De Leidsche Stadhuisbouw. 73sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 2 Juli 1932 Derde Blad No. 22172 Het nieuwe voorstel van B. en W. LAND- EN TUINBOUW. B. en W. hebben volgend voorstel bij den Raad ingediend: Bij besluit van 2 November J.l. verzocht de Raad ons de noodige voorstellen in te dienen, teneinde alsnog eenige door den Raad aan te wijzen architecten uit te noodigen plannen te ontwerpen voor den bouw van een nieuw Raadhuis op het zoo noodig naar de zijde van de Koornbrug- steeg uit te breiden terrein aan de Bree- straat en wel met behoud van den ouden gevel. Eerst thans ls het ons mogelijk die voorstellen aanhangig te maken, zooals uit den hierna geschetsten gang van zaken duidelijk zal worden. Het raadsbesluit werd genomen aan den vooravond van de vaststelling van de Me morie van Antwoord op het Voorloopig Verslag betreffende de begrooting voor 1932. Vervolgens moest ons College zich prepareeren op de behandeling van de be grooting, waarmede de Raad zich, gelijk bekend, gedurende de maanden December en Januari onledig hield. Zoodra ons College niet meer gehandi capt werd door de voorbereiding van de behandeling van de begrooting en die be handeling zelve, werd onmiddellijk weder het Stadhuisvraagstuk ter hand genomen. I In onze vergaderingen van 18 en 25 Fe bruari 1932 werd de te volgen gedragslijn overwogen. Besloten werd. overeenkomstig den dui delijk door den Raad te kennen gegeven wensch over het plan-Dudok nog geene beslissing te nemen, den heer Dudok mede te deelen, dat in verband met den loop van zaken in de raadszitting van 2 No vember 1931 de beslissing omtrent het jdoor hem ontworpen plan zou worden aan gehouden, totdat de Raad in de gelegen heid zou zijn geweest ook over de in het raadsbesluit van 2 November bedoelde plannen van eenige andere architecten een besluit te nemen, terwijl op '16 Maart een uitvoerig schrijven tot de Commissie van Fabricage werd gericht, waarin haar ge vraagd werd hare zienswijze te doen ken nen over de punten, waarop thans eene beslissing moest worden genomen, welke punten in het schrijven nader werden aangegeven. Het gevoelen der commissie mochten wij vernemen uit hare rapporten van 20 April en 2 Mei j.l., welke een onderwerp van beraadslaging uitmaakten in onze Vergaderingen van 28 April. 9 Mei en 19 Mei. Tot ons genoegen ontwaarden wij uit de adviezen van de commissie, dat zij zich kon vereenigen met het dezerzijds ontwor pen nader terreinplan. waarbij van de ge legenheid is gebruik gemaakt, om de smalle en aan de hoek-Breestraat gevaar lijke Koornbrugsteeg te verbreeden en het nieuwe Raadhuis in verband hiermede, doch natuurlijk met intactlaten van den ouden gevel, eenigszins oostwaarts te pro jecteeren. Het is de bedoeling de steeg te verbreeden van 6 tot 13 M. en het Raad huis aan de nieuwe straat te doen gren zen. De rijweg, ter breedte van 7 M„ zal m de as van de Koornbeursbrug komen te liggen, terwijl ter weeszijden trottoirs, resp. 4 en 2 M. breed worden gemaakt. De te amoveeren perceelen Vischmarkt Nis 22, 23, 24 en 25, Koornbrugsteeg Nis 2, 4, 6 en 8, het kadastrale perceel 1499. en de perceelen Breestraat Nis 100, 102 en 104 hebben een gezamenlijke oppervlakte van 653 M2.. waarvan 373 M2. aan het Raad huisterrein ten goede kan komen en 280 M2 aan de straatverbreeding. Aankoop van de perceelen Vischmarkt Nis 7 en 8, ter gezamenlijke oppervlakte van 210 M2„ is bij aanvaarding van het nieuwe terrein plan niet noodig, aangezien de gevel lengte bij de gedachte verschuiving na genoeg gelijk blijft (plm. 78.5 M.l. Verge leken met het plan-Dudok zal het te be bouwen Raadhuisterrein dus 133 M2. groo- ter in oppervlakte zijn en 3952 M2, be dragen. Nog zij hier vermeld, dat volgens een in verband met de gewijzigde tijdsom standigheden opgemaakte nadere taxatie van de waarde van alle perceelen, waarop voor de verwezenlijking van het nieuwe plan beslag moet worden gelegd, die waar de inclusief bedrijfsschade en de kosten van aankoop van de reeds eigendom van de gemeente zijnde perceelen, bedraagt plm. f. 600.000, waarvan ten laste van de verbreeding van Koornbrugsteeg een ge deelte, groot plm. f. 70.000, zal moeten komen. Ook omtrent de keuze van de architec ten, die alsnog tot het indienen van plan nen zullen worden uitgenoodigd, zijn wij met de commissie tot overeenstemming gekomen. Met haar is onze keuze gevallen op de heeren: C. J. Blaauw te Haarlem, A. J. Kropholler te Wassenaar en H. F. Mertens te Bilthoven. Overeenkomstig de meening van de Commissie, besloten wij verder ook den heer Dudok in de gelegen heid te stellen een ontwerp voor het thans aangegeven bouwterrein in te dienen. In afwijking van de commissie, die in meerderheid aarzelend staat tegenover de opneming van winkels in het Stadhuisge bouw en die opneming in geen geval als eisch zou willen stellen, doch den archi tecten enkel de mogelijkheid zou willen la ten een winkelgalerij of parterre-winkels in hun plannen op te nemen, zouden wij het opnemen van een winkelgalerij of van parterre-winkels aan de zijde van de Vischmarkt als eisch gesteld willen zien. Wij vreezen toch dat de Vischmarkt. een winkelstand bij uitnemendheid anders een doodsch aanzien zou verkrijgen. Aan de zijde van de Vischmarkt dient het gebouw geheel binnen de rooilijn te worden gebouwd, zoodat derhalve ook geen uitbouw buiten de rooilijn zal mogen wor den gemaakt een en ander met dien ver stande, dat de galerij buiten de rooilijn mag liggen en dat uit den aard der zaak boven die galerii mag worden gebouwd. Verder zal in elk geval een toren moeten worden geprojecteerd waaromtrent de ar chitecten vrij zullen ziin met betrekking tot de plaats, den vorm. enz. Als maximum-bouwsom voor het nieuwe Raadhuis (exclusief de restauratie van den ouden gevel) noemt de commissie een be drag van f. 1.500.000: met het oog op de daling van de tot voor kort exhorbitant hooge bouwkosten in de laatste tijden, komt ons een maximum-bouwsom van f. 1.250.000 voldoende voor. De door de architecten in te dienen plannen moeten o.i. bestaan uit platte gronden doorsneden gevelteekeningen en verschillende perspectieven en moeten ver gezeld zijn van een globale kostenraming (exclusief de restauratie van den ouden gevell. Voor het ontwerpen van deze plan nen ware aan elk van de architecten een honorarium van f. 5000 toe te kennen. Voor dat bedrag zouden dan de plannen worden gekocht. Het uitschrijven van een prijsvraag of het houden van een wed strijd ligt dus niet in de bedoeling. Alleen zal bij eventueele opdracht tot uitvoering aan een der uit te noodigen architecten het bedrag ad f. 5000 uit den aard der zaak in mindering dienen te worden ge bracht op het architecten-honorarium. Blijkens haar rapport kan de Commissie van Fabricage zich met een en ander ver eenigen. Ten aanzien van de wijze van behande ling van de ingediende plannen sloot de meerderheid van de commissie zich bli ons gevoelen daaromtrent aan n.l. om over de plannen het advies in te winnen van een Commissie van beoordeeling welke adviescommissie dan tegelijk met de aan wijzing van de bouwmeesters, aan wie zal worden verzocht de nieuwe plannen te ont werpen moet worden samengesteld. De minderheid der commissie acht een derge lijks adviescommissie niet noodig en zou tot samenstelling daarvan alleen willen zien overgegaan, indien na indiening van de nieuwe ontwerpen de noodzakelijkheid ervan mocht blijken Ons College is daarentegen met de meerderheid van oordeel, dat het noodig is, dat een dergelijke deskundige commissie ons College en den Raad bijstaat bij de beoordeeling van de in te dienen plannen en het aangehouden plan-Dudok echter ln dien zin, dat geen bindend advies zal wor den uitgebracht, zoodat de uiteindelijke beslissing aan den Raad blijft. Met de commissie van advies ware tevens het pro gramma van eischen. hetwelk den archi tecten bij het maken van f1" plannen tot grondslag zal strekken te -oesoreken en na overleg met haar definitiel vast te stellen. In haar nader rapport van 2 Mei j.l. geeft de Commissie van Fabricage in over weging de commissie van advies te doen bestaan uit twee vooraanstaande architec ten en een niet-architect. terwijl dan de Directeur van Gemeentewerken aan de commissie zou zijn toe te voegen. Ons College kan zich in het algemeen wel met het gevoelen van de commissie vereenigen; alleen komt het ons gewenscht voor. daarin tevens als lid op te nemen iemand, bij uitstek bekend met Leiden en de Leidsche toestanden. Als zoodanig heb ben wij ons oog geslagen op den oud-di recteur van Gemeentewerken ïr. G. L. Driessen. Met gebruikmaking van het advies van de Commissie van Fabricage, komt het ons dus voor dat moeten worden uitgenoodigd. om in de deskundige commissie van ad vies zitting te nemen de heeren dr. H. E. van Gelder, directeur van den dienst voor Kunsten en Wetenschappen te 's-Graven- hage ir. G. C. Bremer Rijksbouwmeester te 's-Gravenhage H van der Kloot Meij- burg. architect te 's-Gravenhage. ir. G. L. Driessen. oud-directeur van Gemeentewer ken te Leiden en qualitate qua de direc teur van Gemeentewerken alhier. Ter belooning van de diensten van de niet in dienst van onze gemeente zijnde leden der commissie ware een crediet van f. 3000 beschikbaar te stellen. In den bovenstaanden geest richtten wij op 21 Mei j.l. uitnoodigingen tot de ge noemde 3 architecten, alsmede tot den heer Dudok. terwijl wij ons op dienzelfden datum eveneens schriftelijk in verbinding stelden met de heeren. die bestemd wa ren. om voor het zitting nemen in de com missie van advies voorgedragen te worden. Ofschoon wij in onze missives aandrongen op een antwoord binnen niet te lang tijds verloop. duurde het door uitstedigheid als anderszins, nog tot omstreeks de helft van deze maand, voordat wij de zekerheid had den. dat de genoemde heeren bereid waren zitting te nemen in de commissie van ad vies en dat de heeren Blaauw Kropholler en Mertens gevolg zouden geven aan een tot hen gerichte uitnoodiging tot het ont werpen van plannen voor den Raadhuis- bouw in den aangegeven zin. De heer Dudok bleek hiertoe niet ge negen. Eerst op 23 dezer kon zoodoende de in houd van ons uit te brengen praeadvies worden vastgesteld. Het lijkt ons wenschelijk daarbij tevens voor te stellen ons College te machtigen ten aanzien van den ouden gevel die maat regelen te treffen, die in overleg met de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg en met de commissie van advies noodig zullen blijken, om den ouden gevel van het Raadhuis te beschermen, desnoods af te breken en tijdelijk op te bergen. Tenslotte achten wij nu eveneens het qogenollk aangebroken de noodige stappen te doen om door middel van onteigening de beschikking te verkrijgen over de ver schillende perceelen welke ten behoeve van den bouw van het nieuwe Raadhuis en de verbreeding van de Koornbrugsteeg noodig zijn en nog niet ln het bezit van de gemeente zijn Het is de bedoeling ook de perceelen Vischmarkt Nis 7 en 8 (het Boordenhuis van den heer A. Klaassens en de apotheek Boekwijtl in het onteige- nings-plan te begrijpen, aangezien over die panden bij eventueele aanvaarding van plan-Dudok moet worden beschikt. Valt de keuze tenslotte niet op het plan-Dudok. dan kan zonder bezwaar nog altijd van de onteigening van die twee panden worden afgezien. Het bovenstaande samenvattende geven wij mitsdien ln overweging: a. de architecten C. J. Blaauw te Haar lem, A. J. Kropholler te Wassenaar en ir. H. F. Mertens te Bilthoven uit te noodigen plannen te ontwerpen voor den bouw van een nieuw Raadhuis met behoud van den ouden gevel op het terrein aan de Bree straat. de te verbreeden Koornbrugsteeg en de Vischmarkt tegen een honorarium van f.5000 voor elk van hen. onder bepaling: lo. dat de in te dienen plannen bestaan uit platte gronden, doorsneden gevelteeke ningen en verschillende perspectieven en vergezeld zijn van een global" kostenra ming (exclusief de restauratie van den ouden gevel i; 2o. dat de plannen voor het bedrag ad f. 5000 worden gekocht en derhalve het uitschrijven van een prijsvraag of het hou den van een wedstrijd niet de bedoeling is: 3o dat bij eventueele opdracht tot uit voering aan een der uitgenoodlgde archi tecten het bedrag ad f.5000 in mindering wordt gebracht op het architecten-hono rarium. 4o. dat als maximum-bouwsom voor hei. nieuwe Raadhuis (exclusief de restauratie van den ouden gevel) een bedrag van f. 1.250.000 wordt aangenomen; 5o. dat aan de zijde van de Vischmarkt een winkelgalerij of parterre-winkels in het bouwplan worden opgenomen en het gebouw overigens aan die zijde geheel binnen de rooilijn wordt gebouwd, zoodat derhalve geen uitbouw buiten de rooilijn zal mogen worden gemaakt, een en ander met dien verstande, dat de galerij buiten de rooilijn mag liggen en dat boven die galerij mag worden gebouwd; 6o. dat in elk geval een toren moet wor den geprojecteerd, waaromtrent de archi tecten vrij zullen zijn met betrekking tot de plaats, den vorm, enz. 7o. dat de plannen uiterlijk 6 maanden na de opdracht bij ons College moeten zijn ingediend; 8o. dat het programma van eischen, hetwelk den architecten bij het maken van hunne plannen tot grondslag zal strekken, met de na te noemen deskundige commissie van advies zal worden bespro ken en na overleg met haar vastgesteld en dat na indiening van de plannen aan die commissie zal worden gevraagd, daarom trent. alsmede omtrent het bestaande plan-Dudok hare meening te doen kennen, met dien verstande, dat de uiteindelijke beslissing over de plannen bij den Ge meenteraad zal blijven; b. een deskundige commissie van advies in te stellen, teneinde Burgemeester en Wethouders in de gelegenheid te stellen, met haar het sub a. 8o. bedoelde program ma te bespreken en na overleg vast te stellen terwijl na indiening van de plan nen aan de comn.issie zal worden ge vraagd daaromtrent, alsmede omtrent het bestaande plan-Dudok, hare meening te doen kennen, zullende de uiteindelijke beslissing over de plannen bij den Ge meenteraad blijven; c. tot leden van de sub b bedoelde com missie te benoemen Dr. H. E. van Gelder. Directeur van den Dienst voor Kunsten en Wetenschappen te 's-Gravenhage. Ir. G. C. Bremer. Rijksbouwmeester te 's-Gra- venhage. H. van der Kloot Meijburg, architect te 's-Gravenhage, Ir. G. L. Dries- VOOR KLEINE TUINEN. Zomersnoei in den fruittuin. Nu de langste dag weer achter ons ligt zijn er weer tal van werkzaamheden in den tuin die onze aandacht vragen. In den fruittuin passen we nu de zomer snoei nog toe op onze leiboomen. Deze bewerking is nog al ingewikkeld en we zullen ons hier bepalen tot het geven van enkele aanwijzingen zij den snoei. Op de gesteltakken van onze leiperen bevin den zich de zijtakjes welke als het goed is voornamelijk moeten bestaan uit kort vruchthout Toch zullen we hierop nu ook tal van langere scheuten aantreffen. Deze beantwoorden niet aan de eischen welke we aan een leiboom stellen en moeten dus worden teruggesnoeid. Wach ten we daarmee tot den winter dan zijn deze scheuten krachtige twijgen geworden welke na het insnoeien zeker weer der gelijke forsch groeiende houtscheuten zul len voortbrengen. Door nu te snoeien v/orden ze in hun groei gestuit en ge woonlijk heeft dit tot gevolg dat de onderste oogen veranderen in vruchthout. Er ontstaat dan een kortlot waarvan de eindknop gewoonlijk bloemknop wordt. We snoeien daarom deze krachtige .scheu ten nu in op 3 of 4 volgroeide bladeren. Gewoonlijk groeit het bovenste oog nog weer uit en vormt ook weer een scheutje, en bij de wintersnoei knippen we daarom het bovengedeelte van de ingesnoeide scheut in tot op 2 scheuten of wel tot boven de hoogst gevormde bloemknop. Eigenlijk breken we de scheuten nu over een scherp mes af. opdat een wond ont staat welke niet zoo spoedig heelt waar door het doorgroeien van de zijoogen wordt belemmerd. Waar meerdere van deze scheuten bijeen groeien, behouden we er maar een en breken de rest weg .De aan het uiteinde van de gesteltak ge plaatste krachtige scheut laten we ge woonlijk doorgroeien om deze pas in den winter naar behoefte terug te snoeien. Appels behandelen we op gelijke wijze maar daar appels minder geschikt zijn om als leiboom aan te planten zullen we deze minder als zoodanig aantreffen. De perzik vraagt een bijzondere behandeling. Ge woonlijk zijn hier veel doorgroeiende scheuten, daar de perzik ook op langere twijgen draagt Wel treffen we hier, ge woonlijk in het hart van de boom. zeer krachtig groeiende scheuten aan, en deze moeten direct geheel worden weggenomen daar anders de vorm van de boom spoe dig verloren gaat. Overigens worden de scheuten flink gedund en plat aange bonden. sen, Oud-Directeur van Gemeentewerken te Leiden, terwijl de Directeur van Ge meentewerken zal worden uitgenoodigd qualitate qua in de commissie zitting te r.emen; d. uit het Stadhuisfonds een bedrag van f3.000 beschikbaar te stellen ter beloo ning van de diensten van de niet in dienst van onze gemeente zijnde leden der sub b bedoelde commissie, e. B. en W. te machtigen in overleg met de Rijkscommissie voor de Monumenten zorg en met de commissie van advies de noodige maatregelen te treffen, om den ouden gevel van het Raadhuis te bescher men, desnoods af te breken en tijdelijk op te bergen; f. B. en W. te machtigen het noodige te verrichten ter verkrijging, door middel van onteigening, van de perceelen, respec tievelijk gelegen aan de Vischmarkt. de Koornbrugsteeg en de Breestraat, ka dastraal bekend Sectie G. Nis 185, 186. 1620. 194, 1645. 1727. 1707. 203, 204. 205. 213, 212. 211 en 210, een en ander ten behoeve van den bouw van een nieuw Raadhuis en de verbreeding van de Koornbrugsteeg. IK HEB EEN MENSCII GEDOOD. Een aangrijpende vredesfilin. Phillips Holmes, die met Nancy Carroll de hoofdrol vertolkt in het aangrijpende werk „Ik heb een mensch gedood." De film „Ik heb een mensch gedood", die hier deze week zeker de grootste be langstelling zal trekken, wordt geanon- ceerd als „een hartstochtelijke kreet om wereldvrede en internationale toenade ring. een felle en onvergetelijke aanklacht tegen het schandelijk oorlogsbedrijf, een vlammende uiting van het wereldgeweten dat overal steeds luider begint te spreken" Deze film is niet slechts een uiting van het wereldgeweten, zij roept zelf het ge weten wakker, daar en bij hén, waar het nog slaapt! En daarom komt den regis seur Lubitsch, den scenarioschrijver (Er- nest Vajda) en bewerker (Reginald Berkely), den cineast (Victor Millner) en allen, die verder het stuk van Maurice Rostand in dezen onvergetelijken film herschapen hebben, de publieke erkente lijkheid en dank toe. DE NIEUWE LUBITSCH FILM. Men heeft een zeer sterke bezetting voor deze film uitgekozen; de drie voornaam ste hoofdrollen worden vervuld door Phi lips Holmes, die in Joseph von Sternberg's opzienbarende filmbewerking van „An American Tragedy" de aandacht van het Amerikaansche publiek op zich gevestigd heeft, en een voor de toekomst zeer veel belovende kracht is, terwijl de rol van Elsa gespeeld wordt door Nancy Carroll en Lionel Barrymore van de Metro-Gold- wyn-Mayer geleend werd om de vaderrol te vertolken. Tom Douglas is zijn zoon. „De Man die ik Gedood heb" is een drama dat zich afspeelt na den oorlog, en behelst de geschiedenis van een Fransch poilu, die niet kan vergeten hoe hij op het slagveld een jong Duitscher heeft gedood, nadat hij met Elsa, de ver loofde van het slachtoffer en zijn vader heeft kennis gemaakt. Nancy Carroll is verleden jaar in het huwelijk getreden met Bolton Mallory, de redacteur van het bekende New Yorksche weekblad „Life". De keuze van deze jonge actrice voor een zoo belangrijke rol ging vergezeld met de volgende verklaring van B. P. Schulberg. productieleider der Hol ly woodsche Paramount studio's: „Onze keuze ls het antwoord op de ge ruchten, dien den laatsten tijd de ronde doen over zoogenaamde moeilijkheden tusschen Miss Carroll en onze studio's. Deze film is slechts een van de belang rijke werken, die wij voor haar bestemd hebben, omdat wij vertrouwen in haar be kwaamheid en haar toekomst. „Ik heb een mensch gedood" wordt door de inhoud als door het spel algemeen als een der aangrijpendste en meest ontroe rende van den laatsten tijd geroemd. METRO'S JONGSTE STAR ONDERWERPT ZICH AAN EEN INTERVIEW. Een jonge man in een grijs flanellen pak wandelde het New Yorksche kantoor van Metro Goldwyn Mayer binnen en bekeek met een critisch oog de biljetten van Pos sessed (Onverbreekbare banden.) „Het is een liefdesgeschiedenis" merkte hij op. „En ik houd niet van liefdesgeschiedenissen. Liefde is onzin." De betreffende jonge man was niemand anders dan Jackie Cooper. Het was zijn eerste bezoek aan New York en hij was in het geheel niet onder den indruk. Feitelijk maken weinig dingen in druk op hem en vooral een menigte be wonderaars is zelden in staat hem enthou siast te maken. „Ik vind New York wel aardig" zei Jackie, „maar de andere plaat sen, die ik bezocht heb, vond ik ook aardig. New York is een groote stad en duur." Men vroeg hem over den agent, die zijn auto per motor door de stad geleid had. „Ik vond het een aardigen man" zei Jack „wer kelijk een geschikte kerel, maar hij wilde mij niet op de duo van zijn motor mee- nen." Zooals vele andere acteurs heeft Jackie het land aan een interview en hij was blij, dat er bij dit interview geen dames geweest waren, want deze hebben dikwijls een neiging hem aan te halen en daar moet hij niets van hebben. Later vertelde zijn moeder dat, als ze hem niet met een portie chocoladeijs omgekocht had, Jackie waarschijnlijk heelemaal niet was gekomen en dat was te begrijpen, want het was een heerlijken zonnigen dag in Mei en Jackie voelde er veel meer voor naar buiten te gaan of te gaan visschen met jongens van zijn leeftijd. Jackie leende een stuk papier en een potlood en begon te krabbelen. „Wordt dat een portret van Wallace Beery?" „Mischien" antwoorde hij, en ging verder met zijn werk. Zijn teekening onderging eigenaardige veranderingen terwijl hij er mee bezig was en ondertusschen beant woordde hij de vragen van de verslagge vers. Wat eerst op een portret van Jackie's grootsten vriend leek, werd later een Chinees en eindelijk een officier in uniform wat het volgens den jongen teekenaar ook moest voorstellen. In tusschen gaf Jackie enkele inlichtingen over zichzelf. Hij is acht Jaar en zijn verjaardag is op 15 September. Hij is eerelid van een pad vindersclub en als hij 12 jaar is. zal hij een echte padvinder worden. Hij kent Johnny Weismuller. maar kon reeds zwemmen voordat Johnny hem den crawslag leerde. Hij heeft Johnny drie maal in de film Tar- zan gezien en vond het geweldig. Zijn onderwijzeres gaat overal met hem mee. Zij is niet erg streng, maarzij is een onderwijzeres. Wallace Beery ls zijn beste vriend en Jackie hoopt net al Wally te worden als hij groot is. Ja, Wally heeft hem beloofd eens mee te nemen met zijn vliegmachine en hem te leeren hoe haar te besturen. Na Wallace Beery vindt hij Clark Gable het aardigste, maar hij vindt het jammer, dat Gable in zooveel liefdesge schiedenissen speelt. Hij vindt Clark het beste in Heil Divers (Titanen der lucht), waarin hij een meer ruwe rol speelt. Jackie houdt van filmen, omdat „men veel ziet en overal komt." TWEE INCIDENTEN. Staan er voor een nieuwe film lange buiten-opnamen op het program, dan draait het gesprek in het atelier dagen lang om niets anders dan: zal het goed weer zijn en waar zullen wij logeeren? Buiten-onamen worden door de mede werkenden van de film meestal beschouwd als een welkome afwisseling van het altijd weer in dezelfde bekende omgeving spe lende atelier-werk. Bovendien is gebleken, dat de populariteit van de medespelers af zonderlijk bij dergelijke buiten-opnamen buitengewoon sterk aan den dag treedt. Dan kan men vooral constateeren, hoe dik wijls zij worden herkend en hoeveel hand- teekemngen van hen worden gevraagd. Dat heeft reeds in de meest verschillende gevallen aanleiding gegeven tot vroolijke wedijvering tusschen de medereizenden. Toen onlangs Fritz Grünbaum, de be kende conferencier, en Willy Fritsch naar Breslau reisden voor een radio-interview, hadden zij gewed, wie van hen beiden in den trein het vaakst herkend zou worden. Reeds na het eerst half uur had Fritsch, die voor de statistiek zorgde, twaalf streep jes op zijn rekening geboekt. In den res tauratiewagen ging een troepje jongelui voorbij, die vol vreugde op Grünbaum we zen het waren de eersten, die Grun- baum herkenden en het waren er vier te gelijk. Oogenbllkkelijk kraste Grünbaum acht streepjes op zijn papiertje. „Waarom acht?" vroeg Fritsch verbaasd „Het waren er toch maar vier!" „Het spreekt toch vanzelf, dat mijn stemmen dubbel tellen", zei Grünbaum. „Ik ben toch maar half zoo lang als jij." Dat was op een propaganda-rels. Minder verheugd zijn natuurlijk de re gisseur en de productieleider, als het bij buitenopnamen tot stormachtige ovaties komt. Zoo was het ook eenige weken ge leden bij de groote wintersport-scènes voor de nieuwe Ufa-toonfilm: „De gravin van Monte Christo", waarin Brigitte Helm Rudolf Forster, Lucle Englisch en Gustaf Gründgens spelen onder regie van Karl Hartl. Hartl was met zijn spelers naar den Semmering gereisd en tegelijkertijd ver trok er een van de groote auto's voor de geluidsopname naar den Semmering. kt werd gewerkt aan een groote. belangrijke scène tusschen Rudolf Forster en Brigitte Helm, ln de omgeving van hotel Pannhaus. De repetities waren zonder eenige stoor nis verloopen, en de opname zou beginnen Toen kwam plotseling een jong meisje, stralend van vreugde, met een kaartje op Brigitte Helm toe. Vergeefs poogden de regisseur en de leider der opnamen haar door wenken en wijzen tot doorloopen te bewegen. De jonge dame liet zich niet van haar stuk brengen. „Och. mevrouw, geeft u mij alstublieft een autogram!" „Opname afbreken. Jammer!" vertelde Hartl het jonge meisje, dat met een ver schrikt gezicht was blijven staan. „Me vrouw Helm is hier immers incognito". En toen tot den opname-leider: „Bij de vol gende scène bij den auto hadden wij dit als improvisatie best kunnen gebruiken; dan was de gravin van Monte Christo al beroemd geweest!" Van dit oogenblik af lagen er steeds een stapel briefkaarten klaar, voorzien van een handteekening. Zoodra er iemand na derde. werd hem zwijgend een kaart, met het autogram van Brigitte Helm in de hand gedrukt. Den volgenden dag werd er weer een scène gedraaid tusschen Forster en Bri gitte Helm, terwijl Gründgens achter de camera wachtte tot hij zijn wachtwoord hoorde. Daar komt echter weer midden in een scène het „handteekening-ongeluk" op 't tooneel, in den vorm van een jongeman, die een kaart in de hand hield. De op name-leider houdt hem staande om hem een Helmkaartje te overhandigen. Hij schudt echter het hoofd: Rudolf Forster wil hij hebben. Gedurende de scène kan Forster echter thans niet gestoord wor den; dus verwijst de opname-leider hem koelbloedig naar Gründgens, Gründgens bekijkt het portret van Forster en schrijft kort en krachtig: Gustaf Gründgens. Enthousiast vertrekt de jonge autogram men-maniak. Drie minuten later echter de opname is intusschen geëindigd was hij er wéér, want men had iets ver keerds voor hem opgeschreven! Heel on aangenaam, want het was de allerlaatste kaart die op den heelen Semmering van Forster bestond en hij zou toch zoo graag een autogram van mijnheer Forster heb ben! Toen zei Forster: ,Dan zullen we dat hebben, jongeman!" Hij neemt de kaart en schrijft er eenige woorden op. Stralend van geluk trok de jongeman af. Den zelf den avond liet hij overal zijn zeldzaam autogram zien. Het schrift van Gründgens en Forster op één kaart! „Dit is niet Gustaf Gründgens. dat ben ik: Rudolf Forster!" Zoo was er een rariteit in de auto- grammenwereld ontstaan en een op name gered!" o

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9