^3sla Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 19 April 1932 Derde Blad No. 22110 EEN WERELDREIZIGSTER OVER ROLLAND. LAND- EN TUINBOUW. SPREEKCEL. BINNENLAND. FEUILLETON. Be Geheimzinnige Inbreker xMKKEN V^SITA FORBES. oitjjd prettig een vleiend oor- 't Stemt a'tuPmdeUng te hooren over led V® ea" j wanneer dat komt van de he«le wereld be- enlanla» Maar al te zeer zijn wij ge- •eisd heeir yall onze omgeving wat ,ejgd de tou jnnen slechts als wij ïarën in den vreemde wonen komt V^de van het eigen land uit ons jiïtkin plotseling sterk naar vereins het óns tenmbnste. Het .1 niet de eerste de beste, die Hol- initicr beoordeelt: de bekende we lter Rosita Forbes publiceert ln ^«linununer van het Engelsche rnaga- !r BBash" in een artikelenserie, getiteld: „ffieyej Worid of y0urs" een beschou- aarin zij ons ,and het eeni8'e ter loemt dat zij altijd weer zou willen "kunnen wij alvast dankbaar voor ,r er komt nog meer, dat onze streelen! Niet alles wat zij Dl ';ijn! even Tuist, maar haar oordeel is 30o|^^^ let zoo oppervlakkig als van hen, ónze provincies in een paar dagen doen". erst citeert zij Villon, die Den Haag ichtigste dorp ter wereld" noemde is intusschen eenigszins overdreven ut' of zijn wij weer te critisch?) jns'tateert Rosita Forbes: „Holland, [liefheb, is eenvoudig, comfortabel, ordelijk." l-eitküWl het is niet „splendid", niet „prach- de"» brillant". Natuurlijk vallen haar de 11 Efióiens op, die het landschap sieren. itvrfflaEjnen strategisch te zijn geplaatst, mteen familie van zwarte-en-witte koeien lh: id dm voorgrond. Wij hopen, dat de mo- ens er bij haar terugkomst nog allen zul- 2 3B-atfh. maar vreezen er helaas voor! Ge- (jHFüeeft zij goed gezien, dat nog maar »WKlpic streken de nationale kleedij" 'dragen wordt. Zij blijkt dus over meer pmerkingsgaven te beschikken dan alle jnerikanen, die behalve „Volendam" nog °vel wat. anders van ons land zien, maar slechts blijk geven de „pofbroeken", de .wiidefrokken" en „de kapjes" te kunnen ^^Tden en deze dan, thuisgekomen, {neele voeren. AlsRosita. Forbes zegt land in ons land wandelt, bedoelt [er, dat we allemaal op de fiets |Zij heeft er dan ook nergens zoo ien. Die indruk krijgen wij zelf ook, tusschen 12 en 2 in de [an Meerdervoort te Den Haag of op ikste uur bij onzen gezegenden Maar 'tis niet aardig tegenover ïóllandsche befaamde kinker-indus- [ls zij zegt dat de oorzaak van ons vandelen" eigenlijk ligt aan de maar schilderachtige keien. Wij Jytien allemaal Engelsch te verstaan, at |als zij naar den weg vraagt, kan en haar dadelijk vertellen, hoe in I,, ;am te komen. |ta is zeker van Haarlem naar Leiden Ij p, want zelfs de binnenkort te ver in stoomtram wordt genoemd. Wat [ij het leuk, langs den berm van den rijden, terwijl de wilgeblaren langs npjes ritselden! Is dat nog wel zoo? leb is volgens haar erg stil. En in Lreclame-film" dachten wij nog wel ^[wereldverkeer" te kunnen demon- reeren, getuige de verrassend drukke op- amen van de befaamde hoek Breestraat- Iburg, om den „Overweg" maar niet ens te noemen! Het is hier vol stu- en en professoren en plotselinge glim- J van speelgoedkanalen met gebogen fggen en oude, oude huizen tegen een er£opgestapeId als een tooneeldecor. De professor, die ze noemt is Dr. look Hugronje" of juister dr. Snouck ^onje, de eenige Christen, die in is geweest, de Heilige Stad der Mu- ïnen, waar hij daadwerkelijk zijn roep heeft uitgeoefend. Hij zou er nog ranneer niet naijver zijn aanwezig- ïad verraden. [schrijfster memoreert verder, dat er ze stad. behalve veel museums, veel eske „Hofjes" of .rusthuizen" zijn, de teekeningen van Pieter de Hoogh „De Burcht" wordt door haar be- evcn als een „rond fort op een heu- ^Jsaar gij u niet alleen bevindt tus schen twee rivieren maar ook tusschen 'üeuBladzijden van Dumas' boeken." in dezen bloembollentijd is 't aardig iMuïan haar indruk weer te geven: "v, jand is dan overdekt met roode en STrrkuren De „tulpen" of wel „bollen"- rfoïi 7Ioriit vergeleken met „Plamzon- jimtt Roomsche stad", tml;., soorten groeien nabij Hille- 8pH de i'de eeuw verloor men zijn DE PREVIAVERA TE ROTTERDAM. Men schrijft ons: De rotsformaties voor de „Primavera" zijn gereed en de kweekers van rotsconi feren en bloeiende rotsplanten ontvingen reeds de uitnoodiging om een en ander te bezichtigen, waarna zij dan de plaats op dit bij uitstek geschikte terrein, voor hun kweekproducten kunnen bespreken. Deze rotspartijen beloven een aparte at tractie te vormen voor de tentoonstelling. Nog nimmer kregen de rotsplantenkwee- kers zoo'n gelegenheid om te demonstree- ren. wat er in dit onderdeel van de kwee- kerij kan gebracht worden. De groote serre, een sieraad voor de bloemenexpositie kwam gereed. Een schat van orchideeën zal er binnen enkele we ken een onderdak vinden. De schoonsten van Flora's kinderen zullen er voor de bezoekers te zien zijn. De rotstuin op 't buitenterrein is bijna vol tooid. Wanneer de Boskoopsche kweekers er hun materiaal hebben geplant, zal deze tuin voor geen enkele Engelsche rotstuin behoeven onder te doen. Boskoop kan planten brengen, zooals men die nergens in Europa vindt en waarom onze kweekers op de Europeesche markt een gevestigden naam hebben. Verschillende Boskoopsche firma's heb ben groote groepeeringen van coniferen en heesters gemaakt. De vaste financiëele commissie heeft ook dit jaar weder haar medewerking toegezegd voor een flink bedrag ingetee- kend als garantie, welk bedrag", bii zulk een prachtige tentoonstelling, wel niet aaneesoroken zal behoeven te worden. H.K H de Prinses heeft haar belang stelling in deze groote voorjaarstentoon stelling getoond, door het beschermvrouw schap te aanvaarden. RATTENPLAAG OP DE LANGEBRUG. Verschillende bewoners van de Lange- brug klagen steen en been over de rat- tenplaag. Een bewoner ving in één maand tijds niet minder dan.... 84 ratten!! Zij verzoeken de autoriteiten beleefd, doch met zeer veel nadruk hiertegen maatregelen te nemen door aanwending van verdelgings middelen. hoofd over de waarde der tulpen en zij herinnert natuurlijk aan de „Tulipe Noire", die 100.000 gulden opbracht. Wij merken op, dat men in de afge- loopen jaren weer aardig die richting uit ging! Nog heel wat andere steden worden in haar lof betrokken. Haarlem is de stad „der bollen en van Frans Hals", de groot ste schat van den Haag is het Maurits- huis. Zij raakt in extase over alle daar te bewonderen Vermeer's, Rembrandt's, Ruysdaels en Jan Steens. Slechts om te gaan drinken, eten en slapen wordt zij het museum ontrouw en dan komt haar de moderne wereld onvolledig en slordig voor. Wie kreeg geen diepen indruk van de Vijverberg? Ook Rosita denkt er aan terug als de voornaamste attractie van den Haag, dat zij onze hoofdstad noemt, wat haar niet kwalijk te nemen is Arnhem met de kasteelen van de van Heeckerens en de Bentincks die midden in een vijver liggen. Amsterdam, dat door kanalen verdeeld is: en zooveel fascinee- rende gebouwen bezit, dat alles krijgt een lof woord! Een of twee weken in Holland zijn zóó volgeladen, dat ge er ongetwijfeld een volgend jaar weer naar toe wilt gaan! Wat de schrijfster echter over de poli tiek en de Prinses schrijft, komt ons ta melijk verward voor: prinses Juliana schijht volgens haar „huishoudster" te zijn op het „Huis ten Bosch" waar iedere „week-end" troepen en nog eens troepen fietsers (alweer) langs de poorten rijden. En wat denkt ge van den Hollandschen socialist, die haar eens onder een ge- ergerd schouderophalen zeide: „Hoe kan men op het Communisme hopen in een land waar iedere voorbijganger de Ko ningin kan zien zitten handwerken voor haar raam?" Wij althans, behoorden tot nu toe niet tot die gelukkige voorbijgangers!" Maar afgezien van deze paar misvat tingen. blijkt Rosita Forbes toch heel veel goede dingen bij ons opgemerkt te heb ben. waarvoor wij haar niet genoeg er kentelijk kunnen zijn! BEGRAFENIS Dr. J. Th. DE VISSER. Z'n geloof was de stuwkracht van zijn leven. Gistermiddag te halfdrie vond op de be graafplaats Crooswijk te Rotterdam de ter aardebestelling plaats van het stoffelijk overschot van dr. J. Th. de Visser. Onder de belangstellenden uit R.dam waren wet houder Stemerding, ds. G. J. Wagenaar, namens 't ministerie van predikanten dr. S. F. H. J. Berkelbach v. d. Sprenkel, ds. J. de Bruyn resp. praeses en scriba van den kerkeraad uit Rotterdam, mr. M. Burger hout, regent van het Ger. Burgerweeshuis, mr. J. B. de Klerk en de heeren J. v. d. Handel, Chr. J. Sloff, J. Harmsa. het dag. bestuur van den Kamerkieskring van de Chr.-Hist. Unie, G. Voorhoeve, W. van Weelderen, D. v. Holten, namens de Rot- terdamsche Chr.-Hist. Kiesvereenigingen, A. Wink, namens de Ver. van Ambtenaren voor Reclasseerlng, ds. J L. de Heer en dr. W. Voors, voorzitter van het bestuur en directeur van de Marthastichting te Alphen, dr. W. Rauws, de heeren Hoog werf en W. v. d. Akker, voorzitter en secre taris van de Chr. Ver. van Hoofden van Scholen W. Brakel, voorzitter van de Ver- eeniging van Christelijke onderwijbers, J. Grafhof, namens het Chr. Nat. Vakver bond, prof. C. W. de Vries, hoogleeraar van de Ned. Handelshoogeschool. Vele vooraanstaande personen uit den lande waren verder naar Rotterdam ge komen, om den overledene de laatste eer te bewijzen. Behalve hen, die met het stoffelijk overschot uit Den Haag waren gearriveerd, merkten wij nog op, de leden van den Raad van State A. W. F. Idenburg Mr. J. Schokking. en de oud-gouv. gene raal Mr. D. Fock. Verder enkele leden der Eerste en Tweede Kamer, benevens jhr. mr. C. Feith van het Dep. van O.. K. en W„ de procureur-gene raal van het Gerechtshof te Den Haag. mr. Tak, Staatsraad mr. Kooien de mi nisters Terpstra, Donner. De Geer en Ver schuur. en de oud-ministers Colijn en Van Dijk (Reeds geplaatst in een deel onzer vorige oplage.) Onder het spelen, van Gezang 273 door den organist J. H. Besselaar. werd de lijk baar de kapel binnengedragen. Drie bloemstukken dekten de baar: een van H. M. de Koningin en van H. M. de Ko ningin-Moeder en een van de familie. Daarna werd het gevolg binnengeleid. Voorop ging de vertegenwoordiger van H. M. de Koningin, Baron van Asbeck, gevolgd door de weduwe van dr. De Vis ser, die werd gesteund door den zoon. mr. J. A. de Visser. De neef van den overledene, ds. J. de Visser uit Middelburg, hield hierna de lijkrede: Het is de wensch van onzen ontslapene, dat geen toespraken worden gehouden. Mij is verzocht een enkel woord te spreken, kort persoonlijk, aldus spr. Een taak, waarvan Ik de zwaarte sterk heb gevoeld om de gevoelens te vertolken van hen, die met hem verbonden waren. Hoe gaarne zouden wij hem hebben behouden, omdat hij bovenal man vader was, achter latend een ledige plaats, die niemand ver vullen kan. Maar ook gevoelgns van dankbaarheid aan Hem, die hem oen leeftijd der sterken deed overschrijden. Een beminnelijk man, een man van eenvoud en soberheid, al was het niet van ascetischen inslag. Hij leefde voor zijn religie, zijn gezin en zijn studie en daarin vond hij bevrediging. Rusteloos was hij zijn gansche leven bezig voor zijn hoogvereerde Vorstin, voor Kerk en Staat, voor School en Zending. Daarnaast trok ons zijn veelzijdigheid. Op hoeveel gebied heeft hij zich niet be wogen. Man van de practijk voelde hij aan de nooden van onzen tijd. En uit zijn studie putte hij de lessen voor heden en toekomst. Wat was de stuwkracht van dat rijke, mooie leven? Zijn geloof. Te midden van de felle slagen, die ook hem niet gespaard zijn gebleven, werd hij wel gebogen, maar nooit gebroken. God Is goed' dat was het heerlijke in zijn geloof. En daarom kon dat rijke mooie leven ondergaan in een vredigen avondstond. Een compleet mensch met volkomen harmonie tusschen hoofd en hart is heengegaan. Laten wij van hem meenemen de les, welke hij heel zijn leven gaf: Zoekt toch Hem. want wie God heeft, heeft alles. Menschen gaan heen. God alleen blijft. Met deze woorden sloot Ds. de Visser zijn toespraak, waarop hij overging tot voorlezing van 1 Johannes 4. Door eenige kinderen van de Martha stichting uit Alphen werd dan op het koor een afscheidslied gezongen, waarna de herdenking een einde nam met het spelen van Gezang 123: „O Hoofd, vol bloed en wonden." Door de leden van het hoofdbestuur van den Christ. Nationalen Werkmans bond werd vervolgens de lijkbaar graf waarts gedragen. INVOERBEPERKING VAN BOTER. Voor den tijd van drie maanden. BEBOUWING VAN DEN WEERINGER- MEERPOLDER. Overwegende, dat het wenschelijk is tot tijdelijke beperking van den invoer van boter over te gaan is bij Kon. besluit van 18 April bepaald: Gedurende het tijdvak van drie maan den, aanvangende 1 April 1932 en eindi gende 30 Juni 1932, is de invoer van boter uit ieder land verboden, voor zoover deze meer bedraagt dan 100 ten honderd van de hoeveelheid, welke gemiddeld per drie maanden in de jaren 1928, 1929 en 1930 uit dat land is ingevoerd. Onder boter wordt verstaan boter in den zin van artikel 1 der Boterwet. Met ingang van den dag, waarop dit be sluit in werking treedt, zal de invoer van boter slechts zijn toegestaan, indien daar bij wordt overlegd eene daartoe door of vanwege den Minister af te geven vergun- nlng. Het in het eerste lid bepaalde geldt met bij invoer van boter, waarvan ten genoe gen van den Minister wordt aangetoond, dat deze vóór een nader door den Minister te bepalen datum ten rechtsstreekschen invoer naar Nederland is verzonden. Vergunningen, bedoeld in het eerste lid. worden slechts verstrekt aan hem, wiens handelszaak in het Handelsregister is in geschreven, en die blijkens deze Inschrij ving mede het bedrijf van importeur van boter uitoefent en tot eene hoeveelheid, in totaal gelijkstaande aan ten minste 95 en ten hoogste 100 ten honderd van het ge middelde der door hem gedurende het in het vorig artikel genoemde tijdvak der jaren 1928. 1929 en 1930 ingevoerde hoe veelheid. Het besluit treedt heden in werking. A.T.O.- EN v. GEND LOOSPERSONEEL. De houding* van het hoofdbestuur inzake de loonsverlaging. Het hoofdbestuur van den Centralen Bond van Spoor-, Tram- A.T.O.- en v. Gend Loospersoneel. heeft zich bezig gehouden met het voorstel van de directie der NS om de loonen met 10°/n te verlagen, t.w. 5% op 1 Juli en 5°/o op 1 October a.s. Uitvoerig werd over dit voorstel van gedachte gewisseld, waarna eenstemmig werd besloten den leden te adviseeren het zelve niet te aanvaarden. Dit besluit werd beïnvloed door de wijze waarop 't voorstel aan den personeelraad werd bekend gemaakt alsmede door de omstandigheid dat de sedert 1921 Inge voerde bezuinigingsmaatregelen van aller lei aard nog ten volle op het personeel drukken en het onjuist moet worden ge acht dat in een gemeenschapsbedrijf als de Spoorwegen de loonen tot sluitpost der begrooting worden gemaakt Alle afdeelingen zullen nu in 't geheele land protestvergaderingen beleggen, tij dens welke de leden hun meening ter zake kunnen geven, terwijl op 9 en 10 Mei a.s. in de algemeene vergadering van den Bond te Rotterdam de eindbeslissing zal vallen. In overweging werd nog genomen het houden van openbare gewestelijke verga deringen alsmede het houden van een demonstratieve vergadering te Utrecht of Den Haag. Medegedeeld werd dat reeds thans uit alle deelen van het land krachtige protes ten waren ontvangen tegen de aangekon digde verlaging. Vóór den zomer zal hotelgelegenheid gereed zijn. Inzake de kolonisatie van den Wierin- germeerpolder. kan worden medegedeeld dat men in de toekomstige dorpen nabij Sluis I en Sluis III begonnen is met den bouw van zeer moderne en zeer comfor tabele hotels-café-restaurant, welke ge legenheden ruimte zullen bieden voor een café voor het verkeer der plaatselijke be volking zoowel als voor herberging en voe ding van toeristen, terwijl tevens tooneel- zalen aanwezig zullen zijn, waardoor aan de behoefte van gezellig verkeer ter plaatse zal worden tegemoetgekomen. De architecten hebben het ontwerp een geheel landelijk karakter gegeven, zoodat het past in de nieuw te stichten omgeving. Te verwachten is, dat de bouw ongeveer 3 maanden zal duren, zoodat reeds van den zomer de gasten bij een bezoek aan den Wieringermeerpolder in bedoelde ge legenheden onderdak zullen kunnen krij gen. Hbld. BEGRAFENIS F. J. W. BARON VAN PALLANDT VAN ROSENDAEL. Op de begraafplaats nabij het kasteel „Rosendael" vond gisteren de begrafenis plaats van F. J. W. baron van Pallandt van Rosendael, in leven burgemeester van Rosfind&cl Tegen halféén in den middag kwam Z. K. H. Prins Hendrik aan het kasteel aan. Nadat ds. Gouverneur een rouwdienst had geleid in het kasteel trok de lange stoet naar het kleine kerkhof, waar eenige honderden zich om het geopende graf hadden geschaard. Onder de kransen (er waren er ongeveer 150) bevonden er zich van H. M. de Ko ningin en van de Koningin-Moeder. Onder de zeer vele belangstellenden waren o.m. Graaf Dumonceau, opperceremoniemeester en grootmeester van de Koningin, Jhr. Bo- reel van Oudenallen, opperhofmaarschalk van de Koningin, jhr. Schimmelpenninck uit Renkum, grootmeester van de Ko ningin-Moeder, mr. baron van Heemstra, Commissaris der Koningin in Gelderland, mr. Baron van Heemstra, oud-gouverneur van Suriname en oud-burgemeester van Arnhem, jhr. Van Citters, oud-Commis saris der Koningin in Gelderland, baron Van Nageli, landcommandeur van de Rid derlijke Duitsche orde. Balije van Utrecht en mr. A. baron van Schimmelpenninck van der Oye, secretaris dier orde. Aan de groeve werd gesproken door den loco-burgemeester van Rozendaal, den heer Van de Sand en ds. Schönfeld, Ned.- Herv. predikant te Keppel. Ds. Gouverneur van Rozendaal sprak het slotgebed. De heer R. van Pallandt dankte voor de deelnemende belangstelling. EEN WILDE STAKING IN DE OVERIJSSELSCHE VENEN. Gisteren is een wilde staking uitgebro ken in de Overijsselsche venen, welke eenige duizenden arbeiders omvat. Hoewel de hoofdbesturen der drie sa menwerkende landarbeiders-organisaties hadden besloten het voorstel van den rijksbemiddelaar den heer J. B. Westerdijk te aanvaarden, zijn de arbeiders toch in staking gegaan. Het voorstel van den rijksbemiddelaar kwam hierop neer, dat een voorloopige loonsverlaging van tien procent zou worden aanvaard. De hoofdbesturen der betreffende orga nisaties hebben gisterenmiddag met de stakers te Vroomshoop geconfereerd, doch het is niet gelukt de arbeiders te bewegen weer aan den arbeid te gaan. Te Utrecht zullen de hoofdbesturen van de organisa ties heden nader hun houding bepalen. DE POSTVLUCHTEN. De „Ekster" (thuisreis) is gïsterenoch- tend om 5.33 uit Calcutta vertrokken en na een tusschenlanding te Allahabad om 14 55 te Jodhpur geland. De .Specht" vertrok gisteren uit Cairo te 5.16 ,kwam te Gaza aan te 7.47, vertrok van daar 8.07 en arriveerde te Bagdad j 14.43. I BERLAGE-BRUG WORDT 28 MEI A.S. GEOPEND. Naar wij vernemen zal 28 Mei a.s. de officieele opening plaats hebben van de Berlage-brug te Amsterdam, welke bij de Amstellaan over den Amstel is gebouwd. -fclt het Engelsch door A. TREUB. bedoel Zalt^?fl5auy merken wat ik er mee Waar n rr ^°°r e Clinton dreigend, avond hier vanengeg^an toen u gistet611- ^tendXdtttam? Vr0Cg hlj' °P woorddea;wKOU ik u dat zegge"? ant- Waneen bry' terwijl zijn bleeke Omdët 'ins k,eurden van woede. Cllèon. Waar ri U snauwde 1 -I Naar h,ïf V neengegaan? it Hm V natuurlijk. °w een hai!L anderhalf uur noodig wetoe mHnhn mï' lo°Pen! Dat is niet heeftU^rtaan? A*msbury- Kom nu! Wat tl heeriwaë ?iïn e'g^n zaken gepast, mijn- i MaarCl&e^ti8ende antwoord. 'glimlacht Jü z«ich niet vernietigen, bretels halente^jW8 ln.uit.z«n zak de mentendoor x-t Slr Peter m de docu- de oogen ?.ge™nden, liet hij ze voor ^ielen rosbury heen en weer heid^ifm^i^.6® e.ea hleur van verlegen- - Nu v. haastl§: achteruit, gfcbury met een 5tClmton nadrukkelijk, aanz.'nri n atrengen loenschen blik ^rt Maxwell j gisterenmiddag bij gekocht! Waarom? pper Symondsstraat to^S^ojgbri'achte spottend en Clin- V - Nu! Vooimo- a? ï^kelijker. het spoo/^'t Aimsbury! Ik ben je op ?e "chtdrader? a', kwam terug, sneed ""•Mkastl hTk ,r en forceerde de naderde AlmshiiJ^0^ "k' gedaan? Hij «°nwe«Swl8®Sd en de«d sPep- ««ubaar denken aan een reus- achtigen St. Bernard, die een zich verde digende patrijshond zegt, wat hij van zijn soort denkt. Zeg, protesteerde Eric, een stap voor waarts gaande, en er bijtijds aan denkend Enid's greep niet al te ruw af te schudden. Heb je dat niet gedaan? hield Clinton vol, zonder op de onderbreking acht te geven. Henry Aimsbury deed iets aan zijn ma gere borst, die het iets opmerkelijker maakte. Verwacht U, dat ik ja zeg? vroeg hij scherp. Waarom heeft U gisteren deze bre tels gekocht? Antwoord mij! Waarom koopt iemand gewoonlijk zulke dingen? vroeg Aimsbury. zonder in zijn gerechten toorn op te letten wat be hoorlijk was. En ik heb die niet gekocht, mijnheer! Ik kocht deze! Met een kalm gebaar trok Aimsbury een lus van zijn bretels door het armgat van zijn vest en hield die den detective voor. Je merkt, dat het patroon hetzelfde is, zei hij. Clinton vergeleek de patronen en glim lachte berouwvol. Weer een verkeerd spoor, erkende hij eerlijk, terwijl hij Aimsbury zijn reusach tige hand toestak. Het spijt me dat ik U lastig gevallen ben, mijnheer Aimsbury. Aimsbury kon niet anders doen dan de hand van den detective nemen, ofschoon Clinton's toon niet zoo vol van spijt was, dat hij geloofde in zijn wroeging. Wees wat voorzichtiger, mijnheer, zei Aimsbury streng. U schijnt het twijfelach tige vernuft te toonen, waarmede U het bezoek van den Decker aan mij onder zocht heb Clinton schudde zijn hand met zulk een kracht, dat hij schreeuwde en toen de detective zijn arm hard rukte, protesteer de hij krachtig. Wat doe je, groote idioot? Mijn twijfelachtig vernuft gebruiken, antwoordde Clinton vriendelijk. Het is goed, mijnheer Aimsbury, voegde hij er bij, we zullen U ditmaal voorbij gaan. Aimsbury knoopte zijn jas dicht en keek Clinton woedend aan. Ik ben er niet aan gewend met ach terdocht aangekeken te worden, begon hij. Maar Spencer viel in: mijnheer Clinton kent U niet zooals wij U kennen, mijn heer Aimsbury, zei hij. Aimsbury's waardigheid zonk weg. Hij werd weer bleek en liep naar de deur. Ikik kom weer terug, zei hij on- noozel, terwijl hij heenging. Weet U zeker dat U niet kunt blijven lunchen? vroeg Spencer beleefd. Zeker, zeker, dank U. Ik.... ik heb verscheidene afspraken Aimsbury verhaastte zijn schreden en holde bijna de kamer uit. Clinton keek hem peinzend na en keerde zich, toen de deur gesloten was, tot de anderen. En dat, zei Eriq^ op rechterlijken toon, bij wijze van spreken, is dat! Het ziet er zeker zoo uit, erkende Clinton, de bretels weer in zijn zak ste kend. Ik ben bezig mijn gewone aantal fouten te maken, maar ik denk, dat ik van nu af op weg ben mijn slag te slaan. Verlies den moed niet, Clinton, zei Spencer. Je zult den een of anderen dag het raadsel oplossen. Daar kan je je leven wel onder ver wedden, antwoordde Clinton, met oogen- blikkelijke verbittering En voor een but ler heb je heel wat te zeggen. Ik deel dat voorrecht met de detec tives, antwoordde Spencer, glimlachend, Clinton, keek even leelijk en lachte toen. Die is raak, vriend stemde hij toe, en stak zijn hand uit. Spencer keek naar de hand, glimlachte en schudde het hoofd. Je bent nogal ruw, Clinton, zei hij. Je bent toch niet bang dat ik een ju-jitsu-greep op je zal toepassen? vroeg Clinton glimlachend. Niet precies, antwoordde Spencer, maar.... Och, kom, vroeg de detective vroolijk. Je moogt over me heenloopen of zoo iets als ik er buiten ga. Spencer merkte den nieuwsgierigen blik van Enid en Eric en hij overwoog of hij den detective zijn rug zou toekeeren, of de hand aannemen, die met al haar vriende lijkheid toch een zekere bedreiging inhield. Bang? vroeg Clinton scherp. Volstrekt niet, antwoordde Spencer zacht, terwijl hij zijn hand toestak. Clinton greep die krachtig, schudde ze een oogenblik zachtjes en gaf toen den arm een harden ruk en een leelijken wrong. Spencer glimlachte bitter en hield zijn trekken met ijzeren wil in bedwang. Maar hij kon het bloed niet tegenhouden, dat uit zijn gezicht wegtrok door de hevige pijn en evenmin het bloed, dat langs zijn zijde neerdruppelde uit de wond, die weer opengegaan was. Clinton keek Spencer in het gelaat en was enkele oogenblikken zeer teleurge steld. Toen gaf een onmiskenbare open sperring van Spencer's pupillen hem nieuwe hoop. Hij schoot zijn hand vooruit en sloeg Spencer hard op den rechter schouder. Spencer wankelde, zijn oogen sloten zich half en kreunend zonk hij neer op den stoel achter hem. Enid uitte een verschrikten kreet en Eric's oogen werden groot. Clinton boog zich plotseling over den lijdenden Spencer doorzocht met ruwe en behendige handen zijn kleeren naar ver borgen wapens. Toen hij er geen vond, stond hij langzaam op trok zijn vest met één ruk weer recht, ging wijdbeens staan en sprak op luiden, zegevierenden toon. Nu heb lk je, mijnheer de Decker! zei hij. Jouw ribben zijn niet de eerste, die een „twee en twintig" ombuigen, en Jij bent ook niet den eersten dief, die meen de, dat hij Bill Clinton voor goed kon be dotten! HOOFDSTUK XXV. Clinton bukte, maakte Spencer's vest los, en scheurde zijn hemd met onzachte vin gers open. Hij knikte grimmig, toen hij het met bloed gedrenkte verband onder den arm zag. Het spijt me als ik je pijn deed, snauwde hij, maar je vroeg er als het ware om. Je bent heel vriendelijk, Clinton, ant woordde Spencer rustig. Het kan je niet schelen als ik een oogenblik hier blijf zit ten? Deze wond doet nog al pijn. Enid ging langzaam achter den stoel. Eric liep vlug naar de karaf op de bridge tafel en kwam met een flink glas brande wijn terug. Drink dit, beyal hij kortaf. Spencer dronk, en er kwam weer wat kleur op zijn wangen. Spencer, dit is toch niet waar? huilde Enid bijna. Jijjij bent toch de dief niet? De de Decker? Clinton hoort het te weten, antwoord de Spencer ontwijkend. Hij kent al de grootste misdadigers. Wacht tot je aan het bureau bent, Spencer, raadde Clinton hem kortaf aan. Wij zullen gaan zoodra je weer op je bee- nen kunt staan. Sir Peter sloop door den salon en bleef staan luisteren achter de half open deur der studeerkamer, en het was duidelijk te zien aan den boosaardigen glimlach, die op zijn gelaat kwam dat hij den gang van zaken begrepen had. Hij luisterde met on verholen plezier naar Clinton's zelfvoldane opmerkingen, en zei tot zich zelf, dat mijnheer William Clinton bijna zou bar sten als het hem behagen zou enkele bij zonderheden te vertellen omtrent de plaats waar Spencer was tijdens den diefstal. Dat Clinton reeds wist, dat Spencer naar de garage om den lantaarn gegaan was, kon hem niet schelen. Hij zou onwederlegbare bewijzen daarvoor bedenken. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9