johanna Ma ria Verduin. Cornells Johannes Leonar- dus. z. v. Leonardus Jacobus Zoet en Jo hanna Cornelia van Klink Joannes Mar- tinus. z. v. Johannes Petrus Zandvliet en Johanna Cornelia van Leeuwen Maria Petronella, d. v. Cornells Bartholomeus l'Ami en Maria Vermeij. Overleden: Jacobus Hoogenboom 82 j„ weduwnaar van Maria van Duuren. BOSKOOP. Boom en Plantenbeurs. Door de vereeniglng „Boom en Planten beurs" afdeellng Rozencommissie, is aan den heer G. de Ruiter te Hazerswoude, na keuring over veld en in getrokken toe stand een certificaat ie klasse voor „Cameo", babyroos, sport uit de Orleans- groep toegekend. De Bad- en Zweminrichting. Gedurende de afgeloopen week werden aan de bad- en zweminrichting 244 hee- ren, 365 dames en 114 volksbaden geno men. Burgerlijke Stand. Geboren: Willem, z. van H. Fase en G. M. v .d. Draaij Adriana Maria Jerona, d. van Th. L. de Wit en A. W. Benschop Gerrit, z. van J. Voskuilen en M. v. Dalen Jan Johannes, z. van J. J. Jon- gejan en M. Boer Johanna Christina d. van J. Elswijk en E. W. v. Schaik Henricus Anthonius, z. van H. Redegeld en M. Colla. Overleden: Johannes Koster, 11 jaar. Gevonden voorwerpen. Aan het politiebureau kunnen omtrent onder staande verloren voorwerpen inlichtingen worden verschaft: 2 huissleutels en zilve ren dameshorloge. Voor het „Mercurius" examen boek houden, slaagden mej. P. M. Jongejan en de heer P. C. Jongejan, beiden leerlingen van den Handelscursus „De Hanze". WADDINXVEEN. Rijkspostspaarbank. Aan het postkantoor alhier werd gedu rende de maand Juli 1.1. ingelegd f. 7336.86 en terugbetaald f. 3285.45. Het laatste door dit kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 3951. Verkeersongevallen. Tengevolge van verkeerd uitwijken had in het Noordeinde alhier, een aanrijding plaats tusschen een handwagen bestuurd door R. en den wielrijder B. Het rijwiel werd hierbij zwaar beschadigd, de schade werd onderling geregeld. Aan de Wilhelminakade haalde de wielrijder S. te veel uit doordat een kind plotseling den weg overstak, met het ge volg, dat hij tegen een anderen wielrijder opbotste. Beiden werden tegen den grond gesmakt en bekwamen daarbij verschei dene ontvellingen. Onze plaatsgenoot, de heer P. Ver boom, is bij de te 's Gravenhage gehouden examens voor het Nijverheidsonderwijs geslaagd voor de acte N. f. Te 's-Gravenhage ie geslaagd voor het examen handteekenen L. O. de heer H. van Os, alhier. WOUBRUGGE Loop der Bevolking. Ingekomen: A. C. van der Geest uit Alkemade E Seibt uit Bottrop J. W. van der Zwaai uit Overschie C. W. Verbij uit Zoeterwoude J. C. Verwoerd uit Zeist A. T van der Eng uit Leiden. Vertrokken: M. van der Sluis naar Den Haag J. A. van der Ploeg naar Voor hout A. M. de Boer naar Goor C. E Oprei naar Woerden M. A. van der Ploeg naar Leiden M. A. Baak naar Leiden H. van Dorp en gezin naar Oegstgeest N. Ouken en gezin naar Vledder M Hans naar Wadde Eigel J. C. van der Weijde naar Aalsmeer T. Smit naar Wierum N. C. van der Meer naar Alkemade P. C Hoogendoorn naar Wassenaar J. van 't Wout naar Sas- senhim M. Postma naar Alphen. Burgerlijke Stand. Geboren: Agnes Wilhelmina, D. van C. H. van der Meer en J. H. Overdevest Margaretha Jacoba, D. van Ph. C. van der Ing en A. van Egmond Cornelis Wilhel mus, Z. van A. C. van Santen en H. C. van Dijk. zijn behalve aan ons Bureau ook verkrijgbaar bij de Firma A. HILLEN - Stationsweg Firma A. J. H. WIJTENBURG, Haarlemmerstraat 2. W. G. J. VERBURG, Sigarenhandel, Heerenstraat 2. Fa. A. SOMERWIL Azn. Hoogew. 24 A. M. v. ZWICHT - Breestraat 126 Joh. HOGER VORST. Haarl.str. 128 en bij BOEKHANDEL VAN DER VEEN Geversstraat No. 59 - Oegstgeest en des Zaterdags bij A. H. V. d. VOOREN, H. Rijndijk 74 Kiosk Prinsessekade. OM EN UIT HET LEVEN VAN NAPOLEON. „Madame Mère" 's brieven. n. „Mijn moeder is geboren om een ko ninkrijk te regeeren", zeide Napoleon van „Madame Mère". Inderdaad. Zij was een vrouw, die in krachtige lijnen haar leven trok. Fier, zelfstandig, onafhankelijk tegenover de verblindende i.sitie van haar zoon; zich zelf, onder alle omstandigheden, in de dagen van armoede en worsteling met het lot, zoowel als in die der glorie. Zij is vóór alles de moeder, ooren en oogen open voor het lot harer kinderen, waakzaam, wik kend en wegend, bereid om te helpen, ge reed om te verdedigen. Alleen niet be kwaam tot vleien, tot vertroetelen. Zij heeft alles over voor hen, haar moreelen steun, haar geld en goed 1 aar lichame lijke kracht, maar niet haar oprechtheid, haar zelfstandigheid, haar persoonlijkheid. Het kost haar moeite te gehoorzamen aan den machtigen wil van naar zoon, wan neer deze haar dwingt zijn inzicht te dee- len. Tegen de kroon, die hij begeert, kant zich de moeder. De kroningsplechtigheid wil zij niet bijwonen. Een bevel van den onverbiddelijke roept haar naar Parijs. Dan geeft .zij toe, gedwongen, maar de reis duurt te lang en de ceremonie is voorbij, wanneer zij aankomt.... Ziet zij door de menschen heen? Ontdekt zij hun valschheid? Wanneer Marie Louise, de Oostenrijksche keizersdochter, haar na Napoleon's eersten val vaaiwel zegt en haar toewenscht, dat het haar goed moge gaan, luidt kort en koud haar antwoord: „Dat zal afhangen van u en uwe hou ding in de toekomst!" Later zal zij van deze trouwelooze tot een Oostenrijkse hen aristocraat zeggen: „Waarom blijft mijn schoondochter in Italië rondzwalken, in plaats van naar haar man op Sint-Helena te gaan?" Er is eenheid in deze vrouw, eenheid in dit leven. De man, die haar het naast stond en tevens het felst in haar zijn eigen wilskracht terugvond, haar zoon Napoleon, erkent dit: „mijn moeder is geboren om een koninkrijk te regeeren". Aan het eind van zijn leven, wanneer de moederlijke zorg er eindelijk na veel moeite in geslaagd is om hem, op zijn verre eiland, geestelijke en lichamelijke hulp te doen toekomen, komt het woord van zijn lippen, dat ik reeds ten deele aanhaalde: „Alles, wat ik ben en was, dank ik aan mijn moeder; zij heeft mij haar levens beginselen geleerd en de gewoonte om te werken". Die groote, die fiere, die kantige, zelf standige figuur van „Madame Mère" ont springt uit haar moederschap. Zij wil haar kinderen niet alleen voeden maar opvoe den, hen groot zien. niet naar de wereld, maar in karakter. Zij heeft niet voor niets als jonge Corsicaansche haar man te paard gevolgd, toen hij, adjudant van Paoli, Cor sica's zaak verdedigde tegen Fransche overheersching. Zij kan strijden voor haar kinderen als voor haar lano en voor haar geliefd Ajaccio, dat. op haar bede, door den machtigen zoon "tot hoofdstad van het eiland wordt gemaakt. Zij kan strijden en zich opofferen, telkens opnieuw, op den langen lijdensweg, die de hare was. Want de moeder in haar heeft alle kracht, ook die tot zelfverloochening. Haar wordt ruimschoots daartoe de gelegenheid ge boden. Voor den levenden en uen dooden zoon op Sint-Helena komt zij op. Soms heeft zij oogenblikken van blijde voldoening. Pau.- Pius VII heeft groot moedig willen vergeten, welke behandeling Napoleon hem heeft doen ondergaan. De Kardinaal-Staatssecretaris Consalvi is de bemiddelaar geweest voor een pauselijke interventie, die het lot van den banneling eenigszins verzachtte. In woorden van innige dankbaarheid erkent „Madame Mère" dit: „Mijn broeder, kardinaal Fesch, heeft mij doen weten, met welk eene grootheid van ziel gij aan de bede van mijn ongelukkigen, naar Sint-Helena verbannen zoon zijt tege moet gekomen en van de Engelsche regee ring toestemminf hebt ontvangen, een waardigen, bekwamen priester naar Sint- Helena te zenden. „Mijn moederhart werd geen leed be spaard. De eenige troost, die mij is overge bleven. ontspringt uit de overtuiging, dat de Heilige Vader het verleden heeft ver geten en al den mijnen, zijne deelneming in de rijkste mate doet toekomen. „Ik ben van Uwe Eminentie de steeds dank verschuldigde Madame Mère". Onder de brieven, die ik citeerer. wil, is er ook een, gericht tot graaf Las Cases, Napoleon's biograaf, die jaren lang zijn ballingschap deelde Er is sprake van financieele ondersteuning. De andere fami lieleden zijn blijkbaar niet scheutig ge weest en hebben niets gezonden. De moe der verontschuldigt dit, door aan te nemen, dat van haar, de moeder, hulp verwacht wordt, eer de broers en zusters hun steun bieden. Zij, de moeder, stelt alles, wat zij bezit, ter beschikking van haar zoon, al zou zij haar huishouding ook moeten ver eenvoudigen en zich met een enkele be diende vergenoegen. „De smart en het leed. die ik sedert de gevangenneming van mijn zoon heb te dragen, zijn minder, wanneer ik hem kan bijstaan" Dan vraagt zij, hoeveel zij mag bijdra gen, opdat „alle wenschen van den keizer" vervuld worden. Doch één wensch is niet met geld te vervullen: het eind van de ballingschap. De banneling zelf en de moeder turen naar een verschiet vol licht, dat niet nader komt en een fata morgana blijft. Dan wendt de moeder zich tot de Heilige Al liantie, tot de drie verbonden monarchen, de keizers van Rusland en Oostenrijk en den koning van Pruisen. De brief is van 19 Augustus 1818 en afkomstig uit Rome Hij luidt: „Uwe Majesteiten! „Eene boven alle begrip ongelukkige moeder had reeds sedert geruimen tijd gehoopt, dat de Alliantie uwer keizerlijke en koninklijke majesteiten haar lot zou verlichten. Het is niet denkbaar, dat de jarenlange ge angenisschap van keizer Napoleon u voortdurend onverschillig laat. Uwe edele gezindheid, uwe macht en de herinnering aan voorbijgegane gebeurte nissen moeten uwe keizerlijke en konink lijke majesteiten er toe leiden, in de be vrijding van een heerscher belang te stel len, die eenmaal uwe sympathie, ja zelfs uwe vriendschap heeft genoten. Kunt gij het mede aanzien, dat een keizer, die, ver trouwend op de grootmoedigheid van zijn vijand, zich in diens bescherming stelde, in ballingschap ten onder gaat aan zijne ellende? „Mijn zoon had zijn schoonvader, den keizer van Oostenrijk, om een asyl kun nen smeeken; hij had zich op de groot moedigheid van keizer Alexander van Rus land kunnen verlaten of zich ook kunnen wenden tot Zijne Majesteit, den koning van PruisenWil nu Engeland hem straffen voor het vertrouwen, dat hij in deze natie heeft gesteld? „Keizer Napoleon is nu voor niemand meer gevaarlijk. Hij is ziekelijk en ver zwakt. Doch zelfs zoo hij gezond en in het bezit dier macht ware, welke de Voorzie nigheid hem eens heeft verleend, zou hij thans eiken oorlog verafschuwen! „Uwe Majesteiten! Ik ben eene moeder en het le-en van mijn zoon is mij dierbaar als mijn eigen leven. Vergeef het om der wille van mijn smart, dat i'- de vrijheid neem, dit schrijven tot u te richten. Laat de stem eener ongelukkige vrouw, die weeklaagt over het jarenlange martelaar schap van haar kind, niet ongehoord tot zwijgen overgaan. „In naam der goddelijke barmhartigheid smeek ik uwe Majesteiten: Maak toch, dat het lijden van mijn zoon een einde neme, dat men hem de vrijheid wedergeve. Dit bid ik van God, den Almachtige, en :an u, die zijne uitverkorenen op aarde zijt. „Ook de raison d'Etat heeft haar gren zen Het nageslacht, dat alles rechtvaar dig beoordeelt, zal de grootmoedigheid der overwinnaars prijzen. Madame Mere". Maar op dien kreet van een lijdende moeder kwam geen antwoord. Tot den bodem moest zij haar lijdenskelk drinken. Zij moest haar zoon laten sterven op het gruwelijke eiland in de verte, zonder hem te hebben weergezien. Maar dan kan zij nog iets doen, dan kan zij. als de oude vader van Hectpr eertijds, strijden om het lijk van haar zóón. het stoffelijk overschot, dat zij opeischt en dat zij met reden zegt het recht te hebben op te eischen. Het is een waardige brief, een brief, welks toon trilt van verontwaardiging en smart, dien zij richt aan lord Castlereagh, Engeland's eersten minister. Hij is, zij weet het wel, een verbitterd vijand van Napoleon, maar hij is nu eenmaal Engeland's premier. De moeder gaat onder het Caudijnsche juk door, houdt de smeekende hand op tot den vervolger en hoopt, dat althans de dood van haar zoon, den vijand zal hebben ontwapend „Mylord!" zoo schrijft zij uit Rome den 15en Augustus 1821, „Mylord! de moeder van keizer Napoleon bidt zijn vijanden om het lijk van haar zoon. Ik verzoek u, mylord, mijn wensch aan het Engelsche ministerie en Zijne Majesteit den Koning over te brengen. „Van de hoogte der menschelijke macht werd de keizer in het diepste ongeluk ge stort. Ik kan gevoegelijk nalaten zijn leden te schilderen en daarvoor deelneming op te roepen. Wie zou trouwens dat beter weten dan de gouverneur van Sint-Helena en de Engelsche Regeering, welker bevelen deze man heeft uitgevoerd? „Aldus blijft een ontroostbare moeder niets meer over om te zeggen over het leven, het lijden en het sterven van haar zoon. De geschiedenis zal bij zijn baar wacht houden en de waarheid verkondi gen. Haar oordeel geldt, zonder onder scheid, levenden en dooden, volkeren en koningen. Zelfs in het verst verleden, ja zelfs bij de Barbaren, heeft de haat aan den rand van het graf zijn grenzen gevonden. Kan de Heilige Alliantie in onze dagen het ver antwoorden aan de menschheid een voor beeld te geven van onverbiddelijkheid? Wil de Engelsche Regeering ook voortaan haar ijzeren arm over het gebeente van haar slachtoffer uitgestrekt houden6.... Ik eisch het ontzielde lichaam van mijn zoon op. Niemand heeft daarop eenig recht behalve zijne moeder, eenig en alleen. Onder welk voorwendsel wil men de aardsche overblijfselen van den onsterfe lijke terughouden? De raison d'Etat en alles, wat men politiek pleegt te noemen, hebben geen aanspraken op het lijk van den Keizer.. Tegen dezen maatregel tee- ken ik, teekent mijn geheele gezin, met luide stem protest aan.... „In naam der gerechtigheid en der men- schelijkheid, in den naam van God. ln naam van alle moeders smeek ik Enge land's Regeering en zijn Koning mijne bede te verhooren. „Ontvang, Mylord, de verzekering mijner waardeering. Madame Mère". De geschiedensi moet erkennen, dat op dezen brief Engeland het antwoord schul dig is gebleven; de geschiedenis heeft in dezen, zooals de fiere ter neer gebogene het uitdrukte, over „volkeren en koningen" gericht gehouden. En zoo is de moeder het leven verder doorgegaan, alleen met haar smart. Nog éénmaal ik herinnerde er reeds aan heeft haar hart blijde geslagen, toen Napoleon's bronzen beeld weer op de Ven- dóme-zuil was geplaatst, vanwaar de volks haat het had afgesleurd. Toen kon zij Juichen: „De Keizer staat weder midden in Parijs!" maar haar leed bestendigde zich. In een korte levensbeschrijving, die zij achterliet, staan deze woorden: Mijn geluk eindigde met den val van Napoleon. Toen heb ik voor altijd van alles afstand gedaan". We aanvaarden dit van deze vrouw. De waardigheid, waarmede zij haar treuren den ouderdom droeg, is een bevestiging van die woorden. Trots kleinzielige kritiek, die ook haar niet bespaard bleef; in weer wil van de eigenaardigheden, die haar, eenvoudig en onder zorgen opgegroeid, bij bleven ook toen zij „Napoleon's moeder", „Madame Mère" was dat wil zeggen: de moeder van Europ-'s gigantischen heerscher niettegenstaande onvolko menheden, die, onder de loupe genomen, aan haar zijn te ontdekken, blijft zij een monumentale .iguur in den kring van den kolossus, groot door haaT eenvoud, haar karakter, haar toewijding De verpersoon lijking der „Moeder", in haast klassieken vorm, dat is de vrouw die vcor de geschie denis bewaard blijft onder den naam „Madame Mère". A. J. BOTHENIUS BROUWER. (Van onzen Indischen mi De beteekenis der aardoi De huishouding van No- men zich niet meer voorst*7 inkomsten van en de uiteL bedrijf der aardoliewinning" een woord, dat voor heel I dachte opwekt aan een facte, nomisch leven, even gewicht» tor suiker voor Java. Het fe? voor Indië zoo belangrijk werd aan de Koninklijke, opgericht de kleine concessie Telaga ij kat, die onder de leiding van D I Loudon en Kessler andere H winningen van olie met ach - B daardoor een macht vormde En toch, men behoeft maar, van de Koninklijke in te aa speuren, dat heel de oliewinnk maar zoo'n betrekkelijk klein j van de olieopbrengst in de wen hoeve van haar stelling groote olielichamen heeft de dan ook buiten Indië terreiner verworven. De oplevering van Indië la met die van Amerika en B denken aan een schoener wel wat al te klein) bij eet Noord-Amerika overtreft j, levering van b.v. 120 irüllioen wel twintig maal en zoo doei' lijk mindere mate ook Ruslay' Perzie en Rumenië. De zege tl Indië bestaat dan ook niet etc centage in de wereldopbrentr het vertier, dat zij in en voj veroorzaaakt. De Bataafsche Petr. Mij. tj maatschappij der Koninklijk werk der winning en der bi- zorgt (de Anglo Saxon vet Asiatic verkoopt); welnu, de PM. zijn over heel Indie waarborg voor degelijkheid t taling. Daaraan .doet de cri welke de prijsregeling voor-, (benzine enz.) nu en dan b Waar de B.P.M. zich in 1, sticht zij in wijden kring gedlt voor Java (Dordtscl maar in hoogere maten vd der buitengewesten, waar ven naganoeg ontbreken. Ee; lukkigste gevolgen van de e van vele deelen der buitent; Nede.rlandsch gezag in de eeisj deze eeuw is geweest de mogé: onderzoek naar olie en van kc vestiging voor oliewinning ls uitgebreidheid meteen een poüi Om een enkel voorbeeld te r Atjeh begrepen de hoofden aa kust weldra, dat de exploits!» bronnen door westersch bedui: deel bracht boven een eigen d De vriendschap van Teukoe TJil gan voor het gouvernement t*ij twijfeld een bevestiging gevo:fe| goeden gang van zaken met de in de voordeelen. de geldelijke uitsluitend de koloniseerende i- het oliebedrijf. Die is vooral gés! nederzetting met westersch en personeel, met regelmatig verta daarvoor onmisbare hulpmiddel geregelden aanvoer van goede middelen, met medische hulp, net lijke kampongs voor de arbeider: u| Oliebedrijf toovert stadjes mid-oe wildernis, stadjes, die bereikbar met aanleg van wegen en sche De B.P.M. heeft de manier ge: volk van Java blijvend te vestigt bedrijven, toen het aan de caitt nemingen nog maar niet lukte loonen en behoorlijke behanfci niet uitsluitend de redenen rj 3 langrijke is, naar mijn bevisc van het werk, want de Janr: in of bij de fabriek werkzin^j tuinen van een ondernemi:-' van de fabriek maakt denl'r£ En daarom vooral kan de B5L delijk haar werkvolk betreSt™ houden op verre nederzet!®'- zame oorden. Het geld der daarin niet zoo'n rol. Men lette eens op de neder»! Koetai! Balikpappan is een stadje voor de Europeanen j" oosterling is er niets buiten bc oorden. Rond Balikpappan «L, looze wildernis of vale zee. En wjj Javaan zoo gemakkelijk voor pan te vinden, de fabrieksstad, n waarts naar de rivier Mahakan1 si boorterreinen bevolkt met mensc-? Java, allen werkzaam in het Do en wat daarmee is verbonden- Hoe verder men komt buiten de de wereld van Borneo, dat zelM al niet als bewoonde wereld n»J len, des te meer moet men zien over de opgeruimdheid van Jana- daar jaren achtereen hun geDm- schijnen te vergeten. Neem Taiz eiland waar het voor niemandl p zijn en waar voor den mensen v beschaving zelfs niets ectbaa Maar in den bodem groeit de die er wordt gewonnen en Sez.,'r, erger is het oostelijk gelegen eiiz_ joe, waar de B.P.M. pas de we."rX is begonnen met td..tllo:(boe-t is begonnen voor het gemengd Ned. Ind. Aardolie Mij- 1 Ten slotte kan men letten1 op J Molukken-eiland Seram, mderej" land van lastige Alfoeren, elian grootsche natuur als men m- li binnenland te bezoeken, yooir b rend werk is er echter weinig leen in het westelijk deel trei enkele onderneming aan zonder met een uitschot van contractant®! men dan in het oosten van T de Boela-baai, dan ontmoetimj oliebedrijf, waarvan de aannu» j anders is dan die van de rest j Toch is daar aan Hoela-baal veel kleiner dan die der B P,1»1 I maar enkele honderden ar l fl paar tientallen Europeanen. eenvoudiger voet, intusschen het punt van de verstgevord I ving op het eiland. buitez r Indië dankt voornamelijk1 ontzaglijk veel aan het oU :J door zijn aard een aantreKsv u te bezitten voor den Javaan, noopt acht buiten zijn eigen te zoeken in dienst van den ondernemer. Het oliebedrijt ..- haast onbereikbare en leeg opend en vaak ook tot een ;-l gebracht, die schril afstec I naaste omgeving. deNGAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 8