LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad Zaterdag 18 Juni 1932 UIT HET NEDERLANDSCHE PARLEMENT FINANCIEEL OVERZICHT. H Buitenl. Weekoverzicht. HERINNERINGEN DOOR D. HANS. Mr. THEODOOR HEEMSKERK. Nu de staatsman mr. Theodoor Heems kerk tot de eeuwige rust is ingegaan, mag zonder overdrijving worden getuigd: in hem heelt ons vaderland een schit terende figuur, met name op staatkundig terrein, verloren. Tragisch is dit sterven aan den voor avond van een tachtigsten verjaardag, die in breeden kring met eerbied en bewon derende dankbaarheid 2ou zijn herdacht; even tragisch als het was, toen dr. J. Th. de Visser onlangs stier! vlak voor zijn gouden bruiloft. Heemskerk was op reis naar Tyrol, waar hij zijn jaarlijksche kuur wilde gaan doen, maar nog in het vader land moest hij die aardsche reis onder breken, omdat Hooger Macht een óndere voor hem had bestemd. DE GEBOREN PARLEMENTARIËR. Heemskerk was de béste en fijnste par lementariër, waarover ons land op dit oogenblik beschikte. Er zat ras in hem. In zijn aderen stroom de en, soms, stormde het staatsmansbloed. Zijn vader was de bekende staatsman, laatste leider der conservatieve partij, die in vroeger tijd meer dan één kabinet had geformeerd; zijn zoon is hem in die voet stappen gevolgd. De jonge Theodoor was oorspronkelijk liberaal. Kuyper heeft hem bekeerd. In zijn jonge jaren debatteerde hij eens met Kuyper, en tijdens dit debat liet Heemskerk zich overtuigen en werd anti-revolutionair. In dienst van dit begin sel heeft hij een rijke en schitterende loop baan afgelegd. Het is wel eigenaardig, dat hij later jaren lang met Kuyper gebrouil leerd is geweest. Toen in 1908 het minis terie-De Meester ten val was gebracht, kreeg Heemskerk een opdracht tot kabi- nets-formatle en voldeed hieraan. Dit heeft Kuyper, (die, na zijn val in 1905, in 1909 opnieuw aan het bewind hoopte te komen) hem vele jaren lang niet verge ven en hij gebruikte dan ook de bekende uitdrukking, dat het kabinet-Heemskerk „in onvoorzichtigheid geboren" was. Toch had Heemskerk den leider niet gepasseerd, maar Kuyper wilde in 1908 geen minister worden en liever de verkiezingen van 1909 afwachten. Doch toen deze een meerder heid opleverden voor de rechterzijde, 'oleef Heemskerk natuurlijk aan het bewind. De bekende lintjes-zaak deed het overige. Maar Kuyper, die lang van oordeel is ge weest, dat Heemskerk het optreden van een tweede kablnet-Kuyper onmogelijk heeft gemaakt (wat niet juist was) heeft later ingezien, dat hij een onbillijk oor deel had geveld: Idenburg bracht van Kuypers sterfbed voor Heemskerk die boodschap mede. EEN PIKANTE FIGUUR. In de Kamer was hij altijd een graag- geziene figuur. Een man van prettige, be weeglijke jovialiteit. Hij was een calvinist, maar één van het moderne slag. We ken nen allen de orthodoxen, zooals ons die in vele boeken beschreven worden, zooals ze op ons neerkijken van deftige portret- ton. Stroeve, erentfeste figuren, vol ge degen ernst en stille statigheid, plechtig en breed van gebaren, zwart van kleed en zwart van geslotenheid. Zooals Kuyper zat in het parlement; het was de studie van een schilder waard. Onbeweeglijk in z'n bank, de handen op elkander tegen den buik, zat hij te luisteren, een trek van stuurschheid en onbewogenheid op het gelaat, de lippen stijf gesloten. Hij lachte nooit. Grappen, geestigheden hoorde hij, maar hij hoorde ze niet. Ze hadden geen vat op 'm. Ze gleden langs 'm heen, als regendruppels langs een olie-jas. Wij hebben hem in de Kamer nooit zien lachen. Aan dit soort calvinistisch uiterlijk is het parlement vele jaren gewend ge weest. Talma bracht een andere generatie naar voren: meer los in bewegingen, moer wereldsch en modieus gekleed, met een revolutionaire das, een gekleurd vest en een on-calvinistisch fantasie-costuum was deze afgevaardigde en minister, absoluut niet de type van een orthodox predikant. En Heemskerk heeft het parlementair- calvinistisch uiterlijk in een nog nieuwere phase van ontwikkeling gebracht. De naam jolig-christelijk, onder zijn kabinet ont staan, toont reeds aan, hoe weinig in het parlement de. wat men dan noemt christelijke leden, tot dusver aan vroolijk- heid te zien hadden gegeven. En als mi nister Heemskerk vroeger aan het rede voeren was, en met z'n sprankelend ver nuft de Kamer bezig hield, en gloeiende vonken van geestigheid deed opspringen en z'n spontaan zich geven de Kamer in beweging bracht, danzag men Kuyper al weer in z'n bank zitten: stil, roerloos, gesloten, somber, stuursch, en men voelde als het ware in hem den wrevel tegen dit nieuwe verschijnsel van parlementair cal vinisme en dan zag men ineens, fél duidelijk, het verschil tusschen deze twee christen -staatslieden. Zóó blééf Heemskerk. Hij werd heel wat jaartjes ouder, maar zijn geest bleef jong en lenig en aan alle somberheid had hij een broertje dood. MAN VAN PUNTIGEN GEEST. De heer Heemskerk toonde zich als mi nister trots z'n calvinistische beginselen, als de man van een meer gematigde recht- sche politiek, gematigder nog dan hij als Kamerlid heeft voorgestaan. Want dan kon z'n redenaarstalent nog al eens uit schieten in felle vlammetjes van hi te scherpe op-den-man-af-bestrijding. Dan swam hij 's middags haastig uit Amster dam, van het Prinsen- naar het Binnen hof. draafde de Kamer in, schoof „de krul len van z'n voorhoofd weg" en hield een half uur later soms een redevoering, die de linkerzijde in nijdig lnterrumpeeren deed ontsteken. De overdreven scherpte, welke hem als Kamerlid wel kenmerkte, is later geheel verdwenen. Spotten kon hij als weinigen. Wat dansten de edele buiken der Kamerleden niet van plezier, toen hij .tot den heer Hugenholtz spre kend. het eens had over „de geachte ver beelding van den geachten afgevaardigde" En wat zwom de perstribune in oprechte vroolijkheid. toen de minister ook eens zoo simpel langs z'n neus weg zeide, in verband met dagblad-kritiek óp z'n ka binet: „Ik heb grooten eerbied voor de men- schen van de krant, maar lk geloof toch dat journalisten niet de meeste onder vinding hebben van het oplossen van De Beurs optimistischer ten aanzien der politieke vooruitzichten - Zware eischen aan de Amerikaansche schatkist - Teleur stellend koersverloop van Amerikaansche obligatiën - Verdere achteruitgang der positie van de Spoorwegen in de Vereen. Staten - Ongeanimeerde stemming op de binnenlandsche beleggingsmarkt - Bevre digende resultaten der jongste Sumatra tabaksinschrijving. De stemming ter beurze is, oppervlakkig bezien, nog wel weinig verbeterd, maar toch zijn, voor wie zijn oor oplettend te luisteren legt, wel iets opwekkender klan ken te hooren dan nog kort geleden het geval was. Van een terugkeerend opti misme kan nog wel nauwelijks gesproken worden; het zwarte pessimisme, waarin de beurs zoo langen tijd gevangen was, en dat zich weerspiegelde in een voortdu rende koersdaling, ls echter voor het oogenblik meer naar den achtergrond gedrongen. Of het binnenkort opnieuw naar voren zal komen, zal geheel afhan gen van de verdere ontwikkeling van den internationalen politieken toestand. Voor het oogenblik laat deze zich stellig wel eenigszins gunstiger aanzien. Vooral het feit, dat de ernstige wil tot samen werking, met prijsgeving van het directe nationale eigenbelang, wel in grooter mate aanwezig blijkt te zijn geeft eenige hoop op een nadere oplossing der internatio nale moeilijkheden. Het groote struikel blok zelfs wanneer de Europeesche staatslieden tot overeenstemming over de te volgen politiek inzake het herstelvraag- stuk mochten komen blijft de houding van Amerika. Uit het in een onzer vorige berichten gegeven overzicht van de ontwikkeling der Amerikaansche staatsfinanciën is wel duidelijk gebleken, met welke financieele moeilijkheden men ook in de Ver. Staten te kampen heeft, en de kans, dat men minlsterieele crises". En dan moest men den minister zien, als hij er iemand „tusschen" had genomen De Kamer juichte hem toe. En dan nam de heer Heemskerk de lorgnet van den neus streek door z'n kuif, had zelfs verbazend veel pret en keek, cndertusschen een slok water nemend, de Kamer in als wilde hij zeggen: „Hoe- is-t-ie?" De bekende uitdrukking „een stelsel van stelselmatige stelselloosheid", is óók van hem. Evenals de woorden „in den meest volstrekten zin van het woord abso luut onjuist!", waarmee hij de bewering van een Kamerlid bestreed. En hoe aardig was het moment, toen hij, de parlemen taire breedsprakigheid crltiseerend, op een stapel Handelingen wees en uitriep: „Dat spreektboekdeelen". En dat andére, toen hij, in een debat over kunst en amusement, den heer Henri ter Hall toe voegde: „Uw rede, bijvoorbeeld, was een amusement, maar geen kunst!" MAN VAN SCHERPZINNIGHEID Maar Heemskerk was niet alleen een geestig, hij was ook een hoogst bekwaam man. achter zijn puntige, pittige, pikante welsprekendheid verborg zich een schat van kennis. Zijn aanpassingsvermogen zijn indringingsvermogen waren onbe- grenst, hij had dadelijk de kern, de pointe van een zaak te pakken, hoe ingewikkeld zij ook was. Hij had (ook als minister) de reputatie van nooit erg grondig zijn stukken te kennen, maar of dit waar ia of niet ook zonder stukken wist hij dadelijk een zaak te snappen, te grijpen, te bespreken. Al verstond hij, anderzijds altijd voortreffelijk de kunst van het eieren dansen. Hij kon als hij dat noodig vond als minister uren spreken, (b.v. over de „Christelijke rechtsbeginselen") zonder iets bepaalds te zeggen. Dan zweefde hij als het ware door het debat heen. Maar zijn kennis was zóó groot, dat hij gerust aan het hoofd van elk Departement had knnen staan. Bewonderenswaardig was het, zooals hij tot op den laatsten dag van zijn parle mentaire leven een ongeëvenaarde scherp te van geest en een schitterende welspre kendheid bleef behouden. Als Heemskerk het woord vroeg, verstomde alles: doodstil werd het; en dan kon men genieten van zoo Iets goeds en zoo iets fijns als men in het parlement nog maar hoogst zelden te genieten krijgt. Nog op 27 Mei hield hij, als improvisatie een speechje over het ontwerp inzake de Godslastering, dat diepen indruk maakte, Zijn scherpe geest speurde dadelijk de hoofdzaak; zijn staats- mans-flair zal de mogelijkheden; zijn welsprekendheid zette aan dit alles een suggestieve kracht bij. HIJ ZAL WORDEN GEMIST. Hij was een geloovig man; een man van oprechten godsdienst-zin. Zeker: men heeft een enkele maal in verband met hem de uitdrukking „jolig christen dom" wel eens in dezen zin gebruikt, alsof dat christendom er één van mindere waarde zou zijn. Dan deed men hem diep onrecht. Op hem was de Genestets woord toepasselijk' „Zijn ernst was in geen rim pel, neen. maar in een lach geplooid". Onverdacht was zijn vroomheid. HIJ geloof de, terwijl hij opgewekt was en levensblij. Hij is de derde Minister van Staat, die binnen één jaar tijds stierf. Nolens, De Visser, Heemskerk. Zoo gaan de groote figuren heen, zoo sterft de parlementaire rijkdom uit. Wij zullen hem missen op het Binnen hof. Zijn prachtige, aristocratische kop, met de sierlijke, golvende grijze krullen: zijn prachtige welsprekendheid; ook ziin prachtige temperament, dat hem soms in nobele verontwaardiging kon doen ont vlammen. Maar bovenal zijn fijne geest, zijn diep-gravende bekwaamheid, heel den rijkdom van dit groote, nobele verstand. En is het niet als een teeken, dat deze man, wiens geestigheid men wel eens ten onrechte tegen den ernst van zijn gods dienst-zin aanvoerde, zijn parlementaire loopbaan heeft mogen besluiten met een rede, waarin hij naar zijn diepste over tuiging straf vroeg voor hen, die Gods Naam smalend lasterden? Daar zit iets schoons en iets ontroerends in, dat deze rede het slot van een schitterende loop baan is geweest. Hij heeft het getal zijner jaren ruim- gehad hier op aarde. Maar niette min zal ons volk gevoelen, dat het in hem een figuur van groote waarde nog te vroeg verloor. Wij buigen, bij zijn ge dachtenis. eerbiedig het hoofd. zich tot aanmerkelijke tegemoetkoming tegenover de Europeesche debiteuren be reid zal verklaren, is onder deze omstan digheden niet groot. Aan den anderen kant geeft men eij zich in de Ver. Staten in den laatsten tijd ook in toenemende mate rekenschap van, dat van een rege ling van het vraagstuk der oorlogsschul den het wel en wee niet alleen van de betrokken Europeesche landen, maar ook van de Amerlliaansche Unie, direct af hankelijk is. Het moge al waar zijn, dat feitelijk nie mand meer in ernst aan een hervatting van de internationale betalingen uit hoofde van herstel- en oorlogsschulden tenminste in den vroegeren omvang heeft gerekend (men kan nu eenmaal moeilijk „veeren plukken van een kik ker") een onomwonden erkenning van dit feit door de belanghebbende regeeringen zou haar psychologische uitwerking niet missen. Het is dan ook te verwachten, dat daarmede een algemeene opleving van den beurshandel gepaard zou gaan. Of deze van duurzamen aard zou zijn zal de toekomst moeten bewijzen. Wij hebben in de laatste jaren geleerd, iet wat huiverig te staan tegenover de be- teekenis van „psychologische factoren". Vooral de in Amerika op dit gebied op gedane ervaringen manen tot groote voor zichtigheid. Tevergeefs heeft President Hoover getracht, het vertrouwen te her stellen door allerlei maatregelen, die de bedoeling hadden, het bedrijfsleven door een gunstige voorstelling van zaken te stimuleeren, zonder echter aan den feite lijken toestand iets te veranderen. Bij een beoordeeling van de beteekenls eener regeling der oorlogsschulden dient men eveneens in het oog te houden, dat hierdoor geen wijziging wordt gebracht in de deplorabele situatie, waarin de staats financiën der meeste landen zich thans bevinden. Mocht een gunstige beslissing te Lausanne inderdaad, zooals de beurs thans verwacht, de basis leggen voor een opleving der economische bedrijvigheid, dan zal ln de eerste plaats een aanvang dienen te worden gemaakt met een „sa neering" van den flnancieelen toestand ln de verschillende landen. Voorshands wordt de wanverhouding tusschen inkomsten en uitgaven nog voortdurend grooter. De Amerikaansche President heeft b.v. dezer dagen verklaard, dat na de reeds getroffen voorzieningen door het aannemen van verschillende be lasting- en bezuinigingsvoorstellen door het Huis van Afgevaardigden en Senaat, nog altijd een tekort op de begrooting be staat van 200 millioen dollar. Op zich zelf zou dit niet zoo ernstig zijn, ware het niet, dat er in de Ver Staten nog allerlei maat regelen en experimenten op het program staan, welker verwezenlijking zware eischen aan de schatkist zou stellen. Een van de meest gevaarlijke van deze plan nen is het voorstel tot het doen van een uitkeering ln contanten aan de oudstrij ders-, dat reeds vroeger verworpen was, maar dezer dagen in het Huis van Afge vaardigden opnieuw ter behandeling ge komen en aangenomen is. Veel kans, dat het tot wet zal worden verheven, is er niet, aangezien het vrijwel zeker is, dat de President er zijn veto over zal uitspre ken, gesteld al dat het door den Senaat zou worden goedgëWurd. De afwijzende houding van den President is alleszins be grijpelijk. wanneer men bedenkt, dat met deze uitkeering een bedrag van circa 2 milliard dollar gemoeid zou zijn. dat uit het opnemen van leeningen of als dit niet mogelijk zou zijn door een beroep op de circulatiebanken en een daarmede gepaard gaande uitbreiding van den bil- jettenomloop zou moeten worden ver kregen. De vrees, dat het ondanks den tegen stand van hoogerhand toch tot een der gelijke uitkeering zou kunnen komen, heeft tijdelijk een sterken druk op den dollarkoers uitgeoefend. Daarna ls echter eenig herstel ingetreden, mede lu vel band met de optimistischere opvattingen over de mogelijkheid van een regeling van het herstelvraagstuk. Amerikaansche obligatiën hebben van de verbetering van den dollarkoers slechts ln beperkte mate geprofiteerd. Het ln de vorige week gevormde steun-consortium voor de Amerikaansche obligatlemarkt ls tot dusverre slechts op zeer beperkte schaal opgetreden, wat een zekere teleur stelling heeft veroorzaakt. Men ls er wel ln geslaagd, den koers van enkele bijzon der sterk gedeprecieerde fondsen aan zienlijk op te drijven, maar van een al gemeene stijging van het koerspeil is geen sprake geweest. Voor zoover een stijging ls ingetreden, schijnt deze in de eerste plaats toe te schrijven aan aankoopen door het publiek. Zoo was een iets grootere belangstelling waar te nemen voor de obligatiën van be paalde Amerikaansche spoorwegmaat schappijen, die door leeningen van de Railroad Credit Corporation in staat zijn gesteld, aan hun renteverplichtingen te voldoen. Naar men weet, ontvangt dit lichaam 'n gedeelte van de inkomsten der spoorwegen uit hoofde van de jongste verhooging der vervoertarieven. In totaal heeft de Railroad Credit Corporation aan de spoorwegen tot dusverre 7.22 millioen dollars voorgeschoten, terwijl zijn nog 14.72 millioen heeft toegezegd. Hoe ongunstig de bedrijfstoestand der Amerikaansche spoorwegen is, blijkt wel uit de dezer dagen gepubliceerde cijfers voor het eerste kwartaal van dit jaar voor de voornaamste spoorwegmaatschappijen tezamen. Tegenover een totaal aan ont vangsten van c.a. 116 millioen dollar heb ben 171'/: millioen dollar gestaan aan vaste uitgaven en wel voornamelijk voor rente. Dientengevolge sloten de spoorwe gen het eerste kwartaal af met een ver lies van bijna 60 millioen dollar. Tegelijkertijd is ook de liquiditeits positie aanmerkelijk achteruitgegaan. De gemakkelijk te realiseeren activa bedroe gen einde Maart 1932 voor alle maat schappijen tezamen 1117 millioen dollar, tegen 1439 millioen op hetzelfde tijdstip van het vorige jaar. In het halfjaar, loopende van Maart tot October, vervalt een totaal bedrag van bijna 116 millioen aan gefundeerde schul den, waarvoor op de een of andere wijze dekking zal moeten worden gevonden, hetzij door het opnemen van credieten bij de Railroad Credt. Corp., resp. de Recon struction Finance Corporation, of wel door het treffen van overeenkomsten met de obligatiehouders tot uitstel der beta lingen. De krachtige stijging, die korten tijd ge leden ook op de Amsterdamsche beurs voor Amerikaansche spoorwegbonds was ingetreden, heeft-zich in verband met den verderen achteruitgang der financieele positie van de desbetreffende maatschap pijen niet kunnen handhaven en heeft in enkele gevallen zelfs voor een nieuwe reactie plaats gemaakt. Daarentegen heb ben Duitsche obligatiën geprofiteerd van de gunstigere verwachtingen inzake Lau sanne, waardoor de onzekerheid over de verdere ontwikkeling van den blnnen- landschen politieken toestand van Dultschland en de toekomstige houding tegenover de buitenlandsche schuld- eischers op den achtergrond is geraakt. Vooral de Dawes- en de Youngleening zijn krachtig in koers gestegen. In tegenstelling hiermede is de ongeani meerde houding der binnenlandsche obli gatlemarkt. De nieuwe Nederlandsche staatsleening is zelfs tot 98 1/4 pet. terug- geloopen, bij een emissiekoers van 100 pet. wat verband moet houden met de ont stemming, die vooral in het buitenland is veroorzaakt door het feit, dat voor een deel van het door de Rijksfondsen gega randeerde bedrag van f60 millioen ge bruik moest worden gemaakt. De wetenschap, dat in den loop van het jaar nog wel opnieuw door den Staat een beroep op de markt zal moeten worden gedaan, hetzij voor dekking van eigen be hoeften, netzij voor die van de Koloniën, kan aan de steming voor staatsfondsen natuurlijk niet ten goede komen. Hoe grooter de vraag naar nieuw kapitaal wordt, des te hoogere rente zal moeten worden toegestaan, teneinde door de aan trekkelijker voorwaarden de terughouding van beleggers te overwinnen. Reeds heeft de Provincie Noord-Holland zich laten machtigqp tot de uitgifte van 6% leeningen. Waar deze provincie als een der meest credietwaardige der publieke lichamen kan worden beschouwt, vraagt men zich af, wat de rente zal moeten wor den voor de emissies van die gemeenten, die minder goed bij het beleggend publiek staan aangeschreven. De koersen der oude provinciale en gemeenteleeningen waren in de afgeloopen week dan ook meeren- deels gedrukt. Op de aandeelenmarkt was de stemming, in het algemeen genomen, vast, wat ook in de meeste afdeelingen in het koersver loop duidelijk tot uiting kon komen. Zoo waren suikeraandeelen op sommige dagen bepaald willig; het hoofdfonds, H. V. A., boekte in één beursdag zelfs een koers winst van ca. 10»/o, en ook de incourante soorten waren goed gevraagd. De oorzaak hiervan was de gunstigere stemming op de New-Yorksche suikermarkt, terwijl de statistische positie van het product ook wel iets beter beoordeeld wordt. Wanneer de toestand op de suikermarkt maar eens weer zoo ver zou verbeteren, dat de pro ductie voor de Java-suikerondernemingen geen verlies meer laat, zou er reeds veel gewonnen zijn. Op het oogenblik werken zij vrijwel alle met meer of minder groote verliezen, zooals uit de in den jongsten tijd gepubliceerde jaarverslagen duidelijk is gebleken. Een andere afdeeling, die een vaste stemming aan den dag heeft gelegd, was die der tabakken, in verband met 't feit, dat het verloop der laatste Sumatra- tabaksinschrijvingen beter is geweest, dan men op grond van de resultaten der vorige inschrijvingen had kunnen verwachten. Er bestond levendige kooplust en de ge maakte prijzen waren in het algemeen be vredigend. Voor de Deli Batavia Mij. waren zij zelfs aanmerkelijk gunstiger dan het vorige jaar. De in deze inschrijving door de Deli Batavia Mij. verkochte tabak be haalde een doorsnêeprijs van f. 2.— per half K.G.. tegen f. 1.59 voor dezelfde mer ken in het vorige jaar. Daarentegen be dong de door de Deli Mij. in dit jaar ver kochte tabak een veel lager gemiddelde dan vorig jaar, nl. f2.19 tegen f.2.76. De Senembah Mij. verkocht haar tabak voor dooreen f. 1.55 per half K.G. tegen f. 2.64 voor dezelfde merken vorig jaar. terwijl de Arendsburg een goed figuur maakt met een gemiddelde van f. 1.35 tegen slechts f0.84 vorig jaar. en de Oostkust met een gemid delde van f. 1.13 aanmerkelijk ten achter blijft bij vorig jaar, toen f. 1.42 werd ge maakt. Voor rubberaandeelen was de ondertoon eveneens vast, zonder dat de ontwikkeling der productenmarkt hiertoe aanleiding gaf. Uit de in den laatsten tijd verschenen jaarverslagen van de Ned.-Indische Rub bermaatschappijen is echter gebleken hoe zeer deze onder den druk der omstandig heden de productiekosten omloop hebben weten te brengen. Ofschoon zij zelfs thans niet zijn aangetast aan den sterk gedaal- den verkoopprijs, is de positie der onder nemingen er toch in zooverre gunstiger door geworden, dat de verliezen voor het oogenblik beperkt worden, terwijl de maat schappijen paraat staan, om onmiddellijk te profiteeren van eenige opleving dei- vraag en een daarmede gepaard gaande prijsstijging, zelfs als deze binnen be perkte grenzen blijft. Van industrieele aandeelen kwamen de leidende fondsen. Unilever en Philips, op een hooger niveau. Wat laatstgenoemde betreft was dit mede te danken aan het bericht, dat de maatschappij zich behalve op de fabricage van reproductie-apparaten voor de klankfilmindustrie thans ook op opname-toestellen is gaan toeleggen. Voor Koninklijke Petroleum was de be langstelling aanvankelijk niet groot, maar later trad ook hier bij toenemende vraag een koersverbetering in. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop: Koloniale Bank 35 1/4. 42 1/4, 41 1/4. Amsterdamsche Bank 65 1/4, 71, 69. Aku 211/2, 24. Ned. Ford 86, 89. Philips Gem. Bez. 54, 67. Unilever 86 1/2, 94. Ned. Gist- en Spir.Fabr. 201, 220. Ned. Kabelfabr. 164, 175. Intern Cred.- en Handelsver. „Rotter dam" 90; 1001/2. Alg. Exploratie 86 1/4, 92 1/4. Koninkl. Petroleum 113. 122 3/4. Perlak Petroleum 56, 64. Amsterdam Rubber 25, 33 1/2. Kali Bakar 39. 49 1/2. Kon. Paketvaart 741/2, 79. Stoomvaart Mij „Nederland" 33, 41. Vorstenlanden 25 1/2, 33 5/8. Handelsver. „Amsterdam" 132 1/4, 148 1/2 Javasche Cultuur 68, 95. Nlsu 55 1/2, 69 1/2. Maron 81, 100. Deli Batavia Mij. 65 1/4, 78. Deli Mij. 75, 98. Senembah 82 1/2, 95. Ngredjo 77, 87. EUROPA OP EEN KEERPUNT, Het groote spel heeft een aanvang o». nomen: de conferentie van Lausanne is begonnen! Zooals te verwachten was is de Engelsche premier MacDonald tot pre sldent gekozen en hij heeft de conferentie ingeluid met een rede. die bijzonder dui delijk liet uitkomen, in welk een Impasse de wereld is beland; feitelijk bijkans tot den rand van den afgrond is genaderd Slechts een eendrachtig samengaan van allen voor allen kan redding brengen uitgeschakeld dient het eigenbelang en het egoïsme. Klaar en helder heeft MacDonald het gezegd en zijn scherp omlijnde uiteen zetting over den meer dan deplorabelen toestand heeft niet nagelaten diepen in druk te maken. Helaas kon de Engel sche premier geen plannen direct aan wijzen, die verbetering kunnen brengen Het heette een oogenblik, dat MacDonald het zou wagen om de schrapping der her stelschulden als zoodanig aan te duiden doch tenslotte heeft hij het toch niet aangedurfd om dezen gewichtigen stap in eerste instantie terstond te onder nemen. Blijkbaar heeft het onderhoud met den nieuwen Franschen premier Herriot hem daarvan wel teruggehouden Hoe vertrouwd de besprekingen te Parijs echter ook geweest mogen zijn, een vaste afspraak is niettemin niet gemaakt en daarover mag men tevreden zijn, daar dit de situatie eerder verslechterd dan ver beterd zou hebben. Zoo'n Fransch-Engel- sche overeenkomst in het gezicht der conferentie, die over Europa's wel en wee zal beslissen, zou misschien wantrouwen hebben gewekt en men kan momenteel, nu zoo groote belangen op het spel staan, niet te voorzichtig te werk gaan om niet tevoren de atmosfeer te bederven. En die atmosfeer ls thans goed te noe men. Dat is tenminste een lichtpunt te Lausanne. Toch heeft de schrapping der herstel- schulden reeds vlak na den aanvang der conferentie, haar intree gedaan. De Duit sche rijkskanselier von Papen, juridisch Frankrijk's rechten, voortvloeiend uit de Young-regellng, volledig erkennend waarmede een belangrijke concessie aan Frankrijk werd gedaan, al ls het slechts formeel gaf een uitgebreide uiteenzet ting van de Duitsche toestanden en noem de elke gedachte aan de mogelijkheid, dat nog ooit weer betaald zou worden prac- tlsch geheel uitgesloten. Hij heeft dit ver klaard zonder dlk-doenerij, we zouden bij kans zeggen op de manier van zijn voor ganger Brüning, doch hij miste diens ge zag, dat langzamerhand bij allen was ge grondvest! Door het ter tafel brengen van deze schrapping zijn we evenwel direct midden ln de kwestie, waarom het gaat, terecht gekomen en dat lijkt ons goed toe. Laat men de koe nu maar eens flink bij de horens vatten; met Mussolini onderschrij ven wij volkomen, dat de wereld nu ge noeg woorden en mooie verzekeringen heeft aangehoord, dat het tijd wordt voor daden! De groote vraag is thans, hoe het nieuwe Frankrijk stel eens, dat nu Tardieu nog aan het bewind was! zal reageeren In geen geval zal Herriot voetstoots dt schrapping kunnen en mogen aanvaar den, doch alles zal afhangen van de wijze, waarop hij zal manoeuvreeren! Te Lausanne is Europa op een keerpunt: het er op of er onder zal daar worden be slist! Zelfs al neemt men toch aan, dat de tijd nog niet rijp is om zoo spoedig definitief te besluiten, niettemin zal de kiem moeten worden gelegd voor de vol gende conferentie, die zonder gegronde reden tot hoop geen bestaansmogelijkheid zou hebben. Nog onverwacht is een noodzakelijke beslissing getroffen, die trots de onaf wendbaarheid een gunstigen indruk maakt: het Hoover-moratorium, dat op 1 Juli afloopt, is verlengd tot nog niet bepaalden datum! Op zich zelf beteekent het niet veel, want practlsch rekende im mers niemand op betaling, doch dit be sluit helpt de situatie verhelderen en geeft blijk van goeden wil bij alle betrok kenen en als zoodanig verdient het waar deering. Italië heeft zich reeds bij de schrapping neergelegd en aanvaardt deze. Voor Dultschland ls dat ee,n steun van groote beteekenis. Maar Amerika? De herstel- schulden brengen automatisch de oorlogs schulden ln het geding en totdusver wei gerde Amerika ieder verband tusschen beide te erkennen. Toch zijn er kleine aan wijzingen. gelukkig, dat ook Amerika gaat inzien, dat de nood van Europa ook Ame rika meesleept en dat dientengevolge met Europa toch moet worden „gesproken", Wanneer Amerika niet voor een presidents keuze stond, zou er waarschijnlijk meer spoed mogelijk zijn. doch nu durft men niet te hard van stapel loopen met het oog op de kiezers! Edoch, de nood dwingt ook hierMet Amerika komt echter tevens de Ontwapeningsconferentie opnieuw naar voren. Zonder bepaalde ontwapening zal het verzet in Amerika wel niet zijn te bre ken. Men ziet hieruit, hoe alle kwesties in nauw contact met elkaar staan en zon der gunstig resultaat in de eene in de andere kwesties niets is te bereiken. Waar dit inzicht zich inmiddels ook tot gemeen goed heeft ontwikkel^ is er hoop, dat thans ter Ontwapeningsconferentie, die m een moeras was beland, nieuwe pogingen zullen worden gedaan om weer op gang te komen. Zooals gezegd, Europa staat voor een keerpunt Dubbel jammer daarom, dat in land geen regeering aan het roer is. me gezag kan doen gelden. Van een nieuw koers is geen sprake. Ook von "aP2 geert met noodverordeningen en bovendien met noodverordeningen, die nog zwaaraei drukken dan Bruening van P^n was u te vaardigen en missen het opbouwen karakter, dat dat deze er tevens ini n» willen verwerken. Daarnevens staat eu Duitschland beslist vijandig tegenover rijksregeering, schroomt men daar be:neu de Main niet om de rijksmaatregelen voudig te negeeren. Dat ziet men n.v. kras inzake de Dolitieke noodverordeni™. die de Eitler-stormtroepen herstelt n toogingen en demonstraties weer toe De Zutd-Duitsche staten handhaven ter het verbodNeen de regeermg Papen kan geen blijver zijn! 2—*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 14