AMERIKA'S NIEUW
ONTWAPENINGS-INITIATIEF.
73ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 25 Juni 1932
Vierde Blad No. 22166
PARLEMENTAIR OVERZICHT
LAND- EN TUINBOUW.
TWEEDE KAMER.
ECONOMISCHE COMMISSIE
UIT DE KAMER.
Bij den aanvang der vergadering heeft
de Voorzitter benoemd tot leden der vaste
Economische Commissie, welke met de
Regeering overleg zal plegen omtrent za
ken van handelspolitieken aard, de heeren
Oud, Hermans, van der Waerden, Schou
ten, Bierema, Lovink en Kortenhorst.
EENIGE WETSONTWERPEN
AANGENOMEN.
Zonder debat of stemming worden ver
volgens aangenomen de beide volgende
wetsontwerpen:
le. wijziging van de Zegelwet en van de
Leeningwet;
2e. opheffing van de Rijkswerkinrich
ting voor mannen te Hoorn: inrichting
van een nieuwe Rijkswerkinrichting te
Groningen en overbrenging van de Rijks
werkinrichting te Groningen naar Breda.
STEUN AAN DE
VARKENSHOUDERIJ.
De Kamer heeft vervolgens behandeld
het wetsontwerp inzake steun aan de
varkens-houderij (oprichting van een
Nederlandsche Varkens-Centrale, die uit
voer, invoer en teelt van de varkens zal
regelen)
Dit ontwerp heeft opnieuw vrijwel alle
landbouw-deskundigen (en wie het den
ken te zijn) uit de Kamer op het spreek
gestoelte gebracht.
Namelijk:
de heeren van Voorst tot Voorst, Ebels,
Loerakker, van Rappard, Weitkamp, Kor
tenhorst, Bierema, Ament, van der Sluis,
Wijnkoop, Lovink, \an den Heuvel en
Braat.
Zij gaven allerlei wenken met betrek
king tot de organisatie, de werkwijze en
de bevoegdheden van de op te richten
Varkens-Centrale; zij hadden bezwaren of
zij hadden ze niet; zij droegen de belan
gen van bepaalde groepen aan den Mi
nister op; zij bespraken allerlei speciale
punten en drongen aan op samenwerking
met de boeren-organisaties. En dit alles
gebeurde terwijl de Kamer in een zekere
stemming van voortdurend rumoer ver
keerde, want het was de laatste dag voor
het zomer-reces en die is altijd rumoerig.
Men heeft er ook op geweren (met name
den heer Kortenhorst) dat in dit ontwerp
iets werd voorgesteld, hetwelk de gren
zen van crisis-wetgeving verre te buiten
ging: een soort „Planwirtschaft", waarvan
de export de dupe zou kunnen worden. En
de heer van der Sluis, afkeurend dat de
consumenten den last zouden moeten dra
gen, stelde een motie voor om een stabi
lisatie-fonds in het leven te roepen, waar
voor de Staat het geld zou voorschieten.
Zelfs kwam de heer Wijnkoop met een
motie om de behandeling van het ont
werp te schorsen en den Minister uit te
noodigen iets anders voor te stellen, maar
zij werd met 63 tegen 11 stemmen ver
worpen.
VERDEDIGING DOOR DEN
MINISTER.
Minister Verschuur heeft in het licht
gesteld, dat met het ontwerp wordt be
oogd het behoud van de Nederlandsche
varkenshouders .De varkenshouders is de
voornaamste factor van het boerenbedrijf
op de lichtere gronden. We moeten onzen
export zien te handhaven, en daartoe is
noodig aldus de Minister een ge-
standariseerd product van gelijke grootte.
Hij ontkende dat de consument voor dit
alles het kind van de rekening zal wor
den; ook naar stabilisatie van de prijzen
zal worden gestreefd. De op te richten
Varkens-Centrale zal, met de wet in de
hand, den toestand kunnen beheerschen,
de varkens kunnen koopen tegen den ge-
stabiliseerden prijs en de prijzen op de
binnenlandsche markt kunnen bepalen.
Daarbij zal zoo beloofde de Minister
van de bestaande verkoop-organisaties
zooveel mogelijk gebruik worden gemaakt.
Hij gaf toe, dat er wel bezwaren tegen de
regeling zijn op te noemen, b.v. de stij
ging van den varkensvleesch-prijs, maar
hieraan was niet te ontkomen: de stij
ging zal zich volgens den Minister hier
toe bepalen, dat het vleesch 20 a 25 cent
per pond duurder zal worden. Zij, die
voor eigen gebruik slachten .zullen buiten
de regeling vallen. De motie-van der Sluis
wees de Minister af.
Deze motie werd vervolgens met 53 te
gen 23 stemmen verworpen.
ARTIKELEN.
De heer Kortenhorst heeft een amende
ment verdedigd, om in de Nederlandsche
Varkens-Centrale ook op te nemen de
vleeschwaren-fabrikanten, de varkens
slagers en de handelaars in varkens, en
hoewel de Minister verklaarde dit amen
dement vrij onschuldig te vinden, werd
het met 39 tegen 37 stemmen verworpen,
evenals een tweede, daarmee verband
houdend amendement (4335).
Evenmin had de heer Kortenhorst
succes met een volgend, door den Minister
bestreden en door mr. Marchant verde
digd amendement, dat de bedoeling had
den binnenlandschen handel (die, naar de
voorsteller vreesde, door het ontwerp be
langrijk zal dalen) op een bepaald niveau
te stabiliseeren. Het werd bij zitten en
opstaan verworpen.
Daarentegen werd een amendement-
Lockefeer. om huisslachtingen vrij te stel
len, waartegen de Minister geen bezwaar
had, zonder stemming aangenomen.
AANGENOMEN.
Maar:
het was ondertusschen in de Kamer zoo
rumoerig geworden, dat de discussie vrij-
wel niet meer te volgen viel.
Het wetsontwerp is tenslotte met 50
tegen 26 stemmen aangenomen. Tegen
stemden de sociaal-democraten, de libe
ralen Eerdmans, van der Belt, Knotten
belt en Vos, de katholiek Kortenhorst, de
hervormd-gereformeerde Peereboom en
de communisten.
STEUN AAN DEN WEST-
FRIESCHEN TUINBOUW.
Tenslotte was nog aan de orde het wets
ontwerp inzake het verleenen van rente-
looze voorschotten ten behoeve van den
groven tuinbouw in West-Friesland.
Na slechts enkele opmerkingen van de
heeren Wijnkoop en Hiemstra werd het
zonder hoofdelijke stemming aangeno
men; slechts de communisten waren
tegen.
RECES.
En hiermee was het oogenblik van het
zomer-reces aangebroken, al blijft na
tuurlijk de mogelijkheid, dat de Kamer in
dezen crisistijd wel eens onverwacht bij
een zal worden geroepen.
Terecht verklaarde de Voorzitter in zijn
sluitingswoord, dat de Kamer heel wat
werk had verricht en hij sprak de hoop
uit, dat het vruchten zou afwerpen.
Toen was het vacantie.
HAGENAAR.
RECLAME.
2078
Een koen voorstel dat aller steun verdient - Grandi's succes.
Genève, 23 Juni 1932.
Maandagavond om 10 uur verliet Herriot
met eenige leden der Fransche lelegatie
van de herstelbetalingen-conferentie van
Lausanne plotseling het hotel Lausanne-
Palace. De Fransche stapten in twee
gereedstaande auto's, die de richting van
het hotel Beau-Rivage insloegen, waar
Mac Donald en de Engesche gedelegeerden
wonen. Blijkbaar een hoogst belangrijk ge
sprek, zoo laat nog in den avonddachten
de journalisten, die in Lausanne-Palace
het gaan en komen van alle belangrijke
gedelegeerden bespieden, en zij spoeden
zich in taxi's eveneens naar 't Engelsche
hotel. Daar aangekomen vonden zij echter
nog slechts één Fransche auto en het
bleek, dat Herriot daar niet was uitge
stapt. Onderweg was Herriot's auto blijk
baar een andere richting ingeslagen.
Mysterie! Waar was Herriot' Naspeurin
gen leerden, dat hij ook niet bij Von Papen
in het Savoy Hotel was. Herriot was plot
seling verdwenen en niet meer terug te
vinden. Eerst den volgenden ochtend werd
bekend, wat het doel van Herriot's ge
heimzinnig avonduitstapje was geweest.
Hij was naar Morges, een aardig oud stadje
op den weg van Lausanne naar Genève
gegaan, naar een bescheiden hotel, dat
hier bekend staat, omdat men er zoo uit
stekend gebakken vischjes, versch uit het
meer gevangen, te eten krijgt. Ditmaal
was het echter niet die visch, die den
hoogen gast op zulk een laat uur naar
het hotel lokte, doch de leider der
Amerikaansche delegatie ter Ontwape
ningsconferentie Gibson, die daar op
Herriot wachtte en hem de mededeeling
kwam doen, dat President Hoover zich
weldra met nieuwe ontwapeningsvoorstel
len tot de wereld zou wenden en dat
Europa niet aan financieele tegemoet
komingen van Amerikaansche zijde in de
kwestie der internationale schulden te
denken had, indien niet door de aanne
ming der Amerikaansche ontwapenings
voorstellen aanzienlijke verminderingen
der militaire uitgaven zouden verzekerd
worden!
Dit was het voorspel van de belangrijke
bijeenkomst van de Algemeene Commissie
der Ontwapeningsconferentie, die gisteren
plotseling werd bijeengeroepen, om dooi
de mond van Gibson de nieuwe Ameri
kaansche ontwapeningsvoorstellen te ver
nemen.
Zelden is het zoo vol geweest in de
vergaderzaal der Algemeene Commissie,
als gisterenmiddag! Het was verwonderlijk
te zien, hoeveel gedelegeerden ter Ont
wapeningsconferentie toch nog te Genève
gebleven waren, al waren de commissie
besprekingen in de laatste week schaarsch.
Niet alle landen zijn blijkbaar zoo zuinig,
als onze regeering, die met het oog op
het weinig belangrijke werk, dat hier in
c'en laatsten tijd te doen was, slechts het
strikt noodige aantal gedelegeerden en
deskundigen te Genève had behouden. Ook
de journalisten waren weder „au grand
complet" tegenwoordig! alle hadden zich
gehaast voor deze bijeenkomst van
Lausanne naar Genève terug te Keeren.
Verder was de openbare tribune overvol
met belangstellenden, die, in strijd met
alle regelen die applaus van publiek en
pers verbieden, gisteren niet nalieten hun
vreugde over President Hoover's stout
moedig initiatief tot een bewapeningsver
mindering van niet minder dan 30 te
verkondigen en die vooral een ongeëven
aarde ovatie aan Grandi brachten, toen
deze in een even korte, als kernachtige
rede Italie's voorbehoudlooze aanvaarding
van Hoover's voorstellen bekend maakte.
Meer nog dan voor Gibson en door
Gibson voor President Hoover was het
succes van den dag voor Grandi. Hoover's
voorstellen zijn sympathiek en verdienen
stellig ons aller ondersteuning. Vooral ook
hierom, omdat wij nu eens niet voorstel
len gekregen hebben, die erop uit zijn de
ontwapening der andere staten te ver
krijgen en den eigen staat op zoo min
mogelijk bewapeningsvermindering te
staan komen. Hoover's voorstel de be
wapening terstond door de geheele
wereld met 1/3 te verminderen geldt ook
voor de zeemacht, Amerika's sterkste
wapen. De Amerikaansche vloot zal bij
aanneming van het nieuwe Amerikaansche
initiatief niet minder dan 300000 ton
verliezen, verzekerde Gibson!
Doch hoe sympathiek Hoover's voor
stellen ook zijn, door niets werden wij meer
getroffen dan door Grandi's kloeke, korte
woord van een voorbehoudlooze aanne
ming van de voorstellen in al hun onder-
deelen. Grandi bleek te beseffen, hoe de
volkeren na zoovele jaren van grondig
overwegen en overleggen, van politieke en
technische besprekingen snakken naar
één kort woordje: „Ja!" Men kan alles
kritiseeren.men kan alles nog willen ver
beteren, zelfs ook de verdienstelijke voor
stellen van Hoover. Doch is het niet beter
nu eens eindelijk met praten, met be
studeering, met verbeteringspogingen op
te houden en iets te doen? Zulk een daad
zou zijn de onmiddellijke onvoorwaarde
lijke aanneming van Hoover's voorstellen
in hun geheel! Vandaar Grandi's kort,
maar krachtig: „Ja!" en vandaar ook die
uitbarsting van geestdrift, ook op de
tribunes van de pers en van de toehoor
ders, toen Grandi deze duidelijke taal had
doen hooren. Wij verstonden elkander,
Grandi en de te Genève aanwezige „ver
tegenwoordigers der openbare meening".
Helaas, ook het warmste applaus der
tribunes heeft niet kunnen verhinderen,
dat Hoover's voorstellen, in plaats van met
geestdrift aanvaard te worden, onderwerp
van de aan den gang zijnde vertrouwelijke
besprekingen tusschen de groote mogend
heden geworden zijn. In die vergaderingen
zullen Sir John Simon en Paul Boncour,
door hun deskundigen voorgelicht, Hoo
ver's voorstellen met het vergrootglas be
kijken, zullen zij ontdekken dat punt A
niet geheel in overeenstemming is met de
zooveelste resolutie der Volkenbondsverga
dering, dat punt B niet ver genoeg en dat
punt C al te ver gaat en zullen zij het ge
heele plan weder uit elkander halen, tot
dat niets meer is overgebleven van de
hoop, die gisteren door Hoover's taal bij
de volkeren weder is opgewekt.
Natuurlijk zullen de Franschen weder
op het ontbreken van veiligheidswaar
borgen wijzen, zullen de Duitschers klagen
dat ook de Hooversche voorstellen Duitsch-
land nog geen gelijkheid brengen, zullen
de Engelschen verklaren, dat voor hun uit
gebreide Britsche Rijk een vermindering
van hun aantal slagschepen niet mogelijk
VOOR KLEINE TUINEN.
Verplanten en aanbinden in den
bloementuin.
Nu onze bloementuin in vollen bloei
staat is er volop werk te doen. Het afster
vende loof van tulpen en narcissen be
gint nu leelijk af te steken bij al het an
dere groen en kan worden afgesneden.
Ook nemen we geregeld alle uitgebloeide
bloemen bijtijds weg .Van Doronicum en
Irissoortcn welke geheel uitgebloeid zijn
snijden we de stengels tot tusschen de
bladeren af. Uitgebloeide planten als:
Primula-, Saxifraga-, Aubnetia-soorten
e a. kunnen we opnemen, scheuren en ver
planten, terwijl op hun plaats eenjarige
zomerbloemen kunnen worden uitgeplant,
welke daarvoor werden aangekweekt.
Waar de grond droog is moet vooraf flink
worden gegoten, en ook na het planten
is gieten en schermen gedurende de eer
ste dagen noodig. Een ander belangrijk
werkje is het aanbinden. Opmerkelijk is
het dat slechts weinigen een plant be
hoorlijk kunnen aanbinden. Eerstens is
het gewenscht dat het op tijd gebeurd, en
dat men daarvoor dan passende stokken
gebruikt. Misschien zullen deze eerste ge
bruikte stokken later moeten worden ver
vangen door zwaardere. Zoo beginnen we
b.v. bij Dahlia's en de herfstasters niet
direct met de zware, ongeveer l'/i M. lange
stokken daar deze het aanzien van de
tuin nu zouden schaden. Ook moet men
vooral zorgen dat de stokken zoo min mo
gelijk gezien worden. Voor het aanbinden
van bossige planten als herfstasters en
degelijke, zal men het beste 3 stokken aan
de buitenzijde van de plant, tusschen het
loof plaatsen Het bindmateriaal, wat ge
woonlijk raffia zal zijn, wordt dan zoo
danig aangebracht dat de buitenste sten
gels hun natuurlijken stand behouden,
maar toch steun hebben tegen deze band.
Plantelr met eenige hoofdstengels, bij
Dahlia's b.v. 3, kan men eene stevige stok
geven waaraan elke stengel dan afzonder
lijk worden aangeboden. Sommige planten
hebben voornamelijk aan den voet steun
noodig. Dit is o.a het geval met verschil
lende Campunalasoorten. Bij dergelijke
planten plaatsen we voor elke stengel een
kort, stevig stokje, waaraan deze wordt
vastgebonden. Let nu ook op de jonge,
krachtige scheuten welke aan den voet
van onze klimrozen ontstaan. Bind ook
deze bijtijds losjes aan opdat ze niet wor
den gebroken. Na den bloei zullen we
immers deze weer noodig hebben als ver-
vanghout voor het volgende jaar. Door
te stijf binden zouden we ze in hun groei
belemmeren.
is. En geen dezer groote Europeesche mo
gendheden (Italië natuurlijk uitgezon
derd!) zal zich kunnen opwerken tot het
besef, dat een enthousiaste, vertrouwens
volle aanvaarding van Hoover's voorstel
tot een bewapeningsvermindering met
30 °/o het wantrouwen onder de volkeren
zou breken en dat dan daarna geen be
hoefte meer nóch aan nieuwe veiligheids
waarborgen, nóch aan slagschepen zal be
staan. Een geestdriftige aanvaarding van
Hoover's voorstellen zou beteekenen de
redding van de Conferentie van Lausanne,
de bevrijding der wereld van haar tegen
woordige financieele en economisch»
zorgen.
Zullen de volkeren eindelijk nog inzien,
welke hoop voor de gansche wereld Hoo
ver's initiatief inhoudt en zullen zij Simon
en Boncour, Matsudeira en Nadolny dwin
gen hun „zorgvuldige bestudeering" van de
Amerikaansche voorstellen te doen uitloo-
pen op het volmondige „JA!", dat Grandi
gisteren onder een onbeschrijflijken jubel
der aanwezigen reeds hooren liet?
DE REBEL VAN 1812.
In „De Rebel van 1812" vertolken Wer
ner Kraus en Rudolf Forster resp. de rol
len van Yorck en den Koning van Prui
sen. Het drama is vrij naar de geschiede
nis bewerkt. Onvergetelijk is Rudolf For-
ster's uitbeelding van Strindberg's Konin
gen.
Wij zien hem nu als een der eenzaam
ste koningen, als Frederik Wilhelm III.
Hier wordt de acteur Forster, de konings
speler, opeens een echte Pruis, een som
bere, in zichzelf gekeerde vorst, wien een
veel te zwaar noodlot op de schouders ge
legd is.
Vaak las men in de programma's: de
koning.... Rudolf Forster. Wanneer men
hem dan op het tooneel zag, was het bijna
altijd een eenzame zooals koningen ge
woonlijk zijn. Doch ook als Forster in een
andere gedaante opkwam altijd was hij
een eenzame in zijn rijk, een koning. Hij
werd de vertolker der koningsrollen, vocht
voor een koninkrijk, hetwelk nooit bestond
hij was reeds koning door zijn houding,
een gebaar, soms enkel door het dragen
van een costuum, maar altijd was hij een
zaam, imponeerend en heerschend, zelfs
in gevallen waar de auteur hem in onmo
gelijke situaties bracht.
Deze koning speelt niet met macht,
speelt niet met gedachten voor een nieu
wen tijd, welke zich om hem heen baan
breekt, droomt niet van een rijk, dat hij
stichten wil, kent geen verlangen naar
machtsbezit en geen strijd om geloof. Deze
koning is een eerlijke, stille man, die ge
bukt gaat onder de tragedie van zijn
Pruisen.
Met zijn koninklijke middelen geeft For
ster hem weer beheerscht, in zichzelf
gekeerd, zich de schittering en het groote
gebaar van het koningschap ontzeggend.
W') zien hem Bach spelen aan het orgel,
wij zien hem biddend, wij zien hem in in-
nerlijken strijd met zijn eenvoudig geloof,
vune,er 'le' SricR een overeenkomst te
erbreken. Ook hier blijft Forster de
r in zijn spel als koning, maar hij
oont ons een nieuwen kant. Deze Frederik
Wilhelm is ook eenzaam, maar hij draagt
de waardigheid van den echten koning,
een koning die gebukt gaat onder het leed
van zijn verantwoording. Napoleon, die
gelijk een tweeden Caesar, een bestrijder is
van het legatie koningschap heeft het
oude Pruisen vernederd. Hier kan geen
hulp meer baten, noch geest, noch een
koenen schaakzet; hier kan nog slechts
trouw en plicht iets uitrichten. En hier
begint de historische Pruisische strijd om
den plicht en zijn beteekenis: de strijd
Yorck.
De weg van den grooten Frederik tot
den eenvoudïgen Frederik Wilhelm is
lang, deze weg loopt door het dal der ver
nederingen, maar aan het einde van dezen
weg staat omgeven door een stralenkrans
de gestalte van generaal Yorck. De koning
ziet haar: zij staat in Oost-Pruisen, de
koning echter zit in Berlijn, vlak onder het
oog der Franschen. Hij is dubbel gebon
den: door Napoleons macht en door zijn
koningswoord. In het verre Oost-Pruisen
echter, bij de Russen, die Napoleon achter
volgen. staat Yorck. die in den gedenk-
waardigen nacht van Tauroggen de stem
van het noodlot om antwoord vroeg en
voor den koning de beslissing velde. Wij
beleven de groote scène als Yorck, de „op
standeling" uit plicht, bij zijn koning
komt: deze scène tusschen Werner Krauss
en Rudolf Forster is een der hoogtepunten
uit deze film.
WOLF ALBACH—RETTY.
Herr AlbachRetty is de nieuwste
partner van Lilian Harvey met wien wij
verleden week kennis gemaakt hebben.
Hij is „Een Weener".
Als kleine jongen al had hij maar één
wensch: Aan 't theater. Nauwelijks van
school, begon hij rollen in te studeeren,
zonder tooneelopleiding, maar voor zich
zelf, steeds met het doel voor oogen: ik
wil aan het tooneel. Verrassend vlug heeft
hij gewerkt. Een half jaar ging hij maar
op de academie in Weenen, toen werd hij
na een leerlingenvoorstelling door Franz
Herterich bij het Weensche Burgtheater
geëngageerd. Hij was destijds pas twintig
jaar. Sindsdien verdeelt zich zijn leven
tusschen 't theater en de sport. Want sport
in iederen vorm is de tweede hartstocht
van dezen grooten jongen. Voetballen,
boksen, tennissen, zwemmen en als
Weener natuurlijk niet te vergeten alles
wat bij de bergen behoort, van klimmen
tot skiloopen.
Waarom dat hier verteld wordt? Het past
zoo goed bij 't portret van dezen vroolijken
slanken, stralenden, jongensachtigen ac
teur. Zooals hij zelf is, zoo waren ook de
meeste zijner rollen Geen groote tragische
held. zelden een klassieke figuur; meestal
speelt hij in moderne stukken den min
naar. Dat charmante, lieve, elegante, har
ten veroverende type; dat ik spreek na
tuurlijk van het tooneel geen vrouw
weerstaan kan.
Toen kwam de toonfilm, lokte zooals
vele anderen, ook AlbachRetty door haar
nieuwe mogelijkheden en vraagstukken.
Hij speelde juist in 't Salzburger Theater;
toen kwam de vervulling van zijn wensch
in den vorm van een telegram, dat hem
naar Berlijn bij de Ufa voor proefopnamen
riep. De opnametijd voor deze film viel
echter met een gewichtige theaterrol sa
men. Drie dagen lang een voortdurend
heen en weer telegrafeeren, telefoneeren,
onderhandelen eindelijk was het in
orde. Hoera! In 't begin natuurlijk groote
angst en opwinding voor de schijnwerpers,
de camera, den microfoon, dan echter
filmt hij met groote geestdrift. Vóór alles
is hij echter verrukt over Lilian Harvey,
wier partner hij in zijn eerste film was, en
over den regisseur Thiele. En hij heeft
maar één wensch, zoo goed mogelijk te
spelen en met een flink succes weer terug
te gaan naar 't Burgtheater, waar een
langer contract hem voorloopig nog bindt.
U HEBT TOCH MET GRETA GARBO
GEFILMD?
Van dit artikeltje zal ik minstens een
millioen exemplaren laten copiëeren en
zorgdragen hiervan dagelijks een twee
honderd-tal in mijn zak te hebben, aldus
Ramon Novarro. Het staat niet elegant,
als men zijn zakken zoo vol propt, maar
het is toch zoo practisch, omdat men hier
door een vermoeiend groot aantal woor
den kan vervangen door een enkele hand
beweging.
„U hebt toch met Greta Garbo gefilmd?
Hoe is zij in den omgang? Kent u haar
persoonlijk? Is zij werkelijk zoo ongenaak
baar? Is zij ongeschminkt ook zoo knap?"
Vragenvragenvragen
En om tijd te sparen, zal ik genoodzaakt
zijn voortaan vragende vrienden, beken
den, familieleden en vriendelijke onbe
kenden een getikt exemplaar van mijn
antwoord te overhandigen. Dit is mis
schien een moderne oplossing voor het
probleem, maar de eenige, die ik voorloo
pig vinden kan.
Het eenige, dat wij gemakkelijker be
grijpen kunnen als de velen, die Greta
Garbo alleen van het witte doek kennen,
is. dat ook zij recht op een privéleven heeft.
Als iemand anders vermoeid is na geda-
nen arbeid en ontspanning zoekt in een
zaamheid, vindt men dit vanzelfsprekend,
maar Greta Garbo wil men dit recht ont
nemen.
Ik heb eenigen tijd met haar samenge
werkt en haar een weinig leeren kennen,
men leert haar niet gemakkelijk kennen,
maar men leert haar begrijpen.
De vrouw, die zoo juist, de kraag van
haar mantel hoog opgeslagen, met groote
stappen door de gang liep. legt haar
mantel af en staat voor de camera. Nu is
zij niet meer Greta Garbo, zij is de danse
res. de spionne Mata Hari, die spreekt en
leeft. Wat Greta Garbo presteert is ge
concentreerd, beheerscht en toch niet ge
dwongen spel. Het zijn twee verschillende
personen Greta Garbo en Mata Hari. De
vrouw, die ik in mijn armen hield, was
niet de Greta Garbo, die even later met
den regisseur de volgende scène besprak.
Garbo heeft iets rustig-beheerscht over
zich, maar is zeer gereserveerd. Zij spreekt
weinig en als zij met mij, haar tegen
speler in de film „Mata Hari", een scène
bespreken moest, bewees zij met een paar
zinnen haar begrijpen van het gegeven.
Privé-gesprekken kon ik slechts met
haar voeren als ik haar niet beschouwde
als actrice, maar als een kameraad. Wij
spraken over dieren, over reizen, het weer,
maar steeds waren het korte gesprekken.
Greta Garbo weet precies wat zij wil en
het volgende is daarvan het voorbeeld:
Zij paste een costuum voor „Mata Hari",
dat haar niet beviel en niets kon haar
bewegen dit te dragen.
„Ik denk, dat ik maar naar huis ga",
waren haar woorden en eenige uren later
was het costuum naar haar wenschen
veranderd.
En zoo is het met alles. AIS Greta Garbo
iets zegt, of om iets vraagt, gebeurt het
en de reden is, dat iedereen weet, dat
haar wenschen niet het gevolg zijn van
wispelturigheid.
Dikwijls komt het voor, dat Greta
Wolf AlbachRetty
denieuwste partner van Lilian Harvey,
Garbo reeds 'vroeg in den middag tegen
den regisseur zegt: „I'm tired" en dan
weten allen, regisseur, medespelers, tech-
nikers enz., dat zij werkelijk vermoeid is
en de opnamen worden afgebroken.
Slechts weinigen weten waar Greta
Garbo woont en hoogstens enkele land-
genooten van haar hebben het voorrecht
haar huis te betreden.
In werkelijkheid is Greta Garbo nog
veel knapper dan op het doek. Zij is van
een schoonheid, die bijna onwezenlijk is.
Haar diepe melodieuze stem klinkt nog
interessanter, als men deze niet via de
geluidsweergave hoort.
Het is niet veel .wat ik van Greta Garbo
weet, maar toch misschien voldoende om
een kleinen indruk van haar als mensch
te geven.