GEURIGE
BAAITABAK 45 ri-V-T--
Oude Bouwkunst in de Omgeving.
73ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 17 Juni 1932
Derde Blad No. 22159
FEUILLETON.
Fortinbras' Toovermacht
PARLEMENTAIR OVERZICHT
HAVEN 20 -
Fa. Wed. C. J. VISTER - LEIDEN
x
RIJNSBCRG
V.
Zooals we reeds opmerkten wordt door
oude historieschrijvers medegedeeld, dat
de Abdij van Rijnsburg het schoonste ge
bouwencomplex was, dat Holland bezat.
En de Abdijkerk moet een der schoonste
terken van Holland zijn geweest, al was
ze dan niet een der grootste.
We zagen, dat Sophie van Rheineck, de
weduwe van Dirk VI bovendien de „Buur
kerk', de eigenlijke parochiekerk voor het
dorp stichtte, die na den brand van 1183
werd herbouwd.
Er bestaat nog verschil van meening ten
opzichte van de vraag, of de tegenwoordige
toren die van de Abdijkerk dan wel van
de Parochiekerk is. Wij komen daarop
terug.
Wij willen eerst iets mededeelen over de
oude Abdijkerk, die oorspronkelijk in laat-
Romaanschen trant was opgetrokken,
doch in den loop der tijden verschillende
wijzigingen heeft ondergaan. Ze schijnt
wel in de 14de of 15de eeuw gedeeltelijk te
zijn verbouwd tot een Gothisch bedehuis.
Vooral de Abdis: Elizabeth van Matenesse
die van 1450 tot 1494 den kroonstaf voerde
heeft zich ten zeerste beijverd het aanzien
der kerk schoqner en rijker te maken.
Uitvoerige notities zijn er iri de oude reke
ningen over het koorgestoelte, dat zij ge
durende de jaren 1485—'87 liet vervaardi
gen door de Dortsche beeldsnijders Jan
Willemsz. en diens zwager Jan Jacobsz.
terwijl Schotel nog weet mede te deelen,
dat zij ook beeldsnijders uit Den Haag en
Delft liet komen. Het gestoelte werd waar
schijnlijk vervaardigd naar dat der Heeren
van Veere, waaraan Vlaamsche beeldsnij
ders hadden gewerkt.
Een paar jaren later liet dezelfde Abdis
vijf klokken gieten voor de Buurkerk door
Meester Goebel. We komen daarop terug.
In 1498 kocht Beatrix van Reimerswaal
de toenmalige Abdis van de kerkmeesters
van Delft voor de in dien tijd vorstelijke
som van f. 1200 een prachtige marmeren
altaartafel, die ner bizondere scheepsgele
genheid naar Rijnsburg werd vervoerd.
Ook het orgel was reeds onder Elizabeth
van Matenesse, zoowel naar 't uitwendige
als naar het sprekend materiaal een
kunstwerk.
Bij geen enkel kloosterode werden en
worden thans nog de verschillende kun
sten in zoo hooge mate beoefend als bij
de Benedictijnen. Vooral de kerkmuziek
stond bij hen in hooge eere. Bij de adel-
liike Benedictinessen van Rlinsburg wer
den dan ook aan de uitvoeringen der
kerkmuziek de hoogste eischen gesteld. Op
hooge feestdagen werd het ovgelsnel ver
sterkt met- of vervangen door pauken,
trompetten en cimbalen. Een geoefend
koor van nonnen en scolieren voerde de
gewijde Eezaneen uit.
De d enst werd gecelebreerd door een
pastoor met assistentie van twee kape-
naar het Engelsch van WILLIAM LOCKE
door J. E. d. B. K.
23)
Die hij niet zal vinden tusschen vuile
"orden en schalen, zeide Corlnna.
In de oogen van het Distributie De
partement van Zielsaangelegenheden op
oen Olympus, waar iedere kleine schrijver
'en dobbelsteen is van een hooge Godheid,
'rinkelen van borden en schalen even
wlangrijk als het gekletter van wapenen.
t-onnna zag Bigourdin aan. Hij is vol
slagen gek, zei zij.
Fortinbras stond kalm op en een hanw
JP Martin's schouder leggend, zei hij:
Jhin goede vriend en leerling, laat ons het
vi !fchaP van deze duisterlingen ont
dichten en licht zoeken in de frissche
«utenlucht.
Waarop hij den jongen man medevoerde
lmr ilet terras en met hem heen en weer
vwinde wüsseerig betoogende met hem
S terwyi een frissche bries zijn witte
als een aureool om zijn hoofd deed
Bigourdin, die was blijven staan, ging
'ver zitten en zeide verontschuldigend:
)n zwager is een wonderlijke kerel.
Dat geloof ik met u. zei Corinna.
korte stilte volgde Corinna voelde, dat
«L voor Mn waardigen aftocht daar
Maar waarheen te gaan op dit on-
'selijk vroege uur? Het hotel geleek
„r~ nu sen spoorwegstation, waar zij
"uoemelijk lang moest wachten. En de
«ne piek was net zoc goed als de andere,
"i daarom bewoog ze zich niet.
En zoo hebt u dus besloten ons te
ttadtyk Mademoiselle? zei Bigourdin
laans. 's-Gravenkapel werd bovendien door
een kapelaan bediend. Deze bevond zich
terzijden van het koor der abdijkerk. Het
is mij niet geheel duidelijk of deze kapel
een deel was der kerk, dan wel of ze vlak
ten Noorden ervan was opgericht, op de
grondslagen van de kapel, welke door Dirk
11 was opgericht. Van deze grondslagen
hebben we een teekening gegeven, waarop
we later nog terugkomen.
In ieder geval was deze Gravenkapel op
12 Nov. 1309 den vroegeren Allerheili
gendag? gesticht of liever opnieuw in
gericht door Willem van Henegouwen tot
lafenis der geloovige zielen, in het bizonder
die van Floris V. In deze kapel rustte het
gebeente van Willem 1, die reeds in 1222
voet van zijn graf moest worden opgericht.
In 1448 was deze kapel in zoodanigen
beschikt had. dat een altaar aan den
staat, dat ze verbouwd moest worden.
Waarschijnlijk was in 't bijzonder deze
kapel het slachtoffer van den brand ge
worden. dien in 1446 een oogenblik dieigde
het geheele complex te vernielen. Bij ver
zoek van de toenmalige Abdis Margare-
tha van Oostende is destijds de Leidsche
burgerij te hulp gesneld en heeft met
brandemmers den brand gebluscht.
Het onderhoud van genoemde kapel
rustte op de graven van Holland Mar-
garetha van Oostende als al haar voor
gangsters gesteld op het welzijn en de
onafhankelijkheid van 't klooster, maakte
toen met Filips van Boufgondia een over-
eenkomst, waarbij besloten weid, dat de
Abdij zorg zou dragen voor het herstel
en het verdere onderhoud van de kapel
en eveneens op zich zou nemen de zorg
voor den dienst der kapel, waaronder het
lezen van zielsmissen voor diverse leden
der grafelijke geslachten, mits de hertog
voor aitiio afstand deed van alle giafe-
liike en patronaatsrechten op de kapel.
Zoo zier. we de stichting der graven zich
langzamerhand geheel vrij maken van 't
wereldlijK gezag.
De Abdis Elizabeth van Matenesse nam
later nog verschillende maatregelen met
het gevolg, dat de dienst sinds 1483 regel
matig onderhouden werd door „mijn eer
waarde vrouwe capelaen", m.a.w. de bi
zondere kapelaan van de Abdis.
Van deze kapel kunnen we niet te ge
ring denken. Zij was het mausoleum der
graven van Holland, vooral van het Hol-
landsche Huis, al werden dan ook vele
leden van dit geslacht in de Abdij van
Egmond en enkele in die van Middelburg
bijgezet.
Te Rijnsburg rustte in de eerste plaats
de stichteres der Abdij, Petronella van
Saksen, de weduwe van Floris II, die in
1144 stierf. Hier rustte haar zoon Floris de
Zwarte en eveneens Robert, de jongere
broeder van Floris III. Hier begroef men
in 1218 Aleid van Gelder, de eerste gema
lin van Willem II. In 1223 volgde het stof-
Ik moet wel.
Is er geen middel, waarmee ik u over I
kan halen c-m te blijven? Ik wcnsch zoo
vurig, dat u blijft.
Haar blik ontmoette den zijnen en zij
sloeg haar oogen neer. De klank in zijn
stem ontroerde haar zeer. Ze had lust om
te lachen en tegelijkertijd voelde ze een
zekeren triomf.
Om paté de foie gras te maken? U
moet een niet te rechtvaardigen vertrou
wen in mij hebben.
Misschien, zeide hij eenvoudig, zou
het u ten slotte amuseeren om pate de
foie gras te maken. Wie weet, alle dingen
zijn mogelijk Hij hield een oogenblik op,
boog zich toen voorover, de elleboog op
tafel, met de kin rustend in zijn hand. Dit
is maar een klein hotel in een kleine stad,
maar men zou hier kalmte en geluk kun
nen vinder,, enfin de beteekenis van din
gen van menschelijke dingen. Want ik
geloof dal daar, waar menschen leven en
lieven en strijden en lijden daar ligt ach
ter het gewone en alledaagsche een
eeuwige beteekenis, en als we haar weten
te vatten dan voert ze ons naar de kern
van het leven, dat geluk is. Denkt u dat
ook niet. Mademoiselle?
Ik geloof, dat u gelijk hebt, zei ze
twijfelend, want ze had zich nooit de
moeite gegeven het leven te beschouwen
van uit het subjectieve standpunt. Haar
houding was instinctmatig objectief.
Dank u, Mademoiselle, zei hij. Ik
sprak dit uil, want ik wilde u een voorstel
doen. En dat is niet zoo heel gemakkelijk.
Ik herhaal - dit is maar een klein hotel
in een kleine stad. Ik ben ook maar een
man uit net volk, Mademoiselle: maar dit
hotel mijn vader vergrootte en veranderde
het. maar het is dezelfde bezitting, dit
hotel is gedurende honderd jaar van vader
op zoon overgegaan. Mijn overgrootvader,
een eenvoudige boer, werd Général de bri
gade in la grande Armée van Napoleon.
Na Waterloo wilde hij geen gunsten aan
RECLAME.
PIJNEN DOOR HET GEHEELE LICHAAM
Weer rheumatiek!
En weer was het de „kleine dagelijksche
dosis" Kruschen Salts die het overwon.
Meer nog, de lijder voelde zich nadien
„beter dan ooit".
„Ik nam Kruschen Salts, omdat ik hoofd
pijn, rugpijn en pijn in mijn gewrichten
had; eigenlijk had ik overal pijn. Ik was
moe als ik naar bed ging en moe als ik
opstond. Ik was er erg slecht aan toe. Al
ruim een maand was ik bedlegerig door
een acute rheumatiek-aanval, toen men
mij aanraadde eens een proef met Kru
schen Salts te nemen. Na minder dan
3 maanden voelde ik me beter dan ooit.
Ik kan U niet genoeg danken voor Kru
schen Salts." O. O.
Het principe is dit: Kruschen Salts drijft
de urinezuur-kristallen, die Uw pijn ver
oorzaken, uit het lichaam. Uw pijnen ver
minderen en de stijve gewrichten worden
weer lenig. Daarna spoort de „kleine
dagelijksche dosis" Uw lever en nieren aan
tot beter functionneeren, zoodat Uw
lichaam inwendig schoon wordt gehou
den. Kwaadaardig urinezuur krijgt geen
kans meer zich op te hoopen.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg
baar bij alle apothekers en drogisten
a f. 0.90 en f. 1.60 per flacon. 1621
felijk overschot van dezen graaf en later
dat van diens tweede echtgenoote Maria
van Lancaster. In 1235 werd het lijk van
Floris IV uit Corbie naar de voorouder
lijke kelders gebracht. Floris en zijn ge
malin Beatrix vonden hier in 1296 hun
laatste rustplaats. In 1299 werd Jan I er
bijgezet. Er rustten drie Abdissen uit het
Hollandsche Huis: Sophia, dochter van
Dirk VI, Agnes, dochter van Floris III en
Ada, dochter van Willem I. En verder wer
den er kinderen en bloedverwanten van
het gravenhuis bijgezet, wier namen voor
de geschiedenis minder belangrijk zijn.
Na den dood van Jan I bleef het mauso
leum eer. tijdlang gesloten, tot in 1381
Machteld van Lancaster de gemalin van
Willem V er werd begraven Kostbare mo
numenten werder opgericht tot eeuwige
gedachtenis aan de dooden; zielsmissen
zouden ten eeuwigen dage worden ge-
1 lezen voor het altaar der kapel
De tijd spot met de overleggingen en
besluiten der menschen en maakt het
eeuwig durende tot een zeer betrekkelijk
begrip. De Gravenkapel van Rijnsburg
leert dit wel zeer nadrukkelijk Een vluch
tige herinnering is alles wat er van is
overgebleven
Er waren nog meerdere kapellen en bij
zondere altaren aan de Abdijkerk verbon
den doc'n deze gaan we stilzwijgend voor
bij In de Abdiik°rk vond men den bodem
bedekt met prachtige grafgesteenten van
de vele edelen en edelvrouwen wier doch
ters onder de dames van het stift waren
opgenomen. Tegen de Dilaren zag men ge
beeldhouwde epilaphen Lanes de wanden
vond men muurschilderingen door be-
j kwame handen uitgevoerd En eindelijk
waren de vensters voorzien van gebrand
schilderde ramen. Nog omstreeks 1560 wer
den er ramen geDlaatst vervaardigd door
Dirk er. Wouter Crabeth de beroemdste
glasschilders, welke de Nederlanden ooit
hebben opgeleverd. Men herinnert zich. dat
thans in de St Janskerk te Gouda onder
de werken van deze kunstenaars nog eer.
gebrandschilderd raam is. dat door de
Abdis van Rijnsburg Elburg van den Boet-
selaar in 1561 aan deze kerk is geschon-
ker, een gloriewerk van Wouter Crabeth.
Al behoorde de Abdijkerk van Rlinsburg
zeker niet tot de grootste kerken van Hol
land. een der schoonste was zi.j zeker. Een
der belangrijkste was zij tevens, omdat de
geschiedenis van het graafschap Holland
zoo nauw vefbonden is met de Abdri.
Zoo vaak wij den ouden, stoeren Ro-
maanschen toren van Rijnsburg omhoog
zien riizen. denken we een oogenblik aan
de Dirken en de Florissen. die d,e eerste
grondslagen legden voor onzen Staat: dan
denken we aan het Middeleeuwsche leven,
dat hier in schoonheid bloesemde; aan een
rij van Abdissen, hoogloffelijker memorie,
die kunsten en wetenschaopen dienden en
voor wie vorsten de knie ter aarde bogen.
De voormalige Rijnsburger Abdijkerk
was voor dit alles wel het treffende sym
bool.
o
nemen van de Bourbons en hij trok zich
terug m Brantöme, de bakermat van zijn
geslacht, en van zijn overgespaard geld
kocht hij het Hotel des Grottes, waar hij
vroeger als een arm ventje sDitdraaier en
paardenknechtje en ik weet niet wat
al meer. werkzaam was geweest. In die
dagen, Mademoiselle, waren er vele om
wentelingen in de fortuinen.
En dat alles beteekent vroeg Co-
rinna,, op wie, niettegenstaande haar
Engelsch vooroordeel, de roemrijke voor
ouders van den forschen hotelhouder toch
indruk maakten.
't Beteekent, Mademoiselle, zei Bi
gourdin, dat ik mij aan u voor wil stellen
als een eerlijk man. Maar daar ik zelf wei
nig beteeken, wilde ik u de grootheid van
mijn familie aantoonen. Mijn overgroot
vader was, zooals ik reeds zeide, Général
de Brigade in la grande Armée. Mijn
grootvader, gewoon soldaat, vocht zij aan
zij met de Engelschen aan de Krim. Mijn
vader, sergeant bij de artillerie, verloor
een been en een arm in den oorlog van
1870 Mijn jongere broeder sneuvelde in
Marokko. Wat mij betreft, ik heb mijn
militaire dienst gedaan. Men doet wat
men kan.
't Is een toeval, dat ik veertig jaar ben
en in vergetelheid leef. Maar mijn naam
is in heel Périgord bekend en geëerd.
Mademoiselle.
En weer zeg ik dat alles betee
kent
Dat als een eenvoudig hotelhouder,
zooals ik het waagt om een voorstel te
doen aan een Jong meisje van goeden
huize als u, de eenvoudige hotelier haar
wenscht te verzekeren van de volkomen
eerbaarheid van zijn familie. In het kort.
Mademoiselle Corinna. ik heb u innig lief
Ik kan geen mooie zinnen maken, want
als ik u zeg, dat jk u lief heb, dan komt
dat uit het diepst van mijn hart. Ik ben
een eenvoudig man, vervolgde hij ernstig
en met iets hoopvols over zich, omdat
TWEEDE KAMER.
INDISCHE AANVULLINGS-
BEGROOTING - DE DERDE
KRUISER.
De Kamer had gisteren een Indische
suppletoir begrooting te behandelen,
waarbij ook ter sprake kwam de vraag
van, den aanbouw van den derden kruiser.
Ir. Ch. G. Cramer (S. D. A. P.).
De eerste spreker, de heer Cramer, hield
een nogal uitvoerige rede, waarin hij
waarschuwde in de gegeven omstandig
heden ten aanzien van de inlandsche be
volking voorzichtig te zijn, want zij zou
haar geduld wel eens kunnen verliezen. De
afgevaardigde was van oordeel, dat de Re
geering niets doet om de sociale en eco
nomische instorting tegen te houden. Zij
voert een afbraakpolitiek. zij doet niets
wezenlijks om den nood te bestrijden. Zij
zal betere maatregelen moeten nemen. Er
is ui Indië een noodtoestand. De loonen
dalen aanzienlijk: zelfs van 40 tot 70 pCt.
Waarom wordt. b.v„ de werkloosheid niet
door krachtige irrigatie-werken bestreden?
In het bijzonder protesteerde hij ook
tegen den aanbouw, in deze omstandig
heden, van den derden kruiser. Hij noemde
dit onverantwoordelijk. Op militaire uit
gaven moet juist nu allereerst bezuinigd
worden. Opschorting van den bouw zal In
dië volstrekt niet schaden. Daarom stelde
de afgevaardigde een motie voor, waarin
de Kamer zich, met het oog op de finan-
cieele en economische omstandigheden,
uitsprak tegen den aanbouw van den krui
ser en voor uitstel daarvan. Hij herinnerde
er daarbij aan, dat ook de Volksraad een
motie heeft aangenomen, waarin om uit
stel werd gevraagd: zelfs de voorzitter van
den Volksraad stemde er voor.
Hierna heeft de heer Feber ontkend dat
de bezuinigingspolitiek der Regeering de
crisis zou hebben verscherpt. Juist als er
niet sterk bezuinigd wordt, zal Indië ineen
storten. Intusschen meende hij, dat aan
de Kamer een volledig overzicht van de in
gevoerde bezuinigingen dient te worden
overgelegd. Hij verklaarde zich tegen de
bezuiniging od de subsidies voor de wees
huizen en vóór den aanbouw van den
derden kruiser: als Indië dezen kruiser
voor zijn veiligheid noodig heeft, moet hij,
in weerwil van de tijds-omstandigheden.
op stariel worden gezet en dan vormt hij
meteen een goed object voor werkver
schaffing.
VOOR- EN TEGENSTANDERS.
Met de beide vorige redevoeringen waren
dus de twee standpunten ten aanzien van
den bouw van den derden kruiser tegen
over elkander gesteld.
De heeren Van der Houven. Wijnkoop.
Albarda. Marchant en Braat hebben ver
volgend den bouw eveneens bestreden.
Toen de heer Albarda uitriqp. dat de kos
ten vermoedelijk wel veel hooger zullen
worden dan de geraamde 12 millioen. riep 1
Corinna hem niet dadelijk afwees, maar
echt sfinxachtig langs hem heen de ka
mer inkeek. een heel eenvoudig man.
maar mijn hart is eerlijk en trouw. En
zooals ik ben. Mademoiselle Corinna. en u
hebt gelegenheid gehad om over mij te
oordeelen. heb ik de eer u te vragen of u
mijn vrouw wilt worden.
Corinna wist genoeg van Frankrijk af
om te beseffen, dat dit alles verbazing
wekkend was. De doorsnee Franschman.
dien Bigourdin vertegenwoordigde, is ge
passioneerd maar niet romantisch. Wan
neer nij zijn hart heeft gezet op een
vrouw, 't zij ze is de engelachtige vrouw
van een eerzaam burger of de opgedirkte
en ondeugende figurante bij een provin
ciale comediegroep, dan doet hij op eer
lijke of oneerlijke manier zijn best om
haar te veroveren.
Maar het huwelijk beschouwt hij uit
een ander oogpunt. Waarmede niet gezegd
is, dat hij tegenover de jonge dame in
questie, niet zeer teedere en oprechte ge
voelens koestert Maar een huwelijk stelt
hij alleen voor aan een jonge dame, die
ook wat kapitaal aanbrengt aan de zaak,
die beiden zullen drijven. Voelt hij zich
aangetrokken tot een aardig juffertje
zonder geld, dan doet hij zooals Monsieur
Camille Fargot of hij laat zijn gezond
verstand als stroomafsluiter tusschen hen
komen en wordt niet verliefd. Maar dit
was nu een uiting van grilligheid. Hier
was nu Bigourdin, een welvarend man,
die zich uit wel twintig families in Péri
gord een rijke vrouw kon kiezen en hij
knipte met de vingers de Fransche bour-
geois-tradities weg welk een heilig
schennis! hij gooide zijn verstand naar
de maan.
De Engelsche hoogere middenstands-
trots van Corinna was in opstand geko
men tegen het denkbeeld, dat zij dienst
baar zou zijn in een klein burger hotel,
maar haar bekendheid met het Fransche
leven in de provincie, pijnlijk aange
minister Deckers: „Aanzienlijk lager!" En
de heer Marchant riep, dat de Regeering
den kruiser noodig acht voor de veiligheid
van Indië. maar zij zou beter doen te den
ken aan de veiligheid in ons eigen land.
In de gegeven tijdsomstandigheden achtte
hij den kruiserbouw een politieke fout.
Hiertegenover hebben de heeren Van
Boetselaer van Dubbeldam, Van Rappard.
Van Dijk en Snoeck Henkemans den krui
serbouw verdedigd Zij wezen er op, dat
wij in Indie althans eenigszins voor den
dag moeten kunnen komen met onze de
fensie. dat de kruiser noodzakelijk moet
worden geacht, omdat men anders slechts
verouderd materieel zouden hebben, en dat
we den bouw dus niet met het oog op de
tijdsomstandigheden mogen uitstellen.
DE REGEERING AAN HET
WOORD.
De Minister van Koloniën heeft den al-
gemeenen toestand besproken en ontkend,
dat de regeeringsmaatregelen de crisis zou
den hebben verscherpt. Datgene wat on
vermijdelijk is. gebeurt; wat alleen maar
wenschelijk is. moet worden uitgesteld ook
op het gebied van landbouw en onderwijs.
Ook voor de bevolking wordt het noodige
en het mogelijke gedaan. Er is geen hon
gersnood in Indië. wèl voedselschaarschte,
maar die komt meer voor. zij het niet zoo
erg als thans. Een lichtpunt is. dat de
oogst gunstig is. De Minister verklaarde
voorts, dat er ernstig gestreefd wordt naar
een sluitende begrooting, hoe moeilijk dit
ook is.
De Minister van Defensie heeft speciaal
den kruiserbouw voor zijn rekening ge
nomen.
Welnu:
hij begon met krachtig op te komen te
gen de meening van den heer Marchant.
als zou hii aan den leiband van officieren
loopen. Maar bij een andere gelegenheid
verklaarde mr. Marchant, dat de officieren
den kruiser als waardeloos beschouwen.
Dat klopt niet.
De Minister achtte den bouw noodig en
meende dat de beweging er tegen van de
eenzijdige ontwapenaars afkomstig is. Er
is nog niet met den bouw begonnen omdat
de Minister tegenover de Kamer de grootst
mogelijke deferentie wilde betrachten,
maar hij zou volkomen vrijheid hebben
gehad om wèl te beginnen. Zijn Excellentie
wees er op, dat 70",'o van de kosten van
den kruiser aan arbeidsloon zal weggaan,
en hij noemde dit verheugend. De Regee-
ring acht den kruiser noodig voor de In
dische weerkracht om haar taak te ver
vullen. Od den nieuwen aanbouw is trou
wens al heel wat bezuinigd: in 1929 werd
19''s millioen gulden daarvoor besteed in
1932 zal slechts 9 millioen voor nieuw
bouw worden uitgegeven. De .Java" en de
..Sumatra" hebben ieder 20 millioen ge
kost; de nieuwe kruiser zal slechts 11 mil
lioen kosten. Verder zal het Eurooeesch
personpel der Indische zeemacht tijdeliik
van 2470 op 2009 worden teruggebracht;
ook al weer een bezuiniging van een half
millioen oer jaar. Behalve de kruiser zal
er in 1933 niets anders worden gebouwd.
De Minister eindigde met de verklaring,
dat de Regeering in haar plicht zou te
kort schieten, als zij den bouw niet door
zette.
DRIE-VOUDIGE
PORTEFEUILLE-KWESTIE.
Het oro-kruiser-betoog van Minister
Deckers is daarna door Minister de Graaff
nog eens onderstreept.
En:
ook hij vroeg de Kamer ernstig de
motie-Cramer te verwerpen want de krui
serbouw is een vitaal belang voor Indië.
Ja maar zei de heer Cramer in zijn
renliek Indië kan de kosten niet dragen.
Aan het eind van dit debat werd een
drieledige uortefeuillc-kwestie gesteld: de
Minister van Defensie verklaarde dat. hij
aanneming van de motie-Cramer, niet al
leen hij ziin portefeuille zou neerleggen,
maar ook de Minister van Koloniën en
van Buitcnlandsche Zaken zouden dat
doen.
Nu. van aanneming der motie is geen
sprake. Zii krijgt heden stellig niet meer
dan ongeveer 30 stemmen. De supole-
toire Indische begrooting werd zónder
stemming aangenomen.
I HAGENAAR.
scherpt door haar ondervinding van den
vorigen dag. deed haar gevoelen, dat haar
de grootste eer. die een Fransch burger
aan een ander bewijzen kan, was weder
varen. Tegenover Bigourdin, zoo door en
door betrouwbaar, zoo fijn in zijn optre
den. zoo volkomen eerlijk en oprecht kon
zij geen zweem van boosheid voelen,
't Was alles anders, alle verhoudingen wa
ren zoo verschillend. Met een Engelsch-
man zou ze nooit een flirtation zijn be
gonnen En ze voelde vriendschap, zelf
iets van bewondering voor Bigourdin. Hij
was zoo forsch, zoo eenvoudig, zoo waar,
zco fijn verstandig. In weerwil van Mar
tin's klacht dat zij den geest van het mo
derne Frankrijk niet begreep, had haar
scherp opmerkingsvermogen haar de gees
telijke en moreele atmosfeer van Bran
töme doen aanvoelen. Ze voelde heel goed
ook, dat Bigourdin, houder van een klein
hotel, hooger idealen had dan zij en een
ruimer horizon. Zij had achting voor hem
en als echte vrouw charmeerde het haar,
dat zijn mond zoo klein en zijn oogen zoo
mooi van kleur waren. Maar het was nooit
bij haar opgekomen om met hem te trou
wen. En ze had er nu ook niets geen plan
op. 't Was een gek voorstel. Zoodra ze weg
was uit Brantöme, zou ze er om proesten.
Maar nu lachte ze niet en een wonderlijke
rilling liep door haar leden en zij vond het
moeilijk om hem aan te zien Nadat zij
gisteren haar voorkeur had betoond aan
een man. die haar versmaad had, deed het
haar goed vandaag een anderen man aan
haar voeten te zien. Deze groote nobeie
man had haar lief en meende het eerlijk.
Niettegenstaande haar onafhankelijkheid
en haar studentenmanieren, had geen
man haar aangezien met zooveel liefde,
had geen man haar gevraagd zijn vrouw
te worden. Het was bespottelijk, maar ze
voelde zich gevleid, 't Deed haar warm
aan tot In haar fijnste vezelen.
(Wordt vervoigd)
RECLAME. 4061