LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Zaterdag 30 April BRIEVEN UIT BERLIJN. FINANCIEEL OVERZICHT. •ril l^U LAND- EN TUINBOIJI TUIMELTJE EN KRUIMELTJE IN HET KABOUTERLAND (Van onzen correspondent). Dc lente van Werder. Berlijn, 23 April. Al te lang hebben we op de nieuwe lente gewacht. April is bitter koud ge weest in Duitschland. Sinds 1917 herinne-* ren we ons niet meer, een zoo late lente meegemaakt te hebben. Nog geen veer tien dagen geleden lag groezelige sneeuw nog in sommige straten en in de bosch- rijke omgeving. Een felle Noordwester maakte het verblijf in de open lucht onhoudbaar. Midden in April liepen we in het toch al zoo koude Berlijn nog hui verend in onze overjassen. En de weer berichten gaven geen sprankje van hoop. Snids een dag of drie is het nog wel geen lente, maar de voorboden melden zich toch. Het eerste jonge groen is er, struiken en boomen botten uit, straks zullen de seringen de anemonen komen aflossen; en kijk, achter in mijn tuin wazigt rozekleurlg de eerste pracht der bloesemdragende vruchtboomen! Die wekken een tradioneele jaarlijksche herinnering op, en zijn een belofte vooi het telkens wederkeerende lentefeest der Berlijners: Werder! Werder is een stadje, dat niet ver ach ter Potsdam ligt. En Potsdam alweer, de beroemde ex-zomerresidentie der Duitsche koningen en keizers, is een kleine 30 K M. buiten Berlijn gelegen. In drie kwartiei kunnen we Werder met de auto in twee uren met de motorboot bereiken, in een goed uur met den trein. Dat beteekent voor ons, Berlijners, die vaak meer dan een uur aan één stuk in detram moeten zitten om de city te bereiken, een peuleschil, Is het een wonder, dat de Berlijners, die op alles wat „natuur" heet, verzot pleegt te zijn, geen grooter genot kent dan zijn jaarlijksche uitstapje naar de „Wêrdêr- sche Baumbliite", waaraan voor alle recht geaarde oer-Berlijners zoo tallooze jeugd herinneringen verbonden zijn? Wie van mijn lezers in deze weken naar de Duitsche rijkshoofdstad komt, moet niet verzuimen, Werder te gaan genieten. Ik weet wel, dat voor de Hol lander de aanblik van bloeiende appel-, peren- en kerseboomen nu niet bepaald een sensatie beteekent. Wij hebben ons Westland onze geestgronden, de Betuwe en vele andere plekjes, de tulpen- en hya- cynthenvelden niet te vergeten, die zich terecht in Internationale bekendheid mogen verheugen. Maar het beeld van Werder hebben we toch niet! Dit stadje is. wat de oudere, zeker reeds bijna 1000 jaren oude, wijken betreft, op een schier eiland gebouwd, dat zich uitstrekt in een van de tallooze schilderachtige, aan na tuurschoon, zoo rijke „Maskische" meren, die de omgeving van Berlijn tot een bij vreemdelingen nog veel te weinig be kende Idylle zonder weerga maken. Rondom en achter het stadje verTTeffen zich de groene en ten deele met zware bosschen bedekte heuvels waardoor deze meren den indruk van Klein-Zwitserland weten voor te tooveren. En overal op de berghellingen, maar ook langs de oevers en temidden van de oude hulzen en de schilderachtige antieke kerken staan sinds 600 jaren de vruchtboomen geplant, ter wijl nog tot in den regeeringstijd van Frederik den Grooten de wijnstok 's zomers in vollen bloei placht te staan. Inderdaad, zelfs de meeste Berlijners, die niet in de eerste plaats om de bloe sems, maar om den koppigen vruchten wijn naar Werder plegen te gaan, weten niet, dat in vroege eeuwen Werder en omgeving heuschen witten wijn oplever den. Het is dezelfde „alte Fritz" geweest die in een regeerlngsdecreet aan deze echte wijnproductie een eind maakte op grond van de overweging, dat de Werder- I wijn in qualitelt met Fransche wijnen en met de heerlijke producten van Rijn, Moezel, Saar, Nahe en andere latei- wereldberoemd geworden centra toch niet langer concurreeren kon. De Werdersche wijnoogst had toen echter reeds een 1 roemrijke geschiedenis achter zich. Reeds in 1317 kochten de Clsterciener monniken van het klooster Lehnin, waarvan de ruines nog heden tot talrijke uitstapjes i van de hoofdstedelingen lokken, de „vlek Werder" met haar 47 hoeven, haar bergen, weiden en uitgestrekte watervlakten. De erond was zandig en onvruchtbaar, gelijk bijna overal in de „Mark Brandenburg". Maar de nijvere monniken, echte harde Pruisen blijkbaar, kenden geen rust voor dat ze de berghellingen voor het aanplan ten van den wijnstok geschikt gemaakt hadden. De wiin, dien zij voortbrachten had een goudgelen glans en moet goed ge smaakt hebben. Maar ook de kersenboom gaarden, die zij aanlegden en die nog heden een middelpunt van de productie vormen, leverden prima fruit. Al kunnen de kersen van Werder naar mijn beschei den meening nog altijd niet met die van onze Betuwe concurreeren. De Berlijners echter, die op dit gebied niet verwend zijn. geven zeer terecht aan het fruit van Werder de voorkeur boven de kersen, die andere Duitsche dreven opleveren en ook naar de miilioenenstad uitvoeren. Omstreeks 1500 was Werder als centrum van den wijnbouw in Brandenburg alge meen bekend en de regeering kon er zich in verheugen, dat deze productie voor den fiscus niet onbelangrijke bedragen ging opbrengen. In 1697 kreeg Werder zelfs het recht, aan een bepaalde brug in Berlijn, die voor haar gereserveerd bleef, met schuiten aan te leggen om Werderschen wijn en Werdersche vruchten aan den man te brengen. Pas in 1840 slaagde de concurrentie er in, aan deze bijzondere voorrechten een eind te maken. En eerst in 1932 wordt weer overwogen, Werder als middelpunt van wijnbouw in eere te her stellen Voorloopig echter zullen we onze pel grimstochten naar dit schilderachtige stadje voortzetten om de bloesempracht en om de zeer smakelijke, maar door hun koppigheid niet ongevaarlijke vruchten wijnen. De „Obstwein" behoort naast het „Bock bier" tot de allergrootste attracties- van den Berlijnschen middenstand en de ar beidersklasse Over het algemeen is de Berlijner matig. Hij kan heel wat biei door zijn keelgat laten verdwijnen, maar tot dronkenchap laat hij zich eigenlijk maar zelden verleiden. In Werder echter is hij over 't algemeen een ander mensch. Wie in zulke Jan Steen-tooneeltjes belang stelt, moet een warmen Zondag in de i De beurs in afwachting van de verdere politieke ontwikkeling Nieuwe reactie van den ponderkoers Dividendpassee- ring der U S Steel Corporation: Het bedrijf niet meer loonend De dividendvooruit zichten der Koninklijke Petroleum en der Handclsvereeniging Amsterdam Kans op inrichting van rubberterreinen voor andere docMnden. De internationale fondsenmarkt heeft het resultaat der Duitsche Landdagver kiezingen met groote gelatenheid opgevat. Al betreurde men de sterke verschuiving naar rechts, men stelde zich op het standpunt, dat de practische gevolgen, welke deze zal kunnen hebben, dienen te worden afgewacht. Bovendien geeft men er zich rekenschap van, dat voor de toe komstige Duitsche binnenlandsche poli tiek veel, zoo niet alles, zal afhangen van het resultaat der a.s. besprekingen tus- schen de leidende staatslieden te Lau sanne. Mocht het alsnog gelukken, hier tot een oplossing, van het vraagstuk dei- herstelbetalingen en der oorlogsschulden te geraken, dan zou dit er niet alleen in sterke mate toe bijdragen, rustige ver houdingen in Duitschland te doen weder- keeren, maar dan zou de geheeie wereld ontheven worden van een druk, die een herstel van het economisch leven tot dus verre heeft tegengehouden. In afwachting van datgene, wat Lau sanne zal brengen, en het behoeft nau welijks betoog, dat in dit verband ook het resultaat der Fransche verkiezingen door de beurs met spanning tegemoet wordt gezien, is het op de beurs nog niet tot een opleving van zaken gekomen. De grondstemming, vooral op enkele der bui- landsche beurzen, was wellicht een nuance beter, maai- naast de onzekerheid over den uitslag der internationale besprekin gen waren er te veel factoren van ongun- stigen aard. dan dat zich een herstel van beteekenis kon doorzetten. In de eerste helft der week wekte een nieuwe inzinking van den Pondenkoers ontstemming. Van 9.36 is de noteering voor Ponden te Amsterdam in een week tijds teruggeloopen tot 9.01"/!, waarop slechts een gering herstel volgde. De her nieuwde daling is voornamelijk toe te schrijven aan het feit, dat blijkens de mededeelingen van den Engelschen Minis ter van Financiën in de begrootingsrede dc Engelsche regeering niet van plan is, binnenkort tot den gouden standaard terug te keeren Uit de instelling van het fonds tot nivellcering van schommelingen in den wisselkoers meent men te moeten afleiden, dat de regeering een voortge zette stijging van den Pondenkoers zoo veel mogelijk zal tegengaan. De „valuta-premie" van ca. 25 pet., waarvan de Engelsche industrie bij haar export ais gevolg van de depreciatie van het Pond Sterling profiteert, zou door een krachtige koersverfaeterlng van het Pond gedeeltelijk of geheel te loor gaan, en de concurrentie van het buitenland op de Engelsche markt zou er weer door worden vergemakkelijkt, zoodat de sterke verhoo ging der invoerrechten, die tezamen met de thans bestaande „valuta-premie" de Brltsche industrie moeten beschermen. I wellicht weer niet voldoende zouden blij ken te zijn. Om al deze redenen zal, naar men aan neemt, de valuta-politiek der regeering er op gericht blijven, het Pond Sterling in geen geval veel boven het tegenwoordige i niveau te doen uitkomen. De speculatie in 1 Ponden, gebaseerd op de mogelijkheid van een spoedige stabilisatie boven het tegenwoordige koerspeil, heeft dus voor het oogenblik haar attractie verloren, i weshalve loopende hausse-posities worden afgewikkeld hetgeen een druk op den Pondenkoers uitoefent. eerstvolgende 3 tot 4 weken uitzoeken Dan is Werder voor rustig, natuurlie- vende menschen eenvoudig ongenietbaar overstroomd met tienduizenden Ber- lijnsche families, die per trein en tram, per omnibus en boot naar dit Eldorado, van den vruchtenwijn gestroomd zijn om daar gewoonlijk binnen een half uur „mil Kind en Kegel" onder de alcohol te zitten en grenzeloos dronken te zijn. Wat voor zuidelijke volkeren en voor den Rijnlan der Carnaval is, voor de bergboeren in Zuid-Duitschland de „Rau-Nacht", dat is voor de Berlijners de „Werdersche Baum bliite". Een uitstapje, dat in hoofdzaak ten doel heeft, beschonken te zijn en de dagelijksche zorgen eenige uren volkomen te vergeten. Een aesthetisch gezicht biedt dit volks feest in Werder natuurlijk allesbehalve! De vruchtwijnen, die men in vijf, zes ver schillende soorten bestelt, worden in wijn- flesschen op tafei gezet, en vooral de aardbeienwijn smaakt voortreffelijk. Deze wijnen hebben alle het bekend-zoetige karakter, dat aan limonade herinnert. Men drinkt ze zonder erg, of welbewust, gaarne in groote hoeveelheden. Maar staat men na twee of drie glazen even van tafel op, dan merkt men, dat ze uiterst verraderlijk in hoofd en beenen geslagen zijn! En wie het waagt, een heele flesch uit te drinken, kan niet meer zonder hulp den weg naar huis vinden. De bevolking van Werder heeft dan ook drastische maatregelen genomen om de Berlijners na afloop van den feestdagnaar huis te krijgen. De tallooze uitspanningen en zo mertuinen hebbenhellende vlakken, die uitloopen op goederenwagens van den locaalspoorweg of op de daar opgestelde vrachtauto's. En of men het gelooven wil of niet. ik verzeker u uit eigen waarne ming, dat men de dronken hoofdstedelin gen met hun familie, voor zoover die ook niet meer loopen kan, langs de hellingen naar beneden rolt en als stukgoed in spoorwagens en vrachtauto's opeenstapelt. Op weekdagen echter is het beeld niet zoo afstootend. Dan komen in hoofdzaak de kalme bewonderaars van het werkelijk sprookjesachtige beeld der roze bouquet- ten van bloesems, die langs de oevers en tegen de berghellingen geplant zijn. Men drinkt ook zijn glaasje appelwijn, maar met mate. En de stemming is voortreffe lijk. Het frissche lenteweer, de zon. die dan al aardig branden kan, de honderden zeilscheepjes op de meren de stoomboo- ten. die met lustige muziek komen aan schroeven het zingen van de schoolkin deren. de knappe Werdersche meisjes, die bedienen. Dat is de lente van Werder! Kunt u zich voorstellen, dat ik er mij al bü voorbaat op verheug? Naast de daling van het Pond Sterling was het de publicatie van den kwartaal- staat der Amerikaansche Staaltrust, die wel een ongunstigen indruk op de beurs moest maken. Het feit. dat het dividend op de gewone aandeelen gepasseerd is, was op zich zelf geen verrassing. Gezien den voortdurenden teruggang der ont vangsten ln het laatste jaar en de verdere inkrimping der bedrijvigheid in de eerste drie maanden van 1932 kon men niet anders dan een ongnnstigen kwartaal- staat verwachten. In zooverre heeft deze echter nog teleurgesteld, omdat er uit bleek, dat in deze periode de bedrijfs- onkosten nog niet eens zijn gedekt, zoo dat er een exploitatie-verlies is geleden van 1.37 millioen dollar, dat door af schrijvingen en na rentebetaling op obli gaties tot 13.22 millioen dollar is toege nomen. Dank zij de voorzichtige fmanciëele po litiek, die door het bestuur in den goeden tijd is gevolgd, kan dit tekort gemakke lijk worden gedekt uit het vroeger ge vormde surplus, dat aan het eind van 1931 nog 422'/; millioen dollar bedroeg. Er bestond weinig hoop, dat het bestuur er mede zou doorgaan, om het dividend op de gewone aandeelen uit het surplus te betalen, zooals het sinds het laatste kwar taal van 1930 had gedaan. Reeds in de jaarvergadering had het bestuur ver klaard, dat zijn financleele politiek er voor alles op gericht is, om de liquiditelts- positle der maatschappij zoo krachtig mo gelijk te maken, teneinde aan eventueel nog te verwachten moeilijke tijden het hoofd te kunnen bieden. De financieele positie der Steel Corpo ration moge dan ook op zich zelf geener lei aanleiding tot eenige bezorgdheid ge ven, daar tegenover staat, dat, naar uit de ongunstige bedrijf resultaten over het laatste kwartaal blijkt, de ondernemnmg er nog niet in geslaagd is, om zich aan de nieuwe prijsverhoudingen op de ijzer en staalmarkt aan te passen. Men mag aannemen, dat er intusschen wel verdere maatregelen in deze richting zijn geno men. Reeds in een loon- en salarisverla ging doorgevoerd en men schijnt hier mede nog verder te zullen gaan. terwijl ook op ander gebied nieuwe bezuinigin gen worden toegepast. Aan het eind van 1931 werkte de Steel Trust echter slechts op 201"/» van haar productie-capaciteit. Niet minder dan o0°/t, van de installaties lagen dus stil en het behoeft geen betoog, dat onder deze omstandigheden de algemeene onkosten sterk op het bedrijf moesten drukken, zoodat er heel wat bezuinigingen noodig zijn, om dit voldoende te compenseeren. Slechts een aanmerkelijke uitbreiding der bedrijvigheid door een toeneming van de vraag zal het bedrijf weer op een loonende basis kunnen brengen. Nu lulden de berichten over den toe stand der staalindustrie in het algemeen iets beter. Als gevolg van de toenemende orders van de automobielindustrie is de bedrijvigheid iets toegenomen, zoodat de staalfabrieken thans gemiddeld op 22"/« van de capaciteit werken. De bestellingen zullen echter nog heel wat grooter moeten worden, om het als gevolg van de sterke expansie-politiek sinds den oorlog aan zienlijk verhoogde kapitaal opnieuw ren dabel te maken. Het uitstaande gewone kapitaal bedroeg eind 1931 363.7 millioen dollar, tegen 508.3 millioen eind 1913; het preferente kapitaal is onveranderd gebleven op 360.2 millioen. Tegenover de uitbreiding van 't gewone aandeelenkapitaal staat echter 't gunstige feit, dat de vroeger aanzienlijke obligatieschuld voor het overgrootste deel kon worden afgelost. Eind 1931 stond slechts 90 millioen aan obligatien uit. te gen 627 millioen in 1913. Ook in dit op zicht is de positie der Steel heel wat be ter dan die van vele andere Amerikaan sche ondernemingen, waaronder in de eerste plaats verschillende openbaar nutsbedrijven, die als gevolg van hun groote gefundeerde en ook vlottende schul den in dezen tijd van dalende inkomsten met toenemende moeilijkheden te kampen kr-jgen. Op de Amsterdamsche beurs hebben aandeelen Koninklijke zich aanvankelijk na de scherpe koersdaling in de vorige week iets kunnen herstellen. De verbe tering was wel niet van groote beteekenis, maar er heerschte niet meer de nerveuze stemming, die de vorige week voor dit fonds bestond, en' die gevoed werd door allerlei geruchten, de een al ongeloof waardiger dan de andere, die echter een maar al te gretig onthaal vonden. Door een officieele communiqué van het be stuur der Koninklijke Shell werd het wantrouwen wel eenigszins verminderd, maar daar tegenover stond, dat de on zekerheid over de dividendpolitiek er eer der nog door is toegenomen. Men vraagt zich af. of uit de uiting van het bestuur, dat zijn beleid er bij voort during op gericht is, de krachtige finan cieele positie der maatschappij in stand te houden, teneinde zoowel de tegenwoor dige als dc eventueel nog te verwachten stormen te doorstaan, niet moet worden afgeleid, dat in het geheel geen dividend zal worden uitgekeerd. Hiertegenover staan anderen, die van meening zijn, dat in elk geval een klein dividendje, van 5 a 6"/« tegemoet zal mogen worden gezien. Men gaat hierbij van de overweging uit, da het bestuur er slechts in het uiterste geval toe zou overgaan, de aandeelhou ders door algeheel achterwege laten van een uitkeering teleur te stellen, ook al om dat dit ongetwijfeld een nieuwe stroom van verkooporders zou uitlokken. De mededeeling, dat de Venezuelan Oil Concessions, een dochtermaatschappij van de Koninklijke, dit jaar evenals de Ko ninklijke zelf haar interim-dividend ge passeerd had, een dividend van 10" 'o heeft aangekondigd, heeft de hoop op dividend- uitkeering door de Koninklijke doen toe nemen. Hierbij kwam, dat een verdere prijsverhooging voor ruwe olie in de Ver. Sta'er eveneens tot een verbetering van de algemeene stemming voor petroleum- wa.irden bijdroeg. Tegen het einde der week kwam het jaarverslag van de Shell Union Oil Cor poration, de Amerikaansche dochtermaat schappij van de Koninklijke Shell, echter weer roet in het eten gooien. Deze maat schappij, die het voorafgaande jaar nog met een surplus van ruim 18 millioen dol lar had afgesloten, toont per einde 1931 een deficit aan van ruim 12 millioen, dat in het eerste kwartaal van 1932 verder tot ruim 15 millioen dollar is toegenomen. Dit ongunstige resultaat is voor een aan zienlijk deel het gevolg van de noodza kelijke aanzienlijke afschrijvingen, vooral op voorraden ruwe olie en petroleumpro- ducten. De maatschappij is er intusschen voor alles op bedacht geweest, haar liqui diteitspositie te handhaven, en zij be schikt over ruime kasmiddelen, zoodat wat de toekomstige financiering betreft geen moeilijkheden voor haar te duchten zijn. Dat er in dezen bewogen tijd slechts weinig toe noodig is, om nieuwe onrust te verwekken, bleek, toen Donderdagochtend, voor den aanvang der beurs, nieuwe ge ruchten in omloop werden gebracht, die wilden weten, dat Dr. Deterding als di recteur-generaal van de Koninklijke-Shell zou aftreden. Deze geruchten, welke van een Parijsch boulevard-blad afkomstig waren, zijn onmiddellijk van officieele zijde categorisch tegengesproken. Niette min hebben aandeelen Koninklijke toch opnieuw aan verkoopdruk blootgestaan, waardoor zij weer in koers terugliepen. Opvallend flauw was de stemming in de afgeloopen week voor aandeelen Handels- vereeniging „Amsterdam". Ook in dit ge val gingen de verkooporders gepaard met geruchten, dat de maatschappij geen di vidend zal uitkeeren. Men wilde zelfs we ten, dat er in het afgeloopen jaar een ver lies is geleden van meer dan f. 10 millioen. Aangenomen mag worden, dat men hier bij slechts te doen heeft met vermoede lijk weinig betrouwbare ramingen, daar de H.VJV haar jaarverslag eerst in den loop van Juni pleegt te publiceeren. Het ligt voor de hand, dat 1931 voor de H.V.A. al evenmin als voor de andere cultuur- ondernemingen gunstig kan zijn geweest. Op de suikerondernemingen werd in 1930 reeds een verlies geleden van negen ton. Sindsdien is de toestand op de suikermarkt nog slechter geworden. Terwijl oogst 1930 nog gemiddeld f. 7.89 per 100 Kg. op bracht, zal de doorsnee-prijs voor oogst 1931 vermoedelijk niet ver boven de f. 6 a f. 6.25 uitkomen. De diverse cultuuronder nemingen leverden in 1930 nog een winst op van f. lO'/a millioen, maar ook op dit gebied is de toestand als gevolg van de verdere daling der prijzen van de desbe treffende producten heel wat minder goed, zoodat het de vraag is, of de ongun stige cultures zijn gecompenseerd. Een verliesraming als de bovenbedoelde lijkt echter wel erg aan den hoogen kant, en men zal goed doen, het jaarverslag af te wachten. Bovendien bedenke men, dat op de balans per 31 Dec. 1930 extra f. 5 millioen ten gunste van het boekjaar 1931 was gereserveerd, waaruit, op het aandee lenkapitaal van f. 40 millioen, een divi dend van 12V: pet. zou kunnen worden be taald. Liquiditeitsoverwegingen zouden nauwelijks een belemmering hiervoor be hoeven te zijn. Op de balans per 31 Dec. 1930 kwamen kasmiddelen met ca. f. 11 millioen voor. waarnaast a deposito en op prolongatie f. 37 millioen was uitgezet. Of het bestuur het raadzaam zal achten, onder de tegenwoordige onzekere omstan digheden en de nog onzekerder toekomst tot dividenduitkeering over te gaan, dient intusschen te worden afgewacht. In verhouding tot H.V.A. hebben andere suikeraandeelen zich vrij goed gehouden; lubberaandeelen zakten daarentegen nog iets in koers in, onder leiding van het hoofdfonds. Rubbercultuur Mij. „Amster dam" De directie van deze maatschappij heeft, naar in de jaarvergadering werd medegedeeld, nog geen besluit genomen ten aanzien van het sluiten van onderne mingen, in afwachting van de verdere ontwikkeling der markt na het besluit der regeering om geen gedwongen restrictie door te voeren. Intusschen gaat men voort met maatregelen ter verlaging der pro- >r KC-H xigst-M M; ductiekosten. Deze zullen voor weer lager worden dan voor Naar men weet, zijn reeds vérg^B andere Indische rubberondernem£ stopzetting van den rubbertap ov» De vrees was echter geuit dat de t veroorzaakte vermindering der p- spoedig weer voor een uitbreiding zou maken, wanneer bi] een u, I aanmerkelijke prijsstijging de prat™ de bedoelde rubberplantages zot hervat. In vele gevallen schijnt i niet het geval te zullen zijn, Ver; sluitende ondernemingen zullen delijk binnenkort niet meer in str erfpacht en grondlasten te betalei neer hun geen uitstel van betali leend wordt (die met een hooge b» paard gaat), vervallen de erfpach: len tot Iandsdomein, en de desbeg gronden worden ingericht voor hi bouwen van voedingsgewassen, voor de rubberproductie uitges: zijn. De overige afdeelingen der beun weinig aanleiding tot bijzondere i king. Industriëele waarden kondn goed handhaven. Daarentegen wen Indische scheepvaartwaarden oa beïnvloed door het passeeren van bi dend door de Koninklijke Paketu de Rotterdamsche Lloyd. Aandeela meene Exploratie Mij. waren hots het gunstige slotdividend van 7 pet kende een totale uitkeering over Ir 13 pet. tegen 6 pet. vorig jaar. Hieronder volgt een overzicht r, koersverloop: Koloniale Bank 47, 38, 40. Ned. Handel Mij. 63, 57 7/8. Handelsver. „Amsterdam" 152,135, Javasche Cultuur 104, 108, 91. Suiker Cultuur Mij. 42 3/4 33. Koninklijke Petroleum 103, lis, 109'/;. Perlak Petroleum 80 1/4, 84. Aku 25, 28 1/4. Ned. Ford 100 1/4, 95, 96. Philips 56 1/4, 57'/;. Unilever 95 1/4. 96'/;, 95. Zweedsche Lucifers Mij. 61/8, 101 Alg. Exploratie 101'/;, 109, 107'/;. Amsterdam Rubber 28'/;, 26, 27 3/4. Oost Java Rubber 42'/;, 36 38. Kon. Paketvaart 93. 77, 78'/:. Rotterdamsche Lloyd 42, 39, 40 Stoomv. Mij. „Nederland" 481/4,0 Deli Batavia Mij. 93, 85'/;. Deli Mij. 1041/4, 951/4. Senembah 106'/;, 100 1/4. VOOR KLEINE TUINEN. Hel zaaien van boonen. Bruyé witlof enz. Indien het weer einde Apnl a leggen we de eerste sla- en snt; voor vroege oogst in den vota 1 Daarvoor gebruiken we de stam en leggen deze op een beschut! rabat. Boonen verdragen in het geen nachtvorst; daarom is het t leggen van boonen altijd riskant/ weer koud en nat, wacht dan lieve: het zachter wordt. De boonen sü een dergelijke weersgesteldheid t grond verrotten of opkomen melt (slecht ontwikkelde) harten. We is zaden op 40 a 50 c.M. afstand en 4 kens 3 boonen bij elkaar. Wie de beschikking heeft over kan daarin nu gerust boonen legget om deze daarin geheel te teelenol de jonge plantjes later buiten uit S ten. In het laatste geval zaaien i bijeen, om niet meer ruimte in te gebruiken als vooi' de ontwikte jonge plantjes noodig is. Voor! planten moeten ze dan voldoende gehard daar ze anders te veel liji het leggen van stokboonen wachtel omstreeks half Mei. Wel plaatse: de stokken, opdat we bij gunstig! boonen dan direct kunnen legeei We plaatsen de stokken op 70 i afstand en verbinden telkens 2 rijt ken op 2 meter hoogte aan een di ger opdat ze niet zooveel van lijden hebben. Van snijboonen I® tot 5 en van slaboonen 7 tot 8 bw een stok. We zaaien omstreeks b ook kroten voor winterprovisie tt manier is wel op rijtjes in ondiep tjes welke op 25 c.m. of stand gfl worden. De jonge plantjes words gedund tot op 15 C.m. daarom zaal niet te dicht. Evenwel is het hs| mogelijk om kroten te verplant;:! neer we maar zorgen dat de peaj wortel recht in de aarde komt. Ooi we nu winterpeen op dezelfde rijen komen 20 c.m. uit elkaar, en nen later uit tot op 4 c.m, W» I selsch witlof wil teelen moet er ajl ken dat ook dit omstreeks half worden gezaaid. We zaaien in zeertr voortjes welke 25 c.m. uit eikaart Later dunnen we de jonge plant)®! op 10 c.m. Dit uitdunnen doen we tl keur direct na een zacht regenbui'-/-! de plantjes er dan het minste val 85. Wat gebeurde er? Toen Kruimeltje ook op het touw kwam staan bleken de uiteinden niet stevig genoeg vast te zitten aan den paal en zoo schoot het koord plotseling los. Kruimeltje lag het eerst op den grond en even daarna viel Tuimeltje boven op hem. De ondeug den die bang waren, dat er iemand zou komen, liepen heel hard weg en gingen recht op een hondenhok af, dat een eind verder in dén tuin stond. 86. Ik ga boven op dat hok wat zitten rusten, ze' meltje eindelijk, want ik ben erg moe van al dat da-Bi en zoo goed en zoo kwaad als het ging kroop ie n ei op het hondenhok. Maar had hij geweten dat net in Li onsterk zou zijn, dan had hij toch wel eens beter®* keken. Krak krak, ging het. Daar lag Tuimeltje schen de planken en stroo, midden op den grond hondenhok was ingestort.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 10