NJ DIEBLUME LINDEN BUSTER K ALLE COUPONS MET EXTRA KORTING VOORWAARTS I DE BLOEMENVROUW 1 1 ZONDAG VANAF 2 UUR D00RL00 VAN 8-11 UUR EEN AVO Haarlemmerstr. 130-136 Haarlemmerstr. 130-136 WASH VANAF 3-9 HET GROOTE AMUSAN VON - Als 2e hoofdnummer een zeer Wanneer u hartelijk lachen wilt. bezoekt di Omraedijksche Polder Wie het Ontpoppingsfeest kwam verstoren. Kuu aLtun i UAUtra UITSLUITEND COURANTE MATEN EN NIEUWSTE DESSINS. Zomerstoffen Crêpe de Chine Uni en Imprimé - Gekleurd Linnen Witte Katoen' Graslinnen Bonte Stukgoederen. behoudt de leiding Een mooie, lange, I lijn, die als hel ware de kracht en de snel zich heeft. Als ge de forsche, lange n ongeduld nauwelij Geruischloos is het ov Waf een kracht! Ta derd twintig kilomet Dat is sport! Dat is Denkt U over een v wagen? Besluit dl NASH hebt gezien aanvraag gaarne ei U kunt reeds eigen N.V. H. ENGLEBI DEN HAAG: THERESIA AMSTERDAM, Wetering' NAAR DE BEKENDE EEN STORM IN EEN GL S De hoofdrollen worden vervuld doo: S RENATE MUELLER - HANSI NIESE - PAUL ss is een der grootste succesfilms, welk 35 uitverkochte zalen heeft geloopen te 3 de man die nooit lacht, maar die iedereen laa Deze film is weder een nieuw succes vo TOEGANG ALLE LEEF Ingelanden worden opmerk zaam gemaakt, dat het ont werp van den herzienen keer ter Inzage ligt bij den heer C. A. PAAP, Secretaris, te Voor schoten en bij den Heer J, W, KONING, Voorzitter, Rijksstraatweg 278 te Wasse naar en aangeplakt werd bij de Haagsche Schouw en ver krijgbaar bij den Secretaris i-nnv OR lXo«- (Een sprookje uit het bosch). „Hè, wat ls het hier vandaag toch stil en vervelend," sprak een konijntje tot een veldmuisje „Er is hier niets te zien. dat aardig ol vreemd is ,,'t Is zooals je zegt," stemde de veld muis in. „Doe daarom zooals ik; kruip in je hol en ga slapen." „Ik blijf liever onder de boomen," zei het konijntje. Doch de veldmuis hoorde hem niet meer; die was weer in haar eigen holletje ge kropen. Langzaam hipte het konijntje toen ver der het bosch ln en omdat er toch niets vreemds te zien was, legde hij zich neer onder een boom, dicht bij zijn holletje, en daar besloot hij de verveling door een slaapje te verdrijven. Doch nauwelijks had hij de oogjes ge sloten, of een zacht gekriebel vlak bij zijn rechtervoorpoot deed hem weer ontwaken. Hij bemerkte toen, dat wat hem ln den slaap had gestoord, een dikke, ronde ke ver met een glanzend zwart schild was De kever, die ook het konijntje aankeek, streek juist met de voorpootjes over zijn grappig-klein hoofdje, daarna bewoog hi> de lange voelsprieten en bromde: „Wat is het warm! En als ik nu maar niet zoo lang behoefde te zoeken „Wel, dat is mijnheer Junl-kever, die daar zit te brommen", dacht Kortstaartje, zoo heette het konijntje „En hij zoekt iets, en kan het zeker niet vinden. Maar misschien kan ik hem wel met dat lastige gezoek helpen In een oogenblik was Kortstaartje op gesprongen en begon met den kever te vragen: „Ik hoorde, dat Je iets zoekt en 't niet kunt vinden, vriend Junikever. Is liet misschien niet ai te onbescheiden, je te vragen, wat dit is?" Hevig scheen de Juni-kcver bij deze plotselinge vraag,te schrikken. Van schrik kroop hij over een afgevallen tak en toen eerst scheen hij te bemerken, dat 't KoTt- staartje was, die zoo tot hem sprak. „Zoo, ben jij het, konijntje," gromde hij. „Hè, wat deed je me schrikken! En dit ls zeer gevaarlijk, weet je? 'k Had best een ongeluk kunnen krijgen ,.'t Spijt mij, dat ik je zoo deed schrik ken, vriend Juni-kever," verontschuldigde zich het konijntje Maar ik dacht, dat je Lier iets zocht Je deed zoo vreemd", „Natuurlijk zoek ik iets." bromde de kever. „Ik zoek één mijner familieleden, die hier ergens op of onder een blad moet zitten „Dat familielid is dan zeker wel héél klein?" vroeg Kortstaartje. „Zoo héél klein is het niet", was het antwoord. „En toch is het niet gemakke lijk te vinden, omdat het zich heeft ver borgen in een klein huisje, dat ls vast gehecht op of onder de bladeren of aan twijgjes. De mensclien noemen deze huis jes „cocons"...." „Nooit van cocons gehooid," sprak Kort staartje. „Dan hoor je het n u," bromde de Junl- kever. „En zoo'n cocon is een nauwe cel. gemaakt van fyne draden „Ach zitten al je familieleden in zoo'n nauwe cel opgesloten?" vroeg Kortstaartje. ..En kunnen zij daar niet meer uit?" „Wat denk jij toch wel van mijn familie leden?" bromde wat boos de Juni-kever. „Ze zijn heelemaal niet opgesloten. Ze zijn zelfs heelemaal vrij om in en uit hun huis te gaan Maar ze blijven er in. totdat zij gereed zijn en dan Neen. daar begreep Kortstaartje heele maal niets van „Waarmee zijn ze dan gereed?" vroeg hij. „Wel, natuurlijk met hun ontpopping," legde de Juni-kever hem uit. „Daar spre ken zelfs de menschen over; ze zeggen: ..Zoodra de vlinder gereed is om uit te komen splijt de cocon „Ik zou die familie van jou ook wel eens graag uit haar huisje zien komen," viel Kortstaartje in. Help mij dan maar, met ze te zoeken," sprak de kever. Dit vond het konijntje wel prettig. Met den kever zocht hij toen overal en onder ieder blad en takje, naar de cocons en al heel gauw rtep hij: „O, daar zie_ ik al een huisje! Kijk, daar zit het! Daar onder dat blad!" Hij wees toen op een klein, grauw ding op den achter kant van een afgevallen boomblad. „O, neen, zóó klein zijn de huisjes niet," legde de kever hem uit. ,,'t Is de cocon van een mot, dien je daar ziet, Maar ik WAALS „Klein vogeltje, wat fluit je mooi, Zeg, heb je zoo'n plezier?" Wou jij dat weten, kindjelief? Kijk dan eens pven hier!" Vier eitjes liggen In mijn nest. Mijn vrouwtje broedt ze uit! Vandaar dat ik zoo vroolijk ben En heel den dag maar fluit!" (Nadruk verboden). „Zeg vogeltje, nu ik dat weet, 'k Beloof het op mijn woord - Nu zal ik er voor zorgen, hoor, Dat niets je vreugde stoort! Fluit jij maar biij en lustig Boor. Er komt geen mensch bij 't nest En 'k jaag ook alle poesjes weg, Dat vind je zeker best1" R WIN] zie er een! Kijk, daar vlak bij dien boom stam! Daarin zit één van mijn familie leden! Kom vlug mee'" Gevolgd door Kortstaartje. haastte zich de Juni-kever naar de piek, een klein holjgje, dat hij dadelijk aandachtig be keek, want aan dit twijgje zat de cocon gehecht. „Nu moeten wij hier de wacht houden, konijntje." ging de kever voort We moe ten er bij zijn als mijn familie uil den cocon komt! Dan zul je eens wat zien!" „Eigenlijk moesten wi.i een feest geven stelde Kortstaartje voor .Eén uitkomings- feest. waarop wij alle konijntjes en alle kevers uit de buurt vragen En ook de kleine vogels „O neen geen vogels!" riep de Juni- kever verschrikt uit .Alléén de konijntjes en de kevers en de bijtjes mogen komen Vanaf dit oogenblik hield de Juni-kever de wacht vlak bii den cocon. En het ko nijntje ging in dien tijd de kevers, de bijen de vlinders er de konijntjes uitnoo- digen Den volgenden dag. toen alle genoodig- den eens naar den cocon kwamen kijken brak deze plotseling open en,., er vloog een prachtig-gekleurde vlinder uit! Allen keken opgetogen naar liet schoone dier, dat ook heel groot was En trotsch op zijn kleurenpracht was de vlinder in 't geheel niet. Vriendelijk boog hij zijn sierlijk kopje naar alle kanten en stelde toen zichzelf voor Ik ben Pauwoogje" zei lui ,.en ik ben zoo blij. dat ge allen gekomen zi.it om miin ontoopping bii te wonen.. „Wü ziin óók verheugd", sprak de Juni- kever. Hij gaf daarna de kever-muzikan ten een wenk. Die zaten met de hommels op een bemosten boomstronk en zij be gonnen toen dadelijk met het welkomst lied! 't Was egn gezoem en een gegons, dat Kortstaartje wat ontevreden zijn lange ooren schudde en toen den muzikanten vroeg- „Kunt ge niet wat zachter het wel komstlied zingen? Als ge allen zoo luid dooreen gonst, kan Pauwoogie toch het lieve geklingel der blauwe klokjes niet hoo- ren! En dit geluid klinkt juist zou lieflijk „Ge moet zacht zoemen zooais wij", zei den de bijtjes. „Daarvoor zijn onze stemmen véél te zwaar", gondsden een paar bromtorren, die juist een nieuw lied wilden aanheffen. ,,'t Is veel beter, dat wij onze stem eens laten hooren," stelde een zwerm muggen voor. Ze begonnen toen dadelijk zóó te gonzen en ze gonsden zóó lang. dat Kort staartje ongeduldig hun toeriep: „Nu is 'e genoeg! Laat nu anderen weer eens zin gen! 't Wordt anders zoo erg eentonig!" „Wat is eentonig?!" piepte een vleer muis, die, hoog boven de gasten, aan een boomtak hing. Niemand had het dier daar zien han gen. Daarom was er op eens een hei ontsteltenis onder de kevers en de and insecten Angstig keken allen naar groote zwarte dier dat nu weer be;on Diepen „Waarom hebt ge mij ln den slaap stoord? Kom, gaat uit mijn nabijheid ik verslind jullie allen!" Nog heviger werd toen de angst dei secten En zelfs Pauwoogje, de pas «11 komen vlinder werd zóó bevreesd dat plotseling wegvloog „En voor hém kwamen wij toch a hierheen" bromden de kevers en ooi gingen heen „Dat nu zoo'n akelige vleermuis feest moest komen verstoren!" zoemdtn muggen tot de bijen. Zoo gonsden en bromden ook de am Insecten tot elkander en ook zij vlozen kropen vlug weg Alleen Kortstaartje was niet hecnml Hij was niet zoo spoedig bevreesd i schudde zijn lange ooren en sprak op zen toon tot de vleermuis: Jij rustr stoorder, hebt wél onze vreugde versta Jij hebt allen, die ik uitnoodigde. d vluchten. Maar toch was er éér d oogenblik dat jij niet hebt kunnen ver: ren! Dit was de ontpopping van Pa oogje, den schitterend-gekleurden vlini Daarvoor kwam je gelukkig véél te li m Het heerlijkste en schoonste ooseri traoVi Ttroc Po iiTT7r»r»o-1 o'c worcoViliriPn 11 t toch was Pauwoogje's verschijnen uil cocon!" Een nijdig gepiep was het antwoord vleermuis. .Piep en brom j,ij maar, zooveel je wi spotte het konijntje. „Tóch heb jll schoonste oogenblik gemist!" Hij liet toen de vleermuis aan haar^ over en hipte vlug naar zijn holletje sliep hij dadelijk in en in zijn droom leefde hij nog eens de ontpoppina Pauwoogje, den prachtig-gekleurden y der! Hii droomde daarna óók van devir muis. die het ontpoppingsfeest kwam storen. TANTE J01 (Nadruk verboden). FOUTEN IN HET ZOEKPLAATJE UIT HET VORIGE NUMMER. De 9 fouten zijn: I. Ladder mist één sport, II. Schilder staat niet op sP°h' III. Emmertje, dat aan ladder har mist helft touwtje. IV. Linkerluik mist vakverdeehW V. Rechtergordijn mist ■geschuir rand. VI. Een der luiken mist haakje VII. Greis fout geschreven. Vin. Gele verf te donker. IX. Onderhelft deur mist knop. (Nadruk verboden). WAALS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 2