Gedachtenisrede van
Ds. W. W. Siddré te Noordwijk-Binnen.
binnenland.
73«te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 18 April 1932
Derde Blad
No. 22109
FEUILLETON.
fc Geheimzinnige Inbreker
■^anpsche vereeniging van
nede kaasbandelaren.
Tierinr van het 25-jarig bestaan.
De
M het begin van dit jaar bestond de
ln r.nrf«ne Vereeniging van Kaashan-
Nederlandsc üoudaj 25 jaar. De
deiïi9 Maart genouden algemeene verga-
op 1 rj.ende dat, hoewel de tijdsomstan-
niet van dien aard zijn, dat een
«h&h'S bering van dit lelt passend
"'ht.inc toch OD 1
zou ló11-
wijze aie
Het bestuur
Kin de oprichting toch op waardige
Z°h,tiende te worden herdacht.
ni bestuur van de vereeniging heeft
„HSSddag, te Gouda in Hotel De
flffStie gehouden, waar tal van
^HLivineen en officieele organisaties
'2f!ff!eb!ed van de zuivelnijverneid hun
SiXenscnen kwamen aanbieden.
Tolde eersten, die de jublleerende ver-
kwamen compllmenteeren, be-
123SS»het gemeentebestuur van Gouda.
Buranneester E. G. Gaarlandt, vergezeld
foó den gemeente-secretaris, den heer G.
t liPot en de wethouders j. A. Donker,
■fffiBKoemans en P. D. Muylwijk, wensch-
*1" met een kort woord de vereeniging ge-
WKet haar jubileum en uitte den wensch
aüor.r den kaasliandel spoedig betere
tlidei zullen aanbreken,
a» oud-voorzitter van de afdeeling
van de Hollandsche Maatschappij
Ifl^Kndbouw, de heer H. N. Valkenier te
Grerï herinnerde in zijn toespraak aan
Jgffije, die de vereeniging in tiaar jonge
beeft gevoerd en aan de moeilijke
Hdie zij gedurende den wereldoorlog
53'gehad.
■eer G. Gronsma, voorzitter van de
..ging van kaashandelaren in Noord
id, schetste de werkzaamheden van
■eenlging tijdens de oorlogsjaren en
.erde er aan, hoe de toenmalige
filers, de heeren Schim van der Loeff
lilt, in den Haag voor den kaashan-
iel goeds hebben kunnen bereiken,
iral onder de bezielende leiding van den
leeipclult is nooit verdaagd. Met dank
baarheid herdacht spreker de werkzaam
heid van de heeren Van Eyck en Heus-
eidens en hij hoopte, dat de tegenwoordige
vooiïitter, de heer Van der Most, het schip
van de vereeniging in het ruime sop zal
vsweten te houden. Namens de Noord-Hol-
•ilAndsche vereeniging bood hij een fraai
«werkte voorzittershamer aan.
De voorzitter van de vereeniging van
I [roothandelaren in boter, de heer P. R.
jzDouwes, maakte gewag van de vriend-
ehappelijke betrekkingen die steeds tus-
ichen zijn organisatie en die van de kaas-
landelaieri hebben bestaan en vroeg voor
Httiekomst de zekerheid, dat in den
i, itrijB voor den vrijen handel in zuivel-
l [roducten, beide vereenigingen elkaar
lier blijven steunen.
log maakten hun opwachting ir. W. J.
ian, rijkszuivelconsulent in de pro-
Zuid-Holland, het bestuur van de
iging van kaashandelaren te Bode-
afgevaardigden van de Kamer en
jffleken voor Gouda en Omstreken, de
[Biles van de kaashandelmaatschappij
ouds, en van de kaashandelmaatschap-
v/0b V. Zwet uit Rotterdam, de heer N. J.
^■TOtley, secretaris van de vereeniging van
^Helaren in zuivelproducten in Leiden,
"i de heer J. P. Anemaet, directeur van
it piarktwezen te Gouda.
„^Irijke organisaties boden bloemstuk-
;enlaan, 's Avonds vereenigden de leden
an de jubileerende vereeniging en de ge-
"fflgden zich aan een gemeenschappe-
ken maaltijd. N. R. Crt.
de wilhelminabrug te
maastricht.
HET rotterdamsche raadslid
reuderink.
■Ned. nationaliteit niet verloren.
Rotterdamsche raadscommissie, in
gesteld om te onderzoeken of het raads
lid, de heer W. H. Reuderink, al dan niet
de Rederlandsche nationaliteit bezit, is
o. Wtfle conclusie gekomen, dat de door het
'ollege van B. en W. tot den heer Reude-
nnkl gerichte waarschuwing niet op goe-
ijffljlgrond berust. De commissie conclu-
tKL- l"?4 is Seb'dken, dat de heer
jBHpbnk het Nederlandschap heeft ver
dient,™? g<ïeft den raad in overweging
•Wwereenkomstig vast te stellen, dat
IJ «HOU UC ODCllCil, Uüb
hep« Mi f-w?arsciluwing Seen gevolgen
S'nS 1S ,komen vast te staan of de
by 111 betrekking is geweest
minlffS of wel bb een trust. Even-
drhfc L u" W6lke de «guur is dier be-
tot dpn n„ n iuiste verhouding is
1 oen Russischen Staat. Tel.
De officiccle in-gebniik-neming.
Heden is de Wilhelminabrug te
Maastricht met groote plechtigheid ge
opend en voor het verkeer in gebruik ge
nomen.
De stad aan de Maas was feestelijk ver
sierd, toen te half twee de minister-pre
sident Jhr. Mt. Ruys de Beerenbrouck en
minister Reymer aan het station werden
ontvangen door den burgemeester Mr.
van Oppen en den hoofdingenieur v. d.
Rijkswaterstaat, Volker. De ministers
waren vergezeld van eenige hoofdambte
naren van beide departementen, oud
minister Waszing; dr. Kalf (voor Rijks-
momumentenzorg)den ontwerper dei
brug Ir. Bremer.
De autoriteiten hadden de lunch ge
bruikt in den trein en begaven zich dade
lijk na ontvangst per auto's naar de
nieuwe brug. die aan den Oostelijken
oever der rivier een bruggenhoofd heeft
waar werd uitgestapt. Reeds hadden zich
ter plaatse eenige duizenden kinderen op
gesteld. getooid met de Maastrichtsche
kleuren, wit-rood en oranje sjerpen en
oranje-vlaggen.
De ministers werden bij de brug ver
welkomd door den hoofd-ingenieur-direc-
teur van den Rijkswaterstaat in Limburg
oud-minister König, die een korte rede
uitsprak over het tot stand gebrachte
werk, dat in het algemeen kanalenplan
van Maastricht en Omstreken passend is
en voor de stad van zoo groote beteekenis.
De minister-president beantwoordde
deze rede, met op zijn beurt te wijzen op
de enorme beteekenis van deze nieuwe
brug voor geheel Zuid-Limburg; voor
Maastricht in het bijzonder, en voor de
scheepvaart door de enclave van Maas
tricht en straks het Julianakanaal.
Aan het slot zijner toespraak deelde de
Minister mede dat H.M. de Koningin ir.
Volker benoemd heeft tot Officier in de
Orde van Oranje Nassau.
Terwijl een schot door de lucht trilde
afgevuurd uit een zwaar exemplaar van
de bekende Limburgsche „kamers", knip
te Z, Exc. Minister Ruys het lint door en
begaven zich de autoriteiten naar een
nabij gelegen tent, waar de eerewijn werd
aangeboden. Maar eerst namen de auto
riteiten nog een geweldigen stoet kinde
ren, wielrijders, versierde auto's, vracht
wagens autobussen en andere vehikels
in oogenschouw, welke dadelijk over de
nieuwe brug trokken, alle feestelijk ver
sierd met de nationale en Maastrichtsche
kleuren. Muziekcorpsen trokken in den
stoet mee. Ondertusschen waren reeds
dadelijk na het plechtig schot door de
lucht eenige duizenden postduiven opge
laten. De autoriteiten begaven zich. nadat,
de stoet gepasseerd was en de eerewijn
was aangeboden, naar het fraaie Maas
trichtsche Stadhuis, waar in de hal een
plechtige Raadsvergadering werd gehou
den. 's Morgens te half elf was de Kamer
van Koophandel voor Zuid-Limburg even
eens in plechtige zitting vergaderd om de
opening der brug te herdenken. Daarbij
hield de voorzitter, de heer J. Sschaepkens
van Riemst een uitvoerige toespraak. Het
zelfde deed de burgemeester van Maas
tricht in de plechtige Raadsvergadering.
Verscheidene andere personen, leiders
van de fracties, spraken op hun beurt,
terwijl ook de autoriteiten zich opnieuw
over het gToote belang van dezen dag
uitten.
ontslag bij de mijnen.
Aan 360 man ontslag aangezegd.
De moeilijkheden in de Limburgsche
mijnindustrie zijn oorzaak, dat zoowel de
Staatsmijnen als de Oranje Nassau-
mijnen opnieuw genoodzaakt zijn met 1
Mei a.s. een aantal mijnwerkers te ont
slaan. Op de Staatsmijnen werd aan 250
man, voornamelijk buitenlanders, ont
slag aangezegd; op de Oranje Nassau-
mijnen aan ongeveer 110 man.
verspreide berichten.
Benoemd is met ingang van 9 Mei a.s.
tot directeur van de strafgevangenis te
Groningen, tevens belast met de directie
van het Huis van Bewaring aldaar, F. N.
Leddy, directeur van de rijkswerkinrich
ting te Hoorn.
Met ingang van 1 Mei a.s. is eervol
ontslag verleend aan J. Schooft als bur
gemeester der gemeenten Noordwelle en
Serooskerken.
o—
Groote belangstelling bij zijn zilveren jubileum.
Ter gelegenheid van zijn 25-jarig predi
kantsjubileum sprak dr. W. W. Siddré gis-
stermiddag in de Ned. Herv. Kerk te Noord
wijk-Binnen een gedachtenisrede uit. Het
kerkgebouw was tot in de uiterste hoeken
bezet, zoodat er nog vele plaatsen bijgezet
moesten worden.
Onder de talrijke aanwezigen merkten
wij op de volgende collega's van den jubi
laris: ds. B. Bollee, em. pred. te Katwijk-
Binnen, ds. Jansen Schoonhoven, pred. te
Oegstgeest. ds. P. Pras, pred. te Katwijk-
aan-Zee, ds. N. J. Cupedo, consulent van
Noordwijk-Binnen en pred. te Noordwijk-
aan-Zee, ds. G. Borger, pred.-evangelist te
Hoorn en dr. H. B. Visser, pred. der Geref.
Gem. te Noordwijk-Binnen.
De heer Dane, üd der Prov. Ctaten van
Noord-Branbant; de heeren C. v. d. Niet
en A. C. Meijer, wethouders van Katwijk,
als vertegenwoordigers van het Gemeente
bestuur.; de Kerkeraad van Durgerdam, de
Kerkeraad van Zevenbergen, de Kerkeraad
en Kerkvoogdij van Oude-Wetering, in
welke gemeenten de jubilaris als dienaar
des Woords mocht arbeiden.
Onder het zingen van Ps. 89 verzen 1 en
3 betrad de jubilaris de kansel. Toen de art,
des geloofs waren voorgelezen werd door
de gem. staande gezongen: ps. 48 vers 6.
Vervolgens werd voorlezing gedaan der
verzen 10 tot en met 18 van Krom 1, 29ste
hoofdstuk, waarna de predikant voorging
in gebed.
Alsdan werd door den jubilaris een ge
dachtenisrede uitgesproken, met ais
tekst 1 Krom 29 13a, 14a, 12b.
Spr. ving aan met: „14 April 1907—14
April 1932"; een kwart eeuw is voorbij
gegaan. de helft van mijn leven, die helft
waarvan ik als evang. dienaar heb mogen
arbeiden - een kwarteeuw, druppel in den
geweldigen oceaanvloed, oogenblik in dat
onbegrensde, zwijgende nooit rustende,
steeds voortrollende, dat wij met 't woord
„Tijd" aanduiden. Heeft 't wel zin om bij
de zooveelste vermelding, waarmee ons
aller leven voortijlt en waarbij elk afzijdig
en afzonderlijke gebeurtenis aan beteekenis
schijnt in te boeten, bij een stuk van een
menschenleven stil te staan en gedachtenis
daaraan te houden?
Heeft het er niet veel van alsof wij ons
zelf de plaats, die wi.i innamen, het werk
dat wij deden, zoo belangrijk achten, dat
wij een kerksamenkomst daaraan wijden?
Was 't maar niet beter geweest den 14den
April ongemerkt voorbij te laten trekken?
Spreker vraagt ook iets anders: Is 'tniet
de vloek van ons hedendaagsche leven, dat
wij voortgejaagd worden van het eene in
het andere, zonder dat er eenige tijd tot
zelfbezinning overblijft. Spr. dacht 't goed
terug te zien en niet alleen in den besloten
kring van gezin en familie, maar ook in
ons midden met zoovele vrienden, die hij
op zijn weg mocht ontmoeten, te geden
ken de dingen van den tekst: 1 Kron.
29 13a, 14a en 12 B: ,,Nu dan onze God.
wij danken U, want wie ben ik? Het is alles
van U. Ook staat het in Uwe hand alles
groot te maken en sterk te maken."
Evenals David wil hij spreken:
lo. van wat hij ontvangen heeft: 2o. van
wie hij geweest, is; 3o. van wat hij aan
God verschuldigd is; 4o. van wat hij van
God verwacht.
Als vanzelf toefden sprekers gedachten
in de laatste weken veel in het verleden;
jeugdherinneringen werden verlevendigd.
Had zijneerw zoo gaarne zijn vader ge
gund meer van zijn leven mede te maken,
toch is 't aan hem een voldoening geweest
hem nog enkele maanden als predikant
gevestigd te zien. Dat spreker zijn moeder
nog bezit, die in alles met hem meeleeft,
zooals een moeder dat alleen kan. is voor
hem een bijzonder voorrecht. Ons geloof is
een plant, gegroeid in den bodem van ons
zieleleven. zooals dat geworden is in den
omgang met. hen, die om ons hebben ge
leefd. en als spreker nu namen noemt van
menschen, wien hij geestelijk veel heeft te
danken, dan staat zijn moeder vooraan in
de rij en dankt hij God, dat zij zijn moeder
is geweest. Des te meer smart het hem. dat
zij op medisch advies dit feest ook per
soonlijk niet mocht bijwonen.
Spreker dankt dan de gemeente Amster
dam waar hij geboren en gedoopt werd, de
diepe vroomheid, de ernst, het pastorale
hart van zijn leermeester ds. A. Voorhoeve
hebben onuitwischbare indrukken bü hem
achtergelaten. Door dezen leeraar is de
begeerte, die spreker reeds in de lagere
schooljaren had, om pred. te worden, ver-
Ds. W. W. Siddré.
sterkt. Den 7den Januari 1900 werd hij
door ds. E. Barger in de Westerkerk beves
tigd als lidmaat der Herv. Kerk en wel op
Joh. 8 12. Vanaf dien dag' tot heden heeft
spreker de Herv. Kerk liefgehad en nooit
neiging gevoeld, ondanks al haar gebreken,
die luide worden uitgeroepen en waaraan
hij liever niet meedoet, haar afscheid-
brief te geven; integendeel voelde spreker
meer den plicht het goede voor haar te
zoeken, opdat zij een pilaar en vastigheid
der waarheid wezen mag zonder zich bij
eenige kerkelijke partij te laten indeelen
ol in den richtingsstrijd zijn krachten te
verliezen.
Na het Sted. Gymn. te A'dam doorloopen
te hebben volgde spreker de studie aan
de Utr. Universiteit.
Den 4den April 1907 trad zijn eerw. in
het huwelijk met haar, die een trouwe
zorg voor hem en zijn kinderen is ge
weest.
Den 14den April werd spreker door ds.
Voorhoeve met den tekst „Ziet Ik zend u"
in „Durgerdam" bevestigd. Toen een echte
visscliersplaats, inmiddels van karakter
veranderd en geannexeerd bij Amsterdam
Onvergetelijke herinneringen aan dien
dag draagt spreker mede. toen zoovele
vrienden uit A'dam deze plechtigheid bij
woonden, waarvan het hem goed doet er
ook thans in de Kerk te zien.
In deze eerste gemeente werden banden
voor het leven gelegd. Dank brengt hij
aan Kerkeraad en vrienden van Burger
dam voor hun aanwezigheid. Durgerdam te
verlaten kostte strijd. Na 8 jaren sloeg het
uur van scheiden. Met. oogen vol tranen
voer spreker met zijn gezin de haven uit
om in Nederhorst den Berg te ankeren.
Vijf jaren heeft hij daar doorge
bracht; jaren die niet tot de gemakke
lijkste van zijn leven behoorden. In gezin
niet. omdat God hun lieve dochter Annie
van hun nam. In gemeente niet, omdat
veel wijsheid en beleid noodig was om vrede
en rust in de verscheurde Gemeente te
brengen. Daar vierde hij zijn koperen
jubileum. Oude-Wetering, geen onbekend
plaatsje voor spreker, riep niet tevergeefs.
De 8 jaren, daar doorgebracht, vormen een
gouden tijdvak in sprekers leven. Medewer
king, offers en trouw mocht spreker daar
ondervinden. De groote gemeente Zeven
bergen ODende een breeder arbeidsveld aan
den jubilaris Zij 'tmaar 2 jaren geweest,
toch had spreker deze 2 jaren niet gaarne
gemist.
Deze jaren zijn ook niet ongezegend ge
weest, „de zegen" van een kortstondige
évangeliebediening' zou snreker met Oos
terzee kunnen zeggen. Was 't Noordwijk-
Binnen niet geweest dat he m beriep,
hij zat waarschijnlijk nog over den
Moerdijk.
Dat vrienden uit Zevenbergen hier tegen
woordig' zijn. stemt dankbaar. Spreker wil
vanaf deze plaats verklaren, dat het hem
leed heeft gedaan, dat de vacature zoo lang
duurde en de bede uitspreken, dat binnen
kort onder zijn opvolger een tijdperk van
geesteülken zegen en bloei aanbrek».
En wat zal spreker zeggen van Noord-
wijk Binnen. Een jaar hier en met vrien
delijke woorden en rijke geschenken over
laden alsof hij hier een langen diensttijd
achter zich heeft.
Gemeente aldus spreker, wij voelen ons
klein bij de grootheid aan uw toegenegen
heid. Dat de 14e April tot een onvergete
lijke voor mij is geworden hebt gij bezorgd.
En ik dank daarvoor zeer hartelijk allen
die daaraan hebben medegewerkt. O dat
wij bewaard mogen blijven voor wat Ibsen
schreef van „Brand" die gehoond en ge
wond de onherbergzame ijsvlakte opge
jaagd werd door hen die hem te voren op
de handen droegen.
Groot en veel zijn de weldaden ons ge
schonken, de dagelijks teruggekeerde en de
buitengewone bewaringen, de uitkom
sten die ons deel werden. Wij mogen zeg
gen dat er menige blijde ure is in ons leven
en menige groote zegen is geweest. En wij
zijn te meer verplicht daarvan te spreken
als wij gedenken wie wij zijn geweest. Her
der heeft spreker willen zijn, God weet het.
't Geestelijk welzijn dergenen die aan zijn
zorg werden toevertrouwd is spreker ter
harte gegaan. Van God gezonden te zijn
was steeds de stuwkracht de motor bij zijn
werk. Dat heeft spreker vrijmoedigheid
gegeven om het Evang. te brengen niet al
leen aan ontvankelijken en beleefde men
schen, die hem te woord wilden staan,
maar ook aan die hem hebben uitgevloekt
of met een hautaine houding van zich
weerden. Onder deze menschen te verkee-
ren is voor spreker geen last maar
een heilige roeping en vaak een stuk
vreugd geweest.
Is er reden om over mij zelf tevreden te
zijn? Wie ben ik? Bij zijn intreepredikin-
gen is het wel uitgekomen en hij meent
daarbij niet alleen, hoe hij daarover denkt.
Spreker memoreert zijn tekst bij zijn
intreepredikng het vorig jaar n.m.I. „Weest
gij als ik, want ik ben al gij". Ook spreker
is ver beneden hetgeen hij behoorde te zijn
Daar staan ze voor mij de tekortkomin
gen, nalatigheden zonden uit mijn leven en
't aanzien alleen reeds doet pijn. Hier ont
brak de noodige zelfbeheersching, door 't
geduld, toen verkoelde de liefde en ginds
sproot de bitterheid op.
Een haastig woord, een onvriendelijke hou
ding er is zooveel. Door de macht der ge
woonte, de invloed der kleurstellingen, 't
uitblijven van medewerking werd het eer
ste vuur wel eens gedoofd. Gij kunt zoo
veel missen in dit leven en toch gelukkig
zijn. Hem kunt gij niet missen. Dat heb ik
25 jaren mogen zeggen in verschillende
gemeenten, dat zeg ik ook vandaag en ik
dank God dat ik het zeggen kan. En ik
hoop het te zeggen, kan het zijn nog vele
jaren met onverminderde liefde.
Wat er worden zal van gemeente, van
kerk. vaderland en wereld niemand weet
het. Maar een ding weet spreker „Ook
staat 't in Uwe hand onze God alles groot
en sterk te maken. Groot en sterk 't Geloof
in de harten, groot en sterk de kerk op
aarde, groot en sterk het onbewegelijk
koninkrijk. Als wij uwe hand maar zien.
Dat vervult ons met heilig optimisme. Nu
dan onze God, wij danken U, want wie ben
ik, het is alles aan U, ook staat het in Uw
hand alles groot en sterk te maken. Amen.
Hierna werd door Ds. Jansen Schoon
hoven namens de ring Noordwijk en door
Ds. Cupedo als consulent van Noordwijk
Binnen en predikant te Noordwijk a. Zee
woorden van groote waardeering en geluk-
wenschen gesproken. Ds. Siddré dankte
beide collega's voor de goede woorden tot
hem gericht. De jubilaris dankte tevens
zijn oude collega Ds. Bollee voor diens
groote vriendschap en zijn aanwezigheid
waaruit dit ten zeerste spreekt. Ook deed
het spreker goed zijn collega der Geref.
Kerk Ds. Visser hier aanwezig te zien. Ook
stelt spreker ten zeerste op prijs de aan
wezigheid der beide wethouders. Ook de
aanwezigheid van den heer Dane lid der
Prov. Staten van Noord-Brabant stelt spr.
ten zeerste op prijs.
De jubilaris deelde mede dat er in het
gebouw „Sartorius" gelegenheid bestond
voor hen die van elders waren gekomen
zijn echtgenoote en hem de hand te druk
ken, ook voor de vrienden van Noordwijk
Binnen die tot heden niet in de gelegen
heid waren gebruik te maken. Alsdan ging
de predikant voor in gem. dankgebed.
Tenslotte zong de geheele gemeente den
jub. Herder staande ps. 134 vrs. 3 toe
waarna de zangvereeniging Advendo vanaf
het orgel den jubilaris alsnog toezong
Gezang 224 vrs. 1 en 5.
Hierna sprak hij den zegen over
de gemeente uit.
Van de gelegenheid den jubilaris en zijn
familie in het gebouw Sartorius te com
plimenteeren werd een druk gebruik ge
maakt.
K"' het Engelsch door A. TREUB.
45)
den ali'dt^hn1 i? de gevangenis bevin-
denl viel AimS™ 11161 gevonden wor-
- Oh ik zen™achtig in.
oprecht 'van van niet' ik vertrouw
vriendelijk Pr°testeerde Spencer
held.in wf zulk een mogelijk-
De woorrirn ?eval niet overwegen.
*®eerenden 'I1 zyn geval hadden een
die zijn harden T op Henry Aimsbury,
SflriTey, langs ziin ziide liet. han.
dielijn handel ,oed op Henry Aimsburj
Sen en ziin ss zÜn zÜde liet han
-| Zooals verbaasd opendeed,
dielhield m w-.e' gmg Spencer voort,
ander niet oL>em verandering bij den
vinm zich inhad' sir Peter be-
heden. Nu wtHw®? financieele moeilijk-
paer gelukffi et toevak dat na een
s'r Peter ^paonlaties, in staat ben
bieden, iuist "k'ome financieele hulp te
beeft En II «1 ?le bet meest noodig
ziSni mijnheer aïL uet met me «ons
die zijn heer dat ieder dienaar,
{boet bepalen tet rïCif8rtl zich nlet enkel
betaald worrii diensten, waarvoor hij
voordoet dat «n gelegenheid zich
lang van ziin ^ïuextra dienst in het be-
- Ziin er kg e ver is.
Aimsburv. respecteert! spotte
Brace resneet^ü Is an een idioot zou
niel-voor^^ on? Bah, ,e kunt mij
Ik schijn di» „en' Spenceri
opgedaan te h«Kh! ondervmding wat iaat
voorgewende snin t ^mde Spencer met
ik sh Peterstee-Ik geloof echter, dat
schen, en ik hSl ilS a? de meeste men-
eb veel achtenswaardigs nu
en dan in hem gevonden. En inderdaad
heeft sir Peter goedgunstig mijn hulp aan
vaard. In ruil heeft hij er op aangedron
gen, dat ik gedurende zes maanden voor
meester speel en hij voor knecht.
Hè?
Werkelijk, ik verzeker het U. Natuur
lijk voel ik me wat buiten mijn element,
maar ik hoop, dat ik mij met eere in mijn
nieuwe rol zal schikken. Ik heb sir Peter
jarenlang bestudeerd, weet U.
Aimsbury's oogen gingen ieder oogenblik
wijder open.
Maar.maar, stotterde hij.
U kan het sir Peter vragen, als U het
wenscht, mijnheer Aimsbury
Maar.wat de.
Oh, de obligaties? Spencer, glimlachte
luchthartig. Maak U daarover niet onge
rust. mijnheer Aimsbury, ging hij troos
tend voort. Die zullen hier op den bepaal
den datum zijn. Daar geef ik U mijn
woord op.
Jouw woord. Wat.
Mijn woord, herhaalde Spencer rus
tig, een visitekaartje uit zijn zak halend,
en het Aimsbury overreikend.
De spotlach verdween van Aimsbury's
zwakke lippen, toen hij Spencer in zijn
vaste oogen keek. Hij knipoogde even en
nam het kaartje eenigszins verlegen aan
Hij las den naam op het ivoorwitte stukje
karton en hij verbleekte. Hij hield het
kaartje op verschillende afstanden van
zijn oogen, maar de naam er op veran
derde niet.
Oh, mijn God! kreunde hij.
HOOFDSTUK XXIV.
Henry Aimsbury nam onwillekeurig de
uitnoodiging aan om te gaan zitten Hij
viel in een stoel neer en keek naar het
kaartje alsof het een gevreesd reptiel was,
dat hem gebeten had Al zijn drift was
verdwenen en hij zag er oft, zooals hij
was een geslagen man!
Voetstappen klonken op de waranda.
Dit is geheel vertrouwelijk! waar
schuwde Spencer op zachten toon.
Aimsbury knikte zwijgend toen Enid en
Eric de kamer binnen kwamen.
Hallo, vader, riep Eric. Wij meenden
Uw vaderlijke stem te hooren.
Hij hield bezorgd op, toen zijn vader
wankelend opstond. Toen kwam hij vlug
naar voren.
Vader, wat scheelt er aan? Deze zaak
heeft U zeker getroffen?
Ik ik ben niet heel wel, jongen,
antwoordde Aimsbury met een zwak glim
lachje van verontschuldiging en begroe
ting van Enid. Ik heb me al eenigen tijd
niet goed gevoeld en deze schrikde
geheele zaak.jouw ternauwernood ont
komen
Ja. vader. Ik kan mc best begrijpen
wat U gevoelt. Ik zelf voelde ook zoo iets
tot ik hier vanochtend kwam en hoorde
dat onze oude bondgenoot, Spencer, zich
aan de bestudeering van het probleem zal
wijden. Ik geloof dat
Ja, ja, Eric. Mijnheeren
Spencer, hielp Spencer met een hof-
felijken glimlach.
Mijnheer Spencer, herhaalde Aims
bury gehoorzaam, heeft me zoo juist de
nieuwe schikking medegedeeld, en ik ver
trouw.... ik vertrouw oprecht. Zijn stem
beefde en hij brak af, terwijl hij hulpeloos
zijn hoofd schudde.
Enid liep vlug naar hem toe en legde
haar hand vol sympathie op zijn arm.
Och mijnheer Aimsbury, riep zij, U
moet U niet zoo ongerust maken. Ik weet
zeker dat alles in orde zal komen. De obli
gaties kunnen niet heel ver weg zijn.
Ik ben niet zoo zeer ongerust over de
obligaties, miss Brace, antwoordde Aims
bury, met een zuren glimlach, nu dat ik
weet. dat mijnheer.eh.
Spencer, hielp Spencer.
Nu, dat mijnheer Spencer zorg draagt
voor het.... huis.
Hij nam haar hand en drukte die zacht.
Maar ik ben vanochtend geen prettig
gezelschap, ging hij verontschuldigend
voort, en ik moet U allen vragen mij te
excuseeren.
Hij liet Enid's hand zakken, boog on
zeker. en liep wat dwalend naar de deur.
Eric haastte zich om hem te steunen,
maar hij wenkte zijn zoon een beetje prik
kelbaar weg.
Ik ben heel goed in staat om thuis te
komen, zei hij. Heelheel
Eric keek den anderen wat onbehol
pen aan.
Spencer liep naar den belknop en drukte
dien.
Ik zal Uw hoed laten halen mijnheer
Aimsbury, zei hij.
Hoed? vroeg Aimsbury met een af
wezige stem Waarvoor heb ik een hoed
noodig? Hij bleef staan met zijn hand op
den deurknop en keek rond, alsof hij op
een geheel vreemde plaats was. Hij was
niet sterk, ondanks zijn lengte en deze
laatste schok had hem zoo getroffen, dat
hij voelde dat zijn verstand bedreigd werd.
Spencer kwam naar hem toe en klopte
hem bemoedigend op den schouder, ter
wijl Enid naar Eric ging en haar handen
in zwijgenden sympathie op zijn arm
legde
Houd moed, Aimsbury! raadde Spen
cer op dien eigenaardig krachtigen toon,
die sir Peter vroeger in den morgen be
dwongen had Ga aan je zaken en vergeet
deze zaak.tot Mei.
Aimsbury richtte zich wat op en er
kwam een beetje kleur in zijn wangen.
Het was alsof een toegevend meester hem
uitstel van een verdiende straf verleend
had. met een zwijgende belofte zijn ver
grijp met toegevende oogen te beschou
wen. Hij draaide zich om en boog voor de
anderen.
Een scherpe kreet kwam uit de hall en
de schelle protesten van Lee Wang vulden
het huis, terwijl hij achteruit liep naar de
studeerkamer, gevolgd door een luidruch
tig verontwaardigden Clinton.
Maak dat je weg komt, gele helden!
brulde Clinton, den Chinees met harde
hand over den drempel duwend. Houd je
mond! voegde hij er dreigend hij, toen Lee
Wang een stroom van Chineesche vloeken
uitstiet. Als ik je weer betrap dat je me
een mes voorhoudt, zwijn, zal ik je den
nek breken, om den beul werk te bespa
ren! Deze Chinees wilde me uit het huis
houden! zei hij op beleedigden toon tot de
anderen. Had de brutaliteit een keuken
mes voor mijn gezicht te houden! En hij
wierp een woedenden blik op den sidde
renden Lee Wang.
Spencer lachte.
Dat is een aardige gewoonte van Lee
Wang, vertelde hij kalm. Hij wil natuurlijk
geen twijfelachtige vreemdelingen op het
domein van zijn meester hebben.
Clinton keek Spencer boos aan en zijn
lippen krulden zich sarcastisch, maar hij
antwoordde niet.
Als U mij verontschuldigen wilt, zei
Henry Aimsbury, zal ik nu heen gaan.
Neen, mijnheer Henry Aimsbury, viel
Clinton dreigend in de rede, terwijl hij
Aimsbury bij zijn jas vast greep en hem
ruw de kamer binnen duwde. Ik heb naar
U gezocht en ik wil U een paar vragen
doen en ik verwacht eerlijke antwoorden!
eindigde hij dreigend.
Er ontstond een pijnlijke stilte en Lee
Wang hield op met zijn akelig gemompel.
Eric kwam vooruit als om zijn vader te be
schermen maar Enid legde terughoudend
haar hand op zijn arm. Spencer glimlachte
even Het was hem duidelijk dat Clinton's
goede inval zich in een waarschijnlijke
oplossing gematerialiseerd had.
Wat bedoelt U daarmede mijnheer?
vroeg Aimsbury verontwaardigd, zich van
zijn verbazing herstellend.
(Wordt vervolgd).