73ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 16 April 1932 Vierde Blad No. 22108 InC'fC 2LVtot «vtod BOUWKUNSTIG SCHOON. GOUDEN JUBILEUM BODEDIENST VAN LEEUWEN TE VOORSCHOTEN UIT DE BONTE WAERELD. vin. stapel en de voorraadschuren worden ge toond en eerst tegen den avond worden de beide geliefden alleen gelaten. Even vóór de ouders zich terug trekken, brengt de Moeder een brandende kaars binnen, waarop een streep 's aangebracht. Tot aan de streep toe mag ae kaars branden; dan moet de vrijer heengaan. Hoe lager de streep is aangebracht, hoe grooter de sympathie voor den vrijer is. Zij, die een kaars ontvangen, waarop heel boven een streepje is aangebracht, doen maar het verstandigst, zwijgend hun paard te zadelen en naar huis te gaan. Nóg duidelijker toch kan men in de Kaap kolonie iemand geen korf geven o NAPOLEONS LIEVELINGSPAARD. Het stoffelijk overschot van den grooten Gorsicaan rust, sooals men weet, onder den koepel van de Domes des Invalides te Parijs. Het skelet van zijn lievelingspaard bevindt zich evenwel niet in Frankrijk. Het staat in Londen, ir een historisch museum, opgesteld. Napoleo - kocht het, vooral uit latere afbeeldingen beroemd geworden paard in Egypte, na den slag bij Abukir. Als herinnering aan den gewon nen slag bij Marengo gaf hij het dier den naam „Marengo". De schimmei droeg zijn Keizerlijken Meester gedurende den Ita- li:.anschen veldtocht, bij Wagram en Austerlitz tot naar het verre Moskou. Ge durende den volkerenslag bij Leipzig ver scheen Napoleon voor het front zijner troepen eveneens op Marengo. Ir. de. slag bij Waterloo werd het paard gewond. Met andere krijgstropheeën geraakte het in handen van de overwinnaars. De aanvoer der van het Engelsche leger Wtllington schonk het paar an Napoleon aan een van zijn onderbevelhebbers. De laatste jaren van zijn leven bracht Marengo in rust en vrede door op een Engelsch land goed. Nadat het dier was gestorven liet zijn bezitter het skelet van het paard stevig met draad bijeen houden; hij ver maakte bij testament het skelet aan de militaire historische afdeeling in het White Hall Museum. Aan de Nieuwstraat zien we een drietal :ebouwen, onder vier nummers kadastraal ermeld. waarvan we hierboven een schets No. 47 kunnen we kort zijn. Het is hooge trapgevel van vier zich door niets anders on- dan dat in de zolder- het kruiskozijn bleef bewaard, dagteekent 't huls uit de 17e 49 is een merkwaardig geval. We hier in de eerste plaats nog een onderpui, die natuurlijk vroeger glas in lood ruitjes moet hebben be- Boven de puibalk zien we ter weers- een vlakke gemetselde pilaster op- steunend op eenvoudig basement met eveneens eenvoudig ka- middenpartij is karakteristiek. Daar we op de eerste verdieping een kruisraam, heel mooi van samen- Dat moet u zelf nog maar eens als u over de Nieuwstraat onderste gedeelte zaten een aantal jaren nog' luiken. De zijn in de kozijnen nog aan- Doch de luiken zelf, die ik er in heb, en ook heb aangegeven op schets, zijn verdwenen. Jammer! Men ze weer aanbrengen en dan zand- beschilderen, zooals ge was in de 17de eeuw. U kunt nu zien aan de Stadstimmermanswoning huis van Jan Steen op het Kort en aan enkele andere gebou- vriendelijk dit staat. En zou deze van schilderen nu zoo onoverkome- duurder zijn dan het schilderen in kleur? raam is afgedekt met een zand- blj wijze van strekken. We zien de midden een gebeeldhouwd I®. NIEUWE FILM VAN JORIS IVENS. eonw)3 ,k®kend' is Joris Ivens sinds °P uitnoodiging van de ^Sf jPOmIilm ln de Sovjet Unie en weeirfr in*1' na studie van de jeugdbe- scenari-;? 4aiAetn''vrkins met den i°nSen nÊnto %et' het scenario voor zijn „Komsomol". «oimen u ^a«f' 2Ün de opnamen be naar ü85 filmcollectief van Ivens is StnmfW!* tlet groote metaal- ken Oeralgebergte, vertrok- deel' Van h, i arbeid van de jeugd, als klatte |roote werk der arbeids- Plan*te flim uitvoeren van het 5 jaar Sar verll filmexpeditie gaat van zal de naar Centraal Siberie. Het onnar, maal zÜn' dat daar toon- zomV mil 0lSen zul'en worden. In den »ingradgeeS Mo^koT^ °Pnamen We'voniwn'15 "i zÜn scenario nieu- taire film ontwikkeld voor de documen- 01 m^r„uit het leven van een zullen worrtcn8 arbelders, korte episoden tfrche werkmeHfginomen' die de socialis- hbudine ST en de socialistische dén strijd voo0rpzic van den arbeid. sampnlpvinJ^ nieuwe socialistische KineT/n drfuid8'y.k «raken. De ver- da algemeent, v38 Wijdere feiten, met Ussen zullen ómSCt ynleIen en Sebeurte' eontact «ev»f toeschouwer een nader materiaal het documentaire e nim het geval was. «•«sen zullen Hm, bcucuilc- oontact «ev»f toeschouwer een nader materiaal dan tmmf het documentaire Wentaire 'fiim u t nu t0€ bij de docu- het geval was. f" MEPVVE HARVEY-FRrTSCH-FILM. schrijven 'momil1)11 i8n Stemmle Wh nieuwe Sir een draaiboek voor der productie ilMey"Fritsch-fllm- die worden opgenomen,Van Erich-pommer PHILLIPS HOLMES EN ZIJN FILMLOOPBAAN. Het noodlot speel.t dikwijls een vreemde rol in het leven van den adspirant-fllm- actenr. Toen Phillips Holmes, thans een der populairste jongere spelers van Hol lywood. student was op de Princeton Uni versiteit werd er door de Paramount Studio's een prijsvraag uitgeschreven on der de leerlingen der diverse Amerikaan- sche collega's, welke ten doel had jongen menschen die zich tot de film aangetrok ken voelden, een kans te geven. Phillips werd door zijn medestudenten met nog elf anderen uitgekozen om zijn schooi in Hollywood te gaan vertegen woordigen. Hij voelde echter niets voor dit plan en bleef kalm studeeren in Princeton. Eenigen tijd later kwamen een regisseur der Paramount op de Universiteit opna men maken die voor een studentenfilm gebruikt zouden worden. Zonder van Phillips' eerste aanraking met de film te weten, bood hij hem een rol in zijn vol gende film aan, en thans accepteerde de 21-jarige student. Van de elf kameraden, die de reis naai 't Mekka van de film maaktan bevinden er zich nog slechts drie in Hollywood. Een van hen werkt, in een garderobe-afdee- ling, de tweede is assistent-regisseur, en de derde komt als figurant aan een karige boterham. In weerwil van zijn jeugd is Phillips Holmes de eenige van de gekoze nen, die het ln drie jaar tijds tot wereld beroemdheid heeft gebracht. In dezen korten tijd heeft hij in niet minder dan dertien films hoofdrollen ge speeld. Zijn rollen zijn van zeer uiteenloopen den aard geweest, varieerende tusschen cowboys uit het wilde Westen en Clyde Griffiths in „Een Amerikaansche Trage die". Phillips Holmes is een kalme, serieuze natuur, die zich terdege rekenschap geeft van wat de toekomst hem brengen ban. „Het helpt een acteur niet veel of hij goed is", meent Holmes, „als hij geen goede rollen krijgt zal hij nimmer popu lair worden. Ik ben er van overtuigd, dat de film de star maakt, niet omgekeerd. Heeft men eenmaal een groote bekwaam heid en een groote populairiteit verwor ven, dan is het natuurlijk mogelijk, dat de ster 'n film over haar zwakke punten heen helpt." „De volgende twee of drie jaar zullen de moeilijkste van mijn leven zijn. Ik moet in dien tijd een groot aantal films maken, en de meeste moeten goed worden. Mijn ambitie is natuurlijk om een ster te worden, wat mij in staat zal stellen om minder films te maken en meer tijd te besteden aan de voorbereiding van mijn rollen. Maar om dit ideaal te verwezenlij ken moet ik lang en hard arbeiden." Het is moeilijker om het op het tooneel tot ster te brengen dan om als filmacteur bekendheid te verwerven, meent Phillips De tooneelspeler moet beschikken over 'n uiterst moeilijke techniek zijn grime, zijn gebarenspel, zijn dictie zijn allen het resultaat van een langdurige en moeilijke studie, terwijl filmspelers in de meeste gevallen volstaan kan met een uiterst eenvoudige grime, en voor de lens niet veel anders te doen heeft dan zoo een voudig mogelijk zichzelf te zijn. De film acteur die tooneel gaat spelen moet een massa leeren. ais de tooneelspeler voor de lens komt, moet hij een massa afleeren. Toch heeft ook tooneelspelen zijn voor- deelen. In ieder beroep komt men vooi een acht-urige werkdag en af en toe voor overwerk te staan, doch het spelen voor de films is wel zeer intensief en ver moeiend. lederen avond moet thuis de opname voor den volgenden dag voorbe reid worden. Vergelijkenderwijs heeft de tooneelspeler een heerenleventje. Zijn werktijden zijn slechts kort en altijd de zelfde. Men behoeft niet iederen dag een nieuwen dialoog uit 't hoofd te leeren, en het is zeer leerzaam om dezelfde rol lan gen tijd achtereen te spelen. Natuurlijk gelden deze opmerkingen alleen voor Amerika's groote steden, waar hetzelfde stuk, soms maanden achtereen door het zelfde gezelschap wordt opeevoerd Alleen al om deze laatste reden zou Phil graag in één tooneelstuk per jaar optreden. Jeugd is een woord met een onsympa thieke klank voor Phillips Holmes. Toen hij één jaar in Hollywood had doorge bracht. ging hij naar Princeton terug, waar hij zich ergerde aan de jeugd van zijn vroegere collega's. „Hoe kwam het, dat zij mij zoo groen toeschenen, mijn vroegere vrienden? Ik weet, dat ze niet veranderd waren, maar er was iets in hun manier van optreden, dat mij kregelig maakte. „Dit bracht mij aan het denken over onze jongere filmspelers. Zijn er niet te veel jeugdige jongens en meisjes in Hol lywood, in vergelijking met het aantal I oudere acteurs? Jong zijn is op zichezlf geen deugd. Waarom zouden alleen de ouderen een drama kunnen spelen? Het vertolken van een luchtig comedietje is tenslotte geen kunst. Sylvia Sidney en Nancy Carroll, mijn tegenspeelster in „Ik heb een mensch gedood", bewijzen, dat leeftijd niets te maken heeft met de vraag of een acteur of actrice in staat is i werkelijk ontroering te brengen". Holmes heeft thans gedurende een jaar onafgebroken gewerkt in de Hollywood- sche Paramount studio's. Vereebetdene malen was hij aan twee films tegelijk be zig. Slechts eenmaal werd zijn werk on derbroken, toen hij bij een autobotsing een kaakfractuur opliep. Na een weel: in het ziekenhuis begaf hij zich weer naar het studio, waar met ongeduld op hem gewacht werd. Zijn kaak was toen echter zoo gezwollen, dat het noodzakelijk was om alle opnamen van den jongen in prohel te maken. Zijn beste rollen en tevens de eenige, die het Nederlandsche publiek voorloopig van hem te zien zal krijgen zijn rilyde Griffith- in Ben Amerikaansche Trage die" en de figuur van den jongen Fran- schen soldaat in Ërns' 'Htscb's «erlil- ming van Maurice Rostand's tooneelstuk „Ik heb een mensch gedood." O Morgen zal het vijftig jaar geleden zijn dat de heer C. J. van Leeuwen te Voor schoten een begin maakte met zijn bode dienst Voorschoten—Leiden v.v. In 1913 nam zijn zoon Adr. van Leeuwen deze taak over, al moest 1 Augustus 1914 de oude bode weer op den wagen plaats nemen, toen de tegenwoordige bode bij de mobilisatie, evenals zoovele zakenmen- schen, voor enkele jaren onder de wapenen werd geroepen. Wij zien nu overal vracht auto's rijden, groot en klein, maar bode van Leeuwen begon met een handwagen waarmede naar en door Leiden en terug werd geloopen. Toen de handwagen te klein bleek, werd een wagen aangeschaft met een ezel en om vooral het dier niet teveel te laten werken, spande men in Leiden uit en ging van Leeuwen met zijn bestelwagen verder. Na enkele jaren ging de ezel van ae hand en werden een paard en een wagen aangeschaft, totdat de vrachtauto bij den tegenwoordigen bode in bedrijf werd genomen. N.et iedere bodedienst blijft vijf lig jaren bestaan: van alle diensten op Leiden, zijn er slechts drie, die reeds 25 jaren geleden gelijktijdig met de jubileerende gevestigd waren en evenals hij of zijn zoon hebben gefungeerd als i nformatiebureau, vertrou wensman of wandelend adresboek. De meest vreemdsoortige opdrachten moet een bode kunnen volvoeren. Daarvan zouden zij, indien geheimhouding geen plicht en er niet een bode-eer was, veel kunnen ver tellen. Door bijzondere familieoms'andigbeden zal deze datum zoo stil mogelijk voor bijgaan. Daar echter zoowel de oude als de jongere bode van Leeuwen algemeen bekend zijn en in bode-kringen een goeden naam hebben, zou 't ons niet verwonderen, wanneer a.s. Maandag door de boden op Leiden gezamenlijk aan de jubileerenden een bezoek zou worden gebracht! Hierboven links de heer van Leeuwen in vroeger tijd met zijn wagentje, rechts: zijn bodedienst, die tegenwoordig per auto geschiedt. Weet iemand intussehen een andere en betere verklaring van de beteekenis der beide gevelornamenten, dat hij of zij! het zegge. De nummers 51 en 53 zijn oorspronkelijk één pand geweest. De gevel wordt geleed door vier vlakke gemetselde pilasters, waar van de zandsteenen basementen bij 53 be waard zijn gebleven, terwijl bij de verbou wing van de onderverdieping bij 51 de 1 basementen zijn vervangen door baksteen, j De kapiteelen zijn eenvoudig. Boven de ramen, oorspronkelijk natuurlijk kruisra men, zien we precies hetzelfde type zand- steenstrekken als bij No. 49. Slechts bij het raam onder de dakkapel is inplaats van een engelenkopje een blank wapenschild aangebracht. Tusschen de zandsteenbalk. welke rust op de kapiteelen der pilasters, en de kroon lijst. van het dak. ontdekken we een fries band van eenvoudig metselmozaïek. Deze gevel dateert evenals de vorige van 1650. Over het gedeelte van het pand, dat thans No. 53 draagt en van binnen ge heel afgescheiden ts van 51. behoeven we niet veel meer te zeggen. Het is ingericht tot bergplaats en pakhuis; de poort in de benedenverdieping en de deuren in de bo venliggende verdiepingen zijn later aange bracht. terwijl boven dit alles een trijsbalk is geconstrueerd, die op de teekening ver geten is. Het is overigens een typische groep uit het midden der 17de eeuw. Steant, bij gelijken prijs en kwaliteit, De Nederlandsche Industrie. Hiermede dient gij Uw land En bestrijdt gij de werkloosheid. HUWELIJKSAANZOEK IN DE KAAPKOLONIE. De kaars der sympathie. Vanaf de vroegste tijden heeft de Boer in de Kaapkolonie er voor gezorgd, dat zijn dochters een behoorlijke bruidschat mee krijgen, als zij gaan trouwen. Dit ge schiedt niet, doordat zij geld daarvoor naar de Bank brengen; neen: bij de ge boorte van een dochter wordt uit den vee stapel van elke soort één vrouwelijk dier aan de jonggeborene geschonken; een koe, een merrie, een ooi, een geit, een zeug, enz. Alle jongen, die worden geboren, behoo- ren eveneens aan de dochter: geen enkel van die dieren mag worden geslacht, zoo dat, als de Boer goed voor de beesten van zijn dochter zorgt, deze, als zij trouwen gaat soms niet minder dan een veestapel van 5 a 600 stuks vee als bruidschat mede brengt. Heeft een Boerenzoon zich een meisje uitgekozen, zoo bestijgt hij kort voor Paschen zijn beste paard, draaft naar het huis van den vader zijner beminde en vertoont daar zijn stoutste ruiterkunsten. Nog heden ten dage is het den vrijer streng verboden, zijn komst tevoren, op de een of andere wijze aan te kondigen. Slechte door zijn rijkunst moet hij de op merkzaamheid van de farmbewoners en tenslotte die van zijn uitverkorene op zich weten te vestigen wat bij de buitengewone rijkunst der Boeren lang niet gemakke lijk is. Op den eersten Paaschdag maakt de jonge man na nogmaals eenige stoute kunstjes op het gebied der ruitersport te hebben laten zien dan eindelijk zijn officieele bezoek. Keurig in z'n beste pak gekleed, met een hel groene das om den hals, rijdt hij het erf op, stijgt af en vraagt den vader van zijn geliefde verlof om binnen te mogen gaan. Er wordt gegeten en gedronken, de vee- PHILLIPS HOLMES. ENKELE TOPGEVELS. gevleugeld engelenkopje met ter weers zijden een draperie over de lengte van den steen. Op de tweede verdieping is eenzelfde type kruisraam, doch iets kleiner van af metingen. Hier zijn de openslaande luikjes behouden gebleven. En opnieuw smaller is het zolderluik, dat rond is afgedekt, ter wijl daarboven de imposten bijwijze van fronton een driehoekig stuk zandsteen dragen. De topgevel volgt zonder versiering de diaklijn.Trappsn zijn niet aangebracht.In stede daarvan is metselverstek. zijn vlech tingen, aangebracht. In de basementen van de pilasters is het jaartal van den bouw Anno 1650, gebouwen. Dat was. zooais we reeds meermalen hebben opgemerkt, het begin van den tijd. waarin men te Lei den gaarne zandsteenstrekken uit één stuk toenaste, een voorliefde, die van 1650 tot 1675 vooral tot uiting komt. We merken op dat de klassicistische motieven zich beperken tot de pilasters, 't frontonvormig zandsteenen sluitstuk en de behakking van de strek. Overigens ver toont zich in de rijzige structuur van den gevel en de rhythmische versmalling in het verticalisme der middenpartij de nawer king van de oude inheemsche traditie. Er is ten slotte nog een eigenaardigheid in dezen gevel. Uit den gevelsteen in het midden boven de puibalk springt omgeven door een cartouche een fraai gebeeldhouw de vrouwenkop naar voren. En in den drie- hoekigen deksteen bovsn 't zolderluik ziet men 'n hand gebeeldhouwd. Er zijn, als ik mij niet vergis verschillende lezingen om trent de beteekenis van dit beeldhouwwerk De aannemelijkste schijnt te zijn „de vrouw is het hoofd, doch manshand boven", met andere woorden: de vrouw is de baas in huis, doch tenslotte staat zij onder 't gezag van den man. Een netelig probleem!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 13