LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad
Zaterdag 18 Juni 1932
UIT HET NEDERLANDSCHE
PARLEMENT
FINANCIEEL OVERZICHT.
H Buitenl. Weekoverzicht.
HERINNERINGEN
DOOR D. HANS.
Mr. THEODOOR HEEMSKERK.
Nu de staatsman mr. Theodoor Heems
kerk tot de eeuwige rust is ingegaan, mag
zonder overdrijving worden getuigd:
in hem heelt ons vaderland een schit
terende figuur, met name op staatkundig
terrein, verloren.
Tragisch is dit sterven aan den voor
avond van een tachtigsten verjaardag, die
in breeden kring met eerbied en bewon
derende dankbaarheid 2ou zijn herdacht;
even tragisch als het was, toen dr. J. Th.
de Visser onlangs stier! vlak voor zijn
gouden bruiloft. Heemskerk was op reis
naar Tyrol, waar hij zijn jaarlijksche kuur
wilde gaan doen, maar nog in het vader
land moest hij die aardsche reis onder
breken, omdat Hooger Macht een óndere
voor hem had bestemd.
DE GEBOREN
PARLEMENTARIËR.
Heemskerk was de béste en fijnste par
lementariër, waarover ons land op dit
oogenblik beschikte.
Er zat ras in hem. In zijn aderen stroom
de en, soms, stormde het staatsmansbloed.
Zijn vader was de bekende staatsman,
laatste leider der conservatieve partij, die
in vroeger tijd meer dan één kabinet had
geformeerd; zijn zoon is hem in die voet
stappen gevolgd. De jonge Theodoor was
oorspronkelijk liberaal. Kuyper heeft hem
bekeerd. In zijn jonge jaren debatteerde
hij eens met Kuyper, en tijdens dit debat
liet Heemskerk zich overtuigen en werd
anti-revolutionair. In dienst van dit begin
sel heeft hij een rijke en schitterende loop
baan afgelegd. Het is wel eigenaardig, dat
hij later jaren lang met Kuyper gebrouil
leerd is geweest. Toen in 1908 het minis
terie-De Meester ten val was gebracht,
kreeg Heemskerk een opdracht tot kabi-
nets-formatle en voldeed hieraan. Dit
heeft Kuyper, (die, na zijn val in 1905, in
1909 opnieuw aan het bewind hoopte te
komen) hem vele jaren lang niet verge
ven en hij gebruikte dan ook de bekende
uitdrukking, dat het kabinet-Heemskerk
„in onvoorzichtigheid geboren" was. Toch
had Heemskerk den leider niet gepasseerd,
maar Kuyper wilde in 1908 geen minister
worden en liever de verkiezingen van 1909
afwachten. Doch toen deze een meerder
heid opleverden voor de rechterzijde, 'oleef
Heemskerk natuurlijk aan het bewind. De
bekende lintjes-zaak deed het overige.
Maar Kuyper, die lang van oordeel is ge
weest, dat Heemskerk het optreden van
een tweede kablnet-Kuyper onmogelijk
heeft gemaakt (wat niet juist was) heeft
later ingezien, dat hij een onbillijk oor
deel had geveld: Idenburg bracht van
Kuypers sterfbed voor Heemskerk die
boodschap mede.
EEN PIKANTE FIGUUR.
In de Kamer was hij altijd een graag-
geziene figuur. Een man van prettige, be
weeglijke jovialiteit. Hij was een calvinist,
maar één van het moderne slag. We ken
nen allen de orthodoxen, zooals ons die
in vele boeken beschreven worden, zooals
ze op ons neerkijken van deftige portret-
ton. Stroeve, erentfeste figuren, vol ge
degen ernst en stille statigheid, plechtig
en breed van gebaren, zwart van kleed en
zwart van geslotenheid. Zooals Kuyper zat
in het parlement; het was de studie van
een schilder waard. Onbeweeglijk in z'n
bank, de handen op elkander tegen den
buik, zat hij te luisteren, een trek van
stuurschheid en onbewogenheid op het
gelaat, de lippen stijf gesloten. Hij lachte
nooit. Grappen, geestigheden hoorde hij,
maar hij hoorde ze niet. Ze hadden
geen vat op 'm. Ze gleden langs 'm heen,
als regendruppels langs een olie-jas. Wij
hebben hem in de Kamer nooit zien
lachen. Aan dit soort calvinistisch uiterlijk
is het parlement vele jaren gewend ge
weest. Talma bracht een andere generatie
naar voren: meer los in bewegingen, moer
wereldsch en modieus gekleed, met een
revolutionaire das, een gekleurd vest en
een on-calvinistisch fantasie-costuum was
deze afgevaardigde en minister, absoluut
niet de type van een orthodox predikant.
En Heemskerk heeft het parlementair-
calvinistisch uiterlijk in een nog nieuwere
phase van ontwikkeling gebracht. De naam
jolig-christelijk, onder zijn kabinet ont
staan, toont reeds aan, hoe weinig in het
parlement de. wat men dan noemt
christelijke leden, tot dusver aan vroolijk-
heid te zien hadden gegeven. En als mi
nister Heemskerk vroeger aan het rede
voeren was, en met z'n sprankelend ver
nuft de Kamer bezig hield, en gloeiende
vonken van geestigheid deed opspringen
en z'n spontaan zich geven de Kamer in
beweging bracht, danzag men Kuyper
al weer in z'n bank zitten: stil, roerloos,
gesloten, somber, stuursch, en men voelde
als het ware in hem den wrevel tegen dit
nieuwe verschijnsel van parlementair cal
vinisme en dan zag men ineens, fél
duidelijk, het verschil tusschen deze twee
christen -staatslieden.
Zóó blééf Heemskerk.
Hij werd heel wat jaartjes ouder, maar
zijn geest bleef jong en lenig en aan alle
somberheid had hij een broertje dood.
MAN VAN PUNTIGEN GEEST.
De heer Heemskerk toonde zich als mi
nister trots z'n calvinistische beginselen,
als de man van een meer gematigde recht-
sche politiek, gematigder nog dan hij als
Kamerlid heeft voorgestaan. Want dan
kon z'n redenaarstalent nog al eens uit
schieten in felle vlammetjes van hi te
scherpe op-den-man-af-bestrijding. Dan
swam hij 's middags haastig uit Amster
dam, van het Prinsen- naar het Binnen
hof. draafde de Kamer in, schoof „de krul
len van z'n voorhoofd weg" en hield een
half uur later soms een redevoering, die
de linkerzijde in nijdig lnterrumpeeren
deed ontsteken. De overdreven scherpte,
welke hem als Kamerlid wel kenmerkte,
is later geheel verdwenen. Spotten kon
hij als weinigen. Wat dansten de edele
buiken der Kamerleden niet van plezier,
toen hij .tot den heer Hugenholtz spre
kend. het eens had over „de geachte ver
beelding van den geachten afgevaardigde"
En wat zwom de perstribune in oprechte
vroolijkheid. toen de minister ook eens
zoo simpel langs z'n neus weg zeide, in
verband met dagblad-kritiek óp z'n ka
binet:
„Ik heb grooten eerbied voor de men-
schen van de krant, maar lk geloof toch
dat journalisten niet de meeste onder
vinding hebben van het oplossen van
De Beurs optimistischer ten aanzien der
politieke vooruitzichten - Zware eischen
aan de Amerikaansche schatkist - Teleur
stellend koersverloop van Amerikaansche
obligatiën - Verdere achteruitgang der
positie van de Spoorwegen in de Vereen.
Staten - Ongeanimeerde stemming op de
binnenlandsche beleggingsmarkt - Bevre
digende resultaten der jongste Sumatra
tabaksinschrijving.
De stemming ter beurze is, oppervlakkig
bezien, nog wel weinig verbeterd, maar
toch zijn, voor wie zijn oor oplettend te
luisteren legt, wel iets opwekkender klan
ken te hooren dan nog kort geleden het
geval was. Van een terugkeerend opti
misme kan nog wel nauwelijks gesproken
worden; het zwarte pessimisme, waarin de
beurs zoo langen tijd gevangen was, en
dat zich weerspiegelde in een voortdu
rende koersdaling, ls echter voor het
oogenblik meer naar den achtergrond
gedrongen. Of het binnenkort opnieuw
naar voren zal komen, zal geheel afhan
gen van de verdere ontwikkeling van den
internationalen politieken toestand.
Voor het oogenblik laat deze zich stellig
wel eenigszins gunstiger aanzien. Vooral
het feit, dat de ernstige wil tot samen
werking, met prijsgeving van het directe
nationale eigenbelang, wel in grooter mate
aanwezig blijkt te zijn geeft eenige hoop
op een nadere oplossing der internatio
nale moeilijkheden. Het groote struikel
blok zelfs wanneer de Europeesche
staatslieden tot overeenstemming over de
te volgen politiek inzake het herstelvraag-
stuk mochten komen blijft de houding
van Amerika.
Uit het in een onzer vorige berichten
gegeven overzicht van de ontwikkeling
der Amerikaansche staatsfinanciën is wel
duidelijk gebleken, met welke financieele
moeilijkheden men ook in de Ver. Staten
te kampen heeft, en de kans, dat men
minlsterieele crises". En dan moest men
den minister zien, als hij er iemand
„tusschen" had genomen
De Kamer juichte hem toe.
En dan nam de heer Heemskerk de
lorgnet van den neus streek door z'n kuif,
had zelfs verbazend veel pret en keek,
cndertusschen een slok water nemend, de
Kamer in als wilde hij zeggen: „Hoe-
is-t-ie?"
De bekende uitdrukking „een stelsel
van stelselmatige stelselloosheid", is óók
van hem. Evenals de woorden „in den
meest volstrekten zin van het woord abso
luut onjuist!", waarmee hij de bewering
van een Kamerlid bestreed. En hoe aardig
was het moment, toen hij, de parlemen
taire breedsprakigheid crltiseerend, op een
stapel Handelingen wees en uitriep: „Dat
spreektboekdeelen". En dat andére,
toen hij, in een debat over kunst en
amusement, den heer Henri ter Hall toe
voegde: „Uw rede, bijvoorbeeld, was een
amusement, maar geen kunst!"
MAN VAN SCHERPZINNIGHEID
Maar Heemskerk was niet alleen een
geestig, hij was ook een hoogst bekwaam
man. achter zijn puntige, pittige, pikante
welsprekendheid verborg zich een schat
van kennis. Zijn aanpassingsvermogen
zijn indringingsvermogen waren onbe-
grenst, hij had dadelijk de kern, de pointe
van een zaak te pakken, hoe ingewikkeld
zij ook was. Hij had (ook als minister)
de reputatie van nooit erg grondig zijn
stukken te kennen, maar of dit waar ia
of niet ook zonder stukken wist hij
dadelijk een zaak te snappen, te grijpen, te
bespreken. Al verstond hij, anderzijds
altijd voortreffelijk de kunst van het eieren
dansen. Hij kon als hij dat noodig vond
als minister uren spreken, (b.v. over de
„Christelijke rechtsbeginselen") zonder
iets bepaalds te zeggen. Dan zweefde hij
als het ware door het debat heen. Maar
zijn kennis was zóó groot, dat hij gerust
aan het hoofd van elk Departement had
knnen staan.
Bewonderenswaardig was het, zooals hij
tot op den laatsten dag van zijn parle
mentaire leven een ongeëvenaarde scherp
te van geest en een schitterende welspre
kendheid bleef behouden. Als Heemskerk
het woord vroeg, verstomde alles: doodstil
werd het; en dan kon men genieten van
zoo Iets goeds en zoo iets fijns als men
in het parlement nog maar hoogst zelden
te genieten krijgt. Nog op 27 Mei hield hij,
als improvisatie een speechje over het
ontwerp inzake de Godslastering, dat
diepen indruk maakte, Zijn scherpe geest
speurde dadelijk de hoofdzaak; zijn staats-
mans-flair zal de mogelijkheden; zijn
welsprekendheid zette aan dit alles een
suggestieve kracht bij.
HIJ ZAL WORDEN GEMIST.
Hij was een geloovig man; een man van
oprechten godsdienst-zin.
Zeker:
men heeft een enkele maal in verband
met hem de uitdrukking „jolig christen
dom" wel eens in dezen zin gebruikt, alsof
dat christendom er één van mindere
waarde zou zijn. Dan deed men hem diep
onrecht. Op hem was de Genestets woord
toepasselijk' „Zijn ernst was in geen rim
pel, neen. maar in een lach geplooid".
Onverdacht was zijn vroomheid. HIJ geloof
de, terwijl hij opgewekt was en levensblij.
Hij is de derde Minister van Staat, die
binnen één jaar tijds stierf. Nolens, De
Visser, Heemskerk. Zoo gaan de groote
figuren heen, zoo sterft de parlementaire
rijkdom uit.
Wij zullen hem missen op het Binnen
hof. Zijn prachtige, aristocratische kop,
met de sierlijke, golvende grijze krullen:
zijn prachtige welsprekendheid; ook ziin
prachtige temperament, dat hem soms in
nobele verontwaardiging kon doen ont
vlammen. Maar bovenal zijn fijne geest,
zijn diep-gravende bekwaamheid, heel den
rijkdom van dit groote, nobele verstand.
En is het niet als een teeken, dat deze
man, wiens geestigheid men wel eens ten
onrechte tegen den ernst van zijn gods
dienst-zin aanvoerde, zijn parlementaire
loopbaan heeft mogen besluiten met een
rede, waarin hij naar zijn diepste over
tuiging straf vroeg voor hen, die Gods
Naam smalend lasterden? Daar zit iets
schoons en iets ontroerends in, dat deze
rede het slot van een schitterende loop
baan is geweest.
Hij heeft het getal zijner jaren ruim-
gehad hier op aarde. Maar niette
min zal ons volk gevoelen, dat het in hem
een figuur van groote waarde nog te
vroeg verloor. Wij buigen, bij zijn ge
dachtenis. eerbiedig het hoofd.
zich tot aanmerkelijke tegemoetkoming
tegenover de Europeesche debiteuren be
reid zal verklaren, is onder deze omstan
digheden niet groot. Aan den anderen
kant geeft men eij zich in de Ver. Staten
in den laatsten tijd ook in toenemende
mate rekenschap van, dat van een rege
ling van het vraagstuk der oorlogsschul
den het wel en wee niet alleen van de
betrokken Europeesche landen, maar ook
van de Amerlliaansche Unie, direct af
hankelijk is.
Het moge al waar zijn, dat feitelijk nie
mand meer in ernst aan een hervatting
van de internationale betalingen uit
hoofde van herstel- en oorlogsschulden
tenminste in den vroegeren omvang
heeft gerekend (men kan nu eenmaal
moeilijk „veeren plukken van een kik
ker") een onomwonden erkenning van dit
feit door de belanghebbende regeeringen
zou haar psychologische uitwerking niet
missen. Het is dan ook te verwachten, dat
daarmede een algemeene opleving van den
beurshandel gepaard zou gaan.
Of deze van duurzamen aard zou zijn
zal de toekomst moeten bewijzen. Wij
hebben in de laatste jaren geleerd, iet
wat huiverig te staan tegenover de be-
teekenis van „psychologische factoren".
Vooral de in Amerika op dit gebied op
gedane ervaringen manen tot groote voor
zichtigheid. Tevergeefs heeft President
Hoover getracht, het vertrouwen te her
stellen door allerlei maatregelen, die de
bedoeling hadden, het bedrijfsleven door
een gunstige voorstelling van zaken te
stimuleeren, zonder echter aan den feite
lijken toestand iets te veranderen.
Bij een beoordeeling van de beteekenls
eener regeling der oorlogsschulden dient
men eveneens in het oog te houden, dat
hierdoor geen wijziging wordt gebracht
in de deplorabele situatie, waarin de staats
financiën der meeste landen zich thans
bevinden. Mocht een gunstige beslissing
te Lausanne inderdaad, zooals de beurs
thans verwacht, de basis leggen voor een
opleving der economische bedrijvigheid,
dan zal ln de eerste plaats een aanvang
dienen te worden gemaakt met een „sa
neering" van den flnancieelen toestand ln
de verschillende landen.
Voorshands wordt de wanverhouding
tusschen inkomsten en uitgaven nog
voortdurend grooter. De Amerikaansche
President heeft b.v. dezer dagen verklaard,
dat na de reeds getroffen voorzieningen
door het aannemen van verschillende be
lasting- en bezuinigingsvoorstellen door
het Huis van Afgevaardigden en Senaat,
nog altijd een tekort op de begrooting be
staat van 200 millioen dollar. Op zich zelf
zou dit niet zoo ernstig zijn, ware het niet,
dat er in de Ver Staten nog allerlei maat
regelen en experimenten op het program
staan, welker verwezenlijking zware
eischen aan de schatkist zou stellen. Een
van de meest gevaarlijke van deze plan
nen is het voorstel tot het doen van een
uitkeering ln contanten aan de oudstrij
ders-, dat reeds vroeger verworpen was,
maar dezer dagen in het Huis van Afge
vaardigden opnieuw ter behandeling ge
komen en aangenomen is. Veel kans, dat
het tot wet zal worden verheven, is er
niet, aangezien het vrijwel zeker is, dat
de President er zijn veto over zal uitspre
ken, gesteld al dat het door den Senaat
zou worden goedgëWurd. De afwijzende
houding van den President is alleszins be
grijpelijk. wanneer men bedenkt, dat met
deze uitkeering een bedrag van circa 2
milliard dollar gemoeid zou zijn. dat uit
het opnemen van leeningen of als dit
niet mogelijk zou zijn door een beroep
op de circulatiebanken en een daarmede
gepaard gaande uitbreiding van den bil-
jettenomloop zou moeten worden ver
kregen.
De vrees, dat het ondanks den tegen
stand van hoogerhand toch tot een der
gelijke uitkeering zou kunnen komen,
heeft tijdelijk een sterken druk op den
dollarkoers uitgeoefend. Daarna ls echter
eenig herstel ingetreden, mede lu vel
band met de optimistischere opvattingen
over de mogelijkheid van een regeling van
het herstelvraagstuk.
Amerikaansche obligatiën hebben van
de verbetering van den dollarkoers slechts
ln beperkte mate geprofiteerd. Het ln de
vorige week gevormde steun-consortium
voor de Amerikaansche obligatlemarkt ls
tot dusverre slechts op zeer beperkte
schaal opgetreden, wat een zekere teleur
stelling heeft veroorzaakt. Men ls er wel
ln geslaagd, den koers van enkele bijzon
der sterk gedeprecieerde fondsen aan
zienlijk op te drijven, maar van een al
gemeene stijging van het koerspeil is geen
sprake geweest.
Voor zoover een stijging ls ingetreden,
schijnt deze in de eerste plaats toe te
schrijven aan aankoopen door het publiek.
Zoo was een iets grootere belangstelling
waar te nemen voor de obligatiën van be
paalde Amerikaansche spoorwegmaat
schappijen, die door leeningen van de
Railroad Credit Corporation in staat zijn
gesteld, aan hun renteverplichtingen te
voldoen. Naar men weet, ontvangt dit
lichaam 'n gedeelte van de inkomsten der
spoorwegen uit hoofde van de jongste
verhooging der vervoertarieven. In totaal
heeft de Railroad Credit Corporation aan
de spoorwegen tot dusverre 7.22 millioen
dollars voorgeschoten, terwijl zijn nog
14.72 millioen heeft toegezegd.
Hoe ongunstig de bedrijfstoestand der
Amerikaansche spoorwegen is, blijkt wel
uit de dezer dagen gepubliceerde cijfers
voor het eerste kwartaal van dit jaar voor
de voornaamste spoorwegmaatschappijen
tezamen. Tegenover een totaal aan ont
vangsten van c.a. 116 millioen dollar heb
ben 171'/: millioen dollar gestaan aan
vaste uitgaven en wel voornamelijk voor
rente. Dientengevolge sloten de spoorwe
gen het eerste kwartaal af met een ver
lies van bijna 60 millioen dollar.
Tegelijkertijd is ook de liquiditeits
positie aanmerkelijk achteruitgegaan. De
gemakkelijk te realiseeren activa bedroe
gen einde Maart 1932 voor alle maat
schappijen tezamen 1117 millioen dollar,
tegen 1439 millioen op hetzelfde tijdstip
van het vorige jaar.
In het halfjaar, loopende van Maart tot
October, vervalt een totaal bedrag van
bijna 116 millioen aan gefundeerde schul
den, waarvoor op de een of andere wijze
dekking zal moeten worden gevonden,
hetzij door het opnemen van credieten bij
de Railroad Credt. Corp., resp. de Recon
struction Finance Corporation, of wel
door het treffen van overeenkomsten met
de obligatiehouders tot uitstel der beta
lingen.
De krachtige stijging, die korten tijd ge
leden ook op de Amsterdamsche beurs
voor Amerikaansche spoorwegbonds was
ingetreden, heeft-zich in verband met den
verderen achteruitgang der financieele
positie van de desbetreffende maatschap
pijen niet kunnen handhaven en heeft in
enkele gevallen zelfs voor een nieuwe
reactie plaats gemaakt. Daarentegen heb
ben Duitsche obligatiën geprofiteerd van
de gunstigere verwachtingen inzake Lau
sanne, waardoor de onzekerheid over de
verdere ontwikkeling van den blnnen-
landschen politieken toestand van
Dultschland en de toekomstige houding
tegenover de buitenlandsche schuld-
eischers op den achtergrond is geraakt.
Vooral de Dawes- en de Youngleening zijn
krachtig in koers gestegen.
In tegenstelling hiermede is de ongeani
meerde houding der binnenlandsche obli
gatlemarkt. De nieuwe Nederlandsche
staatsleening is zelfs tot 98 1/4 pet. terug-
geloopen, bij een emissiekoers van 100 pet.
wat verband moet houden met de ont
stemming, die vooral in het buitenland is
veroorzaakt door het feit, dat voor een
deel van het door de Rijksfondsen gega
randeerde bedrag van f60 millioen ge
bruik moest worden gemaakt.
De wetenschap, dat in den loop van het
jaar nog wel opnieuw door den Staat een
beroep op de markt zal moeten worden
gedaan, hetzij voor dekking van eigen be
hoeften, netzij voor die van de Koloniën,
kan aan de steming voor staatsfondsen
natuurlijk niet ten goede komen. Hoe
grooter de vraag naar nieuw kapitaal
wordt, des te hoogere rente zal moeten
worden toegestaan, teneinde door de aan
trekkelijker voorwaarden de terughouding
van beleggers te overwinnen.
Reeds heeft de Provincie Noord-Holland
zich laten machtigqp tot de uitgifte van
6% leeningen. Waar deze provincie als een
der meest credietwaardige der publieke
lichamen kan worden beschouwt, vraagt
men zich af, wat de rente zal moeten wor
den voor de emissies van die gemeenten,
die minder goed bij het beleggend publiek
staan aangeschreven. De koersen der oude
provinciale en gemeenteleeningen waren
in de afgeloopen week dan ook meeren-
deels gedrukt.
Op de aandeelenmarkt was de stemming,
in het algemeen genomen, vast, wat ook
in de meeste afdeelingen in het koersver
loop duidelijk tot uiting kon komen. Zoo
waren suikeraandeelen op sommige dagen
bepaald willig; het hoofdfonds, H. V. A.,
boekte in één beursdag zelfs een koers
winst van ca. 10»/o, en ook de incourante
soorten waren goed gevraagd. De oorzaak
hiervan was de gunstigere stemming op
de New-Yorksche suikermarkt, terwijl de
statistische positie van het product ook
wel iets beter beoordeeld wordt. Wanneer
de toestand op de suikermarkt maar eens
weer zoo ver zou verbeteren, dat de pro
ductie voor de Java-suikerondernemingen
geen verlies meer laat, zou er reeds veel
gewonnen zijn. Op het oogenblik werken
zij vrijwel alle met meer of minder groote
verliezen, zooals uit de in den jongsten
tijd gepubliceerde jaarverslagen duidelijk
is gebleken.
Een andere afdeeling, die een vaste
stemming aan den dag heeft gelegd, was
die der tabakken, in verband met 't feit,
dat het verloop der laatste Sumatra-
tabaksinschrijvingen beter is geweest, dan
men op grond van de resultaten der vorige
inschrijvingen had kunnen verwachten. Er
bestond levendige kooplust en de ge
maakte prijzen waren in het algemeen be
vredigend. Voor de Deli Batavia Mij. waren
zij zelfs aanmerkelijk gunstiger dan het
vorige jaar. De in deze inschrijving door
de Deli Batavia Mij. verkochte tabak be
haalde een doorsnêeprijs van f. 2.— per
half K.G.. tegen f. 1.59 voor dezelfde mer
ken in het vorige jaar. Daarentegen be
dong de door de Deli Mij. in dit jaar ver
kochte tabak een veel lager gemiddelde
dan vorig jaar, nl. f2.19 tegen f.2.76. De
Senembah Mij. verkocht haar tabak voor
dooreen f. 1.55 per half K.G. tegen f. 2.64
voor dezelfde merken vorig jaar. terwijl de
Arendsburg een goed figuur maakt met een
gemiddelde van f. 1.35 tegen slechts f0.84
vorig jaar. en de Oostkust met een gemid
delde van f. 1.13 aanmerkelijk ten achter
blijft bij vorig jaar, toen f. 1.42 werd ge
maakt.
Voor rubberaandeelen was de ondertoon
eveneens vast, zonder dat de ontwikkeling
der productenmarkt hiertoe aanleiding
gaf. Uit de in den laatsten tijd verschenen
jaarverslagen van de Ned.-Indische Rub
bermaatschappijen is echter gebleken hoe
zeer deze onder den druk der omstandig
heden de productiekosten omloop hebben
weten te brengen. Ofschoon zij zelfs thans
niet zijn aangetast aan den sterk gedaal-
den verkoopprijs, is de positie der onder
nemingen er toch in zooverre gunstiger
door geworden, dat de verliezen voor het
oogenblik beperkt worden, terwijl de maat
schappijen paraat staan, om onmiddellijk
te profiteeren van eenige opleving dei-
vraag en een daarmede gepaard gaande
prijsstijging, zelfs als deze binnen be
perkte grenzen blijft.
Van industrieele aandeelen kwamen de
leidende fondsen. Unilever en Philips, op
een hooger niveau. Wat laatstgenoemde
betreft was dit mede te danken aan het
bericht, dat de maatschappij zich behalve
op de fabricage van reproductie-apparaten
voor de klankfilmindustrie thans ook op
opname-toestellen is gaan toeleggen.
Voor Koninklijke Petroleum was de be
langstelling aanvankelijk niet groot, maar
later trad ook hier bij toenemende vraag
een koersverbetering in.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop:
Koloniale Bank 35 1/4. 42 1/4, 41 1/4.
Amsterdamsche Bank 65 1/4, 71, 69.
Aku 211/2, 24.
Ned. Ford 86, 89.
Philips Gem. Bez. 54, 67.
Unilever 86 1/2, 94.
Ned. Gist- en Spir.Fabr. 201, 220.
Ned. Kabelfabr. 164, 175.
Intern Cred.- en Handelsver. „Rotter
dam" 90; 1001/2.
Alg. Exploratie 86 1/4, 92 1/4.
Koninkl. Petroleum 113. 122 3/4.
Perlak Petroleum 56, 64.
Amsterdam Rubber 25, 33 1/2.
Kali Bakar 39. 49 1/2.
Kon. Paketvaart 741/2, 79.
Stoomvaart Mij „Nederland" 33, 41.
Vorstenlanden 25 1/2, 33 5/8.
Handelsver. „Amsterdam" 132 1/4, 148 1/2
Javasche Cultuur 68, 95.
Nlsu 55 1/2, 69 1/2.
Maron 81, 100.
Deli Batavia Mij. 65 1/4, 78.
Deli Mij. 75, 98.
Senembah 82 1/2, 95.
Ngredjo 77, 87.
EUROPA OP EEN KEERPUNT,
Het groote spel heeft een aanvang o».
nomen: de conferentie van Lausanne is
begonnen! Zooals te verwachten was is
de Engelsche premier MacDonald tot pre
sldent gekozen en hij heeft de conferentie
ingeluid met een rede. die bijzonder dui
delijk liet uitkomen, in welk een Impasse
de wereld is beland; feitelijk bijkans tot
den rand van den afgrond is genaderd
Slechts een eendrachtig samengaan van
allen voor allen kan redding brengen
uitgeschakeld dient het eigenbelang en het
egoïsme. Klaar en helder heeft MacDonald
het gezegd en zijn scherp omlijnde uiteen
zetting over den meer dan deplorabelen
toestand heeft niet nagelaten diepen in
druk te maken. Helaas kon de Engel
sche premier geen plannen direct aan
wijzen, die verbetering kunnen brengen
Het heette een oogenblik, dat MacDonald
het zou wagen om de schrapping der her
stelschulden als zoodanig aan te duiden
doch tenslotte heeft hij het toch niet
aangedurfd om dezen gewichtigen stap
in eerste instantie terstond te onder
nemen. Blijkbaar heeft het onderhoud met
den nieuwen Franschen premier Herriot
hem daarvan wel teruggehouden
Hoe vertrouwd de besprekingen te Parijs
echter ook geweest mogen zijn, een vaste
afspraak is niettemin niet gemaakt en
daarover mag men tevreden zijn, daar dit
de situatie eerder verslechterd dan ver
beterd zou hebben. Zoo'n Fransch-Engel-
sche overeenkomst in het gezicht der
conferentie, die over Europa's wel en wee
zal beslissen, zou misschien wantrouwen
hebben gewekt en men kan momenteel,
nu zoo groote belangen op het spel staan,
niet te voorzichtig te werk gaan om niet
tevoren de atmosfeer te bederven.
En die atmosfeer ls thans goed te noe
men. Dat is tenminste een lichtpunt te
Lausanne.
Toch heeft de schrapping der herstel-
schulden reeds vlak na den aanvang der
conferentie, haar intree gedaan. De Duit
sche rijkskanselier von Papen, juridisch
Frankrijk's rechten, voortvloeiend uit de
Young-regellng, volledig erkennend
waarmede een belangrijke concessie aan
Frankrijk werd gedaan, al ls het slechts
formeel gaf een uitgebreide uiteenzet
ting van de Duitsche toestanden en noem
de elke gedachte aan de mogelijkheid, dat
nog ooit weer betaald zou worden prac-
tlsch geheel uitgesloten. Hij heeft dit ver
klaard zonder dlk-doenerij, we zouden bij
kans zeggen op de manier van zijn voor
ganger Brüning, doch hij miste diens ge
zag, dat langzamerhand bij allen was ge
grondvest!
Door het ter tafel brengen van deze
schrapping zijn we evenwel direct midden
ln de kwestie, waarom het gaat, terecht
gekomen en dat lijkt ons goed toe. Laat
men de koe nu maar eens flink bij de
horens vatten; met Mussolini onderschrij
ven wij volkomen, dat de wereld nu ge
noeg woorden en mooie verzekeringen
heeft aangehoord, dat het tijd wordt voor
daden!
De groote vraag is thans, hoe het nieuwe
Frankrijk stel eens, dat nu Tardieu nog
aan het bewind was! zal reageeren In
geen geval zal Herriot voetstoots dt
schrapping kunnen en mogen aanvaar
den, doch alles zal afhangen van de wijze,
waarop hij zal manoeuvreeren!
Te Lausanne is Europa op een keerpunt:
het er op of er onder zal daar worden be
slist! Zelfs al neemt men toch aan, dat
de tijd nog niet rijp is om zoo spoedig
definitief te besluiten, niettemin zal de
kiem moeten worden gelegd voor de vol
gende conferentie, die zonder gegronde
reden tot hoop geen bestaansmogelijkheid
zou hebben.
Nog onverwacht is een noodzakelijke
beslissing getroffen, die trots de onaf
wendbaarheid een gunstigen indruk
maakt: het Hoover-moratorium, dat op
1 Juli afloopt, is verlengd tot nog niet
bepaalden datum! Op zich zelf beteekent
het niet veel, want practlsch rekende im
mers niemand op betaling, doch dit be
sluit helpt de situatie verhelderen en
geeft blijk van goeden wil bij alle betrok
kenen en als zoodanig verdient het waar
deering.
Italië heeft zich reeds bij de schrapping
neergelegd en aanvaardt deze. Voor
Dultschland ls dat ee,n steun van groote
beteekenis. Maar Amerika? De herstel-
schulden brengen automatisch de oorlogs
schulden ln het geding en totdusver wei
gerde Amerika ieder verband tusschen
beide te erkennen. Toch zijn er kleine aan
wijzingen. gelukkig, dat ook Amerika gaat
inzien, dat de nood van Europa ook Ame
rika meesleept en dat dientengevolge met
Europa toch moet worden „gesproken",
Wanneer Amerika niet voor een presidents
keuze stond, zou er waarschijnlijk meer
spoed mogelijk zijn. doch nu durft men
niet te hard van stapel loopen met het oog
op de kiezers! Edoch, de nood dwingt ook
hierMet Amerika komt echter tevens
de Ontwapeningsconferentie opnieuw naar
voren. Zonder bepaalde ontwapening zal
het verzet in Amerika wel niet zijn te bre
ken. Men ziet hieruit, hoe alle kwesties
in nauw contact met elkaar staan en zon
der gunstig resultaat in de eene in de
andere kwesties niets is te bereiken. Waar
dit inzicht zich inmiddels ook tot gemeen
goed heeft ontwikkel^ is er hoop, dat
thans ter Ontwapeningsconferentie, die m
een moeras was beland, nieuwe pogingen
zullen worden gedaan om weer op gang
te komen.
Zooals gezegd, Europa staat voor een
keerpunt
Dubbel jammer daarom, dat in
land geen regeering aan het roer is. me
gezag kan doen gelden. Van een nieuw
koers is geen sprake. Ook von "aP2
geert met noodverordeningen en bovendien
met noodverordeningen, die nog zwaaraei
drukken dan Bruening van P^n was u
te vaardigen en missen het opbouwen
karakter, dat dat deze er tevens ini n»
willen verwerken. Daarnevens staat eu
Duitschland beslist vijandig tegenover
rijksregeering, schroomt men daar be:neu
de Main niet om de rijksmaatregelen
voudig te negeeren. Dat ziet men n.v.
kras inzake de Dolitieke noodverordeni™.
die de Eitler-stormtroepen herstelt n
toogingen en demonstraties weer toe
De Zutd-Duitsche staten handhaven
ter het verbodNeen de regeermg
Papen kan geen blijver zijn!
2—*