KATWIJK ONTVANGT ZIJN NIEUWEN BURGEMEESTER
r3#te'Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 21 April 1932
Derde Blad
No. 22112
^STEMMING IN DE BEIDE KATWIJKEN - EEN WAARDIGE INSTALLATIE.
Kgt ons het afscheid van Burge-
Mr. Dr. Schokking versch in het
n. En nu had heden reeds alweer de
kc ontvangst van den nieuwen
pder plaats, van wiens beleid het
Katwijk wordt gehoopt. Een
|en die met „gouden letters" in de
ehe geschiedenis zal gememo-
gorden. was dan aangebroken!
I zijn in korten tijd de voorberei-
[geweest, die aan de feestelijkhe-
fclke een. met het oog op de tijds-
pigheden, eenvoudig doch waardig
zouden dragen, voorafgingen.
tot in de perfectie geregeld en
ijksche bevolking heeft haar nieu-
Jrgemeester ingehaald op een wijze
(en alle lof verheven is.
o
en half twee arriveerde Burgemees-
Bdringh van der Hoop met zijn
poote mevrouw Woldringh van der
Illndrée de la Porte en kinderen,
Jjschap van den heer A. Korpelshoek
len secretaris van het Cdmité van
Tgst den heer E. A. van Daalen aan
ps der gemeente Katwijk Rijn, op
pk van den Molenweg en den Was-
Ichen weg.
Ds. KALKMAN.
Commissie van Ontvangst.
JWé ingezetenen hadden zich hierheen
,om,,an hun belangstelling bij de
Bt te doen bUjken
pratter van de Commissie, Dr. W.
Ln trT'u"' sPrak den burgemeester
hartelijk welkomstwoord toe
|~™t€IÏJes van de Wethouders Dub-
vP."karnp boden den burge-
Jens tamilie bloemen aan
^?nt'e bun hartelijk dank
luie jervo'6ens werd naar het
fc!Llere. n aIwaar in openbare
F hln plechtige installatie
l»i. e P de publieke tribune had-
belangstellenden plaats geno-
o a de leden van com-
len l,?- angst' de familie van den
Sitihïi ®emeester' hoofden van de
*ue bedrijven, en andere genoo-
m,et 8ebed en mededeeling
ine van 50men stuRRen, o.a. de
fender i r, 11 burgemeester, nam
J Dubbeldam het woord en
Rede Wethouder Dubbeldam,
hooggeachte heer Woldringh
"an der Hoop.
ÏKoninkirt0?.^ui6t door mÜ voorge-
■Maffn Beslult blijkt, heeft het
li behaal; 0nze geëerbiedigde Ko-
T'er van Kat4kben°emen t0t bU1"
Gemeentihl?. 'k u> mede namens
ondersehaM'llur' seluk met deze
een ml die u te beurt is
beteler^ nw™derf9beiding die nog in
dat gil?,'. 3}* daarbij bedacht
^^Bigden uin-lrv ult een keur van
dat rti h'llreP. doch hdven-
Sfehr komende i°nEen leef-
IHf tijt belast lil eln kleine gemeente,
i^Bëen steeds Sn met de leiding
"^Ueooo inwoners6'6" gemeente van
B® ns hieraan nader eenige woorden
te wijden, moge ik ook mevrouw uw echt-
genoote en uw overige familieleden, waar
van wij het zeer op prijs stellen, dat en
kelen deze installatie wel hebben willen
bijwonen, mijn hartelijke gelukwenschen
betuigen.
Thans rust op mij de aangename taak
u als burgemeester dezer gemeente te
mogen installeeren. Vooreerst, en ik ben
dan, naar ik meen. de tolk van den ge-
heelen Raad en van de gansche bevol
king, heet ik U van harte welkom in onze
gemeente. Ik kan mij in uw gedachten-
gang verplaatsen, indien u, zooals bij
onze eerste kennismaking reeds openhar
tig bekende, zich de moeilijkheden niet
ontveinst om het voetspoor te moeten
drukken van mannen, die als uw beide
laatste voorgangers, den lande In de
hoogste betrekkingen hebben gediend, en
min of meer hunnen loopbaan afsloten
met het burgemeesterschap van Katwijk.
Doch, ik mag hier wel zeggen, wij twij
felen er niet aan, integendeel wij hebben
ook reeds op grond van uw antecedenten
het volle vertrouwen dat de keuze van
onze geliefde landsvrouwe wederom een
zeer gelukkige is geweest.
Wethouder Dubbeli .e
Getrouw aan een algemeene en. naar
ik meen. goede gewoonte, om bij de in
stallatie, tevens een beeld van de nieuwe
gemeente te schetsen, moge ik daarvoor
een oogenblik uw welwillende aandacht
vragen.
Het zal u niet onbekend zijn, dat de
hoofdbronnen van bestaan, waaraan deze
gemeente voornamelijk haar gestadigen
1 groei en ontwikkeling heeft te danken en
i waaraan zij hare beteekenis ook, naar wij
hopen, tot in de verre toekomst zal ont-
leenen, gevormd worden door het vjs-
scherijbedrijf, het land- en tuinbouwbe
drijf en het badbedrijf.
Ik erken het gaarne dat ik eenigszins
huiverig ben, om, onder de huidige moei
lijke tijdsomstandigheden, een beeld te
moeten geven van den toestand, waarin
het visscherij- en tuinbouwbedrijf ver-
keeren.
Doch, het valt nu eenmaal niet te ont
kennen, dat de economische toestand niet
liet minst in deze gemeente, iOt groote
zorg aanleiding geeft, zoodat het m.i. van
weinig inzicht en weinig moed zou ge
tuigen, als wij onze oogen wilden sluiten
voor de zeer, zeer ernstige moeilijkheden,
welke in dit opzicht bestaan en die wij
ongetwijfeld nog voor den boeg zullen
hebben.
Bijna zonder uitzondering helaas, zijn
alle visscherij en tuinbouwbedrijven in
deze gemeente, eertijds bloeiende bedrijfs
takken, getroffen door een zoo hevige en
diepe economische crisis, dat wij er reke
ning mede dienen te houden, dat eener-
zijds ter leniging van den bestaanden
nood, ook van gemeentewege de noodige
maatregelen, voorzoover deze op den weg
der gemeente liggen en voorzoover de fi-
nancieele krachten van de gemeente daar
toe in staat stellen, moeten worden be
raamd en getroffen, terwijl anderzijds ook
in de gemeentehuishouding alles in het
teeken der versobering zal moeten staan.
Een der pijnlijkste gevolgen van de ont
wrichting van het bedrijfsleven, waarop
ik niet nalaten mag te wijzen, is de aan
tasting van de werkgelegenheid, die ook
in deze gemeente duidelijk aan den dag
treedt door het groeiend aantal werk-
loozen; het vraagstuk van de werkloos
heid en van de daarmede nauw verband
houdende crisisondersteuning vraagt dan
ook de volle aandacht van het gemeente
bestuur
Ten slotte, het noodzakelijk gevolg van
dit alles, waaraan ik nog wil toevoegen de
omstandigheid, dat sinds de daling van
het Engelsche pond ook het gemeente-
crediet in de ongunst van het geldbeleg-
gend publiek is gevallen, het noodzakelijk
gevolg, herhaal ik, van deze factoren Is,
dat hoezeer verschillende belangrijke ge
meentewerken op voorziening en uitvoe
ring wachten, deze werken niet kunnen
worden aangevangen.
Het is naar mijn meening duidelijk, dat
in het vorenstaande voor dengene, die tot
het bestuur der gemeente geroepen wordt,
een aanmaning ligt tot behoedzaamheid
en bedachtzaamheid. Doch daarnevens
mag het besef niet verzwakken, dat on
danks alle tegenspoed en alle onzekerheid,
het streven er op gericht moet blijven,
om, zonder in een onbedacht optimismte
te vervallen, met blijmoedigheid en in af
wachting van Gods onmisbaren zegen,
alle krachten in te spannen, teneinde
onze gemeente zoo spoedig mogelijk door
de depressie heen te helpen. Want, wel
iswaar was het geen opwekkend geluid,
dat ik zoo juist liet hooren wellicht
was de toon zelfs veel in mineur aan
geslagen maar ik kan gelukkig ook nog
op eenige lichtpunten wijzen.
Ik noem dan in de eerste plaats ona
badbedrijf. Met zekeren trots mag ik er
j hier wel van gewagen, dat Katwijk als
badplaats de laatste jaren een groote
vlucht heeft genomen en zich, ondanks
de minder gunstige omstandigheden, als
zoodanig blijft ontwikkelen; het steeds
toenemend bezoek van badgasten bewijst
wel den goeden naam, die de gemeente
zich in dit opzicht allengs heeft verworven
Behalve dat van gemeentewege alles in 't
werk wordt gesteld, om de bloei van de
badplaats zooveel mogelijk te bevorderen,
mag in dit verband ook met dankbaar
heid worden gewezen op de arbeid van
de Vereeniging voor Vreemdelingen ver
keer alhier, die in de opkomst van Katwijk
als badplaats zeker niet het minste aan
deel heeft.
Ik sprak zoo juist van eenige licht
punten, en dan mag op deze plaats ook
wel de aandacht gevestigd worden op de
omstandigheid, dat Katwijk er zich op
beroemen mag een nijvere bevolking te
bezitten. De leiders van handel, industrie
en bedrijf in deze gemeente zijn met een
kloeken ondernemingsgeest bezield, en
hun geestkracht is door den ongunst der
tijden, allerminst geknakt; de werklust
van de Katwijksche arbeiders is tot ver
in den omtrek bekend en ik acht dit, ook
met het oog op een verbetering in den
conjunctuur van zooveel gewicht, dat ik
meende deze goede zijde van onze be
volking, niet onvermeld te moeten laten.
In zooverre als ook in de bevolkings
toeneming een beeld van vooruitgang kan
worden gezien, spreken de volgende cij
fers in dit opzicht een duidelijke taal.
Bedroeg het aantal inwoners op 1 Jan.
1910, 1 Jan. 1920 en 1 Jan. 1930 respec
tievelijk 10757, 13602 en 15637, thans is het
zielen aantal, niet het minst door vesti
ging van buiten, aangegroeid tot Di m.
16250.
Intusschen wil ik er wel op wijzen, dat
deze bevolkingstoeneming, hoezeer wij ons
daarin verheugen, omdat daaruit ook
blijkt dat Katwijk meer aantrekkings
kracht gaat uitoefenen, ook haar moeilijk
heden met zich brengt; ik heb hierbij het
oog op het probleem der huisvesting, een
vraagstuk waaraan reeds jaren wordt ge- i
werkt, maar dat nochtans zijn uiteinde-
lijke oplossing niet heeft bereikt.
Dankbaar mag echter worden erkend,
dat aan den bestaanden woningnood voor
een goed deel een einde is gekomen door
de onder burgemeester Sehokking voltrok
ken bebouwing van het z.g. Zuiderkwar
tier.
Als ik thans het vorengaande mag sa
menvatten zou ik dat willen doen in den
oprechten wensch. dat God u de kracht,
gezondheid en wijsheid moge schenken,
om uw in de tegenwoordige tijdsomstan
digheden zeker uiterst moeilijke en zware
taak zoodanig te vervullen, als aan de
belangen van onze gemeente het meest
bevorderlijk is. Daarbij is eendrachtige
samenwerking met allen, die, in welke
hoedanigheid ook, tot het gemeentebe
stuur zijn geroepen, een onmisbare voor
waarde. Wat dit laatste betreft, zeg ik u
gaarne, namens den raad en het Col
lege van B. en W. de volle medewerking
en steun toe.
I Ik wil hiermede volstaan en verklaar
u thans geïnstalleerd als burgemeester
I van Katwijk.
Ik moge u in verband hiermede, de tee-
1 kenen uwer waardigheid de ambtsketen
en de voorzittershamer overhandigen, en
noodig u uit op den voorzitterszetel plaats
te willen nemen.
Nadat, hieraan voldaan was. sprak de
heer Hueting als oudste raadslid, als volgt-:
Rede Dr. Hueting.
Mijnheer de Burgemeester.
Als oudste lid in jaren van den Raad
dezer gemeente rust op mij de aangename
taak U, namens dien Raad en op deze
plaats een hartelijk welkom te mogen toe
roepen. Wij zijn verheugd dat het Hare
Majesteit onze geëerbiedigde Koningin
heeft behaagd U tot Burgemeester van
van onze gemeente te benoemen. Wanneer
ik daarbij denk aan de verwachtingen, die
van U gekoesterd worden, dan wensch ik
elke gedachte te bannen, die er toe zoude
kunnen leiden Uw voorgangers in de scha
duw te plaatsen, door het volle licht op U
te laten vallen. Dat zij verre van mij. Wij
herinneren ons met dank, hetgeen door
Uwe voorgangers werd tot stand gebracht
in moeilijke dagen, die we achter ons heb
ben en wier einde nog niet in het gezicht
ligt. En wanneer ik niet na zal gaan wat
in de jaren, die achter ons liggen verricht
is en hoeveel elk Uwer voorgangers daar
aan van zijne krachten gaf, dan wil ik al
leen met een enkel woord wijzen op de
jongste weken en den dank van den Raad
overbrengen aan den wethouder die
daarin het stuur der gemeente in han
den had.
Ik gebruikte daareven het woord moei
lijke dagen, inderdaad die beleven wij.
Maar wie voor niets oog heeft dan voor
moeilijkheden en die het oog sluit voor
overal te ontwaren lichtpunten, verbetert
noch den toestand, noch zal hij de kracht
in zich voelen wassen om de moeilijkheden
het hoofd te bieden. Moeilijkheden, zoo is
door mannen gezegd, die ze ook van nabij
kenden, moeilijkheden zijn er om over
wonnen te worden.
Wij hopen ernstig, dat U deze zienswijze
zult zijn toegedaan en dat het U mogelijk
zal zijn. recht op het doel af te stevenen
en onze goede gemeente weer te voeren tot
tijden van welvaart, zooals wij die gekend
hebben. Mocht dan ieder geleerd hebben,
dat na regen zonneschijn zal komen, maai-
ook, dat na tijden van weivaart magere
jaren voor de deur kunnen staan, en der
halve gespaard moet worden voor den
kwaden dag, dan kan uit de slechte tij
den, die we ijeleven een les getrokken wor
den, die de bevolking te gemakkelijker een
nieuwe periode van verminderde welvaart
zal kunnen doen weerstaan.
Wat toch is het geval. Bijna alle beroe
pen in onze gemeente zijn aan heftige
schommelingen onderhevig. De visscherij,
wie op de hoogte van dat bedrijf is zal het
kunnen ontkennen, dat daarin tijden van
groote welvaart snel kunnen afwisselen
met tijden van slechte uitkomsten voor
werknemer en reederij en de met de vis
scherij nauw samenhangende andere be
drijven.
Land- en tuinbouw zijn in niet mindere
mate van factoren afhankelijk, die de
Het oudste Raadslid Dr. Hueting.
mensch, ook bij de meest intensieve ar
beid. niet beheerschen kan. Het badbedrijf,
dat in de laatste jaren, dank zij de uitbrei
ding onzer gemeente zulk een verblijdend
groote vlucht heeft genomen, en zie hier
een der lichtpunten, waarop ik straks
doelde, is evenzeer van tal van factoren af
hankelijk. die door menschenhanden niet
kunnen gedwongen worden in de begeerde
richting. Reclame maken voor de bad
plaats. zorg aragen voor het veraangena
men van het verblijf alhier, waarbij het
gedrag der bevolking tegenover vreemde
lingen zooveel gewicht in de schaal legt,
dit zijn zaken die inderdaad in onze macht
staan, al zal dan het laatste niet zoo ge
makkelijk zijn als het eerst genoemde.
Wanneer m de komende jaren Katwijk
onder Uw bestuur weer opbloeien mag,
dan zal U daarvoor de dank der bevolking
zeker ten deel vallen. Dat bij de maatre
gelen. die U daartoe zult beramen de ge
meenteraad tot steun en volle medewer
king b reid is. wilt U naar ik hoop aan
nemen. De Raad is zich bewust dat een
der onmisbare gronden, waarop een loyale
samenwerking gegrond moet zijn is: on
derling vertrouwen.
Critiek van buitenstaanders zal U. zoo
min als de raadsleden gespaard worden,
wanneer zij is van opbouwenden aard.
moge het U gegeven zijn Uw voordeel daar
mede te doen, terwijl we gaarne wenschen
dat afbrekende critiek door U stilzwijgend
voorbij gegaan zai worden zonder U in Uw
rustig streven te hinderen. Wij hopen, dat
U op dit wijze vele jaren voor onze ge
meente zult kunnen werken en dat Gij
met Uw gezin gelukkige dagen in Katwijk
zult mogen slijten
Met den wensch. dat God U daarbij
steunen moge en dat gij in arbeid en hui
selijk geluk bij voortduring bron van op
rechte vreugde ven voldoening zult vin
den, zal ik eindigen.
Dan sprak de gemeente-secretaris de
heer Boekhoven de volgende woorden:
Hooggeachte heer burgemeester.
Om tweeërlei reden, mijnheer de voor
zitter. voel ik mij beschroomd hier het
woord te voeren.
In de eerste plaats, omdat het feitelijk
niet geoorloofd is, dat de secretaris in een
openbare Raadsvergadering het woord
voert en in de tweede plaats, na hetgeen
door de heeren Dubbeldam en Hueting
reeds is gezegd.
Gemeente-Secretaris Boekhoven.
Ik mag zeker wel aannemen, dat u voor
deze bijzondere gelegenheid mij het woord
zult laten behouden, en een kort oogen
blik daaraan aandacht zult willen schen
ken. Ik zeg een kort oogenblik, omdat ik
slechts vanaf deze plaats u van harte wil
feliciteeren met uw benoeming tot burge
meester onzer gemeente, in welke felicita
tie ik mevrouw en de kinderen betrek.
Ik hoop, dat het u gegeven moge zijn,
met het College van Burgemeester en Wet
houders en den Raad. Katwijk door de
moeilijke, zorg gevende, tijden te helpen.
Al zal het u. vooral in het begin, waar
u van de Katwijksche toestanden nog niet
op de hoogte zijt, moeite geven, ik twijfel
er niet aan of u zult slagen, zooals uw
voorganger, de hooggeachte heer mr.
Schokking is geslaagd, aan de gemeente
goede leiding te geven.
Ik eindig met de verzekering, dat het
geheele ambtenarencorps u de volledige
medewerking toezegt, opdat het u spoedig j
gemakkelijk zal vallen burgemeester van
Katwijk te zijn.
Vervolgens nam de nieuwbenoemde
Burgemeester het woord, die ongeveer als
volgt sprak:
Rede van Mr. W. J. Woldringh
van der Hoop.
Mijne Heeren Wethouders, Leden van
den Raad en verdere aanwezigen.
Het eerste woord, dat ik van deze plaats
wil uitspreken, is een woord van dank aar.
Hare Majesteit de Koningin en hare raad-
gevers voor het vertrouwen dat zij in mij
hebben gesteld, door mij te roepen tot
het hoogste ambt in deze gemeente, een
vertrouwen, dat naar ik hoop en verwacht
niet beschaamd zal worden, mits God mij
daartoe de kracht geeft.
Ik weet, dat een zware taak op mijne
schouders is gelegd, zwaar in velerlei op
zicht. Niet het minste voel ik de moeilijk
heid hem te vervangen, die mijn voorgan
ger is geweest. Een man als Burgemeester
Schokking op te moeten volgen, die door
kneed in den Staatsdienst welsprekend
als hij was, op zulk een eminente wijze
deze gemeente geleid heeft zal mij niet
gemakkelijk vallen en slechts het inzicht,
dat ik mijn geheele persoon kan geven,
waar hij elders veel en moeilijk werk had
te verrichten, geeft mij de hoop, straks
hem behoorlijk te kunnen vervangen.
Maar zwaar zal ook de taak zijn, mijne
Heeren Wethouders en Raadsleden die U
en mij wacht, met betrekking tot het be-
stuur van deze gemeente.
De tijdsomstandigheden hebben het
werk der overheid buitengewoon doen
toenemen, overal op elk terrein van het
maatschappelijk leven wordt geroepen om
leiding of steun en steeds moeilijker wordt
het te helpen, door de dalende tendenz
van den levensstandaard, waaraan aan
passing niet snel genoeg mogelijk is, daar
het geheele leven in een neergaande
spiraal als een draaikolk omlaag wordt
gezogen.
Waar steun wordt gezocht, wordt de
overheid genoopt steeds dieper in het
economische leven in te grijpen en daarbij
dreigt als een ernstige uitwas de verstik
king van het particulier initiatief en het
geven van normen voor zooveel zaken, dat
de persoonlijke vrijheid ernstig in het ge
drang dreigt te komen. Ik geloof, dat gij
het met mij eens zult zijn. dat wij dien
kant niet uitmoeten.
Het is ook niet noodig, de levensdrang
die er in deze gemeente zoo sterk aanwe
zig is, kan geleid worden langs geleidelijke
banen en moge het zijn, dat de financien
op een oogenblik een tragere ontwikkeling
gebiedend doen zijn, daarom behoeven
we ons niet in zoete rust te begeven, maar
is het in tegendeel noodig juist in tijden
als deze in studie te nemen en uit te
kijken naar die mogelijkheden, die straks
de tot staan gekomen groei, in groot©
mate kunnen doen herleven en bevorde
ren. Zoo zal ook in deze donkere dagen
ons motto moeten zijn, dat achter de wol
ken de Zon schijnt en dat wij met een
blik in de toekomst, ons niet moeten laten
terneerslaan door het heden, maar ener
giek de mogelijkheden die ons worden ge
geven gebruiken.
Gij kunt op mijn volle werkkracht en
werklust in deze rekenen, want een groote
wensch van mijn leven is heden vervuld
mogen worden om gesteld te worden aan
het hoofd van een belangrijke gemeente,
waar ik verwachten kan mijn volle werk
kracht te kunnen ontDlooien. Maar mijne
Heeren, alleen kan ik dit niet, ik moge nog
zco van goeden wille zijn, uw steun en
hulp, in de eerste plaats van de Wethou
ders maar ook van den Raad heb ik daar
toe noodig, ik doe daartoe een beroep op
uw aller medewerking en ik hoop, dat wij
hier steeds in dezelfde goede verstandhou
ding zullen werken, welke ik in mijn
vorige woonplaats mocht ondervinden.
Een goede verstandhouding moet en kan
er ook bij het grootste verschil in inzicht
bestaan.
Gij zult in mij vinden een gemoedelijk
voorzitter en in mijn karakter ligt het om
mij te midden der bevolking meer burge-
vader dan burgemeester te voelen, maar
geloof mij, dat dit niet zoover gaat, dat
ik niet indien noodig de hooge autoriteit
van het ambt zal weten te bewaren Het
gezag mij toevertrouwd zal ik weten te
handhaven aan den eenen kant met de
soepelheid welke persoonlijke takt mij
mogelijk zal maken, maar aan den ande
ren kant met de onwrikbare billijkheid
die het recht eischt zonder aanzien des
persoons.
Miine Heeren Wethouders en leden van
den Raad ik hoop voor de gemeente Kat
wijk, dat het tijdperk dat heden begint,
een voorspoedige moge zijn in de ontwik
keling van de gemeente en dat onze
werkzaamheden bereiken, de zware druk
die op de bevolking ligt door de moeilijke
tijden te verlichten
Moge God zijne zegen daartoe geven
en moge Hij mij de kracht en het inzicht
geven noodig voor het bestuur dezer ge
meente.
Punt 3 der agenda volgde dan. n.l. de be
noeming van een ambtenaar van den Bur
gerlijken Stand. Met algemeene stemmen
wordt hiervoor benoemd burgemeester W.
J. Woldringh van der Hoop.
Na afwerking van deze korte agenda
werd de vergadering gesloten en had de
receDtie in het Raadhuis plaats. Hiervan
werd een zeer groot gebruik gemaakt. Zeer
vele afgevaardigden van corporaties en
talrijke particulieren kwamen hun geluk
wenschen aan den nieuwen burgervader en
diens familie aanbieden. Na deze receptie
waarbij bleek, dat men wenschte te toonen
dat de gemeente den nieuwen burgemeester
spontaan en hartelijk wenschte te ontvan
gen en als hoofd der gemeente op de ge
meentenaren vertrouwen kan. Langs Voor
straat. Van Egmondstraat. Kerkstraat, Zee
weg werd naar Katwijk aan Zee gereden,
alwaar in Hotel du Rhin voor de inwoners
van Katwijk aan Zee een receptie plaats
had.
De Receptie.
Ook hier heerschte enorme belangstel
ling van de zijde der burgerij voor den
nieuwen burgervader. Nadat allen op de
voor hen bestemde zetels hadden plaats
genomen, nam de voorzitter van het co
mité ds. Kalkman het woord en sprak on
geveer als volgt:
Rede Ds. Kalkman.
Mijnheer de burgemeester!
Ik moge als voorzitter van de commissie
van ontvangst en dus als tolk van de bur
gerij enkele woorden nog tot u spreken.
Het is nu ruim 2 maanden geleden dat
de ochtendbladen ons bericht brachten dat
mr. dr. Schokking onze burgemeester was
benoemd tot lid van den Raad van State.
Deze benoeming bracht mee. dat dr.
Schokking niet langer onze burgemeester
kon blijven. Wij zagen hem noode heen
gaan, den man dien wij zoozeer hoogach
ten om ziln vele buitengewone bekwaam
heden. om zijn edel karakter, den ma
gistraat in optima forma,
Is het wonder dat we dachten wie zal
dr. Schokking onvolgen en treden in de rij
van Illustre voorgangers? Verschillende na
men werden genoemd. Te lang bijna werd
ons geduld op de proef gesteld en onze
verwachtingen gespannen gehouden Tot
voor 14 dagen ons de tijding bereikte: be
noemd tot burgemeester van Katwijk mr.
W, J Woldringh van der Hooo burgemees
ter van West-Kaoelle.
Natuurlijk rezen er vragen in den boe
zem der gemeente De meesten kenden u
niet. Maar al aanstonds vernamen wii dat
u in Noordwiik had gewoond en in Voor
schoten had gearbeid 't Soreekt van ?°lf.
dat daar allerlei inlichtingen werden ge
vraagd over uw oersoon en werk Wat wij
van u vernamen gaf ons reden uw komst
met vertrouwen tegemoet te zien u h°el
hartelijk welkom te heeten bii het over
schrijden van de grens onzer gemeente ia
dankbaar te zijn dat het Hare Maieqeit
onze hooge Landsvrouwe behaagt heeft u