WISBRUN
EN LIFFMANN
BLOUSESJOKKEN
'Dr. Frederik van Eeden overleden.
DE GROOTE ZOMERMODE
Moderne wollen Blouses
POPELINE EN SHANTUNG
BLOUSES
ROKKEN
hlte Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 17 Juni 1932
Vierde Blad
No. 22159
Een der grooten van '80.
BURGERL. STAND v. LEIDEN
O DOL-tandpasta
KERK- EN SCH00LN1EI1WS.
HISTORISCHE FIGUREN.
FINANCIEN.
F'
In den ouderdom van 72 jaar is gister-
aiddag om ruim half vijf op „Walden"
j Bussum overleden de letterkundige dr.
I frederik van Eeden.
Wijlen dr. Frederik van Eeden.
Zoo is dan eindelijk, na jaren van lij-
I den, aan dit werkzame leven een einde
I gekomen. Want werkzaam is het leven
isn dr. Frederik van Eeden geweest. Hij
jas niet alleen dichter en romanschrijver
I hi) trad ook op als criticus, beoordeelde
I letterkunde en schilderkunst, wijdde aan-
I dacht aan taal en spelling, gaf zijn be-
I langstelling aan het feminisme en de
I theosophie. Hij had niet alleen in de me-
I dicijnen gestudeerd, maar schonk ook
I aandacht aan de psycho therapie, publi
ceerde studies over onderwerpen, die
daarop betrekking hadden, schreef over
I spiritisme en hypnose, over physische en
metaphysische verschijnselen. Hij bestu-
I deerde de Oostersche en de Middeleeuw-
I sche mystiek, ethica en significa. En daar-
I bi) wijdde hij nog een groot deel van zijn
I kracht aan vraagstukken van socialen
I aard.
Het spreekt vanzelf, dat iemand van zoo
I strijdbaren aanleg, als de thans ontsla-
I pene, niet altijd met waardeering is be-
I groet. Er is altijd iets in Frederik van
I Eeden geweest van den apostel, van den
I profeet, iets van den geestdrijver en
I ijveraar. De rusteloosheid van zijn geest,
I «elke hem in velerlei richting stuurde,
I heeft op den duur het vertrouwen van
I vele tijdgenooten ondermijnd en dat he-
I hoort zeker tot de grievendste teleurstel-
|lmgen, die het leven hem heeft bereid.
Den 3den April 1860 te Haarlem ge-
boren, heeft hij in zijn studiejaren hij
I saldeerde aan de Amsterdamsche Univer-
I siteit in de medicijnen met geestdrift
I ralgenomen aan de Nieuwe Gids cam-
Ipagne. In den eersten jaargang van dit
I orgaan publiceerde hij „De kleine Johan-
I nes", waarmee hij ook buiten den Nieuwen
I Gids succes had. Eveneens hield hij zich
I bezig met het publiceeren van critische
I artikelen en geestige parodiën. Bekend
I lijn zijn „Grassprietjes-Liederen op het
I gebied van Deugd, Godsvrucht en Vader
land van Cornelis Paradijs", die in 1885
I bet licht zagen. Uit denzelfden humor
I kwamen ook van Eedens blijspelen voort,
waarvan eenige met meer of minder suc
ces ten tooneele zijn gebracht. Tusschen
1882 en 1886 schreef hij „Frans Hals". Het
Sonnet", „De student thuis", „Don Tor-
nbio", „Het Rijk der Wijzen", „Het
Poortje."
In 1886 behaalde hij den doctorstitel in
de medicijnen met het proefschrift „De
kunstmatige voeding bij tuberculose".
Daarna vestigde hij zich als arts te Bus
sum. Hij bleef echter voeling houden met
jonge letterkundigen en bleef deelnemen
aan de redactie van de Nieuwe Gids. In
'887 ging hij naar Nancy en Parijs om
studie te maken van hypnose en sugges
tie en nog in hetzelfde jaar stichtte hij
fflet dr. van Renterghem te Amsterdam de
kliniek voor psycho therapie.
Intusschen had de arts den dichter niet
Verdrongen. In 1889 verschc-en „Ellen, een
lied van de Smart", door van Deyssel
geestdriftig begroet, doch door Albert Ver-
wey als retorisch veroordeeld.
In 1892 volgde het lyrisch proza ,.Jo-
hannes Viator" en in 1894 zijn epidrama-
tlsch gedicht „De Broeders", dat later
voor het tooneel werd bewerkt onder den
'itel ..De Broederveete." Een jaar later
trok hij zich terug uit de kliniek om zich
geheel aan de letterkunde en sociale stu-
Jie te wijden. In 1895 verscheen „Het lied
'an Schijn en Wezen" en 1897 een ro
mantisch drama „Lloba."
Intusschen poogde hij zijn maatschap
pelijke theorieën in practijk te brengen.
Op het voorbeeld van Thoreau wilde hij
Pfoeven nemen met binnenlandsche kolo-
dsatie en in 1898 stichtte hij Walden
jan den weg van Bussum naar 's Grave-
land. Teleurstelling en moeilijkheden ble
ven niet uit, maar toen hij die tenslotte
tod overwonnen, richtte hij in 1902 het
Oemeenschappelijk Grondbezit op. In 1900
1901 verschenen van zijn hand „Van
®e koele meren des Doods" en „Van de
fasslelooze Lelie."
BIJ de spoorwegstaking van 1903 nam
Jan Eeden een werkzaam aandeel in de
«weging van verzet, doch toen die tnis-
Jjoe, liet hij de slachtoffers niet in den
■•eek, om hen te steunen bleef hü in hun
todden en stichtte te Amsterdam de
^operatie „De Eendracht", die echter
J00' gebrek aan zakelijke leiding, na een
'Wen tijd van bloei, ten onder ging. Ook
•au Eeden's gansche vermogen en Walden
Emgen teloor.
reisde eenige jaren in Amerika en
Duitschland, waar hij lezingen hield
,e' ajn denkbeelden, evenals te Amster-
r®- Maar tenslotte vestigde hij zich toen
te Bussum.
j* bittere teleurstellingen hadden hem
Ster niet ontmoedigd. In 1903 gaf hij
jr Blijde Wereld", een bundel voordrach-
te Amsterdam gehouden uit. In 190S
en 1906 verscheen in „De Beweging" van
Albert Verwey het vervolg op „De klelno
Johannes". Daarop volgde „Minnestral",
drama in verzen. Van Eeden, die nu ge
heel van zijn pen moest leven, schreef
vervolgens nog verschillende tooneelstuk-
ken. „Ysbrand" werd in 1908 opgevoerd
door Het Nederlandsch Tooneel en wel
voor 't eerst op 30 Januari. Den 8sten Fe
bruari ging vervolgens „De Idealisten of
het Beloolae Land Beiden stukken had
den geen onverdeeld succes. In 1915 voerde
Royaards „De Heks van Haarlem" op. An
dere tooneelwerken van Van Eeden zijn
nog „Het paleis van Circe", „Het kente
rend getij", dat in 1910 en „De Bokken
rijder of het Skelet", dat in 1917 werd ge
schreven. In 1905 had Van Eeden „Het
Lied van Schijn en Wezen", in terzinen
vorm, uitgegeven. In 1910 verscheen het
tweede en in 1922 het derde deel. Een
bundel gedichten, „Dante en Brabrice" en
de roman „De Nachtbruid" waren in 1908
en 1909 aan de publicatie van het tweede
deel voorafgegaan. In 1912 verscheen het
eerste deel van een trelogie „Sirius en Si-
derius" (het 2de deel kwam uit in 1941,
het 3de deel eerst in 1924) en in 1913 het
het gevoelige werkje „Pauls Ontwaken."
Den 18den Februari 1922 is Frederik van
Eeden tot het Katholicisme overgegaan.
In een rede van 29 April 1922 heeft hij in
Den Haag de beweegredenen van zijn
overgang tot de Katholieken godsdienst
uitvoerig uiteengezet. Zijn verspreide op
stellen zijn in een zestal bundels uitge
geven. In de jaen 1914 tot 1923 heeft hij
veel dichtwerken van Rabindranath Ta-
gore vertaald.
Het eigen werk van Van Eeden heeft
ook in het buitenland veel waardeering
gevonden. Vertalingen van zijn werken
zijn verschenen in het Fransch, Engelsch
Duitsch, Italiaansch, Zweedsch, Deensch,
Tsjechisch en Russisch.
Over zijn wek en zijn persoon is altijd
veel strijd geweest Maar men zal toch
algemeen moeten toegeven, dat hij een der
weinige van de mannen der Nieuwe Gids
beweging is geweest, die inderdaad een
belofte hebben vervuld.
RECLAME.
Wij brengen een schitterende collectie
met korle en lan^e mouw, in de
al lei nieuwste eenres en zeer aparte
kleurstellingen Verrassend 1 a £j e
prijzen REEDS VANAF 1. 1.95.
ook zonder mouw. in de nieuwste
modellen en zeei fijne pasteltinten!
PRIJZEN REEDS VANAF i. 1.45.
in popeline en tweedstoffen, in
bijzonder leuke modellen, alle prijzen
VANAFf. 1.95.
Men zie onze speciale etalage!
Rotterd. Engrosmag. v.h.
HAARLEMMERSTRAAT 116-120
1659
GEBOREN:
Maria, D. van J. Brussel en M. van Zijp
Janny, D. van H. van Lienen en J. Valk
Casper Hermanus, Z. van H. Ravens-
bergen en A. E. J. van der Linde Bendix
Cornelis, Z. van W. J. Slegtenhorst en A.
Schölermann Lilyan Helene, D. van V.
A. Reijs en G. J. van Soest.
ONDERTROUWD:
H. Schipper jm. 24 j. en C. van Egmond
jd. 24 j.
o
OVERLEDEN:
M. van der VeerBreijer, Wede. 70 j.
C. KielDee( Wede. 59 j.
RECLAME.
- dagelijks gebruikt -
voorkomt het leelijke verkleuren der
tanden en een onwelriekenden adem.
1624
PREDIKBEURTEN.
VOOR ZONDAG 19 JUNI.
BENTHUIZEN.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. halftien (o. t.)
ds. Leemans van Delft; nam. 6 uur, ds.
van Woerden van Zwammerdam.
Geref. Gem.: Voorm. halftien en nam. 2
en 6 uur, leesdienst.
BODEGRAVEN.
Ned. Herv. Kerk: Voorm 10 uur, de
heer Müller; nam. halfzeven, ds. Kruis-
hoop.
Geref. Kerk: Voorm. 10 uur en nam.
halfzeven, ds. Dam.
Geref. Gem.: Voorm. 10 uur en nam.
halfzeven, leesdienst.
BOSKOOP
Ned. Herv Kerk: Voorm. 10 uur, ds.
Stehouwer van Alphen; nam. 6 uur, ds.
Vroeg in de Wei van Zegveld.
Geref Kerk: Voorm. 10 en nam. 6 uur,
ds. Petersen.
Chr Geref Kerk: Voorm halftien en
nam. 6 uur, ds Bijdemast
Rem Geref. Gem.: Voorm. 10 uur, ds.
van Nooton; nam. halfzeven (jeugddienst),
ds. H. Cramer van Gouda.
HAZERSWOUDE.
Ned Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds, J.
Luuring van Oudwoude; nam. 7 uur. ds.
Kiehl.
Geref. Kerk: Voorm. half elf en nam.
half acht, ds. den Hartogh.
HOOGMADE.
Ned. Herv Kerk: Voorm. halfelf, ds.
Waardenburg.
DE KAAG.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 uur ds.
Touw.
KATWIJK AAN DEN RIJN.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. halftien en
nam. 6 uur, ds. Bruyn.
Geref. Kerk: Voorm. halftien en nam. 6
uur, ds. Meijering.
KOUDEKERK.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds.
Odé; nam. halfzeven, ds. de Bruin van
Aiphen.
Geref. Kerk: Voorm. 10 uur, leesdienst;
nam. 7 uur, ds. Haspers.
LEIDERDORP.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 uur en nam.
halfzeven, ds. Streeder.
Geref. Kerk: Voorm. halftien en nam.
halfzeven (Voorb HJl.), ds Dijk.
LEIMUIDEN.
Ned. Herv Kerk: Voorm. halfelf, ds.
Jongens
Geref. Kerk: Voorm. halfelf en nam.
halfacht, ds. van der Weerd.
NIEUWKOOP
Ned. Herv Kerk: Voorm. 10 uur en nam.
halfacht, ds. van Wijngaarden.
Geref Kerk' Voorm. halfelf (Bed. HA.)
en nam. halfacht (Dankz.), ds Speelman
van Nieuwveen.
Remonstr. Kerk: Voorm. 10 uur. ds.
Nienhuis.
NIEUW-VENNEP.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. halftien (Voorb.
H.A.) en nam 6 uur. ds. Gerbrandy.
Geref. Kerk: Voorm halftien en nam. 3
uur, ds. Smilde
Chr. Geref. Kerk: Voorm. halftien en
nam. halfdrie. de heer Aangeenbrug.
NOORD WIJK ER HOUT.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, de heer
Hoekendijk van Heemstede.
OEGSTGEEST.
Ned. Hen- Gem. (Groene Kerkje):
Voorm. 10 uur, de heer J J. Plantsoen,
cand.
Pauluskerk: Voorm. 10 uur, ds. Stam van
Rotterdam; nam 5 uur, ds. Hennemann.
OUDE-WETERING.
Ned. Herv, Kerk: Nam. halfdrie (Voorb.
H.A.), ds. Geerling.
Geref. Kerk: Voorm. halfelf en nam.
halfacht, ds. van der Bos.
Remonstr. Kerk: Voorm. halfelf (Bed
H-D.), ds. van Wijngaarden.
R1JNSATERWOUDE.
Ned. Herv. Kerk: Nam. halfdrie. ds.
Kruishoop van Bodegraven.
Chr. Geref. Kerk: Voorm. halfelf en
nam. 7 uur. leesdienst.
SASSENHEUVl.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 en nam. 5
uur, ds. Krijkamp.
Geref. Kerk: Voorm. halftien en nam. 5
uur. ds. de Waard van Rijnsburg.
VALKENBURG.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds.
Mulder van Hillegom; nam. halfzeven, ds.
Groot Enzerink van Leiden.
WADDINXVEEN.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 uur en nam.
halfzeven, ds. de Looze.
Geref. Kerk: Voorm. 10 en nam. 6 uur.
ds. Smidt.
Chr. Afg. Gem.: Voorm. 10 en nam. 6
uur. ds. Grisnigt.
WARMOND.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 en nam. 6
uur, ds. de Bel.
ZOETERWOUDE.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds.
Eijkman.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Oosternieland, H. J. Drost
te Kolderveen (Dr.), te Oostermeer, J.
Hoeksema, te Paexens; te IJsselstein, J.
H. Koster, te Mentfoort; te IJsselmuiden,
H. A. Lemmens, te Delft; te Poortvliet en
te Driesum, J. Fokkemd, te Sprang; te
Gouderak, J. G. Waelderik, te Vreeswijk;
te Nigtevegt, cand. te Driebergen,
Bedankt: Voor 'sHeer Arendskerke, A
F. W. de Kluis, te Serooskerke; voor Lem
mer, J. P. Snoep, te Nijcherke; voor Mak-
kum, G. J. Sanders, te Ee (bij Dokkum).
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Loosduinen (vac. C. J.
van Bimbergen) W. A. Wiersinga, te
Weesp.
HET ONDER DEN WERELDOORLOG
GEBUKT EUROPA.
Een intermezzo.
Even onderbreek ik de reeks histori
sche portretten die ik trachtte te teeke
nen. Dat van Frederik den Groote is nu af
hoe onvolledig ook; zijn veelzijdigheid
zou grootere afmetingen eischen dan een
dagblad mag bieden! en ik sta voor een
ander model: Napoleon Maai' hem waag
ik niet te brengen binnen het kader van
een courant. Ik zal enkele bijzonderheden
uit zijn leven pakken; zijn leven zal lk
niet beschrijven Dat is te groot, niettegen
staande de nog geen twee en vijftig jaren,
dat het duurde En er zijn zulke grootsche
studiën over hem gepubliceerd, door his
torici en door geniale dilettanten, dat elke
„levensbeschrijving" van hem overbodig
schijnt te zijn. Maar evenals Frederik de
Groote thans „in de mode" is. is Napoleon
aan de orde van den dag. In Duitschland
en in Frankrijk denkt men aan hen als
aan de groote generaals, de groote heer-
schers die hoog boven de meesten uitsta
ken en wier namen beteekenen de groot
heid van het land Vandaar allerlei publi
caties. tooneelvoorstellingen. films, waarin
zij herleven: uitingen van beteekenis in
den gedachtengang der beide volken, wier
groote mannen zij zijn.
Doch voordat ik eenige bladzijden opsla
van Napoleon's machtig levensboek, ver-
gunne men mij een actualiteit te bespre
ken. terwijl ik in herinnering breng iets uit
het verleden. Dit verleden is niet heel ver
van ons verwijderd. De feiten die ik be
spreken wil, hebben zich in mijn jeugd
afgespeeld en, al was ik toen heel jong,
heb ik er destijds toch groot belang in
gesteld Ik herinner mij nog zoo goed met
hoeveel spanning ik die volgde. De groo
tere beperktheid van het toenmalige open
bare leven, het rustige provinciale hoofd
stadje, waar ik werd opgevoed, de om-
slotenheid van het familieleven in dien
tijd. deden hen meer naar voren springen
dan ze nu zouden gedaan hebben. Een
oorlog tusschen twee landen, waarvan één
onze nabuur was, nam al ons denken in
beslag. Op de school en in het ouderlijke
huis waar wij. kinderen, 's avonds om de
tafel en onder het licht van de hooge
staande petroleumlamp met den melkwit-
ten ballon pluksel maakte voor de gewon
den, en in de studeerkamer van mijn vader
met de oorlogskaarten waarop vlaggetjes
geprikt waren, die de bewegingen der vij
andelijke legers aangaven, leefden wij met
den oorlog mede. Een toen veel in Neder
land verspreid Duitsch weekblad. „Vom
Kriegsschauplatz", kwam onzen kleinen
kring geregeld in woord en beeld daarvan
vertellen. Eindelijk het leek zoo lang en
het was toch zoo kort was de krijg uit:
de vredespreliminairen vingen aan.
Nu. ruim dertien jaren na het eindigen
van den wereldoorlog, is eep der groote
voorwaarden, waaronder de vrede getee-
kend werd. nog een voortdurende, zware,
steeds onopgeloste puzzle. Europa's politiek
draait om de miliiarden. die Duitschland
aan schadeloosstelling moet betalen. Euro
pa is er vol van en gaat er aan te gronde.
Amerika wordt in den draaikolk der moei
lijkheden meegesleept. De miliiarden. te
betalen nog niet betaald, wellicht nimmer
te betalen, beheerschen sedert eenige jaren
het groot openbaar staatsbedrijf der groote
rijken van Midden- en West-Europa. Wie
het eind er van ziet. is een vèr ziend man;
wie voorspelt, hoe dat eind zal zijn, een
knap waarzegger.
In de discussiën over den vrede van Ver
sailles. wordt herhaaldelijk verwezen naar
dien van 1871, naar den vrede van Frank
fort. die den Fransch-Duitschen oorlog be
sloot. Dan hoort men soms de bewering,
dat de vrede van toen onvergelijkelijk veel
milder en rechtvaardiger was, ook in de
eischen tot schadeloosstelling, die aan
Frankrijk waren gesteld. Zoo men die be
wering aan de werkelijkheid toetst, lijkt
haar juistheid twijfelachtig. Vergelijking
van feiten en van cijfers kan zijn nut heb
ben om een juiste meening te vormen.
Jaren geleden is zulk een vergelijking ge
maakt door een groot neutraal blad, de
„National Zeitung" te Bazel Maar in de
cijfers, waarop zulk een vergelijking be
rust, moet men vertrouwen hebben. Welnu,
de cijfers, die volgen, zijn wat de vredes
voorwaarden van 1871 aangaat, genomen
uit de „Anlagen zu der Verhandlungen des
Deutschen Reichtages. 1873 bis 1876." Daar
in werd uiteengezet, in welke verhouding
de door Frankrijk gedane betalingen ston
den tot de werkelijk door den overwinnaar
gemaakte oorlogs-onkosten.
Men kent de schadeloosstelling, die
Frankrijk, dat den oorlog op zijn grondge
bied had moeten ondergaan en daarna
met de verwoestingen bleef zitten, moest
betalen. We laten Elzas en Lotharingen,
die het moest afstaan, er buiten: dan
blijft over een som van vijf milliard francs.
Vijf milliard in 1871 ruim zestig jaar
geleden, toen de franc buitendien nog de
oorspronkelijke waarde had vijf mil
liard!
In ronde som bracht dit bedrag met in
begrip van de oiageloopen rente en de con-
tributiën het Duitsche Rijk 4454 millioen
mark op.
De onmiddellijke uitgaven, die Duitsch
land voor de oorlogsvoering moest doen,
bedroegen in ronde som 1788 millioen
mark. Daarvoor werd bekostigd het onder
houd van 't leger, de ammunitie, de steun
aan hen. wier kostwinners in den oorlog
gingen. Dit bedrag van bijna 1800 millioen
mark was ruim 40 pCt. van de geëischte
schadeloosstelling. Blijft over 60 pCt. pf
2666 millioen mark.
Wat gebeurde daarmee?
Een aanzienlijk deel daarvan diende om
de in-directe krijgsuitgaven te dekken.
Daartoe behooren gerekend te worden de
invalieden-pensioenen en de stichting van
een Rijksinvaliedenfonds. waarvoor 561
millioen werd uitgetrokken: vergoeding
voor oorlogsschade 113 millioen; schade
vergoeding voor Duitsche reederiien 17 mil
lioen: aankooo van den Franscher. Ooster
spoorweg in Elzas-Lotharingen 260 millioen
Alles te zamen een duizendtal millioen
marken
Maar grooter dan dit bedrag is de som
die uitgetrokken werd voor nieuwe oor
logstoebereidselen. Het is waar in de Kai-
serproklamation" van 18 Januari 1871 kon
tom. lezen;
„Den Duitschen Keizer moge God het
genadig toestaan steeds een Vergrooter
van het Duitsche Rijk te zijn. niet In
krijgsveroveringen. doch in werken van
den vrede op het gebied van nationale
welvaart, vrijheid en beschaving."
doch reeds een paar j aar later, toen de
gelden van de Fransche schadeloosstelling
rijkelijk toevloeiden, heette het in de toe
lichtingen, die de nieuwe uitrustingen
moesten rechtvaardigen:
„Het schijnt onvermijdelijk, het leger
zoo snel mogelijk in oorlogsconditie te
brengen om het op alle gebeurlijkheden
berekend te doen zijn."
Een bedrag van 1170 millioen mark werd
tot dit werk gebruikt. Daarvan vroegen de
ombouw en de uitrusting der Duitsche
vestingen 336 millioen, de Rijksoorlogs-
schat 120 millioen. de oorliogsmarine 90
millioen. de reorganisatie van het leger 521
millioen (waarvan alleen 150 millioen voor
de invoering van een nieuw model geweer
en voor de vernieuwing van het artillerie-
materiaal). de aanleg van strategische
spoorwegen in Elzas-Loharingen 100 mil
lioen. Nieuwe kazernes werden gebouwd,
geldelijke geschenken aan op den voor
grond tredende generaals werden uitge
reikt; ten slotte werd zelfs uit de oorlogs
schatting een fonds gesticht voor een
nieuw Rijksdaggebouw.
Toen dit alles van de Fransche scha
deloosstelling was afgenomen, bleef er
nog een bedrag van 480 millioen mark
over. d. w. z. bijna een half milliard. Dit
was dus om alleen van het geldelijke
te spreken de eigenlijke oorlogswinst,
die onder de verschillende Duitsche bonds
staten verdeeld werd. Er kwam dan nog
wat financieel voordeel uit de krijgsvoe
ring. De Fransch-Duitsche oorlog was dus,
van een financieele standpunt bekeken,
nog Zoo'n slecht zaakje voor Duitschland
niet geweest: een half milliard te verdee-
len. na wat er reeds van de schadeloos
stelling was geprofiteerd!
Maar nu de schadeloosstelling door den
overwonnene van 19141918 te betalen.
Volgens het vredesverdrag van Versail
les heeft Duitschland „alle schade weer
goed te maken, die de burgerbevolking
der geallieerde en geassocieerde mogend
heden zelve en aan haar eigendom heeft
geleden." D. w. z.: Duitschland moet de
kosten van den herbouw en de schade
loosstelling van de invalieden, achterge
bleven betrekkingen enz. enz. betalen.
Alle eigenlijke oorlogskosten van de over
winnende staten, door Lloyd George eens
op ongeveer 700 milliard goudmark ge
schat, zijn daarvan uitgesloten. In weer
wil daarvan beloopt de schadeloosstelling
reeds de geweldige som van 160—180 mil
liard goudmark voor de „herstelling" al
leen Ware Frankrijk in 1871 naar den
zelfden maatstaf gestraft geworden, dan
had het 900 millioen mark te betalen ge
had, dus nog niet één milliard. In wer
kelijkheid betaalde het echter bijna vier
en een half milliard goudmark.
Had men daarentegen volgens 't voor
beeld van den Frankforter vrede die
volgens de meening der al-Duitsche pro
fessoren zoo „onuitsprekelijk mild" was
gelijk alles, wat van Bismarck uitging!
Duitschland de gezamenlijke oorlogsuit
gaven plus een toeslag voor winst willen
laten betalen dus precies wat Duitsch
land in 1871 van Frankrijk eischte dan
zou men tot fantastische getallen ge
komen zijn. De oorlogsuitgaven en „het
herstel" in de overwinnende staten be
dragen te zamen 870 milliard goudmark.
Zoo men dus. op het voorbeeld van 1871,
dit cijfer naar gelijke proportie van toen
verhoogde, zou men komen tot een bedrag
van 2175 milliard goudmark
Inmiddels hebben de „Veertien Punten"
van Wilson althans dit resultaat gehad,
dat Duitschland bespaard is geworden
voor een dergelijke, waanzinnig hooge
oorlogsschatting. Toch hebben blijkbaar
het verdrag van Versailles en het Lon-
densch betalingsplan destijds Duitsch-
land's betaalkracht nog aanzienlijk over
schat, al mocht men aannemen, dat deze
grooter was dan Duitschland's nieuwe
heerschers, het „Reichsverband" der Duit
sche industrie, de „Reichslandbund" en
de Handels- en Bankverbonden, haar toen
hebben opgegeven. Een illustratie van
deze laatste opmerking is het garantie
aanbod van het „Industrieverband" ge
weest.
Sedert zijn voor Duitschland en voor
de wereld donkere dagen aangebroken.
Aan de vlotte uitvoering van de schade-
ioosstellingsvoorwaarde van het verdrag
van Versailles zijn allerei en bij her
haling belemmeringen in den weg ge
legd en het heeft er veel van, dat dit is
stop gezet. Met die belemmeringen kruist
zich de moeilijkheid der betaling van de
schulden der Entente aan de Vereenlgde
Staten, welke betaling weer verband hield
en afhankelijk was van de betaling der
Duitsche schulden aan de overwinnaars.
Hoe ten slotte de opssing van deze puzzle
zal zijn, wie ik zeide het reeds zal
het durven zeggen? Moge zij niet zijn een
nieuwe oorlog! Er gaat allerminst een
vredesadem over ons oude, geïrriteerde,
vermoeide en ontwrichte werelddeel!
Wat de toestand moge geven, de cijfer-
quaestie der schadeloosstellingen van 1871
en 1918 is er eene, die op zich zelf kan
worden beschouwd. De vergelijking tus
schen de twee brandschattingen geeft ze
ker wel aanleiding tot ernstige overden
king en wellicht tot verbazing, vooral wan
neer men bedenkt, dat voor zestig jaar
het overwonnen land, hetwelk gebrand
schat werd, ook den oorlog ik wees er
reeds op op eigen bodem had zien voe
ren en stond voor de taak om, naast de
schadeloosstelling aan den overwinnaar,
ook het herstel uit eigen beurs te be
talen.
A. J. BOTHENIUS BROUWER.
MAILDIENST DER
HOLLAND—AMERIKA-LIJN.
In de gisteren te Rotterdam gehouden
tweede buitengewone vergadering van
obligatiehouders in de 51/* pet. leening ten
laste van den maildienst der Holland
Amerika-Lijn is het voorstel om in 1932 en
1933 af te zien van de bepaalde aflossingen
aangenomen. De geheele leening zal in
1947 gedelgd zijn.