WAT DE VROUW DRAAGT.
De mode in vroegere tijden.
73»te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 2 Juli 1932 Vierde Blad No- 22172
TUIMELTJE EN KRUIMELTJE IN HET KABOUTERLAND
VOOR DE HUISVROUW.
WASCHBARE STOFFEN ALS
HOOG-ZOMERMODE.
Zooals men weet werden in vroeger
tijden allerlei waschbare stoffen altijd
graag gedragen. Dit is al lang geleden en
alleen onze moeders en grootmoeders her
inneren zich dit nog en weten dat ook een
waschjurk heel elegant kan zijn. „Netel
doek" noemde men deze stoffen en voor
zoover men de afbeeldingen uit dien tijd
kan gelooven, schijnen de effecten zeer
elegant en schilderachtig geweest te zijn.
Eerst de na-oorlogstijd met zijn drang
naar luxe, zijn hang naar uiterlijk ver
toon en opgesmukte „pracht", deed de
waschbare stoffen verdwijnen en men gaf
zich er geen rekenschap van welke leuke
en verrassende effecten men eenvoudig
weg verwierp.
Opeens nu na tientallen jaren treden
deze weefsels weer op den voorgrond.
Een paar huizen kwamen met wasch-
jurken en linnen toiletjes in hun collec
ties en dit geschiedde eerst nog met eenige
reserve. Het duurde echter niet lang of
iedere zaak van eenige beteekenis sloot
zich hierbij aan en wat nu van zoo groot
belang isde elegante vrouw er
kende zelf dat er hier mogelijkheden te
over werden geboden om met weinig
middelen allerlei leuke effecten te krijgen
hetgeen in den tegenwoordigen tijd reden
genoeg is, een mode succes en populari
teit te voorspellen.
Het was heusch niet zoo eenvoudig de
verschillende waschbare weefsels hun
plaats in de mode opnieuw te doen in
nemen. Hiervoor waren geduld en rots
vaste overtuiging noodig: het resultaat
kan nu echter als volkomen geslaagd be
schouwd worden, want iedere vrouw weet
dat juist in de opzettelijke primitiviteit
een buitengewone elegance verborgen is.
In de naaste toekomst zullen dus lin
nen. cretonne en dergelijke stoffen niet
alleen tot huisjurken beperkt blijven,
doch ook voor de wandelkleeding opgang
maken.
Ze bieden het groote voordeel dat ze
makkelijk te reinigen zijn en stellen aan
de portemonnaie, die in deze tijden toch
al zoo slecht gespekt is, geen al te groote
eischen. Wat echter het grootste gewicht
in de schaal ligt is het feit, dat ze licht
en luchtig zijn en dus bij uitstek geschikt
voor de „hondsdagen" in de stad en voor
een doelmatige en toch sterke kleeding
voor de vacantiedagen aan zee of in de
bosschen.
De bijzondere elegance der waschbare
toiletjes moge blijken uit de schetsen die
wij hier hebben afgebeeld en die eenige
goed gelukte modellen voorstellen. Voor
alles is echter eisch: wasch- en kleur
echt!
Een linnen pakje „klassiek model" ziet
U geheel links. Het kan in verschillende
modekleuren gekozen worden (b.v. groen,
rood, geel, zandkleur enz.) waarvoor een
grof weefsel gewenscht is. De rok is even
klokkend, 't manteltje is heelemaal recht
en wordt open gedragen. Een ceintuur
doet dienst als garneering. De met een
bubi-kraag gegarneerde blouse in 't model
van een vest is ook van een waschbaren
stof gemaakt in contrasteerende kleur met
fel-afstekende moppen. Een aardig linnen
hoedje in de kleur van het pak staat hier
het beste bij.
Van geruite stof is heel geschikt een
overgooier te maken, waarbij dan nog een
effen stofje noodig is voor het korte
blousje met pofmouwtjes (2e links.)
Gestreepte stoffen zijn erg leuk voor
jurken met jasjes. Om al te streperige
effecten te voorkomen, worden deze toi
letjes ook meestal met een effen blouse
gecombineerd (schets.)
Inplaats van lange mouwen, worden ook
wel korte mouwtjes gedragen, die eigen
lijk niet veel meer zijn dan schouder
lapjes.
Gebloemd linnen neemt den laatsten
tijd meer en meer de plaats van bedrukte
zijde in. Het is echter veel origineeler
en aparter en om dezen reden staat de
elegante vrouw ook zeer sympathiek te
genover deze bont-bedrukte waschbare
stoffen.
Rok en bolero'tje zijn van een bonten
stof gemaakt, terwijl de blouse en de erbij
te dragen linnen hoed effen zijn (laatste
afb.) De witlinnen schoen is in stralend
zomerweer de ideale dracht, waarbij de
vleeschkleurige kous natuurlijk zeer ele
gant staat.
WILLY UNGAR.
het patroon voor het rokje is: 1ste naald:
1 averecht, 7 recht en op het eind: 1
averecht, 3 recht; 2de naald: 7 recht, 1
averecht; op het eind: 4 recht; het rokje
zal 54 ribbels lang moeten worden; pas
dat maar eens bij uw dochtertje af.
Minder vervolgens de helft van de steken
af voor het lijfje; dan blijven er dus 70
op de naald staan; brei nu 8 naalden in
den tricotsteek, dat wordt het stukje tus-
schen rok en lijfje; daarna tot aan het
armsgat 44 gewone ribbels: dat zijn dus
88 naalden zonder patroon.
No. IVL 1880
DE MODERNE BLOEMEN- EN
CACTUS -STANDAARD.
is niettegenstaande zijn primitiviteit,
waardoor het mogelijk is zelf zoo'n exem
plaar in een paar uur te maken, bui-
tengewooon origineel.
Een sterke plank met stevig aange
brachte zijplankjes, die de diverse bloem
potjes moeten kunnen houden, is al vol
doende.
Wij lakken deze etagere in een leven
dige kleur en de bloempotjes in contras
teerende schakeeringen. Flankeeren
wij nu met deze combinatie ons venster,
dan krijgen we een alleraardigst vriende
lijk en artistiek effect, dat belangrijk zal
bijdragen tot de gezelligheid van ons
woonvertrek.
WILLY UNGAR.
VAN VOREN GEKNOOPTE
BOVENSTUKKEN
zijn zeer modern en schilderachtig en
hieraan is het ook toe te schrijven dat
deze nieuwe lijn niet alleen bij blouses,
doch ook bij korte jakjes en dergelijke
wordt toegepast.
Natuurlijk zien we hierbij talrijke va
riaties: o.a. van voren geknoopte en naar
achteren gebonden blouses met pof
mouwtjes, zooals wjj ze hier hebben afge
beeld en eigenaardige jasjes met drie
kwart mouwen, die in het midden ge
knoopt en opzij vastgebonden zijn en
waaraan door de strik met einden een
elegant effect verleend wordt.
WILLY UNGAR.
Voor het armsgat breit u 12 naalden
net als het lijfje verder, doch mindert
gelijk af: 4 steken aan beide kanten. Voor
de hals werkt u een patroontje: 1 recht,
draad omslaan, minderen, draad omslaan,
minderen enz. tot het einde van de naald:
dan recht terugbreien; op die manier
heeft u één naald met gaatjes. Herhaal
deze beide naalden tot u 4 gaatjes boven
elkaar heeft. Om de schouders te breien
moet u aan beide kanten 8 gaatjes op de
naald laten staan; kant de middelste
steken af voor den hals. Brei een schou
derbandje 6 gaatjes hoog; kant af; brei
de andere schouderband net zoo. Daarna
werkt u de rug precies eender als de voor
kant; alleen breit u bij het armsgat in
plaats van 12 naalden er 24 met gelijke
afmindering van 4 steken aan beide kan
ten, De hoogte van de schouderband is
hier slechts 4 gaatjes. Ten slotte naait u
voor- en Achterzijde aan elkaar »n werkt
hals en armsgaten met een pic ;.ie af.
Vindt uw meiske het naar om met een
onderjurk te loopen, maak dan een lijfje
alleen voor haar en geef haar een warm
directoirtje er bij.
Met naalden No. 2 en breikatoen zet u
206 steken op. Brei dan het patroon: 2
recht, 2 averecht met om de 2 naalden
verspringen; dus dan op de 2 rechtsche
2 averechtsche enz.; op die manier ontstaat
een blokjespatroon. Brei zoo 14 naalden;
de 15de wordt: 6 steken recht. 42 steken:
2 recht. 2 averecht: 6 steken recht: 46
steken: 2 recht, 2 averecht; 6 steken
recht; 46 steken: 2 recht, 2 averecht; 6
steken recht; 42 steken: 2 recht, 2 ave
recht: 6 steken recht.
Brei 57 naalden op deze manier, dus net
als de 15de tot aan de armsgaten.
Daarna voor de halve rug 48 steken
breien in 't patroon. Op het einde van de
naald 1 steek minderen voor het armsgat:
Op deze manier doorgaan tot er nog 42
steken op de naald blijven: dan nog 13
blokjes verder breien. Aan het begin van
de naald 8 steken afkanten voor den hals.
De naald afbreien en terugbreien. Dan bij
het begin van elke volgende naald 1 steek
afminderen tot er nog 20 steken overblij
ven. Er komen dus nog 14 blokjes. Brei
daarna de andere helft van den rug
net zoo.
Zet voor den voorkant 110 steken op.
Minder bij het begin en einde der volgende
naalden 1 steek af voor de armsgaten en
brei telkens 1 naald.over, tot er nog 98
steken overblijven. Brei nu nog 13 blokjes
Kant in het midden 12 steken af voor
den hals. Brei verder tot dezelfde lengte
is bereikt als met den achterkant met
gelijke afmindering tot 20 steken. Hecht
de schouders aan elkaar en haak het gan-
sche lijfje met een picotje om. Maak de
sluiting met knoopjes en brei de knoops-
gaatjes meteen in.
Nog vraagt iemand mij om een jongens
pakje. Dat kunt u breien met aluminium-
naalden No. 2 en breikatoen in 2 kleuren.
Ziehier enkele zomertoiletten uit het jaar
1880. Dat links op deze teekening is ko-
renblauw van tint met crème, rood en
blauw geruit lint geincrusteerd ter gar
neering. Dit was één der eerste modellen,
dat het „pof" beginsel in den rok ver
toonde. Daarnaast rechts een japon ge
heel in twee tinten grijs met crême-kleu-
rige kanten versierd. Dit zijn beide zeer
elegante modellen voor dien tijd reeds
eenvoudige toilettenMen lette goed op bij
de volgende teekeningen. hoe de mode na
1880 reeds langzaam evolueert. G. V.
Zet voor den achterkant der blouse 72
steken op. Brei eerst de boord van onder-
langs: 24 naalden: 1 recht, 1 averecht;
62 naalden tricotsteken. Voor den hals de
30 middelste steken op een andere naald
zetten en zoo 23 naalden breien. Dan af
kanten. Van deze 23 naalden aan 1 kant
de lussen opnemen, circa 15 en deze bij
de overgebleven 21 steken voegen; hier
mede 72 naalden beien; dan de andere
schouder net zoo bijwerken: de steken
alle weer op 1 naald zetten en den boord
breien: 24 naalden. Daarna afkanten.
Voor het mouwtje zet u 50 steken op;
breit 75 naalden tricotsteek. 10 naalden
geribd, (dus aldoor recht) van een andere
meur en naait dit boordje dan om, zoodat
het een rolletje wordt.
Voor den kraag zet u 71 steken op; breit
2 naalden van de derde kant u aan beide
zijden 4 steken af. Dan 4 naalden breien;
de 8ste naald werkt u als de 3de; 4 naal
den breien; de 13de als de 3de; 4 naalden
breien; de 18de_ als de 3de; dan nog 9
naalden, waarbij bij het begin van elke
naald 1 steek geminderd wordt; daarna
afkan ten.
Naai den kraag op en brei rond kraag
en halsopening tot op den boord hetzelfde
randje als op de mouw; de halsopening
moet u dan vanaf den boord 3 c.M. tegen
elkaar naaien. Leg een koordje vanaf den
achterkant van den schouder, waar de
lussen begonnen zijn. langs den hals tot
aan den voorkant, waar u beide einden
samenknoopt of bindt.
Ook het broekje begint u aan den ach
terkant. Zet voor den boord 74 steken op:
brei 6 naalden: 1 recht, 1 averecht; werk
in de volgende naald de knoopsgaten.
Daarna nog 4 naalden: 1 recht, 1 ave
recht. Verder het patroon in tricotsteek
breien. Eerst 4 naalden; dan de 5de tot
op 4 steken na; weer terugbreien; vol
gende naald tot op 8 steken na en weer
terugbreien: dan tot op 12 steken na en
terugbreien; tot op 16 na en terug; tot
op 20 na en terug; tot op 24 na en terug:
dan nog 58 naalden. Zet vervolgens de
steken op 2 naalden en brei 4 naalden:
bij de 5de naald bij begin en einde der
naald 1 steek minderen; weer 4 naalden;
de 10de naald als de 5de; weer 4; de 15de
als de 5de; nu nog 8 naalden. Zet de
steken op hulpnaalden, om ze later net als
de blouse met de andere kleur af te
maken.
Brei daarna de voorzijde van 't broekje:
zet 74 steken op: brei den boord als die
van de achterzijde; werk 62 naalden in
tricotsteek en brei de pijpjes net als aan
den achterkant. Naai de naden dicht;
maak het randje rond de pijpjes, naai het
om, zoodat het een rolletje wordt. Overtrek
eenige bolle houten knoopen met een ge
breid lapje; en naai deze rondom op de
blouse: twee voor; twee achter en één op
iedere heup. Uw jongen heeft er een
praktisch, warm, eenvoudig en leuk speel-
pakje aan. j
190. Ach mijn fijne tomatensaus, huilde de winkelier,
maar Tuimeltje, die wel zag, dat het slecht af zou loopen,
wachtte niet af tot de winkelier van de schrik bekomen
was. doch vluchtte de winkel uit, met zijn muts vol
spinnen, allemaal groote hooiwagens Hij lette niet op het
geroep van Kruimeltje, maar ging de eerste de beste zij
straat in.
Hoewel we gelukkig nog midden in den
zomer zitten, begint de zorgzame huis
vrouw toch reeds te denken aan de voor
bereidingen voor den winter. Zoo vroeg
mij een moeder, of ik haar kon helpen
aan het patroon van een gebreide onder
jurk voor meisjes van 9 a 10 jaar; deze
zijn zoo geschikt voor de overgangsmaan-
aen: September en October, als het kind
nog graag haar zomerjurkjes draagt en
het toch eigenlijk daarvoor reeds te
koud is.
Het volgende patroon kunt u met brei
katoen en naalden No 2'/- namaken.
Zet voor den voorkant 140 steken op;
189. De kabouterwinkeller trok een bedenkelijk gezicht.
Als je perse die spinnen wilt hebben moet je maar even
helpen, zei hij, want mijn knecht is niet thuis en ik kan
die groote pot er niet uithalen. Natuurlijk wilde Tuimeltje
wel helpen en hij volgde de winkelier. Maar juist toen
de pot er bijna was, sprong de deksel er af en al de
spinnen vlogen op den grond.