LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Zaterdag 18 Juni 1932 niet voornemens is over te gaan tot ver laging van de steunnormen voor de werk- loozen? 5. Is de regeering bereid de verdeeling van de werkelijke crisisuitgaven der ge meenten zoodanig te regelen, dat het Rijk hierin voor 5/6 en de gemeenten voor 1/6 bijdragen? 6. Is de regeering bereid, in verband met den omvang en langen duur der werkloos heid, het bedrag van f 750.000 dat voor 1932 aan het Nationaal Crisiscomité ter beschikking is gesteld, belangrijk te ver hoogen? 7. Is de regeering bereid de werklooskas- sen in de bouwvakken onder de crisis-re geling voor de werkloosheidsverzekering te doen vallen en wil zij mededeelen. hoe ver de uitvoering van haar Dlannen omtrent het verstrekken van bouwcredieten, waar van In de Kamerzitting van 2 Maart 1932 mededeeling is gedaan gevorderd ziln en van welken aard deze plannen zijn? 8. Is de regeering bereid on korten ter mijn de mogelijkheid van de oprichting van een Staatshypotheekbank voor het bouwbedrijl te doen onderzoeken en van de uitkomsten aan de Kamer mededeeling te doen? 9. Welke plannen bestaan er bij de re geering o.a. door de gemeenten in staat te stellen, die noodzakelijke werken uit te voeren, die wegens geldgebrek niet uitge voerd kunnen worden? 10. Wil de regeering mededeelen, welken omvang de exoort-crediet-garanties reeds hebben verkregen? 11. Is de regeering bereid, in voorko mende gevallen door credietverstrekking aan bepaalde ondernemingen het deze mo gelijk te maken, opdrachten uit te voeren? 12. Is de regeering niet van meening, dat door verkorting van den arbeidstijd voor een grooter aantal arbeiders werk gelegenheid zou kunnen worden verkregen en is zij bereid met organisaties van werk nemers en werkgevers van daarvoor In aanmerking komende bedrijven overleg te plegen over de wijze waarop dat doel zou kunnen worden bereikt, om daarna de noodige wettelijke maatregelen te treffen? ANTWOORD DER REGEERING. Minister Ruys de Beerenbrouck heeft na mens de regeering de interpellatie beant woord. Hij betuigde zijn deelneming met hen. die door de werkloosheid worden getrof fen en erkende den plicht der Regeering, om naar de middelen uit te zien, die den nood kunnen verzachten. De Regeering dient zooveel mogelijk het herstel van het bedrijfsleven te bevorderen teneinde de werkloosheid te verminderen; zij moet voorts verdere toeneming zien te voorko men en de gevolgen der werkloosheid leni gen. Doch hoe ernstiger de algemeene toe stand wordt, hoe meer de middelen zich beperken, want wat vandaag financieel mogelijk is, is het morgen niet meer. Daar om dient de Regeering zeer voorzichtig te zijn: zii moet alleen die beloften doen, voor de Inlossing waarvan zij kan In staan. De Minister verklaarde met grooten nadruk, dat de Regeering het mogelijke doet. Hij gaf verschillende cijfers om de economische nood van het oogenbllk te doen zien. Op 1 Januari 1930 lagen in onze havens opgelegd 2 schepen (ruim 6000 ton) thans liggen er 144 schenen (ruim 600 000 ton). Soortgelijke vergelHkings-cilfers gaf de Minister van in- en uitvoer en allerlei andere zaken, om den toestand te il- dustreeren. Wat wordt er nu ten aanzien van de werkloosheid financieel gedaan? De Minister deelde mede dat van Ja nuari tot en met April door Rilk Gemeen ten en Werkloozen-kassen aan werkloos heids-steun. werkverschaffen en werkloos heids-ultkeerlng een bedrag v. f. 44.881 727 is uitgegeven. Bijna 45 millioen gulden ln 4 maanden dus. De Minister achtte aan sluiting van de loonen aan den economl- schen toestand noodzakelijk: daarom moet steeds worden nagegaan of de loonen bij de werkverschaffing niet te hoog zijn en moeten ze verlaagd worden dan dient de Regeering haar plicht te doen. Volksgunst Is zoo riep de Minister uit gemakke lijk te verwerven door schoone beloften, maar de Regeering dient zich haar ver antwoordelijkheid bewust te zijn. Wat nu meer In het bijzonder de vra gen van den heer Kupers betrof zei de Minister het volgende: Met de Contact-commissie zal zooveel mogelijk overleg worden gepleegd, maar niet elke beslissing kan vooraf aan haar goedkeuring worden onderworpen. Advie zen van de commissie zullen echter steeds onder de oogen worden gezien. De Regeering kan niet verklaren, dat niet tot verlaging van de steunnormen kan worden overgegaan. Op het oogenblik ligt het echter niet in de bedoeling de steun normen over de geheele lijn te verlagen. Voor incidenteele beslissingen moet de Re geering echter vrijheid behouden. Indien er gemeenten zijn, die de normen te laag stellen, zal de Regeering haar daarop wijzen. Wat de loonen bij de werkverschaffing betreft deelde de Minister mede dat. wat thans gedaan wordt het maximum vormt van hetgeen gedaan kan worden. De zaak van de aftrek der Ouderdomsrente maakt een punt van overweging uit. Verlaging van het aandeel der gemeenten in de cri sis-uitgaven kan niet olaats hebben. Daar entegen zal, zoo noodig, een verhooging van de rijksbijdragen aan het Nationaal Crisiscomité overwogen worden. De Regee ring is voorts bereid de werkloozenkassen van de bouwvakken onder de crisisrege ling te doen vallen, en bouwcredieten te geven, indien blijkt dat de betrokkenen een economisch verantwoordelijk beleid willen voeren (loonsverlaging), Oorichting van een staatshypotheekbank voor het bouwbedrijf verdient geen aanbeveling. Voorschotten aan de gemeenten tot het doen uitvoeren van werken kunnen niet worden gegeven. In het geven van credie- ten aan ondernemingen moet de Regeering zich zeer beperken. Wat. tenslotte een eventueele verkorting van den arbeidstijd als bestrijding der werkloosheid betreft, de Regeering meent dat dit aan de parti culiere krachten moet worden overgelaten; zij zelf kan in dit opzicht niets doen. De Minister eindigde met de verklaring, dat de Regeering inzake het moeilijke on derwerp der werkloosheid doet wat moge lijk is. De heer Kupers repliceerde. Spr. betoogde dat er bij particulieren en in banken voor 366 millioen aan goud ren teloos ligt, terwijl er voor 150 millioen aan bankbiljetten van duizend gulden is op gepot. Spr. diende twee moties in: de eerste wil de crisisuitgaven als regel voor 5/6 ten laste van het Rijk en voor 1/6 van de ge meente brengen; de tweede wil de crisis- regeling ook uitstrekken tot de werkloos- heidskassen der bouwvakarbeiders. De heer Van der Meys (R.-K. wilde des noods de vermogens aantasten om de werkloosheidsuitkeeringen op peil te hou den. De heer Slotemaker de Bruine (C.-H.) wees op de verantwoordelijkheid niet al leen van de regeering doch ook van de Kamerleden. Spr. gaf in overweging een veertigurlge werkweek met vermindering van uurloon. De vergadering werd verdaagd tot Dins dag één uur. HAGENAAR. LXII. Tot mijn spijt kon ik de vorige week als leider van het Interland Bridge Con cours te Scheveningen. geen tijd vinden tot het schrijven van een behoorlijk Brid- ge-artikel. Ik ga nu hieronder verder met het behandelen van de INFORMATIE DOBBEL en wil mij thans in de eerste plaats bezig houden met het antwoord van den partner van den doubleerder. Zooals wij gezien hebben is de informa tie dubbel, zoowel van een Sans Atout-bod als van een kleur-bod. steeds een aanval lend bod. steeds een verzoek aan den part ner om een bod te doen in zün beste kleur Het is een sein dat een sterk snel aanwezig ls en dat met eenige steun van den part ner een manchebod wellicht te bereiken valt. Het is daarom imperatief noodzake lijk dat indien ook maar eenige sterkte aanwezig is de partner hiervan mededee ling krijgt. Men late zich niet verleiden tot passen indien men vindt dat het snel onvoldoende sterk is voor een bod. Indien dit bod den partner niet convenieert en hij hierin niet kan steunen zal hij wel een zelfstaandig bod doen. Bovendien houdt hij er met het steunen ongetwijfeld rekening mede dat het bod afgedwongen werd en dus niet sterk behoeft te zijn. Het spreekt van zelf dat met een spel met' eenige sterkte de oartner graag een bod zal willen doen. Hij weet dat hij bij den doubleerder een minimum van 3 toe slagen zal vinden en vermoedelijk sterkte in zijn kleur Anders is het echter in dien de oartner een geheel of vrijwel ge heel waardeloos snel heeft. Het is voor vele spelers moeilijk te begrijpen dat juist dan de noodzaak van bieden nog grooter is, dat hij onder geen omstandigheden mag passen indien de tusschen zittende sneler heeft gepast. Hij moet absoluut gehoorza men en het bieden openhouden. Immers past tui dan zal de oorspronkelijke bieder ook passen en zijn gedoubleerd contract, vermoedelijk met eenlee overslagen maken Indien de tusschenzittende sneler eenig bod heeft gedaan dan wel heeft geredou bleerd moet men op een waardeloos snel passen. Er is geen beter bod om zwakte uit te drukken. Het bieden ls ooen gebleven en hij kan aan den doubleerder overlaten zelf een andere kleur te kiezen na een re- doublet of een bod te doen of te passen na een eventueele verhooging of ander bod van de derde hand. Men houde deze twee gevallen goed uit elkaar. Is de doubleerder niet overboden door de derde hand dan moet men bieden. Is dit wel het geval dan bestaat deze nood zaak niet meer en drukt elk gedaan bod een zekere kracht uit benevens het ver langen een Doging te doen zelf het snel te spelen. Dit is dan een geheel vrijwillig bod waarop de partner moet kunnen ver trouwen. Wat moet de partner nu echter op een waardeloos spel bieden? De meeningen hierover zijn verdeeld d.w.z verschillende systemen vragen een ander antwoord. Door enkelen wordt gepropageerd het bieden van 1 Sans Atout. 41s zijnde het laagst mogelijke antwoord om het bieden open te houden en waarna de partner in elke andere kleur 2 kan bieden Ik ben het hiermede niet eens omdat het veelal leidt tot verwarring en wordt beschouwd dat men een dekking in de geannonceerde kleur geeft en eventueel wel Sans Atout wil spelen. Bovendien is het resultaat dat wanneer men 1 S. A. als zwakte antwoord reserveert, direct 'n bod van 2 Sans Atout noodig zou zijn om een spel aan te geven waarmede men wel Sans Atout zou willen spelen. Dit brengt het bieden op een te hoog niveau. Ik zou daarom meer voelen om een antwoord van 2 Klaveren te beschouwen als een zwakte-bod Hooger is dit bod prak tisch niet want de partner kan passen of steunen indien deze kleur hem convenieert doch tevens elke andere kleur noemen zon der het niveau te verhoogen. Het bezwaar hiertegen is weliswaar dat dan een reëel klaverbod niet kan worden onderscheiden, doch dit bezwaar lijkt groo ter dan het is. Heeft men inderdaad een sterk klaversnel. dan kan zonder bezwaar 3 Klaveren worden geboden. Is de sterkte echter slechts middelmatig dan zal het van belang zijn eerst den oartner te hooren. Convenieert diens bod dan passe men. is dit niet het geval dan kan alsnog 3 Kla veren worden geboden en moet hierna de situatie voor den partner volkomen duide lijk zijn. Ben Manchebod in Klaveren zal na een origlneele opening vermoedelijk toch niet te bereiken zijn tenzij de oartner onmiddellijk flink kan steunen en men zelf sterk is en over een goede distributie beschikt. Veröer houde men er als partner steeds rekening mede dat een informatie doublet een antwoord eischt, dus dat na een in formatie doublet van 1 Harten het ant woord van 1 Schoppen moet worden op gevat als een minimum bod. Een eerste vereischte is dus dat men indien men als partner werkelijk over een sterk spel be schikt, hetwelk gezien de geannonceerde kracht van den doubleerder tot een Man chebod kan leiden, hiervan mededeeling doet door een hooger bod dan noodzake lijk was. De partner weet dan dat dit een vrijwillig bod was. Ik geef hiervan het vol gende voorbeeld: N. Sch. Vr-B-7-5-4- Ha Heer-Boer-8 Ru Heer-Boer-9-5- K1 3 W. Sch 9-6- Ha 7-6-5-4 Ru 7-6- K1 9-8-6-5-2 O. Sch Aas-10-8 Ha Aas-Vr-10-9-3 Ru 4-2- K1 Heer-Boer-10 Z. Sch Heer-3-2- Ha 2 Ru Aas-Vr-10-8-3- K1 Aas-Vr-7-4- Oost had gegeven en bood 1 Harten, Zuid doubleerde. West past en N biedt 2 Schop pen! Het contract werd natuurlijk gespeeld in 4 Schoppen, die gemakkelijk te maken zijn. Zou in dit geval N slechts 1 Schoppen of 1 Sans Atout geboden hebben, dan zou Zuid wetende dat hll Noord tot een bod had gedwongen, nauwelijks kunnen steu nen. Noord's vrijwillige bod echter van 2 Schoppen, waarmede hij aangaf een reëel Schoppenbod te hebben en met de geannon ceerde kracht van zijn partner door te wil len gaan. bracht onmiddellijk het Man chebod. Een vrijwel gelijk geval was het vol gende N. Sch Aas-Boer-9-6- Ha 6-5-4- Ru Aas-10-4- K1 Aas-8-6- W. Sch Heer-5- O. Sch 7-3- Ha H-Vr-B-10-8- Ha 7-3-2- Ru Vr-7-5- Ru Boer-8-6-4- K1 Heer-7-2- KI Boer-10-9-3- Overzicht onzer belangrijkste Veemarkten. z. Sch Vr-10-8-4-2- Ha Aas-9- Ru Heer-9-2- K1 Vr-5-4- Zooals te verwachten was, hadden i verband met den drukken hooioogst de v? bruiksveemarkten van gisteren zeer te beteekenen. Bepaald heel kleine aan voeren waren er te Leeuwarden en Zwn en ook alhier te Leiden was weinig melk vee en vooral zeer weinig mager weideveë aangeboden en daar de vraag nagenoee tnt het uiterste beperkt bleef, ging er nog v»i onverkocht huiswaarts. De prijzen waren onder deze omstandigheden gedrukt en daar de volgende week de hooioogst zich in het volle seizoen bevind, verwacht^ we de markten nog stiller. De afdeelingen slachtvee en stieren wa ren tevens dunner bezet als gewoon loch was ook daar de handel verre van geanl meerd. De beperkte aanvoeren voorkwaë men een beduidende prijsverlaging Toch waren de besteedde prijzen even minder als vorige week. Vette kalveren tamelijke handel en on geveer prijshoudend en nuchtere kalveren moesten wegens gebrek aan voldoende vraag tot wat lagere prijzen worden afge geven. Oo de vette schapenmarkt een nagenoeg verlaten toestand, We zien, als we voor dit artikel op de Hollandsche consumenten zijn aangewezen, zou onze schapenhouderij wel heel weinig te beteekenen hebben Voor de eerste drie weken zal deze han del, bij gemis aan de Fransche markt dan ook van geen beteekenis zjjn Toch' had het on de prijzen der weidelammeren nog geen invloed, want het jonge goed ging er wpI langzaam maar prijshoudend uit Eenige inzinking valt er momenteel weer waar te nemen in de varkensprlizen. Zoo wel de vette als de zouters wordt weer een cent per pond minder voor geboden als de vorige week. Leeuwarden kwam gisteren ook weer iets lager af De snelle prijsstij ging was vorige week misschien onder den invloed van de berichten van regeerlnes- steun aan de varkenshouderij en -mesterH wel eenigszins geforceerd. VAN DER S. RECLAME. MIJNHARDT's Zenuw-Tabletten 75 Laxeer-Tabletten 60 Hoofdpijn-Tabletten 60et Bij Apoth. en Drogistei^ 1710 Zuid paste. Na een dubbel van Noord van West openingsbod van 1 Harten ls het juiste antwoord van Zuid 2 en niet 1 Schoppen. Gezien de dubbel van Noord, heeft hij een kansrijke Schoppenkaart, Had hij 1 Schoppen geboden dan zou N, gezien het feit dat Zuid reeds gepast had, niet door durven gaan omdat het bod v Zuid was afgedwongen en zeer minimaal kon zijn. Na het vrijwillige bod van Zuid kan Noord tot 4 Schoppen verhoogen die bij goed spel niet te verliezen zouden zijn. Het is voor de lezers wel eens interessant om na te gaan hoe dit spel aangepgkt zou moeten worden, ook zonder dat men on de hoogte is van de distributie van Oost en West. A. J. VERSTEEG. OP BEZOEK BU JEAN GILBERT. De componist Jean Gilbert,, de record houder van operettes, die ln de twintig jaar van zijn Berlijosch Bulinen werk, meer dan 10.UUU n aai zijn opgevoerd, komt achter zijn instrument /andaan. „Om eenige vragen te stellen omtrent de muziek van de nieuwe Uïa-operette „Zwei Herzen und ein f-hlag", die Wil helm Thiele met Lilian Harvey en Wolf Albach-Retty gedraaid heeft, ben ik naar U toegekomen". „Ziet U", begon Gilbert, „wij wilden een filmoperette ..laken, dat heet om een op lossing van de muziek in de beweging van het beeld te bereiken ik zal er iets van laten hooren". Plotseling weerklonk een melodie, eerst zacht, toen duidelijk, werd gevarieerd en herhaald in hooge en lagere o. taven; een liefelijke, aanlokkelijke melodie. En de toondichter verklaart: „Ziet U, wij wilden in onze nieuwe film een groote muzikale finale aanbrengen, en dit motief is daar van de aanvang" hij neuriede het ter begeleiding van zijn spel en toen onder brak Wilhelm Thiele mijn spelen en riep, dat hij reeds wist, welke scène hij bij deze muziek zou maken, en terwijl ik dan ver der speelde, het motief uitvoerde, verzon Thiele voor ieder muzikaal moment reeds de passende beelden. Zoo ontstond hier, in deze kamer, in de heerlijkste samenwerking tusSchen ons tweeën, het hoofddeel van de film". „De muziek was er dus het eerste?" „Ja. eerst hadden wii de muziek, toen plaatste Thiele voor iedere melodie ziin beelden, en daarna werd eerst, natuurliik naar de voorgelegde dramatische linie van de film. de tekst gemaakt. „Na dit motief kwam het marschlied forscher nlaatster Gilberts handen zich op de toetsen daarin zond Thiele den marsch voor ziin hotelbedienden toen volgde een liefdesthema. en Thiele voegde toen een Uefdeshandellng in de tonen van bef. instrument klonken weer zacht en liefelijk, dan wordt de muziek weer har der daarna komt do rme-ewonden pit- eenzetting. 7(10 volgt de heele finale van de film. 4sn meter lang met alle bii- zondere voorvallen in het caharot, waarin het sneelt. en zon werd hier de film hll ge- deeltert nntwm-nen daarna met, grnote nauwkeurigheid in het atelier opgenomen. Maar daarvoor is natuurlijk een regis seur onontbeerlijk, zooals Thiele, die al leen reeds bij de muziekklanken voelt, wat voor beeld hij er bij kan gebruiken. „Hier is dus een duidelijk verschil met de tooneeloperette te bemerken?" „Ja, voor 't tooneel zijn enkele thema's langer, daar hebben de hoofdrolvertolkers langere solopartijen, bij de film moet dit echter héél anders zijn, daar treedt het optische op den voorgrond, w.j, de makers, moeten ons daaraan geheel aanpassen!" „Heeft U geen schlager in uw muziek?" „Jawel, een lied, dat Lilian Harvey zingt: is als speciaal nummer gecompo neerd. Of het een schlager wordt, weet men nooit vooruit, daarom noemen wij het voorloopig een „nummer": maar de vele andere motieven, waarvan ik allemaal iets bijzonders had kunnen maken, zijn ln de gezamenlijke compositie verwerkt en niet als een op den voorgrond tredend ge deelte omdat ik een filmoperette wilde componeeren en geen schlagerpotpourri". „Zal uw volgende werk weer muziek voor een film zijn? „Eerst", lachte Gilbert en kwam weer achter den vleugel vandaan, „eerst moet ik naar Londen, waar in twee schouwbur gen aan twee van mijn operettes begon nen wordt. Daarna hoop ik echter weer aan een filmonerette te kunnen werken, die mij, naar ik hoon, precies zooveel vreugde verschaffen zal ais de samenwer king met Wilhelm Thiele voor de film „Zwei Herzen und ein Schlag". TWEE TROUWE KAMERADEN. „Wij probeeren geen kunst te brengen," zeide Oliver Hardy, „ons zakelijk doel is het publiek te laten lachen." Stan Laurel knikte instemmend. De twee komieken rustten tusschen de opnamen van hun nieuwste film ln het geluidsstudio. De grondslag van de kluchten van dit populaire tweetal is het beproefde recept van rondvliegende taarten vallen, mod derpoelen en brekende ruiten. De sympathie voor Laurel en Hardw is algemeen en zij slaagden, waar anaeren geen succes hadden Zii probeerden niet meer In hun spel te leggen dan het be kende type van twee ongelukkige hulpe- looze zwervers. De grondslag van hun suc ces is hun kennis van het publiek, het leven en den menschelijken aard en bovendien hun aangeboren gave voor echt komisch spel. Zij maken van te voren uit wat hun filmpersoonlijkheden moeten doen en welk type zij moeten zijn. Zij nemen dit type aan en volgen consequent de handeling van de uit te beelden per sonen. De meeste menschen lachen om Laurel en Hardy en vragen zich later af, waarom zii eigenlijk gelachen hebben. Zij lachten omdat .zij toestanden en personen, die zij zich in hun eigen omgeving konden in denken op het witte doek gezien hadden. Voor het amusement van het publiek heb ben deze twee mannen ons gebracht; een paar zwervers, hun zeldzame gave van kluchtspelers heeft hen in staat gesteld iets komisch menscbeiijks uit te beelden en een naïeve jeugdige verwondering over omstandigheden rond hen Zij hebben dit moeten vergrooten en versterken om filmeffecten en komische hoogtepunten te kunnen bereiken, maar zh verpersoonlijken de eenvoudige kinder- liikheid en de gretige verwondering, die onbewust in de meeste menschen is. Laurel en Hardv maken g°en kluchten met lukrakp effecten. Iedere f'lm van hen wordt ernstig overwogen en een grond idee is de basis voor iedere aeschTdenis. Hardy, de „gewichtige" helft van het tweetal, zegt, dat een zekere spontaniteit het <*eheim is van een goede klucht. „Wii werken altijd volgens hetzelfde principe Wil beginnen met een gegeven, dat wij samen uitgedacht hebben en iedereen geeft ziin meenine te kennen of opport nieuwe ideeën Als d" basis vastge steld is b»g(n"en wil met de op-amen en worden de details gedurende het snel ver der uitgewerkt. „Eigenaardig is. dat het woord klucht een soort uitdaging voor het puvliet: schijnt te ziin net als een ririidkreet, de bioscoopbezoekers nemen d'kwijls de hou ding aan- Laat ons zien wat 11 k°"t en last ons lachen als u kunt, en wii moeten steeds opnieuw door deze hindern's heen- breken en het nubüek voor ons veroveren," Ook Stan Laurel gaf ziin onm'e te ken nen. Eigenaardig is Laurel's dieee mnz1- kale stem in het privéleven Hij zeide' ..Als je denkt, dat ie iets cmweldig goeds kunt brengen, is hii het ntihliofc rneestal weinig te bereiken, maar als je gewoon men- scheliik bent en ie heb' enkele ideeën din lachsuccessen beteekpppp, heb je het pub'iek gauw on ie hand. „Toen wii besloten samen te ?a»a wer ken" vcvolede Laurel .waren Oliver en ik het eens, dat wii vóór ai'"s moesten streven naar natuurlijkheid. Wii moesten begriloelijk ziin en door het publiek her kend worden." „Ipdereen kent ergens in ziin omgeving een Stan en e°n Ol'ver." zegt Pa-dv wat wii doen zou ■'«vm l-d°re-n gedaan kun nen worden Wii mee ten nafnurlHi- het komische iets aandikken, maai' niet meer dan noodig is. Hst doek verlangt een scherper omlijnd beeld, dan het gewone leven." Deze twee zijn de eenige komieken, die jarenlang succesvol samen gewerkt heb ben. Met iecfere nieuwe film zijn zij meer populair geworden, misschien ls het om dat zij zelf zoo goed de grenzen van hun eigen mogelijkheden kennen en daarbin nen weten te blijven. EEN JEUGDDROOM VERWEZENLIJKT. Toen de bekende zwemkampioen Johnny Weismuller een contract geteekend had om de hoofdrol te vervullen in de Metro Gold- wyn Mayer film .Tarzan" (De Aapmensch) dl? het komend seizoen zal worden uitge bracht, werd een van zijn jeugddroomen verwezenlijkt. „Ik heb alle boeken gelezen, die Edgar Rice Burroughs over zijn Tarzanfiguur ge schreven heeft", vertelde hij. „Gewoonlijk las ik de boeken wel tien maal. in afwachting van het volgende dat verschijnen zou en met miin vrienden stel de ik „Tarzan" voor.Wij klommen over heggen en in boomen en stootten wilde kreten uit. zooals onze held. De katten en honden uit de buurt waren onze prooi en ieder oogenblik beleefden wij denkbeeldige avonturen. „Volgens mij kwam Douglas Fairbanks het dichtst bii de opvatting, die wij ons over de Tarzanfiguur gevormd hadden en miste geen enkele film van hem. Ik droomde, dat ik een man zou kunnen ziin Tarzan of een acteur zooals Douglas Fair banks en nu. nadat ik de rol van Tarzan vervuld heb. zie ik films van Douglas nog het liefst." D? schrijver van de Tarzanverhalen en Dir. Borroughs waren enthousiast over de keuze. „Johnny Weismuller komt het best over een met de voorstelling, die ik mii van de vertolking van de Tarzanrol gemaakt had" was ziin opinie. Weismuller heeft een krachtig groot fi guur. Hii heeft een aanstekelijken glim lacht. waaruit een opgewekt humeur spreekt. „Sinds ik ongeveer veertien jaar was." vertelde Johnny, .heb ik gezwommen en ik heb dertig wereldrecords op mijn naam staan. Een van de grootste sensaties van miin leven was, dat ik in 1924 voor de Vereenig- de Staten op de Olympische Spelen moest uitkomen. „Er bestaat een verkeerde opvatting over zwemmers in het algemeen en in het bi1- zonder over mii. De mensehen denken dat ik voor onbeoaaiden tiid in het water kan bliiven. op miin gemak het Kanaal zon kunnen overzwemmen en dae°niane zou kunnen biiiven driiven als ik dit wilde. Ik heb het land aan koud water misschien nog meer dan de meeste andere zwem mers. „Gedurende de opnamen op het studio terrein zwom ik in verwarmde tanks en was de temperatuur van het water 72 tot 80 graden Fahrenheit. Een vooropname werd gemaakt in een meer bulten de stu dio's en daar was het water slechts 50 graden Fahrenheit. Een vooropname werd gemaakt in een meer bulten de studio's en daar was het water slechts 50 graden, dit is misschien wel de voornaamste reden, waarom ik in deze scène zoo bijzonder hard zwom. Ik wilde zoo gauw mogelijk uit het water komen, „Eigenlijk ben ik een korten afstand zwemmer en ik heb zoover ik mii herin neren kan nooit meer dan ongeveer 5 K.M. in het water afgelegd." CONTRASTEN. Contrasten trekken elkaar aan, zegt een ouu spreekwoord. Zoo komt het ook, dat de goede Oao Wanouig zoo graag in de Lilian-Harvey-fiims der Uia speen. Tot groote vreugde van Waüburg mag hij nu, als Hertog u'Auribeau, Lilian, in ae nieuwe groote toonfilm-operette der (Jla, de ge heele film door het hof maken. In de film en ln het leven, zooals een neel bru tale atelierman het noemt, voor zoover Lilian zelf. Otto Wallburg's vrouw en Willy Fritsch het toelaten. Nu Komt in de film een scène voor, waarin Lilian Har vey, haar nieuwe partner Woll Albacn- Retty (de zoon van de wereldbekende tooneelspeelster Albach-Retty van t Burgtheaterdie beiden in 't dansen zeer goed geschoold zijn, en Otto Waliburg ais zingend danstrlo naar voren georatnt worden. Daar Otto Waliburg er pas la ter bij komt, kon hij aanscnouwen, üoe Albacn-Retty en Lilian Harvey een glans nummer van dansehde eenheid van Gil bert's muziek opvoerden. Waliburg kijkt een poosje naar den beenenaibeid van hen en zegt dan tegen regisseur Thie:e: „Zeg eens, moet ik hierna myn beenen ook zoo opgooien als zij?" En Thiele kijkt nnar de strijders, welker gemeenzame grollen op de lachspieren van het bios cooppubliek moeten werken: „Als je bij de opnamen maar op mij let, zal het mis schien niet noodig zijn." „Ik op jou letten", zegt Waliburg lang zaam. „Als Lilian op mij let is het toen veel leuker," „Wat heet leuker? Ik ze? je, dat als je het slot van de Mm niet verandert en Lilian wordt Hertogin van Auribeau, dan gooi ik tot stral werken!" mijn beenen zoo hoog in de lucht." „Afgesproken I" De opname van de drie begon, i*™ zag het aan: „Beste Hertog Otto, er voor jou toch geen „happy-end", Je is zeer grotesk net alsof iemand m zijn voeten spreekt op deze ®an wordt Lilian nooit Hertogin van énrioe Zij is 't dan ook werkelijk niet worden. M

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 10