let drama te Putbroek 0PANKEN en LINNEN SCHOENEN PAANAKKER Co. - Maarsmanssteeg j I ASPIRIN LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 1 Juni 1932 Derde Blad No. 22145 LqENTIEN schoten in den nacht. Zilveren Ambtsjubileum te Sassenheim. Zilveren Jubileum te Alphen. KUNST EN LETTEREN. YRAGENRUBRIEK. [!iiiiiinniiiiminiiii8iiiimiimiiiii»iiiiiimmiimig»HiEiiiiiiiiniiiiiiigniii| Voordeelige Aanbieding j liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiinniiiiiiiiiiiiiiiiil eenig op de wereld KERK- EN SCH00LNIEUWS. FAILLISSEMENTEN. FEUILLETON. inbras' Toovermacht r« lSeb^aan als Londen en Pa~ X VOORTZETTING VAN HET GETUIGENVERHOOR. (Vervolg van gisteren) ie pauze is de belangstelling op de ,tj tritune, die tijdens het verhoor deshindigen wat was afgenomen buitengewoon groot. Als haringen in m -epató staat het publiek op de tri- f 1 Onder hen is ook de vader van de iteraioorde jongens Kersten. Ook voor •(recttsgebouw is het zeer druk. Een fc, politiemacht houdt het publiek op itiand. mallend zijn de verdachten binnen- Jjt Even rustig als des morgens zit- m op het bankje der beklaagden, a wordt dr. van Waegeningh voorge- j. De jas. waarop de bloedvlekken loinen wordt aan den vader van den itoond Hij geeft toe dat het klee- tot aan hem toebehoort. Ook enkele Menboekjes in zijn woning in beslag jon herkent hij als zijn eigendom. der boekjes komt de naam Roe- voor. Officier tot verd.: „Schreef je in dit (bekeuringen en verkoopingen op de td: „ja, dat kwam wel voor. deskundige verklaringen blijkt nog. ■opeen der kleedingstukken ook ani- iktvlekken aangetroffen zijn vlak in jbijbeid van de uitgewasschen bloed lm. ma komt het eerstgenoemde gemeen- ppelijk rapport van de drie deskun- aan de orde. Zij komen tot de con- dat Willem Kersten eerst door een en daarna door een schot hagel is rffen. Het verhoor van de deskundi- s hiermede voorloopig ten einde. De eerste sporen. Houtermans, wachtermeester der ma ils» te Echt wordt voor het hekje spen. De President betuigt hem na- de rechtbank de volle tevredenheid het gevoerde eerste onderzoek ter De wachtmeester vertelt onder omstandigheden de eerste sporen de misdaad in het Annendaelsche onder Diergaarde werden ontdekt, in de nabijheid van de plek waar de waren begraven, had getuige een levonden. Even verder vertoonde de sporen van pas te zijn omgewoeld, gegraven en de lijken, die dicht i lagen, werden gevonden, het riste, dat van Wehrens ongeveer dub- irauwen. Getuige kan niet beoordee- de kuil pas was gegraven, of dat 't li'beel of gedeeltelijk pas bestaande jus Getuige had op den weg meerdere 'lekken aangetroffen. Zoodra het ir gerucht deze beide verdachten fe vermoedelijke daders aanwees, had een onderzoek in de woning van «lachten ingesteld. officier van Justitie tot getuige: m er bloedvlekken in de kuil?" „Neen" Bieiêr: „Er zijn veel sporen gevonden kt wegbrengen van zand, niet waar? is er een heuveltje zand op de lijken [(troffen. Sulge: ,De kuil was zoo goed als ge- fevuld met de lijken, die erin waren ist Wij moesten het onderste lijk, al le wachtmeester, met riemen uit het trekken." 'licler: „Dan ligt het voor de hand, dat een reeds bestaande kuil was." Tripels: „Toen de president dezen 'Te ondervroeg, kon deze niet zeggen itail oud of nieuw was. Blijft hij daar nat hij daar heel veel verstand van It?" k President tot verdediger: „Dat maakt [liet uit." e Rijksveldwachter Paulissen uit Pos- Wit wordt voorgeroepen om zijn verkla gen at te leggen. fetutge had van den veldwachter Hint- - J™ op Zaterdagavond 28 november En' v er dr'c jongelui vermist wer- De bosschen werden toen afgezocht. P'Ulge kwam den jonsten verdachte TOM op de fiets tegen. Hij had hem niet aangesproken, daar hij van meening was, dat verd. naar de kerk ging. Dicht bij een der bloedvlekken op den weg aan den kant van het huis van Berends heeft ge tuige een strik gevonden, waarin een konijn moet hebben gezeten. Bij het uit graven van de lijken was getuige niet aanwezig geweest. De kuil was 1 Meter lang 1 Meter breed en 1.50 Meter diep. De president: „Was het een bestaande kuil?" Get.: „Dat kan ik niet zeggen." In een der bloedplassen op den weg werd een afgebroken gesp en een zakmes ge vonden dat later bleek te hebben toebe hoord aan Berends. Beide voorwerpen waren geheel met bloed bevlekt. Officier tot get.: „Was de oudste verd. een goed schutter?" Get.: „Buitengewoon goed". Officier: „Toen vader van der E. werd aangehouden, wat heeft hij toen gezegd?" Get.: „Hei zei: Wat heeft Teuwissen ge zegd?" Wij hebben verd. gevraagd wat hij daar mede bedoelde, maar hij zweeg verder. Ver dachte is dien avond met Teuwissen uit geweest. Teuwissen is de gemeente-veld wachter van Posterholt. Dan komt de Polizei Hauptwachtmeister Wellens uit Waldfeucht voor het hek. Ge tuige was op Vrijdag 27 November bij ver dachte aan huis geweest om hout te koo- pen. Verd. vader van der E. had hem verteld, dat het den laatsten tijd tamelijk kalm met de stroopers was, maar er ston den toch nog al veel strikken in de nabij heid. President tot get.: „Heeft hij er niet over gesproken dat hij dien nacht op de loer zou gaan liggen". Get.: „Nee, daar heeft hij niet over ge sproken". Pres. tot den vorigen get.: „Is dat niet vreemd, als een boschwachter strikken van wilddieven vindt staan, dat hij ze dan niet bewaakt?" Get.: „Ja. dat is het zeker". Patroonhulzen gevonden De uniformenrij wordt afgewisseld door een getuige in civiel, den slager P. Wolters te Posterholt, die ook een werkzaam aan deel had in het onderzoek naar de ver dwenen jongens. Hij had een patroonhuls gevonden. Ook getuige Ruyter had een dergelijke rol in het onderzoek gespeeld. 19 schoten in den nacht. Get. W. Schmitz. woonachtig te Poster holt. heeft in den loop van den avond van 27 November tegen 12 uur de beide ver dachten en nog een derden persoon, dien getuige niet kende, ontmoet op de fiets. Te omstreeks half 1 had get. in de richting Posterholt 19 schoten gehoord. Pres.: Waren het geen echo's? Get. hoorde de eerste negen schoten vlak na elkaar vallen, even later zeven en toen nog drie. De laatste drie schoten klonken doffer. Pres.Bent U zelf dien nacht dien kant uitgeweest? Uitvoerig betoogt de president tegen ge tuige, dat als hij verder in de bosschen is geweest om een haas te strikken dit nu gerust kan zeggen, want het gaat hier om heel wat ernstiger dingen. Getuige vertelt uitvoerig, hoe de jonge van den E. hem eens had geslagen en hem met een revolver had bedreigd. Verd. had toen gezegd: Ik krijg je nog wei, ik moest je eigenlijk onmiddellijk neer schieten. De jonge van den E. ontkent het ge beurde. Met een heele omhaal vair woorden ver telt getuige verder, dat ook vader van den E. hem eens gedreigd heeft met een re volver. Verd. H. van den E.: „Het is precies an dersom, hij bedreigde mij". De veldwachter H. Hintzen te Echt was bij het uitgraven geweest. Naar zijn mee ning, was de kuil pas gegraven. De 15-jarige broer Antoon van de ver slagen jongens Kersten was, toen zijn twee broers niet thuis waren gekomen, uitgegaan om hen te gaan zoeken. Aller eerst had hij de strikken, die zijn broer Willem had gezet, gecontroleerd. In een der strikken had een konijn gezeten, ver der op lag een plekje bloed. Een, die aan den dood ontsnapte. Eerst, zoo vertelt de jongeman, zou hij ook met zijn beide broers meegegaan zijn naar het bosch, doch zijn moeder had het niet gewild. President: Dat is maar gelukkig voor jou geweest. Een dramatisch moment brengt de on dervraging van de moeder van de beide omgebrachte jongens K. Zij is een een voudige Limburgsche vrouw, in het zwart gekleed. Aanvankelijk emotieloos gaat zij zitten op den stoel. Het is intusschen be nauwd warm in de zaal geworden. Een ge spannen stilte valt. Vrouw Kersten verklaart, dat Roe- broeckx kort voor zijn vermoording tegen haar zoon Willem had gezegd: van den E. heeft mij tweemaal gehad, de derde keer schiet hij mij kapot. Op den fatalen 27sten November was Willem des avonds uitgegaan om strikken te zetten. Toen zij des avonds uitgingen hadden zij gezegd: Wij blijven op den openbaren weg, dan kunnen zij ons niets maken, en als zij ons aanroepen, blijven wij gewoonweg staan. Willem had slechts een paar guldens hij zich, maar Wehrens had meer dan f. 20 in zijn zak. Nadat de president zijn leedwezen heeft betuigd met het groote verlies, dat vrouw K .heeft getroffen, mag zij gaan zitten. Get. E. Vernot had met den jongsten verdachte en zekeren Teuwissen een paar café's bezocht op den bewusten Vrijdag avond. Zij waren tot ongeveer 11 uur ge bleven en toen per fiets teruggegaan. Te kwart over 11 was get. thuis. Geen woord is er dien avond gesproken over stroopers. Later op den avond was ook vader v. d. E. in het café gekomen. Beide verdachten hadden, naar getuige meent, oude, don kere manchesterpakken aan. Getuige J. v. Heel. landbouwer te Put broek, is de voorlaatste getuige, die in den laten namiddag gehoord wordt. Getuige was in den bewusten moordnacht gaan stroopen. Onraad heeft hij toen niet be speurd. Wel meende get. het spoor van v. E. gezien te hebben in het bosch. De caféhouder J. Jurrissen te Echter - heide had de schoten gehoord, toen het in een nabij Duitsch gehucht l uur sloeg (Holl. tijd 20 min. voor 1). Ook heeft hij nog een gil gehoord. Hij had toen gedacht aan de douane Toen de president vroeg aan den oud sten verdachte, of hij nog een opmerking te maken had. antwoordde deze, dat z.i. op dezen afstand het geluid van de scho ten niet gehoord kon worden. De presi dent sprak er zijn verwondering over uit, dat verd. deze opmerking maakte daar hij immers steeds beweerde, niets met het schieten te maken te hebben gehad". De zitting wordt tot hedenochtend ver daagd. NIEUWE UITGAVEN. Door den Nederlaridschen Bond voor Verkeersveiligheid is ter verspreiding in schoollokalen enz. een in 4 kleuren ge drukte plaat uitgegeven teneinde de kin déren te wiizen op het gevaarlijke van spelen op den weg. Postbode W. Koppers. Heden is het 25-jaar geleden dat de heer W. Koppers aangesteld werd tot postbode alhier. Daarvoor had hij reeds 9 jaren dienst gedaan als hulp-besteller. Hij is een oude „Sassemer", die de ge meente nog gekend heeft met een zielen aantal van 1800: hij heeft haar zien groeien tot zij een inwonerstal kreeg van 5500. Niet alleen heeft Koppers de uit breiding gezien doch hij heeft deze van stap tot stap bijgehouden: immers, hoevele ontelbare malen heeft hij zijn rondgang door de gemeente gedaan. Hoevele malen zal zijn komst met belangstelling afge wacht zijn: hier brengende een blijde tijding, doch bij anderen een droeve. Natuurlijk is deze dag niet onopgemerkt voorbijgegaan. Door een collega is de jubilaris en zijn echtgenoote per auto van huis gehaald, waar hij op het kantoor aoor den directeur in tegenwoordigheid van het personeel, voorzoover de dienst dit toeliet, toegesproken werd. Ook werd hem een aandenken van zijn collega's en van de ingezetenen aange boden Wij komen op deze huldiging nog terug. F. M„ te L. Leiden, Oegstgeest, Sas senheim, Lisse. Ringvaart. Nieuw-Vennep, Hoofddorp. Aalsmeer Bovenkerk. Schip hol. Totaal 35 K.M. J. v. d. W„ te L. Leiden. Alphen, Utrecht. Amersfoort. Apeldoorn. Amers foort. Birkhoven, Soest. Soestdijk, Hooge- Vuursche. Hilversum. 's-Graveland. Weesp Amsterdam, Halfweg. Haarlem. Leiden. Totaal 256 3 K.M. Leiden. Utrecht. Blauw kapel, Maartensdijk. Hollandsche Rading, Hilversum, Laren, Naarden, Muiden. Die- merbrug. Amsterdam. Totaal 148 K.M. RECLAME. 726 ZIET ONZE Ei ALAGE De heer W. Pouw. Hierboven plaatsen wij een foto van den heer W. Pouw te Alphen, die heden den dag herdenkt waarop hij 25 jaar ge leden in dienstbetrekking trad bij de N.V. Oosthoek en Zn. Aanvankelijk was hij daar 3 jaar werkzaam als arbeider, doch later werd hij bevorderd tot baas der Pannenfabriek. Ongetwijfeld zal het den jubilaris niet aan belangstelling ont breken RECLAME. Uw gezondheid is het beste juist goed genoeg. Eischt daarom- uitsluitend Aspirin-j tabletten in de origi-j neele verpakking met,' het wereldberoemde* BAYER-kruis. 1 Let op oranje band en Bayerkrvls. Prijs 75 706 PREDIKBEURT. BOSKOOP. Evangelisatie Nutsbewaarschool: Don- derdagnam. 8 uur, de heer J. J. Verroen van Rotterdam. NED. HERV. KERK. Bedankt: Voor Haskerhorne, H. B. Spij kerboer te Gaast; voor Nteuw-Beerta, J. Chr. Fritzsche te Bergentheim. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Burum, J. de Wollf te Mussel. Bedankt: Voor Arum, K. y. d. Meulen te Kommerzijl. DOOPSGEZINDE KERK. Aangenomen: Naar Stavoren-Molkwe- rum, mej. M. de Boer, proponente te Am sterdam. Uitgesproken: -N.V. „N.V. S. de Wreede's Bloembollen- bedrijf", gevestigd te Sassenheim. Rechter- Comm. jhr. mr. dr. Th. W. C. Calkoen. Curator mr. L. Sprey, Leiden. Alb. van der Mey Jzn., koopman, Katwijk a. d. Rijn, Commandeurslaan 15. Rechter- Comm. mr. A. B. oBmmezijn. Curator mej. mr. M. T. Moolenburgh, Leiden. H. Weyers, handelende onder de firma Henk Weyers Co., te Sassenheim, Hoofd straat 68. Rechter-Comm. jhr. mr. H. O. Feith. Curator mr. M. B. Vos, Lelden. Ji! het Engelsch van WILLIAM LOCKE door J. E. d. B. K. tsw ,mt Parijs om het eerste ge- ,Un'f? hun, tocht af te leggen, was het >mm? maa' dat de zwervers de mid dle fwlegden Tar> Augustus trotseerden. Ze samen in een prieeltje buiten leryiiia- 111 te! waar het krioelde van oorwor- jT "aar ze hun dorst leschten met trlmm; n niets geen haast om hun MwictÜ! bereiken. Een uur of wat oen en morSen b.v. om zes uur rïen twee uur 's avonds was rest van den dag was ge- S,dist En aan kerken en cathedra- r'Wi Martin er bij. 'Cvwive®n rirooüjk idéé van een va- ®BJde Corinna. 1 Onm°eten we anders doen? Faièwn aan een droomerig nietsdoen fóe iS,261 Corinna. Vergeten dat er n'e'' Chartres aan een Jï1? plaatsen zou herinneren, "Tti?? °P- Smds ik „La Cathé- il®OnrtresSlnans heb Sjezen, droom w r?lwat men noemt een ernstige etov» Hr heb me den heelen |^n£Terwo«derd hoe ik er toch toe KiprUjri. met jou op dezen onwij- naar „nergensland" uit ^eb ik me ook over verbaasd, Feinig tij*} tot nadenken gehad, want hij had den geheele nacht wakker gelegen, was dus laat opgestaan: daarop volgden in den morgen drukke bezigheden, een fiets kiezen en huren, praten met den portier van zijn hotel over het verzenden van zijn goed. het wisselen van zijn geld in goud en bankpapier en nog een paar boodschappen. En pas toen hij haastig j voortpeddelde in de wannte naast dit op vallende jonge meisje, dat hij zoo lang kende en die voor wie weet hoe lang zijn constante metgezellin zou zijn, begon hij na te denken. Waarom had hij dan toch ook zijn neus daarin gestoken? 't Was prettig dat Corinna precies hetzelfde dacht. Die oude snaak van een Fortinbras moet ons betooverd hebben, ging ze voort, zonder een zinspeling te maken op Mar tin's gebrek aan galanterie. Hij krijgt je zoo onder zijn invloed door de woorden, die hij met zijn muzikale stem zegt en hij schijnt zoo'n vriendelijke wijze man te zijn. De oude kerel kan alles gedaan krijgen. Hij heeft eens een meisje, studente in de kunstgeschiedenis, er toe gebracht om non te worden. Hoe hij dat deed, weet ik niet, maar hij heeft haar gered naar lichaam en ziel. En zij is nu het gelukkigste mensch op aarde. Een lang stilzwijgen volgde. Droomerige stilte heerschte in het dichte bladeren- prieel, gevrijwaard voor stof en schel licht van den grooten verkeersweg. Slechts één van een dozijn groen geverfde en overal gebarsten tafeltjes was bezet door een werkman in blauwen kiel met vrouw en baby: ze dronken een onschuldigen drank. De eigenaar, dik, ongeschoren en gestoken in een lustre jasje, zat op den drempel van zijn café, waarvan het prieel een zomeraanhangelsel was, de „Petit Jour nal" te lezen. Een bastaard lag aan zijn voeten en hapte naar vliegen Twee jon getjes met verwarde haren leunden tegen den gewitteg ingang als twee Peri's uit de volksklasse tegen de poort van het Paradijs. Wie is Fortinbras? vroeg Martin. Corinna trok haar schouders op. Zij wist het niet. 't Gerucht wilde, maai' voor ge ruchten kon zij niet in staan, dat hij een Engelsche advocaat was, die van de rol geschrapt werd. Met de Fransche wetten was hij goed bekend. De Code Napoléon kende hij op zijn duimpje. Niettegen staande het strenge, zwarte costuum en de witte das van den Franschen advocaat, dat hij altijd droeg, had hij niet de Fransche bevoegdheid om er een cabinet d' avoue (advocatenkantoor) op te zetten en met dit beroep zijn kost te verdienen. Hij be trad ook nooit het door de advocaten zoo angstig bewaarde terrein. Maar zijn oor deel over rechtzaken was zóó goed en zijn honorarium zóó gering, dat menigeen hem liever consulteerde dan een echten advo caat. Dat was alles wat Corinna van hem wist op rechtskundig gebied. Voor het overige bestond zijn vreemde praktijk in het geven van raad in allerlei ingewikkel de toestanden. Hij trad op als scheids rechter tusschen twee mannen, tusschen twee vrouwen, tusschen minnaar en aan gebedene, man en vrouw, ouders en kin deren. Hij redde de schuldenaars van een bankroet Hij redde jonge mannen en jonge meisjes uit slechte handen. Laster praat en schandalen bracht hij tot zwij gen. Maar van zijn privaatleven wist nie mand. Zelfs zijn adres was onbekend. Tweemaal daags bezocht hij alle café's en restaurants in het quartier, zoodat zij, die hem noodig hadden, maar op hem behoef den te wachten in hunne respectievelijke hotels, want hij kwam met dezelfde regel maat, als waarmede de zon aan het firma ment verschijnt. Er zijn allerlei parasieten, zei Corin na, die trachtten op studenten klap te loo- pen voor eten, drinken en geld. maar daar behoort Fortinbras niet toe. Nu en dan, maar niet dikwijls neemt hij wel eens een uitnoodiging aan voor lunch of middag eten en dan is het altijd om de een of andere zaak te bespreken. Of het komt door zijn slimheid of door zijn eerlijkheid, dat weet ik niet, maar nie mand is bang voor hem. Dat is zijn groote voordeel. Je bent er volkomen zeker van dat hij je niet af zal zetten. Bijgevolg' gaat iemand, die in zorg is of in moeilijkheid, naar hem toe. in de overtuiging, dat hij er met vijf francs van af is, en dat For tinbras zich met hart en ziel aan de zaak geeft. Een wonderlijk sinjeur is hij. De meest opmerkelijke mensch dien ik ooit ontmoet heb, zei Martin. Je hebt niet veel menschen ontmoet, zei Corinna. Dat weet ik niet, antwoordde Martin. Eens maakte ik kennis met een bokser, een bijzonder soort van kerel, in de ge lagkamer van het café op den hoek van onze straat Hij is later opgehangen om dat hij zijn vrouw had vermoord en ik heb ook eens een lid van het parlement ont moet, die eveneens heel bijzonder was. Zijn naam ben ik kwijt. Maar geen van hen kan zich meten met Fortinbras, beweerde Corinna ironisch vriendelijk. Geen van hen had dien magnetischen invloed die van hem uitgaat, antwoordde Martin. Zelfs niet het lid van het parle ment. Maar, vervolgde hij na een korte pauze, is dat alles wat je van hem weet? Hij schijnt een geheimzinnig persoon te zijn. Ik wil er wat om verwedden, zei Co rinna dat jij en ik de eenige menschen in Parijs zijn die weten dat hij een dochter in Brantöme heeft. Waarom zou hij ons voor die vertrou welijkheid uitkiezen? vroeg Martin. Hij zei gisteravond, dat hij ons een stukje van zijn hart gaf. Zou je dat graag weten? zei Corinna, hem flink aanziende. Dat zou ik. Hij vertelde mij vanmorgen, voordat je in ie Petit Cornichon waart gekomen, dat hij je beschouwde als een soort van „hemelschen zonderling". Ik weet niet of ik dit al dan niet op moet vatten als een compliment, zei Mar tin, even ophoudend met het rollen van een cigaret. Hij had me net zoo goed een beroerden ezel kunnen noemen. Na dit spoedige antwoord veranderde het meisje van toon. Je moogt me gelooven, als ik je zeg dat Fortinbras niet een stuk van zijn hart zal geven aan een beroerden ezel. Als ik alleen voor mij zelve naar hem toe was gegaan, dan zou hij nooit, je hoorde het zelf, over wat hem lief was, hebben ge sproken. Hij deed het voor jou, niet voor mij. Maar waarom? Omdat hij meer dan genoeg heeft van menschen zooals ik. zei Corinna bit ter. Er zijn honderden en duizenden zoo als ik. Martin fronsde de wenkbrauwen. Dat begrijp ik niet. 't Is beter niet te probeeren dat te doen, antwoordde zij. Kom, laten we beta len en verder gaan. Ze betaalden en reden weg en stapten af in de kleine stad Rambouillet, waar ze als Monsieur et Mademoiselle Overshaw twee kamers bespraken voor zeer lagen prijs. En tot groote geruststelling van Martin bood Corinna hem niet in het bijzijn van de hoteihoudster haar wang aan voor een kus, toen zij 's avonds uit elkaar gingen. Hij ging naar bed in de zalige overtuiging, dat Corinna niet zoo kwaad was als ze zich voor deed. (Wordt vervolgd), J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9