ssssrssïii
Oude bouwkunst in de omgeving.
932 lEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad
Vrijdag 15 Juli 1932
vm.
ag-as-ïs
Het andere leven in Indië.
SCHEEPSVERBINDINGEN.
iubll
RIJNSBURG.
~RynsWr<^ 19.. eeuw.
w p b w*« 'ki «W»
Na het Ont^ van Widen verpiaatóte de
°°rlogrtn PHülland en omliggende ge-
wetten, En
Sen üf de hitte van den strijd ongemoeid
m<Zoo trokken weldra in het laatót de:r ^16e
RUnsburg weer^de belangstelling van oud-
beldkundigem schilders en dichters En
rf-o helanestelling is gebleven totdat in
1811 de laatste resten der puinhoopen op
bevel van Napoleon werden °Pgeruimdv_
Eenige malen zijn de P«thhoopen be
schreven er werden gedichten op ge
maakt fcoch het talrijkst zijn wel de
teekeningen en gravures, welke in den
loop der 11de en 18de eeuw werden ver
vaardigd. We behoeven wellicht aan de
betrouwbaarheid dezer kunstenaars niet
te twijfelen, toch zal het meer hun doel
zijn geweest een aardig prentje te maken,
waartoe de bouwvallen zich uitmuntend
leenden dan een voorstelling waarop men
uit bouwkunstig oogpunt volkomen kon
rekenen Da&rom blijft het t«emeer "te be-
treuren dat de Ridderschap van Holland,
waaraan een en ander vervallen was, met
reeds in het laatst der 16de of het oegin
der 17de eeuw, voor zoover wij weten, aan
een of anderen bekwamen architect de
opdracht heeft gegeven, het geheel der
terreinen met de gebouwen in kaart te
brengen. Het eenige wat we hebben is een
vogelvlucht-kaart, thans berustend op het
Algemeen Rijksarchief, die evenwel niet
bizonder duidelijk is. en de nauwkeurige
plattegrond van een kapelfondament van
Jean de Lalaing uit 1613, welke we reeds
reproduceerden.
Wanneer we een nauwkeurige kaart
hadden, naar opnemingen ter plaatse ver
richt, omstreeks 1600, zou ook de vraag,
of de tegenwoordige kerk staat op de
plaats van de Abdijkerk dan wel van de
voormalige Parochiekerk, geen vraag
meer zijn. Want ondanks den uitvoerigen
pennestrijd tusschen wijlen dr. Over-
voorde, die van het eerste gevoelen was,
en ds. Van Druten, destijds predikant te
Rijnsburg. die de tweede veronderstelling
trachtte te bewijzen, een strijd waarin ook
architect H. J. Jesse zich mengde, meen
ik, dat de zaak niet voldoende tot klaar
heid is gekomen. In verschillende num
mers van het „Leidsch Dagblad" van het
tweede halfjaar van 1901 kan men des-
gewenscht dien pennestrijd nog volgen.
Ondanks de uitvoerige argumentatie
van Ds. Van Druten geloof ik persoonlijk,
dat dr. Overvoorde gelijk had.
Wellicht komen we op deze kwestie nog
terug, want ik dien natuurlijk de gronden
voor mijn vermoeden aan te geven.
Doch eerst willen we iets uit de bouw
geschiedenis der bestaande kerk in her
innering brengen.
N® d« verwoesting van 1574 schijnt het
overblijfsel der toenmalige kerk, de andere
was waarschijnlijk nog consequenter met
den grond gelijk gemaakt, eerst een tijd
lang als paardenstal te zijn gebruikt. De
Hervormden van Rijnsburg het Katho
licisme was er waarschijnlijk tegelijk met
1 e Abdij vrijwel verdwenen hielden hun
bijeenkomsten in een „cleyn huysken",
waarschijnlijk een gewoon dorpshuis.
Zij wendden zich tot de Staten van Hol
land om beter gelegenheid voor 't houden
van hun godsdienstoefeningen en vroegen
daarvoor herstel der kerk. In 1578 stonden
de Staten aan de Herv Gemeente de ruïne
van de kerk af. Tegelijkertijd gaven zij
verlof, de Bagijnekerk te Noordwijk, die
sinds de Hervorming ook niet meer werd
gebruikt voor den eeredienst, af te breken
en het materiaal te bezigen voor het her
stel van de kerk te Rijnsburg.
Den 6den Aug. 1578 zijn de werkzaam
heden door de metselaars en opperlieden
begonnen en er werd 22 weken aan ge-
JteJkt. Volgens de rekeningen werden
-46.000 steenen schoongemaakt, afgebikt
en gebezigd voor den opbouw. De kap
werd aanvankelijk gedekt met riet.
Voor het evenwel zoover was, moest het
terrein worden opgeruimd en bevrijd van
steenen en rommel. In de rekeningen
wordt vermeld „Betaelt aan Coen Jansz.
en Aernt Gerritsz., de somma van twintich
ponde (van XL grooten 'tpond) ter cause
ende over d'oude menigfuldlche puyn oft
gevallen muyrage van de plaetse daer de
kerck getlmmert es, wech te cruyde ende
dezelve plaetse rein te maken."
Dit houdt natuurlijk niet in, dat de
oude nog bruikbare bouwresten eveneens
verwijderd werden, wat door ds. Van
Druten indertijd uit het „rein maken1'
Werd afgeleid.
We worden ook ingelicht omtrent het
aanvoeren van materialen uit Noordwijk.
JSulcxs worden alhier mede voor uytgeeff
gebouckt over 't gunt dezen rentmeester,
nl. de rentmeester der overgebleven Abdij-
goederen, Dirk van Kessel, zijne waeghen
met zijn knecht en de drije sijne paerden,
den tijd van zestien geheele weken ende
twee daeghen dagelicx aen de kerck al-
derhand materialen, als hout, calck, stee
nen en de anders tot behouve der timme-
ragie hadde laten brengen mitsgaders noch
voor de verderving (doer den groeten tra-
vaille) van sijne nieuwe waghen, stellende
altoes (gemerckt dijes hem tot groete
costen geloepen en de overzulcxs in gheen
minder aenzijen van arbeytsloon can ge
acht werden als 't ander) 't selve tot dis
cretie van mijnen heer, sittende ter au-
drestie van desen. C
De kerk van vijf traveeën, aanvankelijk
zonder koor, werd opgericht op bestaande
fundamenten. Dit wordt wellicht wel 't
beste bewezen door de kap, die uit Noord
wijk werd aangevoerd en eigenlijk voor 't
gebouw iets te klein was. Bovendien komt
de plaatsing van de kapspanten niet ge
heel overeen met de as der kolommen en
met de penanten van de ramen.
Dit laatste kon worden vastgesteld in
1903, toen de kerk grondig werd geres
taureerd.
Wellicht heeft men in 1578 in den
Noordmuur een deel van het oude, aan
wezige metselwerk kunnen behouden met
de ramen, die daar een Gothisch karak
ter droegen.
Dr. Overvoorde beschouwde dit als een
van vóór de verwoesting dagteekenend
stuk kerkmuur. Later, 22 October 1901
schreef de heer Jesse in het L.D. „Dezer
dagen heb ik juist met aandacht alle on
verklaarde fragmenten opgenomen en
bleek mij nagenoeg zeker, dat de bewuste
oude muur van gebikte steenen is opge
trokken". Dus dan toch vrij zeker van het
materiaal der oude Abdijwant hier waren
reuzenmoppen In stede van de gewone
baksteen die uit Noordwijk was aange
voerd.
Platte- (£rond. voor ï^os.
Merkwaardig waren in de kerk drie ko
lommen met geprofileerd Romaansch
basement. De schachten zijn rond en
gaan naar boven over in een teerlingkapi
teel, typisch Romaansch zooals men weet,
waarop een geprofileerde abacus of dek
plaat rust Twee dezer kolommen, de num
mers 1 en 3 ln het oude kerkplan zooals
het zich tot 1903 toe had ontwikkeld, wa
ren ongeveer gelijk, terwijl de 2e aan den
voet omgeven was door acht kleine
schalken. Bij nader onderzoek en verwij
dering van de kalklaag bleek bij de res
tauratie. dat een dezer kolommen rustte
op een voetstuk van een soort graniet,
terwijl hij oorspronkelijk smaller was ge
weest en met ronde stukken dakpan was
bijgewerkt. Bij dit Romaansch basement
OM EN UIT HET LEVEN VAN
NAPOLEON.
III.
„Madame Mère" 's brieven.
Een paar regels uit een Nederlandsche
operette die ln mijn jeugd hier en daar
werd opgevoerd .spelen mij door het hoofd
nu lk „Madame Mère" 's brieven ga citee-
ren:
Niemand gaat alléén door 't leven,
Die een lieve moeder had.
De kinderen van „Madame Mère" heb
ben het ervaren. Oók haar groote zoon,
vooral op zijn verre eiland der balling
schap. Hij spreekt niet veel over haar,
maar, wanneer hij het doet, ls het steeds
met diepen eerbied: „lk kan haar niet
genoeg danken; alles, wat ik ben, dank ik
naar", zegt hij, wanneer zijn leven ten
einde loopt. Hij vermaakt haar zijn zilve
ren lamp, waarbij hij gedurende de pijn
lijke jaren op Sint-Helena heeft gearbeid
en de vaak slapelooze nachten, starend
naar het verleden .heeft doorgepeinsd. Zij
is de eenige vrouw, die in wilskracht hem
nabij kwam. Hij erkent het zelf ,in zijn
nog jonge jaren, wanneer zij er wat smal
letjes uitziet en men voor haar een ern
stige ziekte vreest. Dan dringt hij er op
aan ,dat ze zich zelf goed verzorgt. „Ik
mag u niet verliezen; gij zijt de eenige
persoon, die autoriteit over mij heeft". En
ln zijn testament ik haalde de woorden
reeds aan heet het: „ma bonne et trés
excellente mère" „mijn goede en zeer
voortreffelijke moeder"
Die „goede en zeer voortreffelijke moe
der" heeft zich uitgesproken in de woor
den ,dle ik in mijn vorig artikel reeds ci
teerde, en in andere, met als een soort
van stralende bekroning den triomfan
telijken kreet-, toen Napoleon's beeld, na
van de Vendöme-zuil te zijn gesleurd, op
nieuw krachtens bevel van Louis Phi
lippe. die den wensch des volks ried en
dien niet durfde weerstreven daarop
was geplaatst:
„De Keizer staat weder midden in
Parijs!"
Dat was negen jaar na zijn dood. Hoe
leefde hij voor haar! Zij had zijn groote
verheffing tijdens zijn leven niet ge-
wenscht. Zij was er, integendeel, door be
angstigd. Maar, die feiten waren er nu
eenmaal. Zij moest ze aanvaarden en nu
eischt ze ook voor haar zoon de hulde en
den eerbied op, die hem toekomen. Zij
leed onder de onverzettelijke hardheid der
Engelschen tegenover den gevallen heer-
scher. Het lot zou haar echter niet toe
staan, getuige te zijn van den glorieuzen
terugkeer des keizers uit Sint-Helena, den
terugkeer om begraven te worden „aan de
boorden van de Seine, te midden van het
Fransche volk, dat (hij) zoo (had) liefge
had", neergelegd in de marmeren sar-
cophaag onder den gouden koepel der
Invaliden. Want dan is de negentiende
eeuw reeds veertig jaar oud en zelfs de
hoog bejaarde moeder is gestorven, vier
jaar vroeger. Zij vermocht het niet, haar
zes en tachtig-jarig leven te rekken tot
aan den dag van haars zoons posthumen
triomf. „Das Elend olieb dir treu", zal
een Duitsch dichter bij haar dood zeggen,
„het leed bleef uw getrouwe begeleider".
Ik kom tot haar brieven. In baron Lar-
rey's levensbeschrijving van Laetitia Bo
naparte zijn er ettelijke opgenomen. Wat
ik in mijn vorig artikel duidelijk trachtte
te doen uitkomen, het vóór alles moeder
lijke karakter van deze eerbiedwaardige
vrouw, spreekt ook in die correspondentie.
Het zijn brieven aan haar kinderen en
brieven aan diplomaten, brieven uit
den tijd van Napoleon's stijgend succes,
brieven >uit dien van zijn ballingschap,
brieven ook van na zijn dood.
De moeder strijdt voor de eensgezind
heid onder haar kinderen. Wanneer haar
tweede zoon. generaal geworden, zijn
liefde-huwelijk met Josephine de Beau-
harnais sluit, komt zij de schoondochter
met hartelijkheid tegemoet:
„Van het oogenblik af, dat mijn zoon
mij zijn gelukkige verbintenis had mede
gedeeld. kondt gij verzekerd zijn, zoowel
van mijne waardeering als van mijne in
stemming. Aan mijn geluk ontbreekt nog
slechts de vreugde, u te leeren kennen.
Wees overtuigd, dat ik met de teerste,
moederlijkste gevoelens tot u kom en u
evenzeer liefheb als mijn eigen kinderen"
Zij verzekert haar schoondochter, dat
ook „mijne kinderen" de broers en de
zusters voor haar dezelfde gevoelens
waren bij de restauratie sporen der voet-
loven. eigen aan het laat-Romaanschc
basement.
Voetloven zijn de sierlijk omkrullende
bladornamenten op de hoeken van het ba
sement. Het spreekt wel vanzelf, dat deze
Romaansche bouwonderdeelen niet van de
Gothische Bagijnekapel te Noordwijk wer
den aangevoerd doch behoorden tot de in
ventaris der Abdijgebouwen.
De vierde kolom ten slotte was Gothisch
met een Gothisch bladkapiteel. De Ro
maansche kolommen bestonden uit tuf
steen, de Gothische voor een deel uit bak
steen.
Het kerkje zooals het in 1579 werd afge
bouwd. was 12 M breed en 15 M. lang, en
bezat slechts aan de Noordzijde een zij
beuk. De eindmuur was daar. waar de koor
kolommen beginnen.
Er hebben later nog verschillende ver
anderingen en vergrootingen plaats gevon
den. Reeds in 1612 schijnt er een en an
der te zijn gebeurd.
Daarna opnieuw in 1660. toen waar
schijnlijk het koor werd bijgebouwd. De
kolommen van het koor zijn van baksteen
op een vierkant basement en met een een
voudig geprofileerd kapiteel.
Er is in de kerk een bord met in 't mid
den een schild, waarop staat: Vergroot
A 1660
Ter weerszijden van het schild leest
men:
.Goor kracht van Godes Geest Vermeer
derde Chrlsti Loten.
Gevoedet met het Merg der Onvervalschte
Leer.
Dat men ln korten Tljdt mij Tweemaal
zag vergrooten.
Lof zij wel Christi Knecht maar Gode
vooral zij d'eer."
Hieronder staat eindelijk op een car
touche:
Verbeterd 1783.
Wij komen thans tot de restauratie van
1903.
van teederheid en vriendschap koesteren,
die zij elkaar toedragen en zij ondertee
kent haar schrijven met een betuiging
van „de aanhankelijkheid en oprechte
toegenegenheid der moeder Laetitia Bona
parte'.
Later zal zij zeer teleurgesteld zijn ln
haar schoondochter en met reden Doch
nu s er vreugde; haar zoon is gelukkig-
htj is onzegbaar verliefd op het acht jaar
oudere weeuwtje: een veldtocht in Italië
gunt hem maar weinige uren om van zijn
i°?l„PLuk genieten, maar iets daarvan
dringt door tot de moeder en doen deze
haar armen openen voor haar. die zij
gaarne insluit in den grooten kring harer
kinderen.
D'e kinderen, het wordt moellUk hen
broederlijk bueen te houden als .zonen
van t zelfde huis", gelijk het Psalmwoord
het uitdrukt. Er komen verwijderingen
verkielingen kwetsingen. De rijzing naar
groote hoogte van den een. zijn overheer-
schende wil, de rechten maar ook dc plich
ten, aie de gewijzigde levensomstandig
heden medebrengen. zijn daarvan de oor
zaak In het bijzonder ls de verhouding
V.'iïü Lucien en Napoleon gespannen;
haast vijandig staan de twee broers tegen
over elkaar Voortdurend tracht de moeder
^n, verzoening te bewerken. Najooleon,
reeds keizer, is even onhandelbaar als de
vijf jaar jongere Luclen. Maar er komt een
vervni?P ioenader'ng- D>e gedachte alleen
bflJdschapC moeder met onuitsprekelijke
rinPt,H00p op een instaande toenade-
"pg ™J,ner zoons ls troost en balsem voor
riii iv'tiJ?0 W!et' schr'Jft zij aan Luclen.
dat lk niet eerder vrede kan vinden, dan
uwe verzoening bewerkstelligd heb.
„aar om deze te bereiken heb lk uwe
iT„„ -£u, p nood'g. Laat het gunstige
oogenblik om u met den keizer uit te
spreken met voorbijgaan, ten einde daar-
ooor^uw en uwer moeder geluk te ver
houdt gij echter, deze, naar ik wel moet
ri-eezen. nimmer terugkeerende gelegen
heid. verwaarloozen. dan zou lk gedoemd
zijn. mijn dagen ln zorg en kommer door
Z Maar ik vIcl mU nog altijd met
de gedachte, spoedig het bericht te ont
vangen dat ge den keizer hebt omhelsd,
vdjze omhels" de UWen °P de hartc,ljk^
„Uw u Innig liefhebbende Moeder".
Aan denzelfden zoon deelt zij later de
öebeurtenissen mede, die Napoleon's terug
tn« ,Van Elba vergezellen. De verzoening
^ceders is tot stand
,moeder kan haar vreugde
over den terugkeer nu met Lucien deelen:
♦„„J1aarwei, lieve zoon. en reken op mijn
vrn?,ere de' Kus de kinderen en uw
vrouw namens uwe trouwe Moeder"
hPe "eugde zal niet lang duren. De
rle spoedig voorbij en
de kans op een herstel van het keizerrijk
komt Waterloo, dan komt
„'„"Helena en de ijzeren greep der En
gelschen In Napoleon's leven. Ook Met
V0OT1CEurnnr'n0g T 06 WaCht te houde"
Eur°pa s rust. En, evenals Hudson
Lowe op Sint-Helena, zorgt hij er wel
Ide,ts den banneling noch diens
a»an pespaard blijft. De moe-
hriLfnu r vo°rtdurend met haar zoon ln
briefwisseling te kunnen treden. Wanneer
dit met gelukt, wendt zij zich tot den Oos-
tenrtjksche staatskanselier. Daartoe be-
f,taa' %en bijzondere aanleiding. Een Ita-
gekomfn" hu' f Sint-Helnea in Italië
hlJ 1S drager van brieven van
S"?,- a„an Zljn m°eder. Maar te Mi
hmïrfiS J r n °°stenrijkschen stad
houdei genomen en daarna tc Mantua in
de gevangenis geworpen. „Madame Mère"
schrijft aan Metternich, dat zij, een treu-
™£e?loeder'.vo1 verwachting elke gele
genheid aangrijpt, die haar kommer zou
kunnen verzachten. Zij had zich zoover-
hV u Sen Z1J Santini's aankomst te Mi
laan had vernomen, berichten te krijeen
over haar zoon. Doch nu is de bode ge-
Jrhr.fn ee- "Uwe Do°rluchtigheid, zoo
cSJl f 1' moge de grootte van mijn
smart meten, nu ik beroofd ben van de
hoop, mondelinge berichten uit Sint-
Helena te ontvangen. De brieven, die men
we)1 t»arilnrf heefi' medegeseven. zijn zoo
wel te Londen als te Milaan gelezen ge
worden. Hun inhoud kan vooF de open-
moeeUil? "'et lfvaarlljk 2Un. Dat is on-
Daarom moge Uwe Door-
luchtigheid het mij toestaan, haar in
naam der menschelijkheid allerdringendst
te verzoeken dezen man de vrijheid weer
te geven en daarmede de mogelijkheid
hZ, .n i5eis voort te zetten, aangezien
hem toch geen andere schuld ten laste
gelegd kan worden dan dat hij zijn mees
ter trouw is gebleven.
„Met groote waardeering verblijf ik van
Uwe n Doorluchtigheid de steeds toege-
Madame Mère"
Langzamerhand komt er eenige veran
dering eenige verbetering. Het wordt haar
niJ en dan rechtstreeks per brief
s?,reken- Ult Rome, waar zij
woont, zendt zij hem een schrijven dat
d£i hort glas' die zyn zieken vader
!?ertog van Hamilton, in Engeland
gaat bezoeken, verder zal expedieeren
f 13 de toon: -Pauline reist van-
if^ llaar de baden van Lucca- Jozef
schrijft ons van tijd tot tijd; hij 'maakt
den £2te'!,kardlnaal Consalvi heeft schre-
den gedaan om u een biechtvader te zen-
zich mJrfe heiligheid was zeer verheugd
Sn»,» L deze aangelegenheid te be-
het antwoord van Enge-
land blijft nog steeds uit
riPP»dan vinden we In dezen brief een
m«deJrespteackt hCe' dUidellJlc de
„Myn lichaamstoestand en mijn ver-
,>°nte?n V,erferlCen mlJ ln het geloof, dat
he,?tete heb™ Z°nder U n0g om"
De onderteekening is: „Vostra Madre."
Maar hier bouwde het geloof der ver
trouwende moeder een luchtkasteel dat
geen werkelijkheid zou worden
Arme „Madre"! Haar ouderdom en haar
levenswijsheid waren niet opgewassen te
gen het begrip „ralson d'Etat", tegln
denen van Staat", die zelfs dm
jaarhjke gevaar'ijk achtten, noch tegen
he»hhVe?ltterd v'iandschap der macht-
êmmfm
Haar brieven zeggen het™ scheidln«'
A- J. BOTHENIUS BROUWER
Niemand die voor het eerst naar India
trekt, zal zoo naief zijn om te veronder
stellen. dat alles er precies hetzelfde is
als in Holland en ln elk geval heeft men
toch wel eens Iets gelezen over het land,
waar men gaat wonen.
De heel gewone dingen: van het vroege
opstaan, het klimaatschleten onder genot
van een kopje koffie, om zes uur 's mor
gens of vroeger, het vele baden, op heel
andere wijze dan men dat ln Holland doet.,
behoeven we dus wel niet tc behandelen.
Ook niet het feit dat er hard en lang
gewerkt wordt en dc meesten tusschen
den middag slechts anderhalf uur rust
hebben en niet den heelen heetsten tijd
van den dag achter de klamboe kunnen
slapen of rusten. Zulke dingen weet men
langzamerhand wel en af en toe wordt er
ook wel eens een film vertoond over Indlë,
terwijl elk rechtgeaard Hollander natuur
lijk de Indische tentoonstelling in Den
Haag gaat bezoeken en daar allerlei din
gen zal zien over Indische producten, be
volking, het leven en werken daar. waar
van men vooraf een verkeerd begrip had.
Zeer overzichtelijk is de tentoonstelling
en zij die nooit ln Indië waren, maar er
belang ln stellen, zullen er veel kunnen
leeren en even diep getroffen staan bij
het Preangerlandschap en het groote dio
rama van Eland en erkennen, dat het
prachtig ls en Indlë een land moet zijn,
waar men best eens zou willen kijken.
Men ziet er allerlei soorten houtsoorten,
koffie, thee, rubber en kina en krijgt eon
indruk van landbouw en veeteelt, van
ziekten en genoegens en dc zooveel betere
verbinding die de laatste jaren tot stand
kwam. Natuurlijk is er een stand van de
Luchtvaart-Maatschappij cn iedereen zal
vurig wenschen, dat die ondanks de
malaise mag groeien tot Iets geweldigs,
omdat het den afstand zoo verkort en het
contact met Indië zooveel inniger maakt.
Want juist dat draagt er zooveel toe bij.
om het inzicht in het leven daarginds te
verdiepen en dat heeft men noodlg; zij
die naar Indlë gaan natuurlijk ln de eer
ste plaats, maar zij die er familie, vrien
den of zaken-relaties hebben, ook zeer
stellig.
Als men het land wat kent, zij het dan
ook op een afstand, kan men beter beoor-
öeelen allerlei toestanden en dingen, waar
over anders vaak zoo oppervlakkig en
vreemd wordt gepraat. En men zal besef
fen, dat het niet heelemaal overdaad is,
dat de menschen uit Indië op gezette
tijden met Europeesch verlof komen,
waarom ze dikwijls door onwetenden, zoo
fel en jaloersch worden benijd
Vroeger werd er in Indlë óók hard ge
werkt, maarmeestal hard verdiend
doch ln deze moeilijke Jaren ls dat natuur
lijk afgeloopen en de meesten hebben het
er financieel niet zoo gemakkelijk, terwijl
zij die geen gouvernementsbetrekking
hebben, zich vanzelfsprekend zorgen ma
ken, moéten maken, over de toestanden
omdat van sparen nu niets kan komen en
men niet zoo lang kan blijven werken als
in Holland, omdat het Indische klimaat
vanzelfsprekend aanpakt. Als men denkt
aan de zeldzame hittegolf-dagen in Hol
land, aan de loomheid en vermoeidheid,
die men voelt, zal men dat natuurlijk be
grijpen.
Ieder weet wel, dat ook op dezen regel
vanzelfsprekend uitzonderingen zijn; dat
men ook koele plaatsen heeft, waar het
zelfs 's nachts wel koud kan zijn en een
paar graden vriest; dit bewijst alweer do
reeds besproken noodzaak, om vooraf te
weten waar men heen trekt.
Door de tijdsomstandigheden ls het
leven in Indië veranderd en versoberd, wat
geen nadeel ls, omdat het vooral na den
grooten wereldoorlog, wel wat al te luxe
was geworden ln veel plaatsen en de defi
nitie: „Indië is een materialistisch land"
vaak bewaarheid werd. Alles moet nu een
maal soberder worden, leder moet bezui
nigen, dus in Indië evengoed en het ls
gelukkig een feit, dat bij de meeste men
schen de krachten groeien, naar mate
de moeilijkheden grooter worden, zoodat
men dankbaar erkent, dat het een zegen
ls, als men nog een baan heeft, nog wer
ken kan en mag en dus graag de verso
berde levenswijze aanvaardt en maat
hoopt, dat in de toekomst alles beter zal
loopen dan men nu voorziet.
Alle landen, alle volken maken moeilijke
tijden door en elk mensch voelt vanzelf
sprekend eigen moeilijkheden en tegen
slag het ergst, maar daar in de warmte
die gauwer nerveus maakt, zijn velen tot
tobben geneigd en beseffen dan opeens
dubbel dat ze toch een heel ander leven
hebben dan in Europa; dat er veel moois
en goeds is, maar óók veel waaraan men
zich eerst moet aanpassen, speciaal nu,
nu alles tegen den draad ingestreken lijkt.
Extra opgewektheid en levensdurf ls dus
noodlg om de ups and downs van dat
andere leven te aanvaarden en te door-
5'aap en elk die dus voor het eerst naar
Indlë trekt, moet een groot kwantum van
die artikelen in z'n bagage meenemen en
niet gaan met de gedachte: het zijn onze
eisen kolomen, dus het zal wel ongeveer
hetzelfde leven zijn, maar vooraf goed
weten: Ik ga een toekomst zien te maken
en ben bereid het goed èn het kwaad, het
voor- en nadeel te nemen voor wat het
is. Om als een blijmoedig dapper mensch
te kunnen genieten van het vele mooie
dat ons Indlë heeft, zelfs nog in deze
tijden, nu donkere wolken zich ook boven
Indie samen dreigen te pakken. Maar
we weten allemaal, dat zelfs de donkerste
wolk een zilveren voering heeft....
De navolgende schepen zijn Zaterdag
16 Juli in radiotelegrafischc verbinding
met de daarnaast vermelde kuststatlons en
via die stations rechtstreeks te bereiken.
Medegedeeld door de N.T.M. Radio-Hol
land N.V.
Alphacca, Amaralina Radio Baloeran,
Scheven Radio Dempo, idem Costa
Rica, idem Crijnssen, Rugby Radio
Houtman, Scheven. Radio J. v. Olden-
barnevelt, idem Kota Tjandi, idem
Maasdam, Rugby Radio M. v. St. Alde-
gonde, Scheven. Radio Oranje Nassau,
idem Poelau Bras, Ouessant Radio
Van Rensselaar, Scheven. Radio Rotter
dam, idem Statendam, idem Tasman,
idem Tabian, idem Veendam, idem
Volendam, Marion Rad. W.C.C.
Ter voorkoming van vertraging der tele
grammen is het noodig de namen der
kuststations te vermelden, als in boven
staande lijst wordt aangegeven
3-2