Jaargang Donderdag 21 Juli 1932 No. 30 )P DENNENHEUVEL Ie de lille hogerwaard. ANECDOTES. door Hoofdstuk ix. -b schrijft een Comediestuk. -antie welke met zulk mooi weer was de zon scheen zelf schik Lu in al het licht en de vroolijkheid om zich heen verspreidde bleek g geheel van karakter te veran- Fnkere wolken verdrongen de hel- lucht en konden hun nieuws- id niet bedwingen. Zij moesten aarde toe, kennismaken met men geren. dieren en planten en zien, 1 te doen was. .atuurlijke gevolg hiervan was. dat bij stroomen neerviel en allen, buiten behoefden te zijn, naar bin- De wolken schenen echter nog t genezen te zün van hun nieuws- 'id en dus nog geen plaats te wil- 'en voor de zon. tot groorte teleur- van ieder, die zich genot buitens- de vacantle had voorgesteld, p Dennenheuvel hield de stroomen- en de kinderen binnen. Maar dat zij heelemaal niet erg! Zij hadden het Tooverslot om zich in terug en. het Tooverslot. dat juist op regendagen zoo geheimzinnig leek uistere hoeken, waar het licht, dat smahe raamDjes naar binnen viel, t doordrong! deren hadden er al zoo dikwijls maar zouden nu toch eens iets verzinnen', een comediestukje zou- opvoeren geschreven door den veel- Jen elf-jarigen schrijver Bob en op- door net gezelschap Tervoren met de Bont als gast. a. g. zooals Bob op de programma's geschreven had. dat soms niet echt? mooiste was nog dat Vader sinds "haar electrisch ücht had laten *n ra het Tooverslot zoodat het al vroeg donker te worden de en bij avond gegeven kon worden, rlijk zou dit de feestvreugde nog Jgen I toeschouwers worden uitgenoodigd 'en geen entree te betalen", zei Bob royaliteit van een tooneeldirecteur, winst aan het een of ander liefda- .1 afstaat en dus geheel belangeloos m gezelschap optreedt, tooneel was niet groot, maar daar ■rijven vrijwel hetzelfde décor ver- werd de zaak aanmerkelijk ver- gd. dén kant van den toren werden en stoelen achter elkaar geplaatst ruimte, welke door de trap en een ider" eigenlijke tooneel werd af- genoodigden bestonden uit. de heer l. ouw Tervoren, de bewoners van cht en nog enkele kennissen uit de tflm'l r° IkCIlllAOOCU Uil. UV l« li. i Lena, het dienstmeisje, de warf- ,ie mocht bijwonen, n ^?„natuurlijk heel wat voorberei- 'stuk-'c^,Toorat"egaau en terwijl Bod in reer zochten Mick. Loek en klppra-." "r.°°te kist op zolder naar Hun we'*e wellicht dienst konden Jhoelte werd ruimschoots be de kist bevatte allerlei schat ten: kleeren nog uit Moeders jeugd van Oma en de Tantes, waarmee Moeder als meisje reeds op menigen regendag het weer buitenshuis vergeten was. ouderwetsche sleepjaponnen en groote hoeden met vee- ren. Eindelijk brak het oogenblik aan, waarop Bod niet zonder trots verklaarde, „dat het comediestuk af was", Het heette: Eind goed, al goed! Onder eerbiedig gehoor las hij het voor en natuurlijk vonden allen het prachtig: er kwam een koning en een koningin in voor, een prinsesje twee prinsjes en een toover- heks. Kon 't mooier en sprookjesachtiger? De inhoud kwam in het kort hierop neer: In een fraai paleis woonden een koning en een koninein. Zij hadden drie kinderen, twee prinsjes, die slechts één jaar in leef tijd scheelden, en een veel jonger prinses je. dat aller lieveling was. Op een dag. toen zij met hun drieen in het koninklijk park speelden, werd de gou verneur der jongens even weggeroepen en op dit oogenblik kwam een tooverheks op onverklaarbare wijze binnen de muren van het park. Zij hief haar tooverstaf op boven het hoofd van het prinsesje, dat Olga heette, prevelde eenige geheimzinnige onverstaan bare woorden ende lieve Olga was in een oud vrouwtje betooverd! Vóór de prinsen. Wladimir en Iwan, om hulp konden roepen, was het onheil ge schied en de tooverheks verdwenen. Groot was de verslagenheid van den ko ning en de koningin, de geheele hofhou ding. ja. van het gansche volk. toen zü het gebeurde vernamen. De koning riep alle wijzen uit zijn land bijeen, maar geen wist raad. Op een nacht droomde de koningin, dat hij, die de dapperste daad uitvoerde, de macht zou krijgen het prinsesje weer in haar oorspronkelijke gedaante te veran deren. Er werd groote bekendheid aan dezen droom gegeven en velen hoopten in staat te zijn aan den wensch van den koning en de koningin, ja van het gansche volk! te kunnen voldoen. Maar hoe dapper ze ook waren, nie mand was het nog mogen gelukken het oude vrouwtje weer in een prinsesje terug te tooveren. Op zekeren dag vatte Wladimir. de oud ste prins, eenter het plan op. de toover heks op te sporen. Na veel zoeken vond hij haar eindelijk in het donkere bosch. Zij was zeer vertoornd, dat men haar kwam storen en zei boos: „Wat wilt ge?" „Dat ge mijn zusje weer in een prinsesje verandert, eii zoo niet dan zijt gij een vrouw des doods!" Dreigend hiel Wladimir zün zwaard op. Door zóóveel moed getroffen, zei de too verheks: Uw moedige daad stelt u in staat uw wensch te vervullen. Ga naar huis. hef uw zwaard boven het hoofd van uw zuster en zeg daarbij driemaal: „Hokus pokus situ malores en gü zult weer een lief. klein prinsesje tot zusje hebben." Wladimir spoedde zich naar het paleis van zün ouders terug, deed wat de toover heks hem gezegd had enin het paleis was tot onuitsprekelijke vreugde van de koningin, den koning, de beide prinsen en het geheele volk! weer een Hef prin- Zoo verdiende het comediestuk dus ten volle zün naam: „Eind goed, al goed!' Bü de rolverdeeling kwam Loek echter in opstand. Bob die immers de schrijver van het stuk was. vond het niet meer dan natuurlük, dat hü ook de roUen verdeelde. Elgenlük had hij het stuk voor hen ge schreven En dat moest immers wel! Stel ie voor. dat het een stuk geworden was met büvoorbeeld zes meisjes- en twee jongensrollen dan was dit immers heele maal niet uitgekomen met de rolverdee ling! ,.'k Zal maar bü het prinsesje beginnen, dat is dan Beppie". zei Bob en het kleine ding voelde zich overgelukkig: Zoo maar op eens tot prinsesje uitverkoren te wor den! Hans en Jaapje. die de beide prin- senrollen te vervullen kregen, waren ook in hun nopjes, „En dan ben jü natuurlük de koning!" riep Loek tegen haar oudste neefje uit enin haar verbeelding zag ze zichzel- ve reeds als koningin ofzou Mlek met die rol gaan strijken? Neen. dat hoopte ze niet, want dan bleef er voor haar niets an ders over dan tooverheks te worden en dat trok haar allesbehalve aan. Maarals Miek nu Ook eens Uever koningin was?! In gespannen aandacht wachtte zü af, wat Bob zeggen zou. Zü hing aan zün Up- pen. „Ja. ik ben de koning" gaf Bob ten ant woord en in één adem liet hij er op vol gen! „En Miek is de koningin!" „Dat's flauw!" riep Loek boos uit. „En ik ik wil geen tooverheks zün! Dank je wel. hoor! Ik doe niet mee!" Boos liep zii naar beneden, zoo vlug als de wenteltrap dit toeUet. Zü ging haar ka mertje binnen, deed de deur achter zich op slot op dit oogenblik leek zij verba zend veel op een heksje! en ging woe dend voor het raam staan, waar echter niets te zien was. Loek, die thuis gewend was, dat haar haan altüd koning kraaide, kon het denk beeld niet verkroppen, dat Bob haar niet tot koningin gemaakt had en zü zich met de rol van tooverheks tevreden stellen moest. ,.'t Is valsch van Bob, echt valsch! zei Ze hardop, hoewel er niemand in de kamer was. „Hü trekt Mlek altüd vóór! Natuur lük omdat ze zün zusje Is! Maar daarvoor hoef ik toch niet te boeten! Kan ik 't soms helpen, dat ik geen broertjes heb? Ik had Ze altüd dolgraag gehad maar als ze zoo zün! (Wordt vervolgd). (Nadruk verboden). Ingezonden door Marietje Laterveer. Mevrouw tot nieuw dienstmeisje: „Wié heeft de melkkan gebroken?" Mina: „Dat heeft de kat gedaan. Mevrouw: „De kat? welke kat? Mina: „O. oheeft u dan geen kat? Ingezonden door Bram Wijnnobel. Wat is het ongezondste? Om bü een kouden Noordenwind, bloots hoofds en met zeer weinig kleeren aan uit de vierde verdieping te vallen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 11