De Leidsche Stadhuisbouw.
73sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 2 Juli 1932
Derde Blad
No. 22172
Het nieuwe voorstel van B. en W.
LAND- EN TUINBOUW.
B. en W. hebben volgend voorstel bij
den Raad ingediend:
Bij besluit van 2 November J.l. verzocht
de Raad ons de noodige voorstellen in te
dienen, teneinde alsnog eenige door den
Raad aan te wijzen architecten uit te
noodigen plannen te ontwerpen voor den
bouw van een nieuw Raadhuis op het zoo
noodig naar de zijde van de Koornbrug-
steeg uit te breiden terrein aan de Bree-
straat en wel met behoud van den ouden
gevel.
Eerst thans ls het ons mogelijk die
voorstellen aanhangig te maken, zooals uit
den hierna geschetsten gang van zaken
duidelijk zal worden.
Het raadsbesluit werd genomen aan den
vooravond van de vaststelling van de Me
morie van Antwoord op het Voorloopig
Verslag betreffende de begrooting voor
1932. Vervolgens moest ons College zich
prepareeren op de behandeling van de be
grooting, waarmede de Raad zich, gelijk
bekend, gedurende de maanden December
en Januari onledig hield.
Zoodra ons College niet meer gehandi
capt werd door de voorbereiding van de
behandeling van de begrooting en die be
handeling zelve, werd onmiddellijk weder
het Stadhuisvraagstuk ter hand genomen.
I In onze vergaderingen van 18 en 25 Fe
bruari 1932 werd de te volgen gedragslijn
overwogen.
Besloten werd. overeenkomstig den dui
delijk door den Raad te kennen gegeven
wensch over het plan-Dudok nog geene
beslissing te nemen, den heer Dudok mede
te deelen, dat in verband met den loop
van zaken in de raadszitting van 2 No
vember 1931 de beslissing omtrent het
jdoor hem ontworpen plan zou worden aan
gehouden, totdat de Raad in de gelegen
heid zou zijn geweest ook over de in het
raadsbesluit van 2 November bedoelde
plannen van eenige andere architecten een
besluit te nemen, terwijl op '16 Maart een
uitvoerig schrijven tot de Commissie van
Fabricage werd gericht, waarin haar ge
vraagd werd hare zienswijze te doen ken
nen over de punten, waarop thans eene
beslissing moest worden genomen, welke
punten in het schrijven nader werden
aangegeven.
Het gevoelen der commissie mochten
wij vernemen uit hare rapporten van 20
April en 2 Mei j.l., welke een onderwerp
van beraadslaging uitmaakten in onze
Vergaderingen van 28 April. 9 Mei en
19 Mei.
Tot ons genoegen ontwaarden wij uit de
adviezen van de commissie, dat zij zich
kon vereenigen met het dezerzijds ontwor
pen nader terreinplan. waarbij van de ge
legenheid is gebruik gemaakt, om de
smalle en aan de hoek-Breestraat gevaar
lijke Koornbrugsteeg te verbreeden en het
nieuwe Raadhuis in verband hiermede,
doch natuurlijk met intactlaten van den
ouden gevel, eenigszins oostwaarts te pro
jecteeren. Het is de bedoeling de steeg te
verbreeden van 6 tot 13 M. en het Raad
huis aan de nieuwe straat te doen gren
zen. De rijweg, ter breedte van 7 M„ zal m
de as van de Koornbeursbrug komen te
liggen, terwijl ter weeszijden trottoirs,
resp. 4 en 2 M. breed worden gemaakt.
De te amoveeren perceelen Vischmarkt
Nis 22, 23, 24 en 25, Koornbrugsteeg Nis 2,
4, 6 en 8, het kadastrale perceel 1499. en
de perceelen Breestraat Nis 100, 102 en 104
hebben een gezamenlijke oppervlakte van
653 M2.. waarvan 373 M2. aan het Raad
huisterrein ten goede kan komen en 280
M2 aan de straatverbreeding. Aankoop
van de perceelen Vischmarkt Nis 7 en 8,
ter gezamenlijke oppervlakte van 210 M2„
is bij aanvaarding van het nieuwe terrein
plan niet noodig, aangezien de gevel
lengte bij de gedachte verschuiving na
genoeg gelijk blijft (plm. 78.5 M.l. Verge
leken met het plan-Dudok zal het te be
bouwen Raadhuisterrein dus 133 M2. groo-
ter in oppervlakte zijn en 3952 M2, be
dragen. Nog zij hier vermeld, dat volgens
een in verband met de gewijzigde tijdsom
standigheden opgemaakte nadere taxatie
van de waarde van alle perceelen, waarop
voor de verwezenlijking van het nieuwe
plan beslag moet worden gelegd, die waar
de inclusief bedrijfsschade en de kosten
van aankoop van de reeds eigendom van
de gemeente zijnde perceelen, bedraagt
plm. f. 600.000, waarvan ten laste van de
verbreeding van Koornbrugsteeg een ge
deelte, groot plm. f. 70.000, zal moeten
komen.
Ook omtrent de keuze van de architec
ten, die alsnog tot het indienen van plan
nen zullen worden uitgenoodigd, zijn wij
met de commissie tot overeenstemming
gekomen. Met haar is onze keuze gevallen
op de heeren: C. J. Blaauw te Haarlem,
A. J. Kropholler te Wassenaar en H. F.
Mertens te Bilthoven. Overeenkomstig de
meening van de Commissie, besloten wij
verder ook den heer Dudok in de gelegen
heid te stellen een ontwerp voor het thans
aangegeven bouwterrein in te dienen.
In afwijking van de commissie, die in
meerderheid aarzelend staat tegenover de
opneming van winkels in het Stadhuisge
bouw en die opneming in geen geval als
eisch zou willen stellen, doch den archi
tecten enkel de mogelijkheid zou willen la
ten een winkelgalerij of parterre-winkels
in hun plannen op te nemen, zouden wij
het opnemen van een winkelgalerij of van
parterre-winkels aan de zijde van de
Vischmarkt als eisch gesteld willen zien.
Wij vreezen toch dat de Vischmarkt. een
winkelstand bij uitnemendheid anders een
doodsch aanzien zou verkrijgen.
Aan de zijde van de Vischmarkt dient
het gebouw geheel binnen de rooilijn te
worden gebouwd, zoodat derhalve ook geen
uitbouw buiten de rooilijn zal mogen wor
den gemaakt een en ander met dien ver
stande, dat de galerij buiten de rooilijn
mag liggen en dat uit den aard der zaak
boven die galerii mag worden gebouwd.
Verder zal in elk geval een toren moeten
worden geprojecteerd waaromtrent de ar
chitecten vrij zullen ziin met betrekking
tot de plaats, den vorm. enz.
Als maximum-bouwsom voor het nieuwe
Raadhuis (exclusief de restauratie van den
ouden gevel) noemt de commissie een be
drag van f. 1.500.000: met het oog op de
daling van de tot voor kort exhorbitant
hooge bouwkosten in de laatste tijden,
komt ons een maximum-bouwsom van
f. 1.250.000 voldoende voor.
De door de architecten in te dienen
plannen moeten o.i. bestaan uit platte
gronden doorsneden gevelteekeningen en
verschillende perspectieven en moeten ver
gezeld zijn van een globale kostenraming
(exclusief de restauratie van den ouden
gevell. Voor het ontwerpen van deze plan
nen ware aan elk van de architecten een
honorarium van f. 5000 toe te kennen.
Voor dat bedrag zouden dan de plannen
worden gekocht. Het uitschrijven van een
prijsvraag of het houden van een wed
strijd ligt dus niet in de bedoeling. Alleen
zal bij eventueele opdracht tot uitvoering
aan een der uit te noodigen architecten
het bedrag ad f. 5000 uit den aard der
zaak in mindering dienen te worden ge
bracht op het architecten-honorarium.
Blijkens haar rapport kan de Commissie
van Fabricage zich met een en ander ver
eenigen.
Ten aanzien van de wijze van behande
ling van de ingediende plannen sloot de
meerderheid van de commissie zich bli ons
gevoelen daaromtrent aan n.l. om over
de plannen het advies in te winnen van
een Commissie van beoordeeling welke
adviescommissie dan tegelijk met de aan
wijzing van de bouwmeesters, aan wie zal
worden verzocht de nieuwe plannen te ont
werpen moet worden samengesteld. De
minderheid der commissie acht een derge
lijks adviescommissie niet noodig en zou
tot samenstelling daarvan alleen willen
zien overgegaan, indien na indiening van
de nieuwe ontwerpen de noodzakelijkheid
ervan mocht blijken
Ons College is daarentegen met de
meerderheid van oordeel, dat het noodig is,
dat een dergelijke deskundige commissie
ons College en den Raad bijstaat bij de
beoordeeling van de in te dienen plannen
en het aangehouden plan-Dudok echter ln
dien zin, dat geen bindend advies zal wor
den uitgebracht, zoodat de uiteindelijke
beslissing aan den Raad blijft. Met de
commissie van advies ware tevens het pro
gramma van eischen. hetwelk den archi
tecten bij het maken van f1" plannen tot
grondslag zal strekken te -oesoreken en na
overleg met haar definitiel vast te stellen.
In haar nader rapport van 2 Mei j.l.
geeft de Commissie van Fabricage in over
weging de commissie van advies te doen
bestaan uit twee vooraanstaande architec
ten en een niet-architect. terwijl dan de
Directeur van Gemeentewerken aan de
commissie zou zijn toe te voegen.
Ons College kan zich in het algemeen
wel met het gevoelen van de commissie
vereenigen; alleen komt het ons gewenscht
voor. daarin tevens als lid op te nemen
iemand, bij uitstek bekend met Leiden en
de Leidsche toestanden. Als zoodanig heb
ben wij ons oog geslagen op den oud-di
recteur van Gemeentewerken ïr. G. L.
Driessen.
Met gebruikmaking van het advies van
de Commissie van Fabricage, komt het ons
dus voor dat moeten worden uitgenoodigd.
om in de deskundige commissie van ad
vies zitting te nemen de heeren dr. H. E.
van Gelder, directeur van den dienst voor
Kunsten en Wetenschappen te 's-Graven-
hage ir. G. C. Bremer Rijksbouwmeester
te 's-Gravenhage H van der Kloot Meij-
burg. architect te 's-Gravenhage. ir. G. L.
Driessen. oud-directeur van Gemeentewer
ken te Leiden en qualitate qua de direc
teur van Gemeentewerken alhier.
Ter belooning van de diensten van de
niet in dienst van onze gemeente zijnde
leden der commissie ware een crediet van
f. 3000 beschikbaar te stellen.
In den bovenstaanden geest richtten wij
op 21 Mei j.l. uitnoodigingen tot de ge
noemde 3 architecten, alsmede tot den
heer Dudok. terwijl wij ons op dienzelfden
datum eveneens schriftelijk in verbinding
stelden met de heeren. die bestemd wa
ren. om voor het zitting nemen in de com
missie van advies voorgedragen te worden.
Ofschoon wij in onze missives aandrongen
op een antwoord binnen niet te lang tijds
verloop. duurde het door uitstedigheid als
anderszins, nog tot omstreeks de helft van
deze maand, voordat wij de zekerheid had
den. dat de genoemde heeren bereid waren
zitting te nemen in de commissie van ad
vies en dat de heeren Blaauw Kropholler
en Mertens gevolg zouden geven aan een
tot hen gerichte uitnoodiging tot het ont
werpen van plannen voor den Raadhuis-
bouw in den aangegeven zin.
De heer Dudok bleek hiertoe niet ge
negen.
Eerst op 23 dezer kon zoodoende de in
houd van ons uit te brengen praeadvies
worden vastgesteld.
Het lijkt ons wenschelijk daarbij tevens
voor te stellen ons College te machtigen
ten aanzien van den ouden gevel die maat
regelen te treffen, die in overleg met de
Rijkscommissie voor de Monumentenzorg
en met de commissie van advies noodig
zullen blijken, om den ouden gevel van het
Raadhuis te beschermen, desnoods af te
breken en tijdelijk op te bergen.
Tenslotte achten wij nu eveneens het
qogenollk aangebroken de noodige stappen
te doen om door middel van onteigening
de beschikking te verkrijgen over de ver
schillende perceelen welke ten behoeve
van den bouw van het nieuwe Raadhuis en
de verbreeding van de Koornbrugsteeg
noodig zijn en nog niet ln het bezit van
de gemeente zijn Het is de bedoeling ook
de perceelen Vischmarkt Nis 7 en 8 (het
Boordenhuis van den heer A. Klaassens en
de apotheek Boekwijtl in het onteige-
nings-plan te begrijpen, aangezien over die
panden bij eventueele aanvaarding van
plan-Dudok moet worden beschikt. Valt de
keuze tenslotte niet op het plan-Dudok.
dan kan zonder bezwaar nog altijd van de
onteigening van die twee panden worden
afgezien.
Het bovenstaande samenvattende geven
wij mitsdien ln overweging:
a. de architecten C. J. Blaauw te Haar
lem, A. J. Kropholler te Wassenaar en ir.
H. F. Mertens te Bilthoven uit te noodigen
plannen te ontwerpen voor den bouw van
een nieuw Raadhuis met behoud van den
ouden gevel op het terrein aan de Bree
straat. de te verbreeden Koornbrugsteeg en
de Vischmarkt tegen een honorarium van
f.5000 voor elk van hen. onder bepaling:
lo. dat de in te dienen plannen bestaan
uit platte gronden, doorsneden gevelteeke
ningen en verschillende perspectieven en
vergezeld zijn van een global" kostenra
ming (exclusief de restauratie van den
ouden gevel i;
2o. dat de plannen voor het bedrag ad
f. 5000 worden gekocht en derhalve het
uitschrijven van een prijsvraag of het hou
den van een wedstrijd niet de bedoeling is:
3o dat bij eventueele opdracht tot uit
voering aan een der uitgenoodlgde archi
tecten het bedrag ad f.5000 in mindering
wordt gebracht op het architecten-hono
rarium.
4o. dat als maximum-bouwsom voor hei.
nieuwe Raadhuis (exclusief de restauratie
van den ouden gevel) een bedrag van
f. 1.250.000 wordt aangenomen;
5o. dat aan de zijde van de Vischmarkt
een winkelgalerij of parterre-winkels in
het bouwplan worden opgenomen en het
gebouw overigens aan die zijde geheel
binnen de rooilijn wordt gebouwd, zoodat
derhalve geen uitbouw buiten de rooilijn
zal mogen worden gemaakt, een en ander
met dien verstande, dat de galerij buiten
de rooilijn mag liggen en dat boven die
galerij mag worden gebouwd;
6o. dat in elk geval een toren moet wor
den geprojecteerd, waaromtrent de archi
tecten vrij zullen zijn met betrekking tot
de plaats, den vorm, enz.
7o. dat de plannen uiterlijk 6 maanden
na de opdracht bij ons College moeten
zijn ingediend;
8o. dat het programma van eischen,
hetwelk den architecten bij het maken
van hunne plannen tot grondslag zal
strekken, met de na te noemen deskundige
commissie van advies zal worden bespro
ken en na overleg met haar vastgesteld en
dat na indiening van de plannen aan die
commissie zal worden gevraagd, daarom
trent. alsmede omtrent het bestaande
plan-Dudok hare meening te doen kennen,
met dien verstande, dat de uiteindelijke
beslissing over de plannen bij den Ge
meenteraad zal blijven;
b. een deskundige commissie van advies
in te stellen, teneinde Burgemeester en
Wethouders in de gelegenheid te stellen,
met haar het sub a. 8o. bedoelde program
ma te bespreken en na overleg vast te
stellen terwijl na indiening van de plan
nen aan de comn.issie zal worden ge
vraagd daaromtrent, alsmede omtrent het
bestaande plan-Dudok, hare meening te
doen kennen, zullende de uiteindelijke
beslissing over de plannen bij den Ge
meenteraad blijven;
c. tot leden van de sub b bedoelde com
missie te benoemen Dr. H. E. van Gelder.
Directeur van den Dienst voor Kunsten
en Wetenschappen te 's-Gravenhage. Ir.
G. C. Bremer. Rijksbouwmeester te 's-Gra-
venhage. H. van der Kloot Meijburg,
architect te 's-Gravenhage, Ir. G. L. Dries-
VOOR KLEINE TUINEN.
Zomersnoei in den fruittuin.
Nu de langste dag weer achter ons ligt
zijn er weer tal van werkzaamheden in
den tuin die onze aandacht vragen. In
den fruittuin passen we nu de zomer
snoei nog toe op onze leiboomen. Deze
bewerking is nog al ingewikkeld en we
zullen ons hier bepalen tot het geven
van enkele aanwijzingen zij den snoei. Op
de gesteltakken van onze leiperen bevin
den zich de zijtakjes welke als het goed
is voornamelijk moeten bestaan uit kort
vruchthout Toch zullen we hierop nu
ook tal van langere scheuten aantreffen.
Deze beantwoorden niet aan de eischen
welke we aan een leiboom stellen en
moeten dus worden teruggesnoeid. Wach
ten we daarmee tot den winter dan zijn
deze scheuten krachtige twijgen geworden
welke na het insnoeien zeker weer der
gelijke forsch groeiende houtscheuten zul
len voortbrengen. Door nu te snoeien
v/orden ze in hun groei gestuit en ge
woonlijk heeft dit tot gevolg dat de
onderste oogen veranderen in vruchthout.
Er ontstaat dan een kortlot waarvan de
eindknop gewoonlijk bloemknop wordt.
We snoeien daarom deze krachtige .scheu
ten nu in op 3 of 4 volgroeide bladeren.
Gewoonlijk groeit het bovenste oog nog
weer uit en vormt ook weer een scheutje,
en bij de wintersnoei knippen we daarom
het bovengedeelte van de ingesnoeide
scheut in tot op 2 scheuten of wel tot
boven de hoogst gevormde bloemknop.
Eigenlijk breken we de scheuten nu over
een scherp mes af. opdat een wond ont
staat welke niet zoo spoedig heelt waar
door het doorgroeien van de zijoogen
wordt belemmerd. Waar meerdere van deze
scheuten bijeen groeien, behouden we er
maar een en breken de rest weg .De
aan het uiteinde van de gesteltak ge
plaatste krachtige scheut laten we ge
woonlijk doorgroeien om deze pas in den
winter naar behoefte terug te snoeien.
Appels behandelen we op gelijke wijze
maar daar appels minder geschikt zijn om
als leiboom aan te planten zullen we deze
minder als zoodanig aantreffen. De perzik
vraagt een bijzondere behandeling. Ge
woonlijk zijn hier veel doorgroeiende
scheuten, daar de perzik ook op langere
twijgen draagt Wel treffen we hier, ge
woonlijk in het hart van de boom. zeer
krachtig groeiende scheuten aan, en deze
moeten direct geheel worden weggenomen
daar anders de vorm van de boom spoe
dig verloren gaat. Overigens worden de
scheuten flink gedund en plat aange
bonden.
sen, Oud-Directeur van Gemeentewerken
te Leiden, terwijl de Directeur van Ge
meentewerken zal worden uitgenoodigd
qualitate qua in de commissie zitting te
r.emen;
d. uit het Stadhuisfonds een bedrag van
f3.000 beschikbaar te stellen ter beloo
ning van de diensten van de niet in dienst
van onze gemeente zijnde leden der sub b
bedoelde commissie,
e. B. en W. te machtigen in overleg met
de Rijkscommissie voor de Monumenten
zorg en met de commissie van advies de
noodige maatregelen te treffen, om den
ouden gevel van het Raadhuis te bescher
men, desnoods af te breken en tijdelijk op
te bergen;
f. B. en W. te machtigen het noodige
te verrichten ter verkrijging, door middel
van onteigening, van de perceelen, respec
tievelijk gelegen aan de Vischmarkt. de
Koornbrugsteeg en de Breestraat, ka
dastraal bekend Sectie G. Nis 185, 186.
1620. 194, 1645. 1727. 1707. 203, 204. 205. 213,
212. 211 en 210, een en ander ten behoeve
van den bouw van een nieuw Raadhuis
en de verbreeding van de Koornbrugsteeg.
IK HEB EEN MENSCII GEDOOD.
Een aangrijpende vredesfilin.
Phillips Holmes, die met Nancy Carroll de
hoofdrol vertolkt in het aangrijpende
werk „Ik heb een mensch gedood."
De film „Ik heb een mensch gedood",
die hier deze week zeker de grootste be
langstelling zal trekken, wordt geanon-
ceerd als „een hartstochtelijke kreet om
wereldvrede en internationale toenade
ring. een felle en onvergetelijke aanklacht
tegen het schandelijk oorlogsbedrijf, een
vlammende uiting van het wereldgeweten
dat overal steeds luider begint te spreken"
Deze film is niet slechts een uiting van
het wereldgeweten, zij roept zelf het ge
weten wakker, daar en bij hén, waar het
nog slaapt! En daarom komt den regis
seur Lubitsch, den scenarioschrijver (Er-
nest Vajda) en bewerker (Reginald
Berkely), den cineast (Victor Millner) en
allen, die verder het stuk van Maurice
Rostand in dezen onvergetelijken film
herschapen hebben, de publieke erkente
lijkheid en dank toe.
DE NIEUWE LUBITSCH FILM.
Men heeft een zeer sterke bezetting voor
deze film uitgekozen; de drie voornaam
ste hoofdrollen worden vervuld door Phi
lips Holmes, die in Joseph von Sternberg's
opzienbarende filmbewerking van „An
American Tragedy" de aandacht van het
Amerikaansche publiek op zich gevestigd
heeft, en een voor de toekomst zeer veel
belovende kracht is, terwijl de rol van
Elsa gespeeld wordt door Nancy Carroll
en Lionel Barrymore van de Metro-Gold-
wyn-Mayer geleend werd om de vaderrol
te vertolken. Tom Douglas is zijn zoon.
„De Man die ik Gedood heb" is een
drama dat zich afspeelt na den oorlog,
en behelst de geschiedenis van een
Fransch poilu, die niet kan vergeten hoe
hij op het slagveld een jong Duitscher
heeft gedood, nadat hij met Elsa, de ver
loofde van het slachtoffer en zijn vader
heeft kennis gemaakt.
Nancy Carroll is verleden jaar in het
huwelijk getreden met Bolton Mallory, de
redacteur van het bekende New Yorksche
weekblad „Life". De keuze van deze jonge
actrice voor een zoo belangrijke rol ging
vergezeld met de volgende verklaring van
B. P. Schulberg. productieleider der Hol
ly woodsche Paramount studio's:
„Onze keuze ls het antwoord op de ge
ruchten, dien den laatsten tijd de ronde
doen over zoogenaamde moeilijkheden
tusschen Miss Carroll en onze studio's.
Deze film is slechts een van de belang
rijke werken, die wij voor haar bestemd
hebben, omdat wij vertrouwen in haar be
kwaamheid en haar toekomst.
„Ik heb een mensch gedood" wordt door
de inhoud als door het spel algemeen als
een der aangrijpendste en meest ontroe
rende van den laatsten tijd geroemd.
METRO'S JONGSTE STAR ONDERWERPT
ZICH AAN EEN INTERVIEW.
Een jonge man in een grijs flanellen pak
wandelde het New Yorksche kantoor van
Metro Goldwyn Mayer binnen en bekeek
met een critisch oog de biljetten van Pos
sessed (Onverbreekbare banden.) „Het is
een liefdesgeschiedenis" merkte hij op. „En
ik houd niet van liefdesgeschiedenissen.
Liefde is onzin." De betreffende jonge man
was niemand anders dan Jackie Cooper.
Het was zijn eerste bezoek aan New York
en hij was in het geheel niet onder den
indruk. Feitelijk maken weinig dingen in
druk op hem en vooral een menigte be
wonderaars is zelden in staat hem enthou
siast te maken. „Ik vind New York wel
aardig" zei Jackie, „maar de andere plaat
sen, die ik bezocht heb, vond ik ook aardig.
New York is een groote stad en duur."
Men vroeg hem over den agent, die zijn
auto per motor door de stad geleid had. „Ik
vond het een aardigen man" zei Jack „wer
kelijk een geschikte kerel, maar hij wilde
mij niet op de duo van zijn motor mee-
nen." Zooals vele andere acteurs heeft
Jackie het land aan een interview en hij
was blij, dat er bij dit interview geen dames
geweest waren, want deze hebben dikwijls
een neiging hem aan te halen en daar
moet hij niets van hebben. Later vertelde
zijn moeder dat, als ze hem niet met een
portie chocoladeijs omgekocht had, Jackie
waarschijnlijk heelemaal niet was gekomen
en dat was te begrijpen, want het was een
heerlijken zonnigen dag in Mei en Jackie
voelde er veel meer voor naar buiten te
gaan of te gaan visschen met jongens van
zijn leeftijd.
Jackie leende een stuk papier en een
potlood en begon te krabbelen. „Wordt dat
een portret van Wallace Beery?"
„Mischien" antwoorde hij, en ging verder
met zijn werk. Zijn teekening onderging
eigenaardige veranderingen terwijl hij er
mee bezig was en ondertusschen beant
woordde hij de vragen van de verslagge
vers. Wat eerst op een portret van Jackie's
grootsten vriend leek, werd later een
Chinees en eindelijk een officier in uniform
wat het volgens den jongen teekenaar ook
moest voorstellen. In tusschen gaf Jackie
enkele inlichtingen over zichzelf.
Hij is acht Jaar en zijn verjaardag is op
15 September. Hij is eerelid van een pad
vindersclub en als hij 12 jaar is. zal hij een
echte padvinder worden. Hij kent Johnny
Weismuller. maar kon reeds zwemmen
voordat Johnny hem den crawslag leerde.
Hij heeft Johnny drie maal in de film Tar-
zan gezien en vond het geweldig.
Zijn onderwijzeres gaat overal met hem
mee. Zij is niet erg streng, maarzij
is een onderwijzeres. Wallace Beery ls zijn
beste vriend en Jackie hoopt net al Wally
te worden als hij groot is. Ja, Wally heeft
hem beloofd eens mee te nemen met zijn
vliegmachine en hem te leeren hoe haar te
besturen. Na Wallace Beery vindt hij Clark
Gable het aardigste, maar hij vindt het
jammer, dat Gable in zooveel liefdesge
schiedenissen speelt. Hij vindt Clark het
beste in Heil Divers (Titanen der lucht),
waarin hij een meer ruwe rol speelt.
Jackie houdt van filmen, omdat „men
veel ziet en overal komt."
TWEE INCIDENTEN.
Staan er voor een nieuwe film lange
buiten-opnamen op het program, dan
draait het gesprek in het atelier dagen
lang om niets anders dan: zal het goed
weer zijn en waar zullen wij logeeren?
Buiten-onamen worden door de mede
werkenden van de film meestal beschouwd
als een welkome afwisseling van het altijd
weer in dezelfde bekende omgeving spe
lende atelier-werk. Bovendien is gebleken,
dat de populariteit van de medespelers af
zonderlijk bij dergelijke buiten-opnamen
buitengewoon sterk aan den dag treedt.
Dan kan men vooral constateeren, hoe dik
wijls zij worden herkend en hoeveel hand-
teekemngen van hen worden gevraagd.
Dat heeft reeds in de meest verschillende
gevallen aanleiding gegeven tot vroolijke
wedijvering tusschen de medereizenden.
Toen onlangs Fritz Grünbaum, de be
kende conferencier, en Willy Fritsch naar
Breslau reisden voor een radio-interview,
hadden zij gewed, wie van hen beiden in
den trein het vaakst herkend zou worden.
Reeds na het eerst half uur had Fritsch,
die voor de statistiek zorgde, twaalf streep
jes op zijn rekening geboekt. In den res
tauratiewagen ging een troepje jongelui
voorbij, die vol vreugde op Grünbaum we
zen het waren de eersten, die Grun-
baum herkenden en het waren er vier te
gelijk. Oogenbllkkelijk kraste Grünbaum
acht streepjes op zijn papiertje.
„Waarom acht?" vroeg Fritsch verbaasd
„Het waren er toch maar vier!" „Het
spreekt toch vanzelf, dat mijn stemmen
dubbel tellen", zei Grünbaum. „Ik ben
toch maar half zoo lang als jij." Dat was
op een propaganda-rels.
Minder verheugd zijn natuurlijk de re
gisseur en de productieleider, als het bij
buitenopnamen tot stormachtige ovaties
komt. Zoo was het ook eenige weken ge
leden bij de groote wintersport-scènes
voor de nieuwe Ufa-toonfilm: „De gravin
van Monte Christo", waarin Brigitte Helm
Rudolf Forster, Lucle Englisch en Gustaf
Gründgens spelen onder regie van Karl
Hartl.
Hartl was met zijn spelers naar den
Semmering gereisd en tegelijkertijd ver
trok er een van de groote auto's voor de
geluidsopname naar den Semmering. kt
werd gewerkt aan een groote. belangrijke
scène tusschen Rudolf Forster en Brigitte
Helm, ln de omgeving van hotel Pannhaus.
De repetities waren zonder eenige stoor
nis verloopen, en de opname zou beginnen
Toen kwam plotseling een jong meisje,
stralend van vreugde, met een kaartje op
Brigitte Helm toe. Vergeefs poogden de
regisseur en de leider der opnamen haar
door wenken en wijzen tot doorloopen te
bewegen. De jonge dame liet zich niet van
haar stuk brengen. „Och. mevrouw, geeft
u mij alstublieft een autogram!"
„Opname afbreken. Jammer!" vertelde
Hartl het jonge meisje, dat met een ver
schrikt gezicht was blijven staan. „Me
vrouw Helm is hier immers incognito". En
toen tot den opname-leider: „Bij de vol
gende scène bij den auto hadden wij dit
als improvisatie best kunnen gebruiken;
dan was de gravin van Monte Christo al
beroemd geweest!"
Van dit oogenblik af lagen er steeds
een stapel briefkaarten klaar, voorzien van
een handteekening. Zoodra er iemand na
derde. werd hem zwijgend een kaart, met
het autogram van Brigitte Helm in de
hand gedrukt.
Den volgenden dag werd er weer een
scène gedraaid tusschen Forster en Bri
gitte Helm, terwijl Gründgens achter de
camera wachtte tot hij zijn wachtwoord
hoorde.
Daar komt echter weer midden in een
scène het „handteekening-ongeluk" op 't
tooneel, in den vorm van een jongeman,
die een kaart in de hand hield. De op
name-leider houdt hem staande om hem
een Helmkaartje te overhandigen. Hij
schudt echter het hoofd: Rudolf Forster
wil hij hebben. Gedurende de scène kan
Forster echter thans niet gestoord wor
den; dus verwijst de opname-leider hem
koelbloedig naar Gründgens, Gründgens
bekijkt het portret van Forster en schrijft
kort en krachtig: Gustaf Gründgens.
Enthousiast vertrekt de jonge autogram
men-maniak. Drie minuten later echter
de opname is intusschen geëindigd
was hij er wéér, want men had iets ver
keerds voor hem opgeschreven! Heel on
aangenaam, want het was de allerlaatste
kaart die op den heelen Semmering van
Forster bestond en hij zou toch zoo graag
een autogram van mijnheer Forster heb
ben!
Toen zei Forster: ,Dan zullen we dat
hebben, jongeman!" Hij neemt de kaart
en schrijft er eenige woorden op. Stralend
van geluk trok de jongeman af. Den zelf
den avond liet hij overal zijn zeldzaam
autogram zien. Het schrift van Gründgens
en Forster op één kaart!
„Dit is niet Gustaf Gründgens. dat ben
ik: Rudolf Forster!"
Zoo was er een rariteit in de auto-
grammenwereld ontstaan en een op
name gered!"
o