^3sla Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 19 April 1932
Derde Blad
No. 22110
EEN WERELDREIZIGSTER
OVER ROLLAND.
LAND- EN TUINBOUW.
SPREEKCEL.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Be Geheimzinnige Inbreker
xMKKEN V^SITA FORBES.
oitjjd prettig een vleiend oor-
't Stemt a'tuPmdeUng te hooren over
led V® ea" j wanneer dat komt van
de he«le wereld be-
enlanla» Maar al te zeer zijn wij ge-
•eisd heeir yall onze omgeving wat
,ejgd de tou jnnen slechts als wij
ïarën in den vreemde wonen komt
V^de van het eigen land uit ons
jiïtkin plotseling sterk naar
vereins het óns tenmbnste. Het
.1 niet de eerste de beste, die Hol-
initicr beoordeelt: de bekende we
lter Rosita Forbes publiceert ln
^«linununer van het Engelsche rnaga-
!r BBash" in een artikelenserie, getiteld:
„ffieyej Worid of y0urs" een beschou-
aarin zij ons ,and het eeni8'e ter
loemt dat zij altijd weer zou willen
"kunnen wij alvast dankbaar voor
,r er komt nog meer, dat onze
streelen! Niet alles wat zij
Dl
';ijn!
even Tuist, maar haar oordeel is
30o|^^^
let zoo oppervlakkig als van hen,
ónze provincies in een paar dagen
doen".
erst citeert zij Villon, die Den Haag
ichtigste dorp ter wereld" noemde
is intusschen eenigszins overdreven
ut' of zijn wij weer te critisch?)
jns'tateert Rosita Forbes: „Holland,
[liefheb, is eenvoudig, comfortabel,
ordelijk."
l-eitküWl het is niet „splendid", niet „prach-
de"» brillant". Natuurlijk vallen haar de
11 Efióiens op, die het landschap sieren.
itvrfflaEjnen strategisch te zijn geplaatst,
mteen familie van zwarte-en-witte koeien
lh: id dm voorgrond. Wij hopen, dat de mo-
ens er bij haar terugkomst nog allen zul-
2 3B-atfh. maar vreezen er helaas voor! Ge-
(jHFüeeft zij goed gezien, dat nog maar
»WKlpic streken de nationale kleedij"
'dragen wordt. Zij blijkt dus over meer
pmerkingsgaven te beschikken dan alle
jnerikanen, die behalve „Volendam" nog
°vel wat. anders van ons land zien, maar
slechts blijk geven de „pofbroeken", de
.wiidefrokken" en „de kapjes" te kunnen
^^Tden en deze dan, thuisgekomen,
{neele voeren. AlsRosita. Forbes zegt
land in ons land wandelt, bedoelt
[er, dat we allemaal op de fiets
|Zij heeft er dan ook nergens zoo
ien. Die indruk krijgen wij zelf
ook, tusschen 12 en 2 in de
[an Meerdervoort te Den Haag of op
ikste uur bij onzen gezegenden
Maar 'tis niet aardig tegenover
ïóllandsche befaamde kinker-indus-
[ls zij zegt dat de oorzaak van ons
vandelen" eigenlijk ligt aan de
maar schilderachtige keien. Wij
Jytien allemaal Engelsch te verstaan,
at |als zij naar den weg vraagt, kan
en haar dadelijk vertellen, hoe in
I,, ;am te komen.
|ta is zeker van Haarlem naar Leiden
Ij p, want zelfs de binnenkort te ver
in stoomtram wordt genoemd. Wat
[ij het leuk, langs den berm van den
rijden, terwijl de wilgeblaren langs
npjes ritselden! Is dat nog wel zoo?
leb is volgens haar erg stil. En in
Lreclame-film" dachten wij nog wel
^[wereldverkeer" te kunnen demon-
reeren, getuige de verrassend drukke op-
amen van de befaamde hoek Breestraat-
Iburg, om den „Overweg" maar niet
ens te noemen! Het is hier vol stu-
en en professoren en plotselinge glim-
J van speelgoedkanalen met gebogen
fggen en oude, oude huizen tegen een
er£opgestapeId als een tooneeldecor. De
professor, die ze noemt is Dr.
look Hugronje" of juister dr. Snouck
^onje, de eenige Christen, die in
is geweest, de Heilige Stad der Mu-
ïnen, waar hij daadwerkelijk zijn
roep heeft uitgeoefend. Hij zou er nog
ranneer niet naijver zijn aanwezig-
ïad verraden.
[schrijfster memoreert verder, dat er
ze stad. behalve veel museums, veel
eske „Hofjes" of .rusthuizen" zijn,
de teekeningen van Pieter de Hoogh
„De Burcht" wordt door haar be-
evcn als een „rond fort op een heu-
^Jsaar gij u niet alleen bevindt tus
schen twee rivieren maar ook tusschen
'üeuBladzijden van Dumas' boeken."
in dezen bloembollentijd is 't aardig
iMuïan haar indruk weer te geven:
"v, jand is dan overdekt met roode en
STrrkuren De „tulpen" of wel „bollen"-
rfoïi 7Ioriit vergeleken met „Plamzon-
jimtt Roomsche stad",
tml;., soorten groeien nabij Hille-
8pH de i'de eeuw verloor men zijn
DE PREVIAVERA TE ROTTERDAM.
Men schrijft ons:
De rotsformaties voor de „Primavera"
zijn gereed en de kweekers van rotsconi
feren en bloeiende rotsplanten ontvingen
reeds de uitnoodiging om een en ander
te bezichtigen, waarna zij dan de plaats
op dit bij uitstek geschikte terrein, voor
hun kweekproducten kunnen bespreken.
Deze rotspartijen beloven een aparte at
tractie te vormen voor de tentoonstelling.
Nog nimmer kregen de rotsplantenkwee-
kers zoo'n gelegenheid om te demonstree-
ren. wat er in dit onderdeel van de kwee-
kerij kan gebracht worden.
De groote serre, een sieraad voor de
bloemenexpositie kwam gereed. Een schat
van orchideeën zal er binnen enkele we
ken een onderdak vinden. De schoonsten
van Flora's kinderen zullen er voor de
bezoekers te zien zijn.
De rotstuin op 't buitenterrein is bijna vol
tooid. Wanneer de Boskoopsche kweekers
er hun materiaal hebben geplant, zal deze
tuin voor geen enkele Engelsche rotstuin
behoeven onder te doen. Boskoop kan
planten brengen, zooals men die nergens
in Europa vindt en waarom onze kweekers
op de Europeesche markt een gevestigden
naam hebben.
Verschillende Boskoopsche firma's heb
ben groote groepeeringen van coniferen
en heesters gemaakt.
De vaste financiëele commissie heeft
ook dit jaar weder haar medewerking
toegezegd voor een flink bedrag ingetee-
kend als garantie, welk bedrag", bii zulk
een prachtige tentoonstelling, wel niet
aaneesoroken zal behoeven te worden.
H.K H de Prinses heeft haar belang
stelling in deze groote voorjaarstentoon
stelling getoond, door het beschermvrouw
schap te aanvaarden.
RATTENPLAAG OP DE LANGEBRUG.
Verschillende bewoners van de Lange-
brug klagen steen en been over de rat-
tenplaag. Een bewoner ving in één maand
tijds niet minder dan.... 84 ratten!! Zij
verzoeken de autoriteiten beleefd, doch met
zeer veel nadruk hiertegen maatregelen te
nemen door aanwending van verdelgings
middelen.
hoofd over de waarde der tulpen en zij
herinnert natuurlijk aan de „Tulipe
Noire", die 100.000 gulden opbracht.
Wij merken op, dat men in de afge-
loopen jaren weer aardig die richting uit
ging!
Nog heel wat andere steden worden in
haar lof betrokken. Haarlem is de stad
„der bollen en van Frans Hals", de groot
ste schat van den Haag is het Maurits-
huis. Zij raakt in extase over alle daar te
bewonderen Vermeer's, Rembrandt's,
Ruysdaels en Jan Steens. Slechts om te
gaan drinken, eten en slapen wordt zij
het museum ontrouw en dan komt haar
de moderne wereld onvolledig en slordig
voor. Wie kreeg geen diepen indruk van
de Vijverberg? Ook Rosita denkt er aan
terug als de voornaamste attractie van
den Haag, dat zij onze hoofdstad noemt,
wat haar niet kwalijk te nemen is
Arnhem met de kasteelen van de van
Heeckerens en de Bentincks die midden
in een vijver liggen. Amsterdam, dat door
kanalen verdeeld is: en zooveel fascinee-
rende gebouwen bezit, dat alles krijgt een
lof woord! Een of twee weken in Holland
zijn zóó volgeladen, dat ge er ongetwijfeld
een volgend jaar weer naar toe wilt gaan!
Wat de schrijfster echter over de poli
tiek en de Prinses schrijft, komt ons ta
melijk verward voor: prinses Juliana
schijht volgens haar „huishoudster" te zijn
op het „Huis ten Bosch" waar iedere
„week-end" troepen en nog eens troepen
fietsers (alweer) langs de poorten rijden.
En wat denkt ge van den Hollandschen
socialist, die haar eens onder een ge-
ergerd schouderophalen zeide: „Hoe kan
men op het Communisme hopen in een
land waar iedere voorbijganger de Ko
ningin kan zien zitten handwerken voor
haar raam?"
Wij althans, behoorden tot nu toe niet
tot die gelukkige voorbijgangers!"
Maar afgezien van deze paar misvat
tingen. blijkt Rosita Forbes toch heel veel
goede dingen bij ons opgemerkt te heb
ben. waarvoor wij haar niet genoeg er
kentelijk kunnen zijn!
BEGRAFENIS Dr. J. Th. DE VISSER.
Z'n geloof was de stuwkracht
van zijn leven.
Gistermiddag te halfdrie vond op de be
graafplaats Crooswijk te Rotterdam de ter
aardebestelling plaats van het stoffelijk
overschot van dr. J. Th. de Visser. Onder
de belangstellenden uit R.dam waren wet
houder Stemerding, ds. G. J. Wagenaar,
namens 't ministerie van predikanten dr.
S. F. H. J. Berkelbach v. d. Sprenkel, ds. J.
de Bruyn resp. praeses en scriba van den
kerkeraad uit Rotterdam, mr. M. Burger
hout, regent van het Ger. Burgerweeshuis,
mr. J. B. de Klerk en de heeren J. v. d.
Handel, Chr. J. Sloff, J. Harmsa. het dag.
bestuur van den Kamerkieskring van de
Chr.-Hist. Unie, G. Voorhoeve, W. van
Weelderen, D. v. Holten, namens de Rot-
terdamsche Chr.-Hist. Kiesvereenigingen,
A. Wink, namens de Ver. van Ambtenaren
voor Reclasseerlng, ds. J L. de Heer en
dr. W. Voors, voorzitter van het bestuur
en directeur van de Marthastichting te
Alphen, dr. W. Rauws, de heeren Hoog
werf en W. v. d. Akker, voorzitter en secre
taris van de Chr. Ver. van Hoofden van
Scholen W. Brakel, voorzitter van de Ver-
eeniging van Christelijke onderwijbers,
J. Grafhof, namens het Chr. Nat. Vakver
bond, prof. C. W. de Vries, hoogleeraar van
de Ned. Handelshoogeschool.
Vele vooraanstaande personen uit den
lande waren verder naar Rotterdam ge
komen, om den overledene de laatste eer
te bewijzen. Behalve hen, die met het
stoffelijk overschot uit Den Haag waren
gearriveerd, merkten wij nog op, de leden
van den Raad van State A. W. F. Idenburg
Mr. J. Schokking. en de oud-gouv. gene
raal Mr. D. Fock.
Verder enkele leden der Eerste en Tweede
Kamer, benevens jhr. mr. C. Feith van het
Dep. van O.. K. en W„ de procureur-gene
raal van het Gerechtshof te Den Haag.
mr. Tak, Staatsraad mr. Kooien de mi
nisters Terpstra, Donner. De Geer en Ver
schuur. en de oud-ministers Colijn en Van
Dijk
(Reeds geplaatst in een deel onzer
vorige oplage.)
Onder het spelen, van Gezang 273 door
den organist J. H. Besselaar. werd de lijk
baar de kapel binnengedragen. Drie
bloemstukken dekten de baar: een van
H. M. de Koningin en van H. M. de Ko
ningin-Moeder en een van de familie.
Daarna werd het gevolg binnengeleid.
Voorop ging de vertegenwoordiger van
H. M. de Koningin, Baron van Asbeck,
gevolgd door de weduwe van dr. De Vis
ser, die werd gesteund door den zoon. mr.
J. A. de Visser.
De neef van den overledene, ds. J. de
Visser uit Middelburg, hield hierna de
lijkrede:
Het is de wensch van onzen ontslapene,
dat geen toespraken worden gehouden. Mij
is verzocht een enkel woord te spreken,
kort persoonlijk, aldus spr. Een taak,
waarvan Ik de zwaarte sterk heb gevoeld
om de gevoelens te vertolken van hen, die
met hem verbonden waren. Hoe gaarne
zouden wij hem hebben behouden, omdat
hij bovenal man vader was, achter
latend een ledige plaats, die niemand ver
vullen kan.
Maar ook gevoelgns van dankbaarheid
aan Hem, die hem oen leeftijd der sterken
deed overschrijden. Een beminnelijk man,
een man van eenvoud en soberheid, al
was het niet van ascetischen inslag. Hij
leefde voor zijn religie, zijn gezin en zijn
studie en daarin vond hij bevrediging.
Rusteloos was hij zijn gansche leven bezig
voor zijn hoogvereerde Vorstin, voor Kerk
en Staat, voor School en Zending.
Daarnaast trok ons zijn veelzijdigheid.
Op hoeveel gebied heeft hij zich niet be
wogen. Man van de practijk voelde hij aan
de nooden van onzen tijd. En uit zijn
studie putte hij de lessen voor heden en
toekomst.
Wat was de stuwkracht van dat rijke,
mooie leven? Zijn geloof. Te midden van
de felle slagen, die ook hem niet gespaard
zijn gebleven, werd hij wel gebogen, maar
nooit gebroken. God Is goed' dat was het
heerlijke in zijn geloof. En daarom kon
dat rijke mooie leven ondergaan in een
vredigen avondstond. Een compleet
mensch met volkomen harmonie tusschen
hoofd en hart is heengegaan.
Laten wij van hem meenemen de les,
welke hij heel zijn leven gaf: Zoekt toch
Hem. want wie God heeft, heeft alles.
Menschen gaan heen. God alleen blijft.
Met deze woorden sloot Ds. de Visser
zijn toespraak, waarop hij overging tot
voorlezing van 1 Johannes 4.
Door eenige kinderen van de Martha
stichting uit Alphen werd dan op het
koor een afscheidslied gezongen, waarna
de herdenking een einde nam met het
spelen van Gezang 123: „O Hoofd, vol
bloed en wonden."
Door de leden van het hoofdbestuur
van den Christ. Nationalen Werkmans
bond werd vervolgens de lijkbaar graf
waarts gedragen.
INVOERBEPERKING VAN BOTER.
Voor den tijd van drie maanden.
BEBOUWING VAN DEN WEERINGER-
MEERPOLDER.
Overwegende, dat het wenschelijk is tot
tijdelijke beperking van den invoer van
boter over te gaan is bij Kon. besluit van
18 April bepaald:
Gedurende het tijdvak van drie maan
den, aanvangende 1 April 1932 en eindi
gende 30 Juni 1932, is de invoer van boter
uit ieder land verboden, voor zoover deze
meer bedraagt dan 100 ten honderd van de
hoeveelheid, welke gemiddeld per drie
maanden in de jaren 1928, 1929 en 1930 uit
dat land is ingevoerd.
Onder boter wordt verstaan boter in den
zin van artikel 1 der Boterwet.
Met ingang van den dag, waarop dit be
sluit in werking treedt, zal de invoer van
boter slechts zijn toegestaan, indien daar
bij wordt overlegd eene daartoe door of
vanwege den Minister af te geven vergun-
nlng.
Het in het eerste lid bepaalde geldt met
bij invoer van boter, waarvan ten genoe
gen van den Minister wordt aangetoond,
dat deze vóór een nader door den Minister
te bepalen datum ten rechtsstreekschen
invoer naar Nederland is verzonden.
Vergunningen, bedoeld in het eerste lid.
worden slechts verstrekt aan hem, wiens
handelszaak in het Handelsregister is in
geschreven, en die blijkens deze Inschrij
ving mede het bedrijf van importeur van
boter uitoefent en tot eene hoeveelheid, in
totaal gelijkstaande aan ten minste 95 en
ten hoogste 100 ten honderd van het ge
middelde der door hem gedurende het in
het vorig artikel genoemde tijdvak der
jaren 1928. 1929 en 1930 ingevoerde hoe
veelheid.
Het besluit treedt heden in werking.
A.T.O.- EN v. GEND LOOSPERSONEEL.
De houding* van het hoofdbestuur
inzake de loonsverlaging.
Het hoofdbestuur van den Centralen Bond
van Spoor-, Tram- A.T.O.- en v. Gend
Loospersoneel. heeft zich bezig gehouden
met het voorstel van de directie der NS
om de loonen met 10°/n te verlagen, t.w.
5% op 1 Juli en 5°/o op 1 October a.s.
Uitvoerig werd over dit voorstel van
gedachte gewisseld, waarna eenstemmig
werd besloten den leden te adviseeren het
zelve niet te aanvaarden.
Dit besluit werd beïnvloed door de wijze
waarop 't voorstel aan den personeelraad
werd bekend gemaakt alsmede door de
omstandigheid dat de sedert 1921 Inge
voerde bezuinigingsmaatregelen van aller
lei aard nog ten volle op het personeel
drukken en het onjuist moet worden ge
acht dat in een gemeenschapsbedrijf als
de Spoorwegen de loonen tot sluitpost der
begrooting worden gemaakt
Alle afdeelingen zullen nu in 't geheele
land protestvergaderingen beleggen, tij
dens welke de leden hun meening ter
zake kunnen geven, terwijl op 9 en 10
Mei a.s. in de algemeene vergadering van
den Bond te Rotterdam de eindbeslissing
zal vallen.
In overweging werd nog genomen het
houden van openbare gewestelijke verga
deringen alsmede het houden van een
demonstratieve vergadering te Utrecht of
Den Haag.
Medegedeeld werd dat reeds thans uit
alle deelen van het land krachtige protes
ten waren ontvangen tegen de aangekon
digde verlaging.
Vóór den zomer zal hotelgelegenheid
gereed zijn.
Inzake de kolonisatie van den Wierin-
germeerpolder. kan worden medegedeeld
dat men in de toekomstige dorpen nabij
Sluis I en Sluis III begonnen is met den
bouw van zeer moderne en zeer comfor
tabele hotels-café-restaurant, welke ge
legenheden ruimte zullen bieden voor een
café voor het verkeer der plaatselijke be
volking zoowel als voor herberging en voe
ding van toeristen, terwijl tevens tooneel-
zalen aanwezig zullen zijn, waardoor aan
de behoefte van gezellig verkeer ter
plaatse zal worden tegemoetgekomen.
De architecten hebben het ontwerp een
geheel landelijk karakter gegeven, zoodat
het past in de nieuw te stichten omgeving.
Te verwachten is, dat de bouw ongeveer
3 maanden zal duren, zoodat reeds van
den zomer de gasten bij een bezoek aan
den Wieringermeerpolder in bedoelde ge
legenheden onderdak zullen kunnen krij
gen. Hbld.
BEGRAFENIS F. J. W. BARON VAN
PALLANDT VAN ROSENDAEL.
Op de begraafplaats nabij het kasteel
„Rosendael" vond gisteren de begrafenis
plaats van F. J. W. baron van Pallandt van
Rosendael, in leven burgemeester van
Rosfind&cl
Tegen halféén in den middag kwam
Z. K. H. Prins Hendrik aan het kasteel
aan. Nadat ds. Gouverneur een rouwdienst
had geleid in het kasteel trok de lange
stoet naar het kleine kerkhof, waar eenige
honderden zich om het geopende graf
hadden geschaard.
Onder de kransen (er waren er ongeveer
150) bevonden er zich van H. M. de Ko
ningin en van de Koningin-Moeder. Onder
de zeer vele belangstellenden waren o.m.
Graaf Dumonceau, opperceremoniemeester
en grootmeester van de Koningin, Jhr. Bo-
reel van Oudenallen, opperhofmaarschalk
van de Koningin, jhr. Schimmelpenninck
uit Renkum, grootmeester van de Ko
ningin-Moeder, mr. baron van Heemstra,
Commissaris der Koningin in Gelderland,
mr. Baron van Heemstra, oud-gouverneur
van Suriname en oud-burgemeester van
Arnhem, jhr. Van Citters, oud-Commis
saris der Koningin in Gelderland, baron
Van Nageli, landcommandeur van de Rid
derlijke Duitsche orde. Balije van Utrecht
en mr. A. baron van Schimmelpenninck
van der Oye, secretaris dier orde.
Aan de groeve werd gesproken door den
loco-burgemeester van Rozendaal, den
heer Van de Sand en ds. Schönfeld, Ned.-
Herv. predikant te Keppel. Ds. Gouverneur
van Rozendaal sprak het slotgebed.
De heer R. van Pallandt dankte voor de
deelnemende belangstelling.
EEN WILDE STAKING IN DE
OVERIJSSELSCHE VENEN.
Gisteren is een wilde staking uitgebro
ken in de Overijsselsche venen, welke
eenige duizenden arbeiders omvat.
Hoewel de hoofdbesturen der drie sa
menwerkende landarbeiders-organisaties
hadden besloten het voorstel van den
rijksbemiddelaar den heer J. B. Westerdijk
te aanvaarden, zijn de arbeiders toch in
staking gegaan. Het voorstel van den
rijksbemiddelaar kwam hierop neer, dat
een voorloopige loonsverlaging van tien
procent zou worden aanvaard.
De hoofdbesturen der betreffende orga
nisaties hebben gisterenmiddag met de
stakers te Vroomshoop geconfereerd, doch
het is niet gelukt de arbeiders te bewegen
weer aan den arbeid te gaan. Te Utrecht
zullen de hoofdbesturen van de organisa
ties heden nader hun houding bepalen.
DE POSTVLUCHTEN.
De „Ekster" (thuisreis) is gïsterenoch-
tend om 5.33 uit Calcutta vertrokken en na
een tusschenlanding te Allahabad om 14 55
te Jodhpur geland.
De .Specht" vertrok gisteren uit Cairo
te 5.16 ,kwam te Gaza aan te 7.47, vertrok
van daar 8.07 en arriveerde te Bagdad j
14.43. I
BERLAGE-BRUG WORDT 28 MEI A.S.
GEOPEND.
Naar wij vernemen zal 28 Mei a.s. de
officieele opening plaats hebben van de
Berlage-brug te Amsterdam, welke bij de
Amstellaan over den Amstel is gebouwd.
-fclt het Engelsch door A. TREUB.
bedoel Zalt^?fl5auy merken wat ik er mee
Waar n rr ^°°r e Clinton dreigend,
avond hier vanengeg^an toen u gistet611-
^tendXdtttam? Vr0Cg hlj' °P
woorddea;wKOU ik u dat zegge"? ant-
Waneen bry' terwijl zijn bleeke
Omdët 'ins k,eurden van woede.
Cllèon. Waar ri U snauwde
1 -I Naar h,ïf V neengegaan?
it Hm V natuurlijk.
°w een hai!L anderhalf uur noodig
wetoe mHnhn mï' lo°Pen! Dat is niet
heeftU^rtaan? A*msbury- Kom nu! Wat
tl heeriwaë ?iïn e'g^n zaken gepast, mijn-
i MaarCl&e^ti8ende antwoord.
'glimlacht Jü z«ich niet vernietigen,
bretels halente^jW8 ln.uit.z«n zak de
mentendoor x-t Slr Peter m de docu-
de oogen ?.ge™nden, liet hij ze voor
^ielen rosbury heen en weer
heid^ifm^i^.6® e.ea hleur van verlegen-
- Nu v. haastl§: achteruit,
gfcbury met een 5tClmton nadrukkelijk,
aanz.'nri n atrengen loenschen blik
^rt Maxwell j gisterenmiddag bij
gekocht! Waarom? pper Symondsstraat
to^S^ojgbri'achte spottend en Clin-
V - Nu! Vooimo- a? ï^kelijker.
het spoo/^'t Aimsbury! Ik ben je op
?e "chtdrader? a', kwam terug, sneed
""•Mkastl hTk ,r en forceerde de
naderde AlmshiiJ^0^ "k' gedaan? Hij
«°nwe«Swl8®Sd en de«d sPep-
««ubaar denken aan een reus-
achtigen St. Bernard, die een zich verde
digende patrijshond zegt, wat hij van zijn
soort denkt.
Zeg, protesteerde Eric, een stap voor
waarts gaande, en er bijtijds aan denkend
Enid's greep niet al te ruw af te schudden.
Heb je dat niet gedaan? hield Clinton
vol, zonder op de onderbreking acht te
geven.
Henry Aimsbury deed iets aan zijn ma
gere borst, die het iets opmerkelijker
maakte.
Verwacht U, dat ik ja zeg? vroeg hij
scherp.
Waarom heeft U gisteren deze bre
tels gekocht? Antwoord mij!
Waarom koopt iemand gewoonlijk
zulke dingen? vroeg Aimsbury. zonder in
zijn gerechten toorn op te letten wat be
hoorlijk was. En ik heb die niet gekocht,
mijnheer! Ik kocht deze! Met een kalm
gebaar trok Aimsbury een lus van zijn
bretels door het armgat van zijn vest en
hield die den detective voor. Je merkt, dat
het patroon hetzelfde is, zei hij.
Clinton vergeleek de patronen en glim
lachte berouwvol.
Weer een verkeerd spoor, erkende hij
eerlijk, terwijl hij Aimsbury zijn reusach
tige hand toestak. Het spijt me dat ik U
lastig gevallen ben, mijnheer Aimsbury.
Aimsbury kon niet anders doen dan de
hand van den detective nemen, ofschoon
Clinton's toon niet zoo vol van spijt was,
dat hij geloofde in zijn wroeging.
Wees wat voorzichtiger, mijnheer, zei
Aimsbury streng. U schijnt het twijfelach
tige vernuft te toonen, waarmede U het
bezoek van den Decker aan mij onder
zocht heb
Clinton schudde zijn hand met zulk een
kracht, dat hij schreeuwde en toen de
detective zijn arm hard rukte, protesteer
de hij krachtig.
Wat doe je, groote idioot?
Mijn twijfelachtig vernuft gebruiken,
antwoordde Clinton vriendelijk. Het is
goed, mijnheer Aimsbury, voegde hij er bij,
we zullen U ditmaal voorbij gaan.
Aimsbury knoopte zijn jas dicht en keek
Clinton woedend aan.
Ik ben er niet aan gewend met ach
terdocht aangekeken te worden, begon hij.
Maar Spencer viel in: mijnheer Clinton
kent U niet zooals wij U kennen, mijn
heer Aimsbury, zei hij.
Aimsbury's waardigheid zonk weg. Hij
werd weer bleek en liep naar de deur.
Ikik kom weer terug, zei hij on-
noozel, terwijl hij heenging.
Weet U zeker dat U niet kunt blijven
lunchen? vroeg Spencer beleefd.
Zeker, zeker, dank U. Ik.... ik heb
verscheidene afspraken
Aimsbury verhaastte zijn schreden en
holde bijna de kamer uit. Clinton keek
hem peinzend na en keerde zich, toen de
deur gesloten was, tot de anderen.
En dat, zei Eriq^ op rechterlijken toon,
bij wijze van spreken, is dat!
Het ziet er zeker zoo uit, erkende
Clinton, de bretels weer in zijn zak ste
kend. Ik ben bezig mijn gewone aantal
fouten te maken, maar ik denk, dat ik van
nu af op weg ben mijn slag te slaan.
Verlies den moed niet, Clinton, zei
Spencer. Je zult den een of anderen dag
het raadsel oplossen.
Daar kan je je leven wel onder ver
wedden, antwoordde Clinton, met oogen-
blikkelijke verbittering En voor een but
ler heb je heel wat te zeggen.
Ik deel dat voorrecht met de detec
tives, antwoordde Spencer, glimlachend,
Clinton, keek even leelijk en lachte toen.
Die is raak, vriend stemde hij toe, en stak
zijn hand uit. Spencer keek naar de hand,
glimlachte en schudde het hoofd.
Je bent nogal ruw, Clinton, zei hij.
Je bent toch niet bang dat ik een
ju-jitsu-greep op je zal toepassen? vroeg
Clinton glimlachend.
Niet precies, antwoordde Spencer,
maar....
Och, kom, vroeg de detective vroolijk.
Je moogt over me heenloopen of zoo iets
als ik er buiten ga.
Spencer merkte den nieuwsgierigen blik
van Enid en Eric en hij overwoog of hij
den detective zijn rug zou toekeeren, of de
hand aannemen, die met al haar vriende
lijkheid toch een zekere bedreiging inhield.
Bang? vroeg Clinton scherp.
Volstrekt niet, antwoordde Spencer
zacht, terwijl hij zijn hand toestak.
Clinton greep die krachtig, schudde ze
een oogenblik zachtjes en gaf toen den
arm een harden ruk en een leelijken
wrong.
Spencer glimlachte bitter en hield zijn
trekken met ijzeren wil in bedwang. Maar
hij kon het bloed niet tegenhouden, dat
uit zijn gezicht wegtrok door de hevige
pijn en evenmin het bloed, dat langs zijn
zijde neerdruppelde uit de wond, die weer
opengegaan was.
Clinton keek Spencer in het gelaat en
was enkele oogenblikken zeer teleurge
steld. Toen gaf een onmiskenbare open
sperring van Spencer's pupillen hem
nieuwe hoop. Hij schoot zijn hand vooruit
en sloeg Spencer hard op den rechter
schouder. Spencer wankelde, zijn oogen
sloten zich half en kreunend zonk hij neer
op den stoel achter hem.
Enid uitte een verschrikten kreet en
Eric's oogen werden groot.
Clinton boog zich plotseling over den
lijdenden Spencer doorzocht met ruwe en
behendige handen zijn kleeren naar ver
borgen wapens. Toen hij er geen vond,
stond hij langzaam op trok zijn vest met
één ruk weer recht, ging wijdbeens staan
en sprak op luiden, zegevierenden toon.
Nu heb lk je, mijnheer de Decker! zei
hij. Jouw ribben zijn niet de eerste, die
een „twee en twintig" ombuigen, en Jij
bent ook niet den eersten dief, die meen
de, dat hij Bill Clinton voor goed kon be
dotten!
HOOFDSTUK XXV.
Clinton bukte, maakte Spencer's vest los,
en scheurde zijn hemd met onzachte vin
gers open. Hij knikte grimmig, toen hij
het met bloed gedrenkte verband onder
den arm zag.
Het spijt me als ik je pijn deed,
snauwde hij, maar je vroeg er als het
ware om.
Je bent heel vriendelijk, Clinton, ant
woordde Spencer rustig. Het kan je niet
schelen als ik een oogenblik hier blijf zit
ten? Deze wond doet nog al pijn.
Enid ging langzaam achter den stoel.
Eric liep vlug naar de karaf op de bridge
tafel en kwam met een flink glas brande
wijn terug.
Drink dit, beyal hij kortaf.
Spencer dronk, en er kwam weer wat
kleur op zijn wangen.
Spencer, dit is toch niet waar? huilde
Enid bijna. Jijjij bent toch de dief
niet? De de Decker?
Clinton hoort het te weten, antwoord
de Spencer ontwijkend. Hij kent al de
grootste misdadigers.
Wacht tot je aan het bureau bent,
Spencer, raadde Clinton hem kortaf aan.
Wij zullen gaan zoodra je weer op je bee-
nen kunt staan.
Sir Peter sloop door den salon en bleef
staan luisteren achter de half open deur
der studeerkamer, en het was duidelijk te
zien aan den boosaardigen glimlach, die
op zijn gelaat kwam dat hij den gang van
zaken begrepen had. Hij luisterde met on
verholen plezier naar Clinton's zelfvoldane
opmerkingen, en zei tot zich zelf, dat
mijnheer William Clinton bijna zou bar
sten als het hem behagen zou enkele bij
zonderheden te vertellen omtrent de plaats
waar Spencer was tijdens den diefstal. Dat
Clinton reeds wist, dat Spencer naar de
garage om den lantaarn gegaan was, kon
hem niet schelen. Hij zou onwederlegbare
bewijzen daarvoor bedenken.
(Wordt vervolgd).