Nederlandsche Maatschappij
voor Nijverheid en Handel
Fortinbras' Toovermacht
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 24 Juni 1932
Derde Blad No. 22166
OPENINGSREDE VAN Mr. GUÉPIN.
BINNENLAND.
BURGERL STANn v. LEIDEN
FAILLISSEMENTEN.
FEUILLETON.
X
De deelnemers aan de 155ste jaarlijksche
algemeene vergadering van de Nederland
sche Maatschappij voor Nijverheid en Han
dei. welke vergadering heden en morgei)
te Haarlem wordt gehouden, zijn gister
avond door het departement Haarlem in
c3té Brinkman aan de Groote Markt ont
vangen. waar de voorzitter van het ont
vangende depart. Haarlem, de heer G.
Droste, den algemeen voorzitter, 't hoofd
bestuur. de vertegenwoordigers der Neder
landsche Kamers van Koophandel in het
buitenland, de afgevaardigden der depar
tementen. de donateurs en de verdere aan
wezige leden der Maatschappij, welkom
heette.
Nadat de afgevaardigden een orgelcon
cert in de Groote Kerk hadden bijgewoond
werden zij om 9 uur ten stadhuize officieel
ontvangen, waar de waarnemend burge
meester de heer mr. Slingenberg. een toe
spraak hield, die beantwoord werd door
den heer mr. C. H. Guépin. voorzitter der
Maatschappij. Hierna had een samenkomst
plaats in de sociëteit Vereeniging aan den
Zülweg. s
Hedenmorgen begon in de gemeentelijke
concertzaal aan de Lange Begijnstraat te
Haarlem de 155ste jaarvergadering onder
leiding van mr. C. H. Guépin. In zijn ope
ningsrede zeide deze. de crisis bespreken
de, dat de pogingen om het economische
leven weer in een normaal spoor te krij
gen, tenslotte zullen moeten gelukken.
Maar wanneer en hoeveel ellende zal
eerst moeten worden geleden?
Niet eerder is werkelijke verbetering te
verwachten dan wanneer eerst de ..af
bouw" nog veel verder zal zijn doorgevoerd
en ook niet eerder dan wanneer de leiders
van de machthebbende volken hebben be
grepen dat deze crisis niet ophoudt bij de
grenzen van hun staten en dat dus het
spel in „Egoïsmus und Neid" gestaakt
moet worden om ook voor henzelf een
débacle te voorkomen.
Wij moeten dan ook met een nog verde
ren teruggang van onzen export rekening
houden en wij zullen ontzettende verliezen
lijden, doordat vele bedrijven noodlijdend
worden. De kapitaalverliezen, thans reeds
aanzienlijk het zou mii niet verwonde
ren. indien het belastbaar vernjogen per 1
Mei 1932 zal blijken niet veel meer dan
een derde te bedragen van dat per 1 Mei
1929 zullen dan nog in omvang toene
men. De kans, dat Nederlandsch-Indië zich
spoedig zal herstellen en weer belangrijke
baten zal opleveren, als in de goede jaren,
is ook zeer gering.
Wü zullen alles in het werk moeten
stellen om te blijven exporteeren. waarbij
wij in het bijzonder ons moeten toeleggen
op die producten waarvoor ons land spe
ciaal is aangewezen en waarvan ook in dc
toekomst verwacht mag worden, dat het
verarmde buitenland ze van ons zal willen
en moeten betrekken. Voor export is noo-
dig een zoo laag mogelijke kostprijs.
Voorts moet gestreefd worden naar her
opening van voor onze producten gesloten
grenzen door onderhandelingen, door aan
bod van een soort ruilhandel en wellicht
ook door crediet-faciliteiten. De dezer da
gen te Lausanne geparaoheerde conventie
tusschen België. Luxemburg en ons land
tot wederkeerige verlaging van economi
sche slagboomen is een eerste daad, die
zeker hartelijke toejuiching verdient
Hoever wij af zün van de beginselen van
vrijhandel bewijst het z.g. deviezen-
clearingwetje. dat de Regeering o.m. de
bevoegdheid geeft beperkende bepalingen
te stellen betreffende de betaling van uit
bepaalde landen in te voeren goederen.Even
als b.v. Duitschland ons belet om de op
brengst van onze in Duitschland geïmpor
teerde boter geheel in geld te ontvangen en
daarvoor maar 25°/o vrij geeft, zoo zal nu
de Nederlandsche regeering eenzelfde be
voegdheid krijgen ten opzichte van den
import van goederen uit andere landen.
Hoe dicht staan wij thans weer bij den
tijd. toen N.Ü.M. en N O.T. hun scepter
zwaaiden en toen van vrij ruilverkeer geen
sprake was Zeker moet hierbij behalve
met de import- en eportbelangen. ook de
gelijk rekening worden gehouden met de
belangen der crediteuren uit anderen
hoofde, met onze positie van geldgever te
genover het buitenland en speciaal Duitsch
land voor zoover die niet in de „Stillhalte"
overeenkomst is vastgelegd. Het zou inder
daad een nieuwe ramp voor Nederland zijn
indien ook coupon en aflossing van in Ne
derland geëmitteerde geldleeningen op
„Sperr-Konto" werd geplaatst.
Anderdeels zullen wij voor eigen gebruik
zooveel mogelijk de voorkeur moeten geven
aan Nederlandsche fabrikaat.
Spr beschouwt echter de bevordering
van den verkoop van het Nederlandsch
fabrikaat niet als één der belangrijkste
middelen ter verbetering van onze huis
houding. Primair moeten wij aldus spr.
onze aandacht blijven vestigen op de
export-mogelijkheden. Dit hebben wij ech
ter slechts voor een klein deel in eigen
hand
En voorts zal en dit is één van de
meest dringende plichten onze geheele
gemeenschap zich moeten gaan versoberen.
Wü moeten zoo snel mogelijk naar een
lager levenspeil.
Natuurlijk zullen ook de loonen en sa
larissen van dat offer niet vrijgesteld kun
nen worden.
Ik erken aldus spr. dat het uiterst
onaangenaam is loonsverlaging te moeten
aankondigen. Zoolang echter het indexcij
fer aanwijst, dat voor het verlaagde loon
tenminste dezelfde hoeveelheid goederen
kan worden aangeschaft, als vroeger voor
het hoogere kunnen noch gevoel noch ver
stand tegen zulk em aanpassing van het
loon ernstige bezwaren inbrengen.
Het gaat om de bestaansmogelijkheid
van ons bedrijfsleven om het aanpassen
van het geheele levenspeil aan de alge
meen verlaagde welvaart. Dat dit niet mo
gelijk is zonder aantasting van loonen en
salarissen, behoeft toch wel geen betoog.
Die aannassing is een gemeenschaps- en
niet. zooals ten onrechte door velen, die
alleen maar het directe vermeende eigen
belang zien. wordt gesteld, een klassebe-
lang. Toestemmen in een redelijke loons
verlaging is dan ook een daad van goed
burgerschap.
Wat de agenda betreft werden nadat
verschillende opmerkingen uit de vergade
ring waren gemaakt, de rekening over 1931
en de bsgrooting voor 1933 goedgekeurd.
Volgens voorloopiee oogave bedroeg het
aantal deden op 1 Januari 1.1. 3372. het
aantal donateurs 372. tegen 3429 leden en
412 donateurs op 1 Januari 1931
In de voortgezette vergadering heeft
prof. dr J R. Slotemaker d" Bruine een
rede gehouden over De morecle beteekenis
der crisis".
VERVOERVERBOD VAN ONGEMENGDE
MARGARINE.
Inwerkingtreden van de Zuivelwet.
Naar het „Ned. Weekblad voor Kruide
nierswaren" verneemt, zal vanaf de in
voering der Zulverwet het vervoer van
ongemengde margarine uit de fabrieken
of door de grossiers verboden zijn. Winke
liers zullen nog gedurende een week na
het in werkingtreden van de nieuwe
bepalingen gelegenheid hebben, hun voor
raden ongemengde margarine uit te ver-
koopen. Na het verstrijken van dien ter
mijn zal van de nog bij de winkeliers
aanwezige voorraden ongemengde marga
rine accijns worden geheven, zoodat het
geen doel heeft, voor eenigen tijd mar
garine op te slaan.
Ook is een verkoopverbod met dien
datum zeer waarschijnlijk.
De regeering acht het noodig tot dezen
maatregel over te gaan, om te voorkomen,
dat de winkeliers voor geruimen tijd
voorraad ongemengde margarine opdoen
en daardoor het effect der wet voorloopig
problematisch zouden maken.
Wij vernemen verder, aldus het blad,
dat het complex van te nemen maatrege-
len tevens inhoudt, dat met Juli een
accijns zal worden geheven van oliën en j
vetten. Hoewel de hoogte van dezen I
accijns nog niet vast staat, kan veilig j
worden aangenomen, dat die bij 100 pCt.
vetgehalte 25 cent per kilogram zal be
dragen. De extra heffing zal ook geschie
den op voorraden boven een te stellen
minimum.
Gezien den enormen omvang der voor
bereidende werkzaamheden is het vrij
waarschijnlijk te achten, dat de regeering
niet zoo tijdig gereed komt, dat de wet
reeds 3 Juli van kracht wordt. Een uitstel
van een of zelfs twee weken behoort niet
tot de onmogelijkheden.
GEBOREN:
Francisca, dr. v. J. Teske en F. Overdijk
Johannes Paulus, zn. v. P. J. Webbers
en P. van der Nat.
ONDERTROUWD:
W. G. L. Pranje, jm. 27 j. en J. M. van
de Logt jd. 22 j. A. Leemans jm 27 j.
en J. Vavier jd. 28 jaar.
OVERLEDEN:
L. Frerochs m. 69 Jaar.
DE DERDE KRUISER.
Dc bouw aan WiltonFeyenoord gegund.
Omtrent de gunning van den bouw van
den derden kruiser wordt gemeld, dat het
geheel is gegund aan de firma Wilton
Feyenoord te Rotterdam; de machine
installatie zal voor de koninklijke maat
schappij „De Schelde" te Vlissingen en de
electrische installatie zal worden uitge
voerd door de firma H. Croon en Co. te
Rotterdam.
o
ZEDELIJKE VERBETERING VAN
GEVANGENEN.
Het Nederlandsch Genootschap tot Zede
lijke Verbetering van Gevangenen heeft
zijn jaarvergadering gehouden te Amster
dam. De heer E. René van Ouwenaller,
werd gehuldigd omdat hij 25 jaar lid was
van het hoofdbestuur.
Nadat de jaarverslagen waren goedge
keurd en eenige zaken van huishoudelijken
i aard waren afgedaan, werd een voorstel
van het hoofdbestuur aangenomen tot het
afleggen, tegenover de regeering. van een
j beperkte bereidverklaring tot psychopa-
ten-reclasseering (voorloopig beperkt lot
eenige afdeelingen en onder voorwaarde
o.m. dat vóór de aanvaarding kennisma
king met den psychopaat door psychiater
en reclasseeringsambtenaar voor de afdee-
ling zal kunnen geschieden, hetzij in een
der asyls (bij voorwaardelijk ontslagi. het
zij op de plaats van vestiging van het be
trokken rechterlijk college bij voorwaar
delijke ter beschikkingstellin).
Tevens werd aangenomen een voorstel
betreffende de wijze, waarop in het Ge- j
nootschap de reclasseering van Joodsche
gevallen zal kunnen geschieden met ge
bruikmaking van arbeid en advies van
Joodsche reclasseerders. Het hoofdbestuur
werd gemachtigd, de gesprekingen met het
Joodsche Centraal Bureau in dezen voort i
te zetten
Besloten werd in studie te nemen de
kwestie van verbetering ten opzichte van
de uitvoering der cellulaire gevangenis
straf.
Uitgesproke n:
W. Boeren, aannemer, Waddinxveen.
R.-c.: mr. Th. R. J. Wijers; cur. mr. G. A.
Vos te Waddinxveen.
HOOGE RAAD VAN ARBEID.
Bij Kon. besl. zijn ovor het tijdvak van
1 Juli 1932 tot en met 30 Juni 1936, be
noemd tot leden van den Hoogen Raad
van Arbeid: 1. prof. mr. P. J. M. Aalberse,
's-Gravenhage; 2. prof. dr. H. W. C. Bor-
dewijk, Groningen; 3. prof. dr. D. van
Embden, Amsterdam; 4. prof. mr. P. S.
Gerbrandy, Amsterdam; 5. mej. mr. C.
Frida Kat-z, Amsterdam; 6. dr. A. Th.
Planten, Hilversum; 7. mej. A. Polak,
's-Gravenhage; 8. prof. dr. J. R. Slote
maker de Bruine, Wassenaar; 9. dr. J.
van den Tempel, Amsterdam; 10. prof. dr.
J. A. Veraart, 's-Gravenhage; 11. dr. F. M.
Wibaut, Amsterdam; 12. mr. C. H. Guépin,
Santpoort; 13. mr. P. W. J. H. Cort van
der Linden, 's-Gravenhage; 14. H. P. Gel
derman, C.-M.zn.. Oldenzaal; 15. ir. A. de
Kanter, Rotterdam; 16. mr. M. P. L.
Steenberghe, Goirle; 17. Ch. L. Stulemeijer
Breda; 18. F. L. van der Bom, Amsterdam;
19. ir. A. Plate, Rotterdam; 20. mr. A. Haex,
Heerlen; 21. F. V. Valstar, Naaldwijk; 22.
D. de Boer D.zn.. Stompetoren; 23. J. Th.
Verheggen, Bruggenum; 24. Chr. van den
Heuvel. Heemstede; 25. J. C. Blankert.
Utrecht; 26. A Ingenool jr.. 's-Gravenhage
27. mr. J. A. G. M van Hellenberg Hubar,
Rijswijk; 28. L. Attema. Hilversum; 29.
P. Danz, Amsterdam; 30 E. Kupers. Bloe-
mendaal: 31. P. Moltmaker. Utrecht; 32. F.
S Noordhoff, Haarlem; 33. G. J. A Smit
Jr., Amsterdam; 34. F. van der Wal,
Amsterdam; 35. F. van de Wale, Amster
dam: 36. A C. de Bruyn, Utrecht; 37. A. J.
Loerakker. Haarlem; 38. A. van der Meijs,
Utrecht; 39. J. A. Schutte, Utrecht: 40 K.
Kruithof, Utrecht; 41. J. Nauta. Amster
dam; 42. J. S. Ruppert Jr., Utrecht; 43.
H. B. Berghuys. Utrecht: 44 J. J. Jeroni-
mus. Utrecht; 45. H. J. F. M. Sneevliet,
Amsterdam.
Tot plaatsvervangende leden: 1. dr. Jan
Smit A.zn. 's-Gravenhage; 2. B. H. M.
Lips, Dordrecht: 3. mr. A N. Molenaar,
's-Gravenhage: 4 ir. W H van Leeuwen,
Delft; 5. mr. B. J. M. van Spaendonck.
Tilburg; 6. dr. L. G. Kortenhorst, s'-Gra-
venhage: 7. B. van Eesteren, 's-Graven
hage; 8. S. M. D Valstar. Amsterdam; 9.
W. Schweitzer, Heerlen; 10 W. Warnaar.
Sassenheim; 11. dr. J. G. Oortwijn Botjes
Oostwold; 12. P. J. van Hharen, Tilburg;
13. F. H. Dijksterhuis, Mensingeweer: 14.
E. J. Bruins. Kampen; 15. R. J Koop-
meiners, Rotterdam: 16. C. J.. Nootenboom
de Bruyn, Roosendaal: 17. P. Pluyter,
Groningen: 18. K. de Jonge. Amsterdam:
19. S. de la Bella Jr.. Amsterdam: 20. A.
Kievit, Rotterdam: 21. F. van Meurs. Am
sterdam: 22. J. Hilgenga. Utrecht: 23. L.
van der Wal Amsterdam; 24. C. van der
Lende. Amsterdam: 25. J. Th. Nijkamp,
Utrecht; 26. W. J. Andriessen, Utrecht; 27.
A. A. van Hamersveld, Amsterdam; 28. H.
Brouwer, Hilversum; 29. J. Hofman, Am
sterdam: 30. L. Vermeulen, 's-Gravenhage:
31. A. Stapelkamp, Utrecht; 32. M. M.
Cohen. Amsterdam; 33. J. Veenhuyzen,
Bussum; 34. M. I. Roodvelt, Amsterdam,
onder bepaling, dat de onder 1 tot en
met 34 genoemde plaatsvervangende leden
zullen optreden onderscheidenlijk ter ver
vanging van de hiervoren onder 12 tot en
met 45 genoemde leden van den Hoogen
Raad van Arbeid.
OUDERDOMSPENSIOENEN.
Uit Brussel meldt Reuter, dat de Belgi
sche Kamer aangenomen heeft de wet tot
goedkeuring van het Belgisch-Neder-
landsch verdrag inzake wederzijdsche
ouderdomspensioenregelingen.
R.K. ALG. MIDDENSTANDS-
BEDRIJFSRAAD.
De R.K Alg. Middenstandsbedrijfsraad
hield zijn jaarvergadering te Utrecht
onder voorzitterschap van dr. J. van
Beurden.
Vertegenwoordigd waren de R.K. be-
drijfsraden in de meubelindustrie, in het
schilders-, schoenmakers- slagers-, stu-
cadoorsbedrijf, de manufacturenhandel,
het burgersmeden-, loodgieters- en elec-
tro-technisch bedrijf.
Het jaarverslag van het secretariaat
werd overeenkomstig het voorgelegde con
cept vastgesteld.
Het financieel verslag van den penning
meester, den heer W. Boon, Den Haag.
werd op voorstel van de controle-commis
sie goedgekeurd.
Opnieuw werd gesproken over de uitvoe
ring van de wettelijk geregelde werk
plaatsopleiding. Gegevens werden toege
zegd betreffende de resultaten van een
onderzoek, dat thans in het buitenland
met betrekking tot de werkplaatsoplei
ding wordt gehouden.
Een belangrijk gedeelte van de verga
dering werd gewijd aan de behandeling
van het onderwerp: „De encycliek Qua-
dragesimo Anno en het wetsontwerp tot
instelling van bedrijfsraden
Over dit onderwerp werden inleidingen
gehouden door de heeren R. Dongelmans,
Den Haag en Fr. v. Welie, Utrecht.
De vergadering was van oordeel, dat het
wetsontwerp-Verschuur zeer wel past in
de ideeën, zooals die in de vijfde para
graaf van het tweede deel der encycliek
Quadragesimo Anno door Z. H. den Paus
zijn ontwikkeld.
Bij de verdere besprekingen werd alge
meen de wensch uitgesproken, dat de
Kamers der Staten-Generaal ten aan
zien van het genoemde wetsontwerp spoe
dig een gunstige beslissing zullen nemen.
HET BINNENSCHEEPVAARTCONGRES.
Op het voortgezette congres prae-advi-
seerde ir. A. A. Mussert over De Schelde—
Rijnverbinding. Spreker concludeerde dat
het gewenseht zal zijn, dat zoo spoedig
mogelijk plannen worden opgemaakt en
onderzocht voor den aanleg van een open
Schelde-arm naar Bergen op Zoom, met
aansluitend binnenscheepvaartkanaal voor
vaartuigen tot 500 a 600 ton van Bergen
op Zoom naar Dintelsas. Voorts, dat over
wogen wordt op welke wijze Terneuzen zoo
spoedig mogelijk wordt bevrijd van de
kunstmatige achterstelling, welke wordt
gevormd door de huidige regeling van de
loodsgelden en de opheffing van de uit
zonderingstarieven.
De heer De Groot Sr sprak over den
toestand van het kanaal door Zuid-Beve
land (HansweertWemeldinge).
Er is vervolgens gesproken over tollen
en heffingen in het Noorden des lands en
over het concessie-systeem voor binnen-
landsch vervoer. Nadat verschillende per
sonen het woord hadden gevoerd werden de
volgende conclusies aangenomen:
.Het Binnenscheepvaart-congres spreekt
uit, dat een eventueele nieuwe Schelde-
Rijnverbinding daargelaten de nationaal
economische zijde van het vraagstuk in
geen enkel opzicht schade mag toebrengen
aan de nationale scheeovaartbelangen in
't algemeen en de scheeovaartbelangen
van West-Brabant en Zeeuwsch Vlaande
ren in 't bijzonder zal moeten bevorderen.
.Het BBC. spreekt uit de wenschelük-
heid dat in de binnenvaart aan het vraag
stuk der meest economische scheepsvormen
de volle aandacht wordt gewijd en de nor
malisatie van scheepvaartwegen en die
van scheepsvormen niet los van elkander
behooren te worden behandeld.
„Het B.S.C. spreekt uit. dat de scheep
vaartwegen van Harlingen. Lemmer en
Stavoren dringend verbetering behoeven en
uit de wenschelijkheid dat tot deze ver
betering ten spoedigste worde overgegaan.
Het B.S.C. spreekt uit. dat aanleg van
scheepvaartwegen in Zeeuwsch Vlaanderen
den economischen bloei van dit gewest zal
bevorderen en dat bii dien aanleg aller
eerst aandacht behoort te worden ge
schonken aan een verbinding kanaal Axel-
Hulst.
JAARVERGADERING „ROODE KRUIS"-
Heden werd te Den Helder de jaarver
gadering gehouden van het „Roode Kruis"
waarbij de voorzitter, Z. K. H. Brins Hen
drik in zijn openingswoord allen het wel
kom toeriep, en wees op het feit dat de
vereeniging binnenkort 65 jaar bestaat.
Na een toespraak van den heer G van
Slooten Azn. werden de jaarverslagen
goedgekeurd.
HET N. V. V.-CONGRES.
In de gistermiddag gehouden vergade
ring heeft dr. J Tinbergen, uit Den Haag,
een rede gehouden over planmatige pro
ductie. Na eenige discussie is het congres
vervolgens gesloten.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Bij Kon. besl. is met 1 Juli benoemd
tot burgemeester der gemeente Zweeloo J.
Tonckens; is aan D. C. Hasselman, op ver
zoek, met 15 Juli eervol ontslag verleend
als burgemeester der gemeente Zoelen; is
met 1 Juli benoemd tot burgemeester dei-
gemeente Heerde W. C. baron van Rand-
wijek. met toekenning van gelijktijdig
eervol ontslag als burgemeester der ge
meente Waardenburg.
Op 75-jarigen leeftijd is te Winters
wijk overleden de heer J. B Roelvink.
notaris en lid van de Prov. staten van
Gelderland voor den Vrijheidsbond.
naar het Engelsch van WILLIAM LOCKE
door J. E. d. B. K.
291
En zoo gebeurde het, dat, na het déjeu
ner, Bigourdin Félise medenam naar hun
eigen salon, wat stijfjes en met veel
pluche gemeubeld, en als een welwillende
stier ging hij haar heele wereld ver
trappen.
Er is geen twijfel aan, verklaarde hij.
dat Monsieur en Madame Viriot hier tien
Jaar over gedroomd hebben. Ik geef je een
bruidschat mede en daar steekt niets geen
verdienste in, omdat ik je lief heb als mijn
dochter, maar het is een bruidschat als
niet velen in Périgord er een krijgen. Lu-
cien heeft je lief. Hij is een goede kerel,
't Is nooit bij hem opgekomen om over een
ander meisje te denken, 't Is alles in orde
gemaakt. Over twee of drie dagen, terwille
van de convenances, zullen Monsieur
Viriot en Lucien mij een bezoek brengen.
Dus, mijn lieve engel, je moet niet ang
stig zijn.
Met bleek gezichtje en holle oogen had
Félise toegeluisterd.
Maar ik wil niet met Lucien trouwen,
Mon oncle!
Hoe dat nu. Je wilt niet met Lucien
trouwen?
Non, mon oncle.
Maar. en hij maakt een tegenwer
pend gebaar.
Dat heb ik u reeds gezegd, zei Félise.
Maar, mijn lief kleintje, dat was niet
in ernst. Dat was omdat je het domme en
Mooie plan hadt om mij niet te verlaten.
Maar dat is dom. Jonge menschen moeten
trouwen, opidat het ras niet zal uitster
ven en vaders en moeders en ooms tellen
niet mee.
Maar wat heeft dat er nu mede te
maken, mon oncle? protesteerde Félise. Ik
vind Lucien heel aardig, maar ik heb hem
niet lief. Als ik hem lief had, zou ik met
hem trouwen. Maar daar ik hem niet lief
heb, kan ik ook niet met hem trouwen.
Maar trouw hem dan en dan ga je
hem liefhebben riep Bigourdin, zooals
vele vaders hebben gedaan in de laatste
drie of vierhonderd jaren, 't Is heel een
voudig. Wat kan je nu meer verlangen
dan zoo'n netten kerel als Lucien.
Toen barstte ze natuurlijk in tranen uit.
Bigourdin, niet gewend aan vrouwentra
nen. woelde met de vingers over zijn hoofd
en zou zijn haar hebben uitgetrokken als
het langer was geweest.
U begrijpt het niet, mon oncle, snikte
ze met gebogen hoofd. Mpn moeder alleen
kan mij raad geven. Ik wil mijn moeder
spreken.
Bigourdin sloeg zijn armen om de ten
gere schouders van het meisje. Je moeder,
mijn arme kleine Félise, ziet niemand.
Ze lichtte haar hoofd op en zei driftig:
ze ziet mijn vader. Ze woont met hem in
één huis. Waarom zou ze mij niet wil
len zien?
Mijn kleine Félise, zei Bigourdin op
vertroostenden toon, daar is niets geen
reden om je moeder te raadplegen. En je
vader en je moeder hebben al lang gele
den uitgemaakt, dat je met Lucien zoudt
trouwen. Geloof je, dat ik iets zou doen
wat zij niet goed vonden?
Lang geleden is niet nu, snikte Félise.
Ik moet mijn moeder spreken.
Met zijn rug naar haar toegekeerd en
geagiteerd met de vingers knippend, mom
pelde hij binnensmonds: Wel verdraaid.
Hij was de goedhartigste man van de
wereld, maar hij kon niet verdragen dat
zijn levensplan verijdeld werd. Sedert ja
ren had hij uitgezien naar deze verbinte
nis met de Viriot's. Persoonlijk won hij er
niets bij, integendeel, hij verloor Félise en
honderdduizend francs. Maar hij had er
zijn hart op gezet en dat hadden de
Viriots ook. Naar hen toegaan en zeggen:
Mijn nichtje weigert met je zoon te
trouwen, zou een zweepslag in hun gezicht
zijn. Zijn falen om een jong meisje de
goede, geijkte gevoelens in te prenten, zou
hem kwaad doen in de oogen van de ge
meente. Het deed hem pijn dat hij haar
niet voldeed en dat ze naar haar moeder
verlangde. En er was geen sprake van dat
ze naar haar moeder kon gaan. Geen
wonder dat hij zachtjes vloekte.
Maar, goede hemel, zei hij. wat heb je
tegen Lucien?
Waarop ze weer van voren af aan be
gonnen. Ze had Lucien niet lief. Ze wilde
niet met hem trouwen, enz.
Dan zal je als een oude juffrouw
sterven, zei Bigourdin. Een oude juffrouw!
stel je voor. 't Zou verschrikkelijk zijn.
Félise trok smalend haar neusje voor
zulke vreeselijkheden op.
In wanhoop vroeg Bigourdin wat hij aan
de Viriots moest zeggen.
De waarheid, zei Félise.
Maar wat was de waarheid?
Vertel mij nu eens, mijn kleine Félise.
zei hij vriendelijk, is er soms iemand
anders?
Toen werd Félise hevig verontwaardigd
en versloeg den armen man totaal, Zij liet
hem voelen dat zij was een welopgevoed
jong meisje en dat ze r.iet gewoon was
zich te gedragen als een keukenmeid. Het
was wreed en beleedigend om haar een
geheime liefdesgeschiedenis aan te wrij
ven. En Bigourdin, die hiervan overtuigd
was, gaf haar gelijk om zoo boos te zijn.
En weer trachtte hij aan zijn korte haren
te trekken van schrik over haar beleedigd
vrouwelijk gevoel. De duif met zachte
oogjes was veranderd in een boozen arend.
Een man slimmer van aard zou dat hevig
protesteeren van het jonge meisje ver
dacht zijn voorgekomen. Echt vrouwelijk
trachtte ze hem nog meer te overtuigen.
Mon oncle, ik houd van u met heel
mijn hart maar u bent een man, u begrijpt
het niet
Dat is volkomen waar, zei hij.
En ziet u, er is maar één menscli. aan
wie ik het uit kan leggen, en dat is mijn
moeder.
En zoo trok zij de vicieuze kleine cirkel
toe. En weer wandelde Bigourdin. zijn
machteloosheid voelend, met zijn rug naar
haar toegekeerd, door de kamer en
stootte gesmoorde vloeken uit, wat man
nen. die zorgen hebben, zoo opluchten
kan. Maar nu ging ze naar hem loe. sloeg
haar arm om zijn breede gestalte en legde
haar hoofdje tegen zijn arm.
Ik voel me erg ongelukkig, weet u?
Dat was een mes, dat in het hart van
den braven kerel gestoken werd. Hij drukte
haar vast tegen zich aan, heftig protestee-
rend. Hij wilde niet dat ze zich ongeluk
kig voelde. Eerder sloeg hij zich het hoofd
af Hij wilde alles doen, maar zijn Fran-
sche voorzichtigheid gedoogde niet dat hij
den Viriots de bons gaf; alles wilde hij
doen om de kleur weer op haar bleeke
wangen terug te krijgen.
Opeens had hij een ingeving, die zijn
gezicht deed gloeien en hem vroolijk
lachend tegen haar deed zeggen:
Je moeder kun je niet zien, maar
daar is je goede tante Clothilde. Zij zal
een tweede moeder voor je zijn. Ze is zoo'n
vrome, sympathieke vrouw. Je kunt haar
al je bezwaren vertellen. Ze heeft een
regiment dochters uitgehuwelykt. Ze be
grijpt alles van jonge meisjes. Je bent
moe. je bent ziek. Je moet een kleine va-
cantie hebben. Ga nu voor een maand bij
haar logeeren en als je weer hier bent,
zullen we eens zien wat er met Lucien
moet gebeuren. Ik zal haar dadelijk
schrijven.
En zonder op haar zacht: Bien, mon
oncle, te wachten, ging hij naar zijn kan
toor, waar hij al het schrijfgereedschap,
dat den salon ontsieren zou, kon vinden,
en begon te schrijven.
Félise, alleen gelaten, stond een paar
minuten met gefronst voorhoofd te pein
zen en toen met een gebaar van fatalisti
sche berusting, ging ze naar de keuken,
waar vele ganzenlevers gekookt werden.
In den gang kwam ze Martin tegen met
een bezending poreeleinen potjes. Maar ze
liep hem koel voorbij en den heelen dag
sprak ze geen twee woorden met hem.
Onderwijl zat Bigourdin met een vrien
delijk gezicht te zwoegen over zijn brief
aan zijn zuster Clothilde, een welvarende,
gefortuneerde weduwe, die in Chartres
woonde. Ze hadden elkaar, dat is waar, in
twaalf jaar niet ontmoet en zij had Félise
maar eens gezien, maar de Franschen
hebben veel familiezwak, vooral als er van
huwelijk sprake is, en hij twijfelde er niet
aan of ze zou hem telegrafeeren, nu hij
gevraagd had, of ze Félise onder haar
hoede wilde nemen, 't Was werkelijk een
ingeving geweest, 't Was een oplossing van
de moeilijkheden. De Viriots hadden te
groote haast gemaakt en daar was Félise
van geschrokken. Een maand was een
heele tijd. Clothilde was een vrouw van
ondervinding, met tact en gezond ver
stand. Zij zou Félise wel in de goede plooi
krijgen. En als haar dit niet gelukte, wel,
dan was hij er toch ook de man niet voor
om zijn kleine Félise tegen haar zin te
laten trouwen. In elk geval had hij een
maand den tijd.
En nadat hij het geval in den breede
had uitgelegd, bracht hij den belangrijken
brief naar Postes et Télégraphes en terug
komende ging hij naar den winkel van de
respectabele Madam Chauvet, die met
haar twee bejaarde dochters kruisbeelden
en rozenkransen en stichtelijke boeken en
kaarsen verkocht. En na een lang beleefd
gesprek verzocht hij Madame Chauvet om
ter wille van de oude vriendschap tegen
vergoeding van onkosten en een honora
rium van twintig francs, Félise van Bran-
töme naar Chartres te brengen, bij haar
tante Madame Clothilde.
(Wordt vervolgd.).