LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Zaterdag 18 Juni 1932
niet voornemens is over te gaan tot ver
laging van de steunnormen voor de werk-
loozen?
5. Is de regeering bereid de verdeeling
van de werkelijke crisisuitgaven der ge
meenten zoodanig te regelen, dat het Rijk
hierin voor 5/6 en de gemeenten voor 1/6
bijdragen?
6. Is de regeering bereid, in verband met
den omvang en langen duur der werkloos
heid, het bedrag van f 750.000 dat voor
1932 aan het Nationaal Crisiscomité ter
beschikking is gesteld, belangrijk te ver
hoogen?
7. Is de regeering bereid de werklooskas-
sen in de bouwvakken onder de crisis-re
geling voor de werkloosheidsverzekering te
doen vallen en wil zij mededeelen. hoe ver
de uitvoering van haar Dlannen omtrent
het verstrekken van bouwcredieten, waar
van In de Kamerzitting van 2 Maart 1932
mededeeling is gedaan gevorderd ziln en
van welken aard deze plannen zijn?
8. Is de regeering bereid on korten ter
mijn de mogelijkheid van de oprichting
van een Staatshypotheekbank voor het
bouwbedrijl te doen onderzoeken en van de
uitkomsten aan de Kamer mededeeling te
doen?
9. Welke plannen bestaan er bij de re
geering o.a. door de gemeenten in staat te
stellen, die noodzakelijke werken uit te
voeren, die wegens geldgebrek niet uitge
voerd kunnen worden?
10. Wil de regeering mededeelen, welken
omvang de exoort-crediet-garanties reeds
hebben verkregen?
11. Is de regeering bereid, in voorko
mende gevallen door credietverstrekking
aan bepaalde ondernemingen het deze mo
gelijk te maken, opdrachten uit te voeren?
12. Is de regeering niet van meening,
dat door verkorting van den arbeidstijd
voor een grooter aantal arbeiders werk
gelegenheid zou kunnen worden verkregen
en is zij bereid met organisaties van werk
nemers en werkgevers van daarvoor In
aanmerking komende bedrijven overleg te
plegen over de wijze waarop dat doel zou
kunnen worden bereikt, om daarna de
noodige wettelijke maatregelen te treffen?
ANTWOORD DER REGEERING.
Minister Ruys de Beerenbrouck heeft na
mens de regeering de interpellatie beant
woord.
Hij betuigde zijn deelneming met hen.
die door de werkloosheid worden getrof
fen en erkende den plicht der Regeering,
om naar de middelen uit te zien, die den
nood kunnen verzachten. De Regeering
dient zooveel mogelijk het herstel van het
bedrijfsleven te bevorderen teneinde de
werkloosheid te verminderen; zij moet
voorts verdere toeneming zien te voorko
men en de gevolgen der werkloosheid leni
gen. Doch hoe ernstiger de algemeene toe
stand wordt, hoe meer de middelen zich
beperken, want wat vandaag financieel
mogelijk is, is het morgen niet meer. Daar
om dient de Regeering zeer voorzichtig te
zijn: zii moet alleen die beloften doen,
voor de Inlossing waarvan zij kan In
staan. De Minister verklaarde met grooten
nadruk, dat de Regeering het mogelijke
doet. Hij gaf verschillende cijfers om de
economische nood van het oogenbllk te
doen zien. Op 1 Januari 1930 lagen in onze
havens opgelegd 2 schepen (ruim 6000 ton)
thans liggen er 144 schenen (ruim 600 000
ton). Soortgelijke vergelHkings-cilfers gaf
de Minister van in- en uitvoer en allerlei
andere zaken, om den toestand te il-
dustreeren.
Wat wordt er nu ten aanzien van de
werkloosheid financieel gedaan?
De Minister deelde mede dat van Ja
nuari tot en met April door Rilk Gemeen
ten en Werkloozen-kassen aan werkloos
heids-steun. werkverschaffen en werkloos
heids-ultkeerlng een bedrag v. f. 44.881 727
is uitgegeven. Bijna 45 millioen gulden ln
4 maanden dus. De Minister achtte aan
sluiting van de loonen aan den economl-
schen toestand noodzakelijk: daarom moet
steeds worden nagegaan of de loonen bij
de werkverschaffing niet te hoog zijn en
moeten ze verlaagd worden dan dient de
Regeering haar plicht te doen. Volksgunst
Is zoo riep de Minister uit gemakke
lijk te verwerven door schoone beloften,
maar de Regeering dient zich haar ver
antwoordelijkheid bewust te zijn.
Wat nu meer In het bijzonder de vra
gen van den heer Kupers betrof zei de
Minister het volgende:
Met de Contact-commissie zal zooveel
mogelijk overleg worden gepleegd, maar
niet elke beslissing kan vooraf aan haar
goedkeuring worden onderworpen. Advie
zen van de commissie zullen echter steeds
onder de oogen worden gezien.
De Regeering kan niet verklaren, dat
niet tot verlaging van de steunnormen kan
worden overgegaan. Op het oogenblik ligt
het echter niet in de bedoeling de steun
normen over de geheele lijn te verlagen.
Voor incidenteele beslissingen moet de Re
geering echter vrijheid behouden. Indien
er gemeenten zijn, die de normen te laag
stellen, zal de Regeering haar daarop
wijzen.
Wat de loonen bij de werkverschaffing
betreft deelde de Minister mede dat. wat
thans gedaan wordt het maximum vormt
van hetgeen gedaan kan worden. De zaak
van de aftrek der Ouderdomsrente maakt
een punt van overweging uit. Verlaging
van het aandeel der gemeenten in de cri
sis-uitgaven kan niet olaats hebben. Daar
entegen zal, zoo noodig, een verhooging
van de rijksbijdragen aan het Nationaal
Crisiscomité overwogen worden. De Regee
ring is voorts bereid de werkloozenkassen
van de bouwvakken onder de crisisrege
ling te doen vallen, en bouwcredieten te
geven, indien blijkt dat de betrokkenen
een economisch verantwoordelijk beleid
willen voeren (loonsverlaging), Oorichting
van een staatshypotheekbank voor het
bouwbedrijf verdient geen aanbeveling.
Voorschotten aan de gemeenten tot het
doen uitvoeren van werken kunnen niet
worden gegeven. In het geven van credie-
ten aan ondernemingen moet de Regeering
zich zeer beperken. Wat. tenslotte een
eventueele verkorting van den arbeidstijd
als bestrijding der werkloosheid betreft,
de Regeering meent dat dit aan de parti
culiere krachten moet worden overgelaten;
zij zelf kan in dit opzicht niets doen.
De Minister eindigde met de verklaring,
dat de Regeering inzake het moeilijke on
derwerp der werkloosheid doet wat moge
lijk is.
De heer Kupers repliceerde.
Spr. betoogde dat er bij particulieren en
in banken voor 366 millioen aan goud ren
teloos ligt, terwijl er voor 150 millioen aan
bankbiljetten van duizend gulden is op
gepot.
Spr. diende twee moties in: de eerste wil
de crisisuitgaven als regel voor 5/6 ten
laste van het Rijk en voor 1/6 van de ge
meente brengen; de tweede wil de crisis-
regeling ook uitstrekken tot de werkloos-
heidskassen der bouwvakarbeiders.
De heer Van der Meys (R.-K. wilde des
noods de vermogens aantasten om de
werkloosheidsuitkeeringen op peil te hou
den.
De heer Slotemaker de Bruine (C.-H.)
wees op de verantwoordelijkheid niet al
leen van de regeering doch ook van de
Kamerleden.
Spr. gaf in overweging een veertigurlge
werkweek met vermindering van uurloon.
De vergadering werd verdaagd tot Dins
dag één uur.
HAGENAAR.
LXII.
Tot mijn spijt kon ik de vorige week
als leider van het Interland Bridge Con
cours te Scheveningen. geen tijd vinden
tot het schrijven van een behoorlijk Brid-
ge-artikel. Ik ga nu hieronder verder met
het behandelen van de
INFORMATIE DOBBEL
en wil mij thans in de eerste plaats bezig
houden met het antwoord van den partner
van den doubleerder.
Zooals wij gezien hebben is de informa
tie dubbel, zoowel van een Sans Atout-bod
als van een kleur-bod. steeds een aanval
lend bod. steeds een verzoek aan den part
ner om een bod te doen in zün beste kleur
Het is een sein dat een sterk snel aanwezig
ls en dat met eenige steun van den part
ner een manchebod wellicht te bereiken
valt. Het is daarom imperatief noodzake
lijk dat indien ook maar eenige sterkte
aanwezig is de partner hiervan mededee
ling krijgt. Men late zich niet verleiden
tot passen indien men vindt dat het snel
onvoldoende sterk is voor een bod. Indien
dit bod den partner niet convenieert en hij
hierin niet kan steunen zal hij wel een
zelfstaandig bod doen. Bovendien houdt hij
er met het steunen ongetwijfeld rekening
mede dat het bod afgedwongen werd en
dus niet sterk behoeft te zijn.
Het spreekt van zelf dat met een spel
met' eenige sterkte de oartner graag een
bod zal willen doen. Hij weet dat hij bij
den doubleerder een minimum van 3 toe
slagen zal vinden en vermoedelijk sterkte
in zijn kleur Anders is het echter in
dien de oartner een geheel of vrijwel ge
heel waardeloos snel heeft. Het is voor vele
spelers moeilijk te begrijpen dat juist dan
de noodzaak van bieden nog grooter is,
dat hij onder geen omstandigheden mag
passen indien de tusschen zittende sneler
heeft gepast. Hij moet absoluut gehoorza
men en het bieden openhouden. Immers
past tui dan zal de oorspronkelijke bieder
ook passen en zijn gedoubleerd contract,
vermoedelijk met eenlee overslagen maken
Indien de tusschenzittende sneler eenig
bod heeft gedaan dan wel heeft geredou
bleerd moet men op een waardeloos snel
passen. Er is geen beter bod om zwakte uit
te drukken. Het bieden ls ooen gebleven
en hij kan aan den doubleerder overlaten
zelf een andere kleur te kiezen na een re-
doublet of een bod te doen of te passen
na een eventueele verhooging of ander bod
van de derde hand.
Men houde deze twee gevallen goed uit
elkaar. Is de doubleerder niet overboden
door de derde hand dan moet men bieden.
Is dit wel het geval dan bestaat deze nood
zaak niet meer en drukt elk gedaan bod
een zekere kracht uit benevens het ver
langen een Doging te doen zelf het snel
te spelen. Dit is dan een geheel vrijwillig
bod waarop de partner moet kunnen ver
trouwen.
Wat moet de partner nu echter op een
waardeloos spel bieden? De meeningen
hierover zijn verdeeld d.w.z verschillende
systemen vragen een ander antwoord. Door
enkelen wordt gepropageerd het bieden
van 1 Sans Atout. 41s zijnde het laagst
mogelijke antwoord om het bieden open
te houden en waarna de partner in elke
andere kleur 2 kan bieden Ik ben het
hiermede niet eens omdat het veelal leidt
tot verwarring en wordt beschouwd dat
men een dekking in de geannonceerde
kleur geeft en eventueel wel Sans Atout
wil spelen. Bovendien is het resultaat dat
wanneer men 1 S. A. als zwakte antwoord
reserveert, direct 'n bod van 2 Sans Atout
noodig zou zijn om een spel aan te geven
waarmede men wel Sans Atout zou willen
spelen. Dit brengt het bieden op een te
hoog niveau.
Ik zou daarom meer voelen om een
antwoord van 2 Klaveren te beschouwen
als een zwakte-bod Hooger is dit bod prak
tisch niet want de partner kan passen of
steunen indien deze kleur hem convenieert
doch tevens elke andere kleur noemen zon
der het niveau te verhoogen.
Het bezwaar hiertegen is weliswaar dat
dan een reëel klaverbod niet kan worden
onderscheiden, doch dit bezwaar lijkt groo
ter dan het is. Heeft men inderdaad een
sterk klaversnel. dan kan zonder bezwaar
3 Klaveren worden geboden. Is de sterkte
echter slechts middelmatig dan zal het van
belang zijn eerst den oartner te hooren.
Convenieert diens bod dan passe men. is
dit niet het geval dan kan alsnog 3 Kla
veren worden geboden en moet hierna de
situatie voor den partner volkomen duide
lijk zijn. Ben Manchebod in Klaveren zal
na een origlneele opening vermoedelijk
toch niet te bereiken zijn tenzij de oartner
onmiddellijk flink kan steunen en men
zelf sterk is en over een goede distributie
beschikt.
Veröer houde men er als partner steeds
rekening mede dat een informatie doublet
een antwoord eischt, dus dat na een in
formatie doublet van 1 Harten het ant
woord van 1 Schoppen moet worden op
gevat als een minimum bod. Een eerste
vereischte is dus dat men indien men als
partner werkelijk over een sterk spel be
schikt, hetwelk gezien de geannonceerde
kracht van den doubleerder tot een Man
chebod kan leiden, hiervan mededeeling
doet door een hooger bod dan noodzake
lijk was. De partner weet dan dat dit een
vrijwillig bod was. Ik geef hiervan het vol
gende voorbeeld:
N. Sch. Vr-B-7-5-4-
Ha Heer-Boer-8
Ru Heer-Boer-9-5-
K1 3
W. Sch 9-6-
Ha 7-6-5-4
Ru 7-6-
K1 9-8-6-5-2
O. Sch Aas-10-8
Ha Aas-Vr-10-9-3
Ru 4-2-
K1 Heer-Boer-10
Z. Sch Heer-3-2-
Ha 2
Ru Aas-Vr-10-8-3-
K1 Aas-Vr-7-4-
Oost had gegeven en bood 1 Harten, Zuid
doubleerde. West past en N biedt 2 Schop
pen! Het contract werd natuurlijk gespeeld
in 4 Schoppen, die gemakkelijk te maken
zijn.
Zou in dit geval N slechts 1 Schoppen
of 1 Sans Atout geboden hebben, dan zou
Zuid wetende dat hll Noord tot een bod
had gedwongen, nauwelijks kunnen steu
nen. Noord's vrijwillige bod echter van 2
Schoppen, waarmede hij aangaf een reëel
Schoppenbod te hebben en met de geannon
ceerde kracht van zijn partner door te wil
len gaan. bracht onmiddellijk het Man
chebod.
Een vrijwel gelijk geval was het vol
gende
N. Sch Aas-Boer-9-6-
Ha 6-5-4-
Ru Aas-10-4-
K1 Aas-8-6-
W. Sch Heer-5- O. Sch 7-3-
Ha H-Vr-B-10-8- Ha 7-3-2-
Ru Vr-7-5- Ru Boer-8-6-4-
K1 Heer-7-2- KI Boer-10-9-3-
Overzicht onzer belangrijkste
Veemarkten.
z.
Sch Vr-10-8-4-2-
Ha Aas-9-
Ru Heer-9-2-
K1 Vr-5-4-
Zooals te verwachten was, hadden i
verband met den drukken hooioogst de v?
bruiksveemarkten van gisteren zeer
te beteekenen. Bepaald heel kleine aan
voeren waren er te Leeuwarden en Zwn
en ook alhier te Leiden was weinig melk
vee en vooral zeer weinig mager weideveë
aangeboden en daar de vraag nagenoee tnt
het uiterste beperkt bleef, ging er nog v»i
onverkocht huiswaarts. De prijzen waren
onder deze omstandigheden gedrukt en
daar de volgende week de hooioogst zich
in het volle seizoen bevind, verwacht^
we de markten nog stiller.
De afdeelingen slachtvee en stieren wa
ren tevens dunner bezet als gewoon loch
was ook daar de handel verre van geanl
meerd. De beperkte aanvoeren voorkwaë
men een beduidende prijsverlaging Toch
waren de besteedde prijzen even minder
als vorige week.
Vette kalveren tamelijke handel en on
geveer prijshoudend en nuchtere kalveren
moesten wegens gebrek aan voldoende
vraag tot wat lagere prijzen worden afge
geven.
Oo de vette schapenmarkt een nagenoeg
verlaten toestand, We zien, als we voor
dit artikel op de Hollandsche consumenten
zijn aangewezen, zou onze schapenhouderij
wel heel weinig te beteekenen hebben
Voor de eerste drie weken zal deze han
del, bij gemis aan de Fransche markt dan
ook van geen beteekenis zjjn Toch' had
het on de prijzen der weidelammeren nog
geen invloed, want het jonge goed ging er
wpI langzaam maar prijshoudend uit
Eenige inzinking valt er momenteel weer
waar te nemen in de varkensprlizen. Zoo
wel de vette als de zouters wordt weer een
cent per pond minder voor geboden als de
vorige week. Leeuwarden kwam gisteren
ook weer iets lager af De snelle prijsstij
ging was vorige week misschien onder den
invloed van de berichten van regeerlnes-
steun aan de varkenshouderij en -mesterH
wel eenigszins geforceerd.
VAN DER S.
RECLAME.
MIJNHARDT's
Zenuw-Tabletten 75
Laxeer-Tabletten 60
Hoofdpijn-Tabletten 60et
Bij Apoth. en Drogistei^
1710
Zuid paste. Na een dubbel van Noord van
West openingsbod van 1 Harten ls het
juiste antwoord van Zuid 2 en niet 1
Schoppen. Gezien de dubbel van Noord,
heeft hij een kansrijke Schoppenkaart,
Had hij 1 Schoppen geboden dan zou N,
gezien het feit dat Zuid reeds gepast had,
niet door durven gaan omdat het bod v
Zuid was afgedwongen en zeer minimaal
kon zijn. Na het vrijwillige bod van Zuid
kan Noord tot 4 Schoppen verhoogen die
bij goed spel niet te verliezen zouden zijn.
Het is voor de lezers wel eens interessant
om na te gaan hoe dit spel aangepgkt zou
moeten worden, ook zonder dat men on
de hoogte is van de distributie van Oost
en West.
A. J. VERSTEEG.
OP BEZOEK BU JEAN GILBERT.
De componist Jean Gilbert,, de record
houder van operettes, die ln de twintig
jaar van zijn Berlijosch Bulinen werk,
meer dan 10.UUU n aai zijn opgevoerd, komt
achter zijn instrument /andaan.
„Om eenige vragen te stellen omtrent
de muziek van de nieuwe Uïa-operette
„Zwei Herzen und ein f-hlag", die Wil
helm Thiele met Lilian Harvey en Wolf
Albach-Retty gedraaid heeft, ben ik naar
U toegekomen".
„Ziet U", begon Gilbert, „wij wilden een
filmoperette ..laken, dat heet om een op
lossing van de muziek in de beweging van
het beeld te bereiken ik zal er iets van
laten hooren".
Plotseling weerklonk een melodie, eerst
zacht, toen duidelijk, werd gevarieerd en
herhaald in hooge en lagere o. taven; een
liefelijke, aanlokkelijke melodie. En de
toondichter verklaart: „Ziet U, wij wilden
in onze nieuwe film een groote muzikale
finale aanbrengen, en dit motief is daar
van de aanvang" hij neuriede het ter
begeleiding van zijn spel en toen onder
brak Wilhelm Thiele mijn spelen en riep,
dat hij reeds wist, welke scène hij bij deze
muziek zou maken, en terwijl ik dan ver
der speelde, het motief uitvoerde, verzon
Thiele voor ieder muzikaal moment reeds
de passende beelden.
Zoo ontstond hier, in deze kamer, in
de heerlijkste samenwerking tusSchen ons
tweeën, het hoofddeel van de film".
„De muziek was er dus het eerste?"
„Ja. eerst hadden wii de muziek, toen
plaatste Thiele voor iedere melodie ziin
beelden, en daarna werd eerst, natuurliik
naar de voorgelegde dramatische linie van
de film. de tekst gemaakt.
„Na dit motief kwam het marschlied
forscher nlaatster Gilberts handen zich
op de toetsen daarin zond Thiele den
marsch voor ziin hotelbedienden toen
volgde een liefdesthema. en Thiele voegde
toen een Uefdeshandellng in de tonen
van bef. instrument klonken weer zacht en
liefelijk, dan wordt de muziek weer har
der daarna komt do rme-ewonden pit-
eenzetting. 7(10 volgt de heele finale
van de film. 4sn meter lang met alle bii-
zondere voorvallen in het caharot, waarin
het sneelt. en zon werd hier de film hll ge-
deeltert nntwm-nen daarna met, grnote
nauwkeurigheid in het atelier opgenomen.
Maar daarvoor is natuurlijk een regis
seur onontbeerlijk, zooals Thiele, die al
leen reeds bij de muziekklanken voelt, wat
voor beeld hij er bij kan gebruiken.
„Hier is dus een duidelijk verschil met
de tooneeloperette te bemerken?"
„Ja, voor 't tooneel zijn enkele thema's
langer, daar hebben de hoofdrolvertolkers
langere solopartijen, bij de film moet dit
echter héél anders zijn, daar treedt het
optische op den voorgrond, w.j, de makers,
moeten ons daaraan geheel aanpassen!"
„Heeft U geen schlager in uw muziek?"
„Jawel, een lied, dat Lilian Harvey
zingt: is als speciaal nummer gecompo
neerd. Of het een schlager wordt, weet
men nooit vooruit, daarom noemen wij
het voorloopig een „nummer": maar de
vele andere motieven, waarvan ik allemaal
iets bijzonders had kunnen maken, zijn ln
de gezamenlijke compositie verwerkt en
niet als een op den voorgrond tredend ge
deelte omdat ik een filmoperette wilde
componeeren en geen schlagerpotpourri".
„Zal uw volgende werk weer muziek
voor een film zijn?
„Eerst", lachte Gilbert en kwam weer
achter den vleugel vandaan, „eerst moet
ik naar Londen, waar in twee schouwbur
gen aan twee van mijn operettes begon
nen wordt. Daarna hoop ik echter weer
aan een filmonerette te kunnen werken,
die mij, naar ik hoon, precies zooveel
vreugde verschaffen zal ais de samenwer
king met Wilhelm Thiele voor de film
„Zwei Herzen und ein Schlag".
TWEE TROUWE KAMERADEN.
„Wij probeeren geen kunst te brengen,"
zeide Oliver Hardy, „ons zakelijk doel is
het publiek te laten lachen."
Stan Laurel knikte instemmend.
De twee komieken rustten tusschen de
opnamen van hun nieuwste film ln het
geluidsstudio.
De grondslag van de kluchten van dit
populaire tweetal is het beproefde recept
van rondvliegende taarten vallen, mod
derpoelen en brekende ruiten.
De sympathie voor Laurel en Hardw is
algemeen en zij slaagden, waar anaeren
geen succes hadden Zii probeerden niet
meer In hun spel te leggen dan het be
kende type van twee ongelukkige hulpe-
looze zwervers. De grondslag van hun suc
ces is hun kennis van het publiek, het
leven en den menschelijken aard en
bovendien hun aangeboren gave voor echt
komisch spel. Zij maken van te voren uit
wat hun filmpersoonlijkheden moeten
doen en welk type zij moeten zijn. Zij
nemen dit type aan en volgen consequent
de handeling van de uit te beelden per
sonen.
De meeste menschen lachen om Laurel
en Hardy en vragen zich later af, waarom
zii eigenlijk gelachen hebben. Zij lachten
omdat .zij toestanden en personen, die zij
zich in hun eigen omgeving konden in
denken op het witte doek gezien hadden.
Voor het amusement van het publiek heb
ben deze twee mannen ons gebracht; een
paar zwervers, hun zeldzame gave van
kluchtspelers heeft hen in staat gesteld
iets komisch menscbeiijks uit te beelden
en een naïeve jeugdige verwondering over
omstandigheden rond hen
Zij hebben dit moeten vergrooten en
versterken om filmeffecten en komische
hoogtepunten te kunnen bereiken, maar
zh verpersoonlijken de eenvoudige kinder-
liikheid en de gretige verwondering, die
onbewust in de meeste menschen is.
Laurel en Hardv maken g°en kluchten
met lukrakp effecten. Iedere f'lm van hen
wordt ernstig overwogen en een grond
idee is de basis voor iedere aeschTdenis.
Hardy, de „gewichtige" helft van het
tweetal, zegt, dat een zekere spontaniteit
het <*eheim is van een goede klucht.
„Wii werken altijd volgens hetzelfde
principe Wil beginnen met een gegeven,
dat wij samen uitgedacht hebben en
iedereen geeft ziin meenine te kennen of
opport nieuwe ideeën Als d" basis vastge
steld is b»g(n"en wil met de op-amen en
worden de details gedurende het snel ver
der uitgewerkt.
„Eigenaardig is. dat het woord klucht
een soort uitdaging voor het puvliet:
schijnt te ziin net als een ririidkreet, de
bioscoopbezoekers nemen d'kwijls de hou
ding aan- Laat ons zien wat 11 k°"t en last
ons lachen als u kunt, en wii moeten
steeds opnieuw door deze hindern's heen-
breken en het nubüek voor ons veroveren,"
Ook Stan Laurel gaf ziin onm'e te ken
nen. Eigenaardig is Laurel's dieee mnz1-
kale stem in het privéleven Hij zeide' ..Als
je denkt, dat ie iets cmweldig goeds kunt
brengen, is hii het ntihliofc rneestal weinig
te bereiken, maar als je gewoon men-
scheliik bent en ie heb' enkele ideeën din
lachsuccessen beteekpppp, heb je het
pub'iek gauw on ie hand.
„Toen wii besloten samen te ?a»a wer
ken" vcvolede Laurel .waren Oliver en
ik het eens, dat wii vóór ai'"s moesten
streven naar natuurlijkheid. Wii moesten
begriloelijk ziin en door het publiek her
kend worden."
„Ipdereen kent ergens in ziin omgeving
een Stan en e°n Ol'ver." zegt Pa-dv wat
wii doen zou ■'«vm l-d°re-n gedaan kun
nen worden Wii mee ten nafnurlHi- het
komische iets aandikken, maai' niet meer
dan noodig is. Hst doek verlangt een
scherper omlijnd beeld, dan het gewone
leven."
Deze twee zijn de eenige komieken, die
jarenlang succesvol samen gewerkt heb
ben. Met iecfere nieuwe film zijn zij meer
populair geworden, misschien ls het om
dat zij zelf zoo goed de grenzen van hun
eigen mogelijkheden kennen en daarbin
nen weten te blijven.
EEN JEUGDDROOM VERWEZENLIJKT.
Toen de bekende zwemkampioen Johnny
Weismuller een contract geteekend had om
de hoofdrol te vervullen in de Metro Gold-
wyn Mayer film .Tarzan" (De Aapmensch)
dl? het komend seizoen zal worden uitge
bracht, werd een van zijn jeugddroomen
verwezenlijkt.
„Ik heb alle boeken gelezen, die Edgar
Rice Burroughs over zijn Tarzanfiguur ge
schreven heeft", vertelde hij.
„Gewoonlijk las ik de boeken wel tien
maal. in afwachting van het volgende dat
verschijnen zou en met miin vrienden stel
de ik „Tarzan" voor.Wij klommen over
heggen en in boomen en stootten wilde
kreten uit. zooals onze held. De katten en
honden uit de buurt waren onze prooi en
ieder oogenblik beleefden wij denkbeeldige
avonturen.
„Volgens mij kwam Douglas Fairbanks
het dichtst bii de opvatting, die wij ons
over de Tarzanfiguur gevormd hadden en
miste geen enkele film van hem. Ik
droomde, dat ik een man zou kunnen ziin
Tarzan of een acteur zooals Douglas Fair
banks en nu. nadat ik de rol van Tarzan
vervuld heb. zie ik films van Douglas nog
het liefst."
D? schrijver van de Tarzanverhalen en
Dir. Borroughs waren enthousiast over de
keuze.
„Johnny Weismuller komt het best over
een met de voorstelling, die ik mii van de
vertolking van de Tarzanrol gemaakt had"
was ziin opinie.
Weismuller heeft een krachtig groot fi
guur. Hii heeft een aanstekelijken glim
lacht. waaruit een opgewekt humeur
spreekt.
„Sinds ik ongeveer veertien jaar was."
vertelde Johnny, .heb ik gezwommen en
ik heb dertig wereldrecords op mijn naam
staan.
Een van de grootste sensaties van miin
leven was, dat ik in 1924 voor de Vereenig-
de Staten op de Olympische Spelen moest
uitkomen.
„Er bestaat een verkeerde opvatting over
zwemmers in het algemeen en in het bi1-
zonder over mii. De mensehen denken dat
ik voor onbeoaaiden tiid in het water kan
bliiven. op miin gemak het Kanaal zon
kunnen overzwemmen en dae°niane zou
kunnen biiiven driiven als ik dit wilde.
Ik heb het land aan koud water misschien
nog meer dan de meeste andere zwem
mers.
„Gedurende de opnamen op het studio
terrein zwom ik in verwarmde tanks en
was de temperatuur van het water 72 tot
80 graden Fahrenheit. Een vooropname
werd gemaakt in een meer bulten de stu
dio's en daar was het water slechts 50
graden Fahrenheit. Een vooropname werd
gemaakt in een meer bulten de studio's
en daar was het water slechts 50 graden,
dit is misschien wel de voornaamste reden,
waarom ik in deze scène zoo bijzonder
hard zwom. Ik wilde zoo gauw mogelijk
uit het water komen,
„Eigenlijk ben ik een korten afstand
zwemmer en ik heb zoover ik mii herin
neren kan nooit meer dan ongeveer 5 K.M.
in het water afgelegd."
CONTRASTEN.
Contrasten trekken elkaar aan, zegt een
ouu spreekwoord. Zoo komt het ook, dat
de goede Oao Wanouig zoo graag in de
Lilian-Harvey-fiims der Uia speen. Tot
groote vreugde van Waüburg mag hij nu,
als Hertog u'Auribeau, Lilian, in ae nieuwe
groote toonfilm-operette der (Jla, de ge
heele film door het hof maken. In de
film en ln het leven, zooals een neel bru
tale atelierman het noemt, voor zoover
Lilian zelf. Otto Wallburg's vrouw en
Willy Fritsch het toelaten. Nu Komt in
de film een scène voor, waarin Lilian Har
vey, haar nieuwe partner Woll Albacn-
Retty (de zoon van de wereldbekende
tooneelspeelster Albach-Retty van t
Burgtheaterdie beiden in 't dansen zeer
goed geschoold zijn, en Otto Waliburg ais
zingend danstrlo naar voren georatnt
worden. Daar Otto Waliburg er pas la
ter bij komt, kon hij aanscnouwen, üoe
Albacn-Retty en Lilian Harvey een glans
nummer van dansehde eenheid van Gil
bert's muziek opvoerden. Waliburg kijkt
een poosje naar den beenenaibeid van
hen en zegt dan tegen regisseur Thie:e:
„Zeg eens, moet ik hierna myn beenen
ook zoo opgooien als zij?" En Thiele kijkt
nnar de strijders, welker gemeenzame
grollen op de lachspieren van het bios
cooppubliek moeten werken: „Als je bij
de opnamen maar op mij let, zal het mis
schien niet noodig zijn."
„Ik op jou letten", zegt Waliburg lang
zaam. „Als Lilian op mij let is het toen
veel leuker," „Wat heet leuker? Ik ze?
je, dat als je het slot van de Mm niet
verandert en Lilian wordt Hertogin van
Auribeau, dan gooi ik tot stral werken!"
mijn beenen zoo hoog in de lucht."
„Afgesproken I"
De opname van de drie begon, i*™
zag het aan: „Beste Hertog Otto, er
voor jou toch geen „happy-end", Je
is zeer grotesk net alsof iemand m
zijn voeten spreekt op deze ®an
wordt Lilian nooit Hertogin van énrioe
Zij is 't dan ook werkelijk niet
worden.
M