KATWIJK ONTVANGT ZIJN NIEUWEN BURGEMEESTER r3#te'Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 21 April 1932 Derde Blad No. 22112 ^STEMMING IN DE BEIDE KATWIJKEN - EEN WAARDIGE INSTALLATIE. Kgt ons het afscheid van Burge- Mr. Dr. Schokking versch in het n. En nu had heden reeds alweer de kc ontvangst van den nieuwen pder plaats, van wiens beleid het Katwijk wordt gehoopt. Een |en die met „gouden letters" in de ehe geschiedenis zal gememo- gorden. was dan aangebroken! I zijn in korten tijd de voorberei- [geweest, die aan de feestelijkhe- fclke een. met het oog op de tijds- pigheden, eenvoudig doch waardig zouden dragen, voorafgingen. tot in de perfectie geregeld en ijksche bevolking heeft haar nieu- Jrgemeester ingehaald op een wijze (en alle lof verheven is. o en half twee arriveerde Burgemees- Bdringh van der Hoop met zijn poote mevrouw Woldringh van der Illndrée de la Porte en kinderen, Jjschap van den heer A. Korpelshoek len secretaris van het Cdmité van Tgst den heer E. A. van Daalen aan ps der gemeente Katwijk Rijn, op pk van den Molenweg en den Was- Ichen weg. Ds. KALKMAN. Commissie van Ontvangst. JWé ingezetenen hadden zich hierheen ,om,,an hun belangstelling bij de Bt te doen bUjken pratter van de Commissie, Dr. W. Ln trT'u"' sPrak den burgemeester hartelijk welkomstwoord toe |~™t€IÏJes van de Wethouders Dub- vP."karnp boden den burge- Jens tamilie bloemen aan ^?nt'e bun hartelijk dank luie jervo'6ens werd naar het fc!Llere. n aIwaar in openbare F hln plechtige installatie l»i. e P de publieke tribune had- belangstellenden plaats geno- o a de leden van com- len l,?- angst' de familie van den Sitihïi ®emeester' hoofden van de *ue bedrijven, en andere genoo- m,et 8ebed en mededeeling ine van 50men stuRRen, o.a. de fender i r, 11 burgemeester, nam J Dubbeldam het woord en Rede Wethouder Dubbeldam, hooggeachte heer Woldringh "an der Hoop. ÏKoninkirt0?.^ui6t door mÜ voorge- ■Maffn Beslult blijkt, heeft het li behaal; 0nze geëerbiedigde Ko- T'er van Kat4kben°emen t0t bU1" Gemeentihl?. 'k u> mede namens ondersehaM'llur' seluk met deze een ml die u te beurt is beteler^ nw™derf9beiding die nog in dat gil?,'. 3}* daarbij bedacht ^^Bigden uin-lrv ult een keur van dat rti h'llreP. doch hdven- Sfehr komende i°nEen leef- IHf tijt belast lil eln kleine gemeente, i^Bëen steeds Sn met de leiding "^Ueooo inwoners6'6" gemeente van B® ns hieraan nader eenige woorden te wijden, moge ik ook mevrouw uw echt- genoote en uw overige familieleden, waar van wij het zeer op prijs stellen, dat en kelen deze installatie wel hebben willen bijwonen, mijn hartelijke gelukwenschen betuigen. Thans rust op mij de aangename taak u als burgemeester dezer gemeente te mogen installeeren. Vooreerst, en ik ben dan, naar ik meen. de tolk van den ge- heelen Raad en van de gansche bevol king, heet ik U van harte welkom in onze gemeente. Ik kan mij in uw gedachten- gang verplaatsen, indien u, zooals bij onze eerste kennismaking reeds openhar tig bekende, zich de moeilijkheden niet ontveinst om het voetspoor te moeten drukken van mannen, die als uw beide laatste voorgangers, den lande In de hoogste betrekkingen hebben gediend, en min of meer hunnen loopbaan afsloten met het burgemeesterschap van Katwijk. Doch, ik mag hier wel zeggen, wij twij felen er niet aan, integendeel wij hebben ook reeds op grond van uw antecedenten het volle vertrouwen dat de keuze van onze geliefde landsvrouwe wederom een zeer gelukkige is geweest. Wethouder Dubbeli .e Getrouw aan een algemeene en. naar ik meen. goede gewoonte, om bij de in stallatie, tevens een beeld van de nieuwe gemeente te schetsen, moge ik daarvoor een oogenblik uw welwillende aandacht vragen. Het zal u niet onbekend zijn, dat de hoofdbronnen van bestaan, waaraan deze gemeente voornamelijk haar gestadigen 1 groei en ontwikkeling heeft te danken en i waaraan zij hare beteekenis ook, naar wij hopen, tot in de verre toekomst zal ont- leenen, gevormd worden door het vjs- scherijbedrijf, het land- en tuinbouwbe drijf en het badbedrijf. Ik erken het gaarne dat ik eenigszins huiverig ben, om, onder de huidige moei lijke tijdsomstandigheden, een beeld te moeten geven van den toestand, waarin het visscherij- en tuinbouwbedrijf ver- keeren. Doch, het valt nu eenmaal niet te ont kennen, dat de economische toestand niet liet minst in deze gemeente, iOt groote zorg aanleiding geeft, zoodat het m.i. van weinig inzicht en weinig moed zou ge tuigen, als wij onze oogen wilden sluiten voor de zeer, zeer ernstige moeilijkheden, welke in dit opzicht bestaan en die wij ongetwijfeld nog voor den boeg zullen hebben. Bijna zonder uitzondering helaas, zijn alle visscherij en tuinbouwbedrijven in deze gemeente, eertijds bloeiende bedrijfs takken, getroffen door een zoo hevige en diepe economische crisis, dat wij er reke ning mede dienen te houden, dat eener- zijds ter leniging van den bestaanden nood, ook van gemeentewege de noodige maatregelen, voorzoover deze op den weg der gemeente liggen en voorzoover de fi- nancieele krachten van de gemeente daar toe in staat stellen, moeten worden be raamd en getroffen, terwijl anderzijds ook in de gemeentehuishouding alles in het teeken der versobering zal moeten staan. Een der pijnlijkste gevolgen van de ont wrichting van het bedrijfsleven, waarop ik niet nalaten mag te wijzen, is de aan tasting van de werkgelegenheid, die ook in deze gemeente duidelijk aan den dag treedt door het groeiend aantal werk- loozen; het vraagstuk van de werkloos heid en van de daarmede nauw verband houdende crisisondersteuning vraagt dan ook de volle aandacht van het gemeente bestuur Ten slotte, het noodzakelijk gevolg van dit alles, waaraan ik nog wil toevoegen de omstandigheid, dat sinds de daling van het Engelsche pond ook het gemeente- crediet in de ongunst van het geldbeleg- gend publiek is gevallen, het noodzakelijk gevolg, herhaal ik, van deze factoren Is, dat hoezeer verschillende belangrijke ge meentewerken op voorziening en uitvoe ring wachten, deze werken niet kunnen worden aangevangen. Het is naar mijn meening duidelijk, dat in het vorenstaande voor dengene, die tot het bestuur der gemeente geroepen wordt, een aanmaning ligt tot behoedzaamheid en bedachtzaamheid. Doch daarnevens mag het besef niet verzwakken, dat on danks alle tegenspoed en alle onzekerheid, het streven er op gericht moet blijven, om, zonder in een onbedacht optimismte te vervallen, met blijmoedigheid en in af wachting van Gods onmisbaren zegen, alle krachten in te spannen, teneinde onze gemeente zoo spoedig mogelijk door de depressie heen te helpen. Want, wel iswaar was het geen opwekkend geluid, dat ik zoo juist liet hooren wellicht was de toon zelfs veel in mineur aan geslagen maar ik kan gelukkig ook nog op eenige lichtpunten wijzen. Ik noem dan in de eerste plaats ona badbedrijf. Met zekeren trots mag ik er j hier wel van gewagen, dat Katwijk als badplaats de laatste jaren een groote vlucht heeft genomen en zich, ondanks de minder gunstige omstandigheden, als zoodanig blijft ontwikkelen; het steeds toenemend bezoek van badgasten bewijst wel den goeden naam, die de gemeente zich in dit opzicht allengs heeft verworven Behalve dat van gemeentewege alles in 't werk wordt gesteld, om de bloei van de badplaats zooveel mogelijk te bevorderen, mag in dit verband ook met dankbaar heid worden gewezen op de arbeid van de Vereeniging voor Vreemdelingen ver keer alhier, die in de opkomst van Katwijk als badplaats zeker niet het minste aan deel heeft. Ik sprak zoo juist van eenige licht punten, en dan mag op deze plaats ook wel de aandacht gevestigd worden op de omstandigheid, dat Katwijk er zich op beroemen mag een nijvere bevolking te bezitten. De leiders van handel, industrie en bedrijf in deze gemeente zijn met een kloeken ondernemingsgeest bezield, en hun geestkracht is door den ongunst der tijden, allerminst geknakt; de werklust van de Katwijksche arbeiders is tot ver in den omtrek bekend en ik acht dit, ook met het oog op een verbetering in den conjunctuur van zooveel gewicht, dat ik meende deze goede zijde van onze be volking, niet onvermeld te moeten laten. In zooverre als ook in de bevolkings toeneming een beeld van vooruitgang kan worden gezien, spreken de volgende cij fers in dit opzicht een duidelijke taal. Bedroeg het aantal inwoners op 1 Jan. 1910, 1 Jan. 1920 en 1 Jan. 1930 respec tievelijk 10757, 13602 en 15637, thans is het zielen aantal, niet het minst door vesti ging van buiten, aangegroeid tot Di m. 16250. Intusschen wil ik er wel op wijzen, dat deze bevolkingstoeneming, hoezeer wij ons daarin verheugen, omdat daaruit ook blijkt dat Katwijk meer aantrekkings kracht gaat uitoefenen, ook haar moeilijk heden met zich brengt; ik heb hierbij het oog op het probleem der huisvesting, een vraagstuk waaraan reeds jaren wordt ge- i werkt, maar dat nochtans zijn uiteinde- lijke oplossing niet heeft bereikt. Dankbaar mag echter worden erkend, dat aan den bestaanden woningnood voor een goed deel een einde is gekomen door de onder burgemeester Sehokking voltrok ken bebouwing van het z.g. Zuiderkwar tier. Als ik thans het vorengaande mag sa menvatten zou ik dat willen doen in den oprechten wensch. dat God u de kracht, gezondheid en wijsheid moge schenken, om uw in de tegenwoordige tijdsomstan digheden zeker uiterst moeilijke en zware taak zoodanig te vervullen, als aan de belangen van onze gemeente het meest bevorderlijk is. Daarbij is eendrachtige samenwerking met allen, die, in welke hoedanigheid ook, tot het gemeentebe stuur zijn geroepen, een onmisbare voor waarde. Wat dit laatste betreft, zeg ik u gaarne, namens den raad en het Col lege van B. en W. de volle medewerking en steun toe. I Ik wil hiermede volstaan en verklaar u thans geïnstalleerd als burgemeester I van Katwijk. Ik moge u in verband hiermede, de tee- 1 kenen uwer waardigheid de ambtsketen en de voorzittershamer overhandigen, en noodig u uit op den voorzitterszetel plaats te willen nemen. Nadat, hieraan voldaan was. sprak de heer Hueting als oudste raadslid, als volgt-: Rede Dr. Hueting. Mijnheer de Burgemeester. Als oudste lid in jaren van den Raad dezer gemeente rust op mij de aangename taak U, namens dien Raad en op deze plaats een hartelijk welkom te mogen toe roepen. Wij zijn verheugd dat het Hare Majesteit onze geëerbiedigde Koningin heeft behaagd U tot Burgemeester van van onze gemeente te benoemen. Wanneer ik daarbij denk aan de verwachtingen, die van U gekoesterd worden, dan wensch ik elke gedachte te bannen, die er toe zoude kunnen leiden Uw voorgangers in de scha duw te plaatsen, door het volle licht op U te laten vallen. Dat zij verre van mij. Wij herinneren ons met dank, hetgeen door Uwe voorgangers werd tot stand gebracht in moeilijke dagen, die we achter ons heb ben en wier einde nog niet in het gezicht ligt. En wanneer ik niet na zal gaan wat in de jaren, die achter ons liggen verricht is en hoeveel elk Uwer voorgangers daar aan van zijne krachten gaf, dan wil ik al leen met een enkel woord wijzen op de jongste weken en den dank van den Raad overbrengen aan den wethouder die daarin het stuur der gemeente in han den had. Ik gebruikte daareven het woord moei lijke dagen, inderdaad die beleven wij. Maar wie voor niets oog heeft dan voor moeilijkheden en die het oog sluit voor overal te ontwaren lichtpunten, verbetert noch den toestand, noch zal hij de kracht in zich voelen wassen om de moeilijkheden het hoofd te bieden. Moeilijkheden, zoo is door mannen gezegd, die ze ook van nabij kenden, moeilijkheden zijn er om over wonnen te worden. Wij hopen ernstig, dat U deze zienswijze zult zijn toegedaan en dat het U mogelijk zal zijn. recht op het doel af te stevenen en onze goede gemeente weer te voeren tot tijden van welvaart, zooals wij die gekend hebben. Mocht dan ieder geleerd hebben, dat na regen zonneschijn zal komen, maai- ook, dat na tijden van weivaart magere jaren voor de deur kunnen staan, en der halve gespaard moet worden voor den kwaden dag, dan kan uit de slechte tij den, die we ijeleven een les getrokken wor den, die de bevolking te gemakkelijker een nieuwe periode van verminderde welvaart zal kunnen doen weerstaan. Wat toch is het geval. Bijna alle beroe pen in onze gemeente zijn aan heftige schommelingen onderhevig. De visscherij, wie op de hoogte van dat bedrijf is zal het kunnen ontkennen, dat daarin tijden van groote welvaart snel kunnen afwisselen met tijden van slechte uitkomsten voor werknemer en reederij en de met de vis scherij nauw samenhangende andere be drijven. Land- en tuinbouw zijn in niet mindere mate van factoren afhankelijk, die de Het oudste Raadslid Dr. Hueting. mensch, ook bij de meest intensieve ar beid. niet beheerschen kan. Het badbedrijf, dat in de laatste jaren, dank zij de uitbrei ding onzer gemeente zulk een verblijdend groote vlucht heeft genomen, en zie hier een der lichtpunten, waarop ik straks doelde, is evenzeer van tal van factoren af hankelijk. die door menschenhanden niet kunnen gedwongen worden in de begeerde richting. Reclame maken voor de bad plaats. zorg aragen voor het veraangena men van het verblijf alhier, waarbij het gedrag der bevolking tegenover vreemde lingen zooveel gewicht in de schaal legt, dit zijn zaken die inderdaad in onze macht staan, al zal dan het laatste niet zoo ge makkelijk zijn als het eerst genoemde. Wanneer m de komende jaren Katwijk onder Uw bestuur weer opbloeien mag, dan zal U daarvoor de dank der bevolking zeker ten deel vallen. Dat bij de maatre gelen. die U daartoe zult beramen de ge meenteraad tot steun en volle medewer king b reid is. wilt U naar ik hoop aan nemen. De Raad is zich bewust dat een der onmisbare gronden, waarop een loyale samenwerking gegrond moet zijn is: on derling vertrouwen. Critiek van buitenstaanders zal U. zoo min als de raadsleden gespaard worden, wanneer zij is van opbouwenden aard. moge het U gegeven zijn Uw voordeel daar mede te doen, terwijl we gaarne wenschen dat afbrekende critiek door U stilzwijgend voorbij gegaan zai worden zonder U in Uw rustig streven te hinderen. Wij hopen, dat U op dit wijze vele jaren voor onze ge meente zult kunnen werken en dat Gij met Uw gezin gelukkige dagen in Katwijk zult mogen slijten Met den wensch. dat God U daarbij steunen moge en dat gij in arbeid en hui selijk geluk bij voortduring bron van op rechte vreugde ven voldoening zult vin den, zal ik eindigen. Dan sprak de gemeente-secretaris de heer Boekhoven de volgende woorden: Hooggeachte heer burgemeester. Om tweeërlei reden, mijnheer de voor zitter. voel ik mij beschroomd hier het woord te voeren. In de eerste plaats, omdat het feitelijk niet geoorloofd is, dat de secretaris in een openbare Raadsvergadering het woord voert en in de tweede plaats, na hetgeen door de heeren Dubbeldam en Hueting reeds is gezegd. Gemeente-Secretaris Boekhoven. Ik mag zeker wel aannemen, dat u voor deze bijzondere gelegenheid mij het woord zult laten behouden, en een kort oogen blik daaraan aandacht zult willen schen ken. Ik zeg een kort oogenblik, omdat ik slechts vanaf deze plaats u van harte wil feliciteeren met uw benoeming tot burge meester onzer gemeente, in welke felicita tie ik mevrouw en de kinderen betrek. Ik hoop, dat het u gegeven moge zijn, met het College van Burgemeester en Wet houders en den Raad. Katwijk door de moeilijke, zorg gevende, tijden te helpen. Al zal het u. vooral in het begin, waar u van de Katwijksche toestanden nog niet op de hoogte zijt, moeite geven, ik twijfel er niet aan of u zult slagen, zooals uw voorganger, de hooggeachte heer mr. Schokking is geslaagd, aan de gemeente goede leiding te geven. Ik eindig met de verzekering, dat het geheele ambtenarencorps u de volledige medewerking toezegt, opdat het u spoedig j gemakkelijk zal vallen burgemeester van Katwijk te zijn. Vervolgens nam de nieuwbenoemde Burgemeester het woord, die ongeveer als volgt sprak: Rede van Mr. W. J. Woldringh van der Hoop. Mijne Heeren Wethouders, Leden van den Raad en verdere aanwezigen. Het eerste woord, dat ik van deze plaats wil uitspreken, is een woord van dank aar. Hare Majesteit de Koningin en hare raad- gevers voor het vertrouwen dat zij in mij hebben gesteld, door mij te roepen tot het hoogste ambt in deze gemeente, een vertrouwen, dat naar ik hoop en verwacht niet beschaamd zal worden, mits God mij daartoe de kracht geeft. Ik weet, dat een zware taak op mijne schouders is gelegd, zwaar in velerlei op zicht. Niet het minste voel ik de moeilijk heid hem te vervangen, die mijn voorgan ger is geweest. Een man als Burgemeester Schokking op te moeten volgen, die door kneed in den Staatsdienst welsprekend als hij was, op zulk een eminente wijze deze gemeente geleid heeft zal mij niet gemakkelijk vallen en slechts het inzicht, dat ik mijn geheele persoon kan geven, waar hij elders veel en moeilijk werk had te verrichten, geeft mij de hoop, straks hem behoorlijk te kunnen vervangen. Maar zwaar zal ook de taak zijn, mijne Heeren Wethouders en Raadsleden die U en mij wacht, met betrekking tot het be- stuur van deze gemeente. De tijdsomstandigheden hebben het werk der overheid buitengewoon doen toenemen, overal op elk terrein van het maatschappelijk leven wordt geroepen om leiding of steun en steeds moeilijker wordt het te helpen, door de dalende tendenz van den levensstandaard, waaraan aan passing niet snel genoeg mogelijk is, daar het geheele leven in een neergaande spiraal als een draaikolk omlaag wordt gezogen. Waar steun wordt gezocht, wordt de overheid genoopt steeds dieper in het economische leven in te grijpen en daarbij dreigt als een ernstige uitwas de verstik king van het particulier initiatief en het geven van normen voor zooveel zaken, dat de persoonlijke vrijheid ernstig in het ge drang dreigt te komen. Ik geloof, dat gij het met mij eens zult zijn. dat wij dien kant niet uitmoeten. Het is ook niet noodig, de levensdrang die er in deze gemeente zoo sterk aanwe zig is, kan geleid worden langs geleidelijke banen en moge het zijn, dat de financien op een oogenblik een tragere ontwikkeling gebiedend doen zijn, daarom behoeven we ons niet in zoete rust te begeven, maar is het in tegendeel noodig juist in tijden als deze in studie te nemen en uit te kijken naar die mogelijkheden, die straks de tot staan gekomen groei, in groot© mate kunnen doen herleven en bevorde ren. Zoo zal ook in deze donkere dagen ons motto moeten zijn, dat achter de wol ken de Zon schijnt en dat wij met een blik in de toekomst, ons niet moeten laten terneerslaan door het heden, maar ener giek de mogelijkheden die ons worden ge geven gebruiken. Gij kunt op mijn volle werkkracht en werklust in deze rekenen, want een groote wensch van mijn leven is heden vervuld mogen worden om gesteld te worden aan het hoofd van een belangrijke gemeente, waar ik verwachten kan mijn volle werk kracht te kunnen ontDlooien. Maar mijne Heeren, alleen kan ik dit niet, ik moge nog zco van goeden wille zijn, uw steun en hulp, in de eerste plaats van de Wethou ders maar ook van den Raad heb ik daar toe noodig, ik doe daartoe een beroep op uw aller medewerking en ik hoop, dat wij hier steeds in dezelfde goede verstandhou ding zullen werken, welke ik in mijn vorige woonplaats mocht ondervinden. Een goede verstandhouding moet en kan er ook bij het grootste verschil in inzicht bestaan. Gij zult in mij vinden een gemoedelijk voorzitter en in mijn karakter ligt het om mij te midden der bevolking meer burge- vader dan burgemeester te voelen, maar geloof mij, dat dit niet zoover gaat, dat ik niet indien noodig de hooge autoriteit van het ambt zal weten te bewaren Het gezag mij toevertrouwd zal ik weten te handhaven aan den eenen kant met de soepelheid welke persoonlijke takt mij mogelijk zal maken, maar aan den ande ren kant met de onwrikbare billijkheid die het recht eischt zonder aanzien des persoons. Miine Heeren Wethouders en leden van den Raad ik hoop voor de gemeente Kat wijk, dat het tijdperk dat heden begint, een voorspoedige moge zijn in de ontwik keling van de gemeente en dat onze werkzaamheden bereiken, de zware druk die op de bevolking ligt door de moeilijke tijden te verlichten Moge God zijne zegen daartoe geven en moge Hij mij de kracht en het inzicht geven noodig voor het bestuur dezer ge meente. Punt 3 der agenda volgde dan. n.l. de be noeming van een ambtenaar van den Bur gerlijken Stand. Met algemeene stemmen wordt hiervoor benoemd burgemeester W. J. Woldringh van der Hoop. Na afwerking van deze korte agenda werd de vergadering gesloten en had de receDtie in het Raadhuis plaats. Hiervan werd een zeer groot gebruik gemaakt. Zeer vele afgevaardigden van corporaties en talrijke particulieren kwamen hun geluk wenschen aan den nieuwen burgervader en diens familie aanbieden. Na deze receptie waarbij bleek, dat men wenschte te toonen dat de gemeente den nieuwen burgemeester spontaan en hartelijk wenschte te ontvan gen en als hoofd der gemeente op de ge meentenaren vertrouwen kan. Langs Voor straat. Van Egmondstraat. Kerkstraat, Zee weg werd naar Katwijk aan Zee gereden, alwaar in Hotel du Rhin voor de inwoners van Katwijk aan Zee een receptie plaats had. De Receptie. Ook hier heerschte enorme belangstel ling van de zijde der burgerij voor den nieuwen burgervader. Nadat allen op de voor hen bestemde zetels hadden plaats genomen, nam de voorzitter van het co mité ds. Kalkman het woord en sprak on geveer als volgt: Rede Ds. Kalkman. Mijnheer de burgemeester! Ik moge als voorzitter van de commissie van ontvangst en dus als tolk van de bur gerij enkele woorden nog tot u spreken. Het is nu ruim 2 maanden geleden dat de ochtendbladen ons bericht brachten dat mr. dr. Schokking onze burgemeester was benoemd tot lid van den Raad van State. Deze benoeming bracht mee. dat dr. Schokking niet langer onze burgemeester kon blijven. Wij zagen hem noode heen gaan, den man dien wij zoozeer hoogach ten om ziln vele buitengewone bekwaam heden. om zijn edel karakter, den ma gistraat in optima forma, Is het wonder dat we dachten wie zal dr. Schokking onvolgen en treden in de rij van Illustre voorgangers? Verschillende na men werden genoemd. Te lang bijna werd ons geduld op de proef gesteld en onze verwachtingen gespannen gehouden Tot voor 14 dagen ons de tijding bereikte: be noemd tot burgemeester van Katwijk mr. W, J Woldringh van der Hooo burgemees ter van West-Kaoelle. Natuurlijk rezen er vragen in den boe zem der gemeente De meesten kenden u niet. Maar al aanstonds vernamen wii dat u in Noordwiik had gewoond en in Voor schoten had gearbeid 't Soreekt van ?°lf. dat daar allerlei inlichtingen werden ge vraagd over uw oersoon en werk Wat wij van u vernamen gaf ons reden uw komst met vertrouwen tegemoet te zien u h°el hartelijk welkom te heeten bii het over schrijden van de grens onzer gemeente ia dankbaar te zijn dat het Hare Maieqeit onze hooge Landsvrouwe behaagt heeft u

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9