LEKKERE KOFFIE 73ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 9 Aprfl 1932 Derde Blad No. 22102 fü Buiten!. Weekoverzicht. Honderd Jaar Wilhelm Busch l___ FEUILLETON. Geheimzinnige Inbreker LONDENSCHE BRIEVEN. De Midden-Europa In zorg. n-no u-conferentie te Londen is mis- Cf", verbazen doet dat op zichzelf niet al lukt! Verb werkeiyk veronder- ïfmnrden da' daar in een paar dagen eerntemnüng was te verkrijgen in een OTereenste nde met zooveel voet zoo deze' De Engelsche premier, die angels ais d>s voetsporen wil gaan bl"vten als voorvechter voor de „Veree- df^' Staten van Europa" hij zal zich nlgj!,elfde tegenslagen moeten preparee- °Pj is te optimistisch geweest. beginnen deugde de enscèneering e iVenferentie al niet en dat is een factor vS grootebeteekenis. Volgens Engelsche SLwiize kon geen accoord gesloten wor- e A ronder Duitschland en Italië om en S-t was een van inzicht getuigend oordeel, wiarom dan argwaan, om niet van erger HL Kroten gewekt door een aparte bespre- Hng vooraf met de Franschen, wier bedoe- lincen in de Donau-kwestie toch al gewan trouwd werden? Frankrijk is een der mo- eendheden, wier belangen niet al te zeer awienvallen met die der Donau-landen en onwillekeurig wekt de van Fransche zijde wótbonde belangstelling daarom den schijn ftffiin gebaseerd op politieke grondslagen; Vietz 1 rechtstreeks, om den Franschen in vloed verder Oostwaarts uit te dragen in Europa anderzijds om de Fransche vazal- Vaten 'te steunen. Politiek verdraagt zich absoluut niet met economie en toen Frank rijk werd beschuldigd politieke belangen na te streven, was de kiem gelegd voor on vruchtbare economische beschouwingen! Het was een reden extra geweest om zeer zeer voorzichtig te werk te gaan, doch in tegenstelling daarmede accepteerde Mac Donald een bespreking met de Franschen vooraf! Weliswaar onder nadrukkelijk voorbehoud, dat geen besluiten zouden ge nomen kunnen worden, maar van Duitsch- Italiaansche zijde vertrouwde men het zaakje toch niet recht. Zij konden toch van den beginne af aan ook gekend wor den? Officieel hield Engeland zich aan zijn belofte, Tardieu's bezoek aan Londen gaf geen beslissingen, naar het heette. Er was niet anders gebeurd dan een uitwisseling van gedachtenMaar of het toeval er mee speelde, ter conferentie van vier bleek Engeland naast Frankrijk te staan tegen over Duitschland en ItaliëMen versta ons goed, bewezen is daardoor niets, want het is niet zoo vreemd, dat beide minder belanghebbenden anders denken dan beide meer belanghebbenden, doch de achter docht, die eenmaal was gewekt, vond in dB toevallig samengaan, stof te over voor verdere conclusies. De atmosfeer was ver giftigd! De kwestie zelf is zeer ingewikkeld. Het geldt n.l. te combineeren twee tegenge stelde belangen. Frankrijk en Engeland zijn degenen, die met contanten moeten komen, Duitschland en Italië zijn daartoe niet in staat, terwijl Duitschland en Italië hunnerzijds slechts kunnen steunen door tariefconcessies. Over het vraagstuk, dat hulp geboden is en wel direct, is men het overigens gloeiend eens, al is nog 'n vraag, of men Bulgarije al dan niet in de kwestie zal betrekken, doch dat is betrekkelijk van ondergeschikt belang, behalve voor Bulga rije zelf, dat het uiterste doet om erkend telworden. Eenerzijds is volkomen begrijpe lijk, dat Frankrijk en Engeland niet van zins zijn om opnieuw goed geld te gooien naar kwaad geld in Europa's Oosten en zekerheid vragen van dekking ais anders zins, maar anderzijds is het even begrij pelijk, dat Duitschland en Italië weinig zin hebben om hun tariefbelangen op te offeren aan het garantie-geven aan de ansche en Engelsche geldschieters. Te nden is het dan ook niet mogelijk ge- ken tusschen beide belangen een com promis te vinden. Wellicht was een conferentie in aan- igheid der Donaustaten daarom ver- ndiger geweest, dan was men van den ginne af beter ingelicht geweest omtrent en omvang van het vraagstuk, dat oplossing schreeuwt, dat zij vooral niet rgeten! Het kraakt in het Oosten van werelddeel en de Balkan kan men ens daarbij in een adem noemen, zie r Griekenland brae landen, die hulp zoo broodnoodig' "ben, zijn inmiddels de dupe van de Mensche mislukking! Men kan nu wel- Mt hoop stellen op de volgende confe- 5™e, al is daarvoor noch plaats noch mtum reeds bepaald, doch men bouwt in geval ook weinig minder dan op drijf- ®M, Het meest waarschijnlijke is, dat de volgende conferentie te Genève zal plaats Vinden, daar Maandag toch de Ontwape- Aber hier, wie überhaupt, kommt es anders, als man glaubt! Met den naam van Wilhelm Busch zijn kostelijke geïllustreerde verhaaltjes verbon bon, die ook over de Duitsche grenzen den roem van den „lachenden philosoof", den grooten Duitschen humorist, hebben ge grondvest. In de herinnering doemen de gestalten weer op, wier streken en avon turen de kinderen steeds weer hebben ver rukt. die gestalten, die ook de volwasse nen zoo vaak hebben doen lachen: Max en Moritz. Hans Huckebein, de Vrome He- lene. Knopp, de Virtuoos en hoe zij ook mogen heeten! Daar zijn ze weer deze geniaal eenvoudige teekeningen, die in weinige trekken zoo veel zeggen, daar zijn de verzen, die in hun bondigheid den zin der teekeningen onderstrepen en die met hun drogen humor en vaak met hun le venswijsheden tot gevleugelde woorden zijn geworden. Wie kent niet: „Es ist eind Brauch von alters her: wer Sorgen hat, hat auch Likör." of: „Musik wird oft nicht schön gefunden, wail sie stets mit Gerausch verbunden" of: „Rotwein ist für alte Knaben eine von den besten Gaben." JDummheit, die man bei anderen sieht wirkt meist erhebend aufs Gemüt." „Vater werden ist nicht schwer, Vater sein dagegen sehr." „Enthaltsamkeit ist das Vergnügen an Sachen, welche wir nicht kriegen." De beteekenis van Wilhelm Busch be perkt zich intusschen geenszins tot zijn geïllustreerde verhalen, al zijn zij het ook geweest, die zijn naam vermaard hebben gemaakt. Busch, die op 15 April 1832 in het kleine Nedersaksische gehucht Wieden- sahl bij Hannover werd geboren, studeer de in het midden van de vorige eeuw te Hannover, de hoofdstad van Nedersaksen aan de Polytechnische Hoogeschool. Hij wilde ingenieur worden en schijnt ook in derdaad een uitstekend wiskundige te ziin geweest. Zijn teekentalent, dat zich toen reeds openbaarde o.a. door het maken van natuurgetrouwe portretten zijner professo ren in zijn collegeschriften, wees hem ech ter een anderen weg. Daarin versterkt door den raad zijner vrienden, besloot hij schil ningsconferentie opnieuw zal aanvangen, zoodat de meeste landen toch vertegen woordigd zijn, zelfs de Donau-mogend- heden, en bovendien volgende week ook de bijzondere zitting van den Volkenbonds raad plaats vindt over het rapport, over dezelfde materie uitgebracht! Dat geeft een pracht-gelegenheid om verder te gaan met de onderlinge besprekingen. Dat over en weer in de pers men elkaar de schuld geeft der mislukking, zullen we maar op den koop toenemen als het nor male verschijnsel. Nog verstandiger zou het ongetwijfeld zijn, zoo men de koe geheel en al bij de hoorns durfde te vatten en de gansche economische gesteldheid van ons wereld deel aan een grondige beschouwing onder wierp en daarbij eens de meest verre te gemoetkoming toonde, doch daarvoor schijnt de situatie, helaas nog niet rijp. Er zijn te veel onzekere factoren. Welis waar is Hindenburg's verkiezing verzekerd, maar de uitslag in Pruisen is dat niet, al schijnen de kansen van Hitier inderdaad niet verbeterd als gevolg van het optreden van minister Severing, die uit het bij de Nazis gevonden materiaal toch, zacht ge sproken, zeer bezwarende documenten naar voren wist te brengen, die ieder, die niet vooringenomen is, toch wel wat moeten zeggen. En even onzeker is de uitslag van de Fransche Kamer-verkiezingen, die op 1 en 8 Mei a.s. zijn vastgesteld. Tardieu heeft de eerste groote verkiezingsrede- voeringen gehouden, doch vermocht daar in geen enkel nieuw gezichtspunt naar voren te brengen, dat in staat is zijn be leid nieuwe argumenten toe te voeren. Het is moeilijk, dat zij erkend, maar zoo ge speend als Tardieu's laatste rede was aan bezielende momenten, was hij nimmer. Het was een zuivere herhaling van wat de wereld van Frankrijk sinds jaar en dag gewend is I Uit het Engelsch door A. TREUB. HOOFDSTUK XXI. 9 ff Yolgde een verbluffende stilte, li "ter bleef midden in een ademha- fem v n' en bij stond met uitpuilende El.w.f^Bende onderkaak, zijn handen tlphoii krwijl hij ze balde en zijn def- «f'i s°ev°el blijkbaar alle aangenomen iSeï- tend. "leld op met haar ellebogen te alsof en bield haar hoofd op zijde, Waohtt7 de herhaling van een wonder niP; daarvan zij zeker was, dat het kon zijn. kwam langzaam weer bij en irarht Was a£s een verbaasde gil. Hij joote „-ge?lcht in een uitdrukking butler aap Sheid, en keek zijn achtensroJl' w o£ hii verwachtte dat die zou vprEï £e dienaar tot eerloos stof geldiiie""^ en als een donderende ver- fiiken p.plan den beleedigden persoon- Maar wan het Huis Brace- ook wf-?r verbrokkelde niet, en gaf «jd zou verftvd,at hy binnen eenigen tegendeel tl eten. Hij scheen zich in palm tot gL01}twikkelen, en toen hij zich grijze ooeen v?ter wendde, kregen zijn drukking tiiSa een biologeerende uit- niet die was i de trelt om zÜn mond ten butler e men van den volmaak - t°en hij snraev,'acht'te of verlangde; en overmacht m was het met een rustige Van maehtip de drukkende atmosfeer bijna zichtbaar emoties> welke de kamer Ga zitten! beval hij, met zijn linker hand naar een stoel naast de tafel wijzend. Sir Peter verstijfde weer. Sir Peter ging langzaam terug van Spen cer, en toen de achterkant van zijn knieën in aanraking kwamen met den rand van den stoel, waarheen de butler nog steeds wees, viel hij er in neer en staarde den naderbij komenden Spencer aan, alsof hij den origineelen draak ont dekt had! Enid's oogen gingen zoo wijd mogelijk open, en haar open mond getuigde van den schok harer verbazing. Spencer stond voor den starenden en schijnbaar verlamden baronet, en zijn blik bleef niet minder biologeerend. Ik heb alles wat ik van plan was te verdragen van U verdragen, sir Peter, zei hij rustig, en wij zullen de zaak van de inbraak, en mijn aandeel daaraan, op een vrienschappelijker manier behandelen dan U zich had voorgesteld. Sir Peter keerde zich afgemat naar Enid. Enid, beval hij, met een poging om zijn gezag te herstellen, roep Lee Wang! Als U maar eenigszins denkt aan Lee Wang's lichamelijk welzijn, zal U hem op dit oogenblik niet roepen, dreigde Spencer ernstig, voordat het meisje ant woorden kon. Sir Peter stond half van zijn stoel op. Blijf zitten! Sir Peter ging zitten, en klopte met zijn handen op zijn stoelleuningen op een buitengewoon hulpelooze manier. Ik zal Lee Wang niet roepen, zei Enid. Sir Peter verschrikte onder de koelheid van deze openlijke uitdaging, en zijn woe de was de twistzieke woede van den zieke die tegen zijn geneesmiddel strijdt. Tart jij me, Enid? vroeg hij met bevende stem. Enid knikte met het hoofd, en zag hem zonder medelijden aan. der te worden. Op de Academies van Dus- seldorp, Antwerpen en Muenchen heeft hij de noodige opleiding gekregen, niet alleen voor zijn zoo vaak bewonderde teekenin gen, maar ook en wellicht zelfs in de eer ste plaats, voor zijn prestaties als schilder. De groote Nederlanders (Frans Hals, Brou wer en Rembrandt), wier werken hij te Amsterdam uit eigen aanschouwing leer de kennen, hebben in sterke mate bijge dragen tot zijn ontwikkeling. Busch heeft echter tijdens zijn leven nimmer verraden, dat hij ook een schilder van beteekenis was, wiens werken getuigen van oorspron kelijkheid. Slechts zijn vrienden wisten, hoe gaarne hij schilderde. Eens heeft hij geschreven „Ik schilder vlijtig. Het behaagt mij van ganscher harte en slechts met tegenzin doop ik de pen in de oude zwarte inkt. Ik zou het ook werkelijk niet doen, ware het niet om u te schrijven." Wat Busch voornamelijk in de lande lijke stilte van zijn geboorteplaats Wieden- saihl, waar ook de meesten zijner geïl lustreerde verhalen zijn ontstaan aan landschappen, genre-doeken en portretten, heeft geschilderd, werd met ten toonge steld. Hij behield de werken -zelf of schonk ze aan bloedverwanten en vrienden. En toen na zijn dood hij stierf te Mechts- hausen in het voorland van den Harz op 9 Januari 1908 een herinneringstentoon stelling werd gehouden, was de wereld vol verbazing over het werk van den schilder Busch. van wien men toen ongeveer hon derd schilderijen en voorts aquarellen en andere werken te bewonderen kreeg. Tal rijke dezer werken hangen thans in be kende musea, de meesten bevinden zich echter, zorgvuldig gehoed, in particulier bezit. Heden, nu men een overzicht over het werk van Busch heeft, waardeert men hem als een schilder, die impressionist was lang, voordat het impressionisme aan de macht was gekomen. Schilderijen van den kunstenaar uit openbaar en particulier bezit zuMen een belangrijk deel vormen van de groote Wil helm Busch-tentoonstelling. die door de „Wilhelm-Busch-Gesellschaft" te Hanno ver ter gelegenheid van de honderdste ver jaring van Busch wordt georganiseerd in het „Museum für Kunst und Landesge- schichte" en die van 16 April tot midden Juni toegankelijk zal zijn voor het publiek. Behalve schilderijen zal men hier de oor spronkelijke ontwerpen van ziin geïllu streerde geschiedenissen, studies, handtee- keningen handschriften brieven enz. vin den. Op deze tentoonstelling zal men een duidelijk beeld verkrijgen van de persoon lijkheid van den teekenaar. schilder en dichter, van den „lachenden philosoof" en van den mensch Wilhelm Busch. Aan het hoofd van het eere-comité voor deze ten toonstelling staat Rijkspresident von Hin denburg. Ook elders in Neder-Saksen worden voorbereidingen getroffen om den hon derdsten verjaardag van Wilhelm Busch op waardige wijze te vieren. De „Wilhelm Busch Gesellschaft" zal op 14 April te Mechtshausen een krans laten neerleggen op het graf van den kunstenaar. Op 15 April zal door deze zelfde Vereeniging een feestvergadering worden gehouden te Wie- densahl. Bij deze gelegenheid zal het woord worden gevoerd door eenige oude bewoners der gemeente, die Busch nog persoonlijk hebben gekend. De stad Han nover zal een gedenksteen laten plaatsen in den gevel van het huis in de Schmiede- strasse, waarin Busch als student heeft gewoond. Deze gedenksteen zal op 15 April worden onthuld. Denzelfden avond wordt door de „Wilhelm Eusch-Gesellschaft" in het „Konzerthaus" te Hannover een feest gegeven, waarop werken van den kunste naar zuilen worden voorgedragen. Aan den vooravond van den verjaardag van Busch zal in het stedelijke „Schausnielhaus" te Hannover een van de tooneelstukken van Wilhelm Busch, namelijk „Der Vetter auf Besuch". een allerliefst zangspel, dat vroe ger te Muenchen en in andere steden is gespeeld, worden opgevoerd. De „Wilhelm Busch-Gesellschaft" te Hannover, die het initiatief tot deze her denking heeft genomen en ze ook zelf ge deeltelijk heeft voorbereid, stelt zich ten doel, de herinneringen aan Busch te Wie- densahl en Mechtshausen in eere te hou den, alsook werken van Busch te verzame len en tentoonstellingen van deze werken te organiseeren. In het geboortehuis van den kunstenaar te Wiedensahl heeft zij een museum ingericht, dat reeds waardevolle werken en herinneringen bevat. Wilhelm Busch deze naam is de ver- persoojnlijking van den echten Duitschen humor. (Van onzen eigen correspondent.) MOTOR EN LOCOMOTIEF. Het „road versus rail"-conflict in Enge land is een ongelijke worsteling tusschen het oude, dat zich wü handhaven, en het nieuwe, dat hand over hand veld wint. Met het oude zijn machtige belangen ge moeid, de belangen van duizenden kleine bezitters, die hun geld aan de spoorwegen hebben geleend en het geleidelijk zien wegslinken, de belangen van een uitge breid leger personeel, administratief en bedienend, de belangen ook van hen, die de geenszins in alle opzichten verouderde spoorwegen niet kunnen missen. Mis schien heb ik belangen vergeten, maar de opgesomde zijn voldoende om aan te ge ven hoezeer algeheel verval van het spoor wegbedrijf onder de reeds moordende con currentie van den motor een groote maat schappelijke ramp zou zijn. De quaestie is uiteraard een regeerings- zaak, en reeds langer dan een half jaar geleden, toen de nieuwe verkeerswet van kracht werd, heeft de regeering met be palingen in die wet gepoogd den aanval van den motor op de locomotief te stuiten. Een korps van verkeerscommissarissen, voor verschillende centra van het land be noemd, kreeg opdracht verzoeken om ver gunningen van motordiensten te onder zoeken. Maatstaf voor toewijzing was veelal de vraag of de verkeersdienst, die werd voorgesteld, aan een behoefte tege moetkwam, afgescheiden van zekere technische eischen, waaraan aanvragers a priori moesten voldoen. De spoorwegmaat schappijen, die bij elke aanvraag van dien aard haar woord mochten doen, hebben als regel aangenomen zich tegen alle toe wijzingen te verzetten. Maar de meeste aanvragen waren zoodanig, dat de te vol gen diensten in het openbaar belang wer den geacht en de commissarissen hadden geen vrijheid zulke aanvragen ten be hoeve der spoorwegen te weigeren. De spoorwegen klagen over oneerlijke con currentie en leggen uit, dat zij enorme sommen hebben moeten besteden om hun eigen banen aan te leggen, terwijl de mo- torvervoer-ondememingen kosteloos ge bruik maken van de wegen, welke de staat heeft laten aanleggen. Zij leggen uit, dat zij jaarlijks aanzienlijke sommen moe ten betalen voor onderhoud van hun we gen en hun werken, terwijl de motor- menschen voor het onderhoud der rijks wegen veel te weinig belasting betalen in verhouding tot de slijtage, waaraan die wegen vooral als gevolg van het zware motorverkeer, blootstaan. Onder zulke omstandigheden, legt de thans zoo lij dende partij uit, kan het niet moeilijk zijn voor de motor-maatschappijen passa giers en vrachtklanten lagere tarieven aan te bieden dan de spoorwegen kunnen doen Aan den anderen kant redeneeren de nieuwe vrachtrijders, dat hun motor transport al meer dan genoeg aan belas ting opbrengt om de wegen te onderhou den (waarmede het argument der spoor wegen over den aanleg der banen niet is beantwoord.) Het is buiten allen twijfel, dat de mo- torvervoerondernemingen een onbillijk voordeel hebben over hun rivalen van de locomotief. Zij hebben geen millloen be hoeven te besteden aan wegenaanleg, om dat de wegen er waren toen zij kwamen. En de wegenbelasting dragen zij met alle andere gebruikers van motorvoertuigen, de lichtste (die weinig of geen slijtage aan den weg veroorzaken) incluis. Boven dien is het nieuwe bedrijf veel vrijer in zijn bewegingen dit maal figuurlijk ge sproken dan de spoorwegen, welker vrachtvervoer aan wettelijke bepalingen is gebonden, die bij de wet verplicht zijn alle voor transport aangeboden vrachten te accepteeren, en welker tariefstelsel voor vrachtvervoer onder wettige controle staat. De minister voor Transport heeft juist een nieuwen stap gedaan om in deze brandende quaestie een oplossing te be reiken. Een commissie is benoemd, be staande uit acht leden, vier voor elk der partijen die snel en terdege de mérites der geschilpunten moet onderzoeken en die vooral zoo juist mogelijk zal moeten be rekenen hoe groot het aandeel is, dat de motorvervoerondernemingen bijdragen in de kosten van aanleg en onderhoud van, wegen. Het kan niet worden verwacht, dat twee elkaar bestrijdende partijen, in één commissie vereenigd, een oplossing zullen vinden voor een van de lastigste binnen- landsche problemen, waarvoor Engeland zich thans ziet gesteld. Maar men hoopt, dat de uitkomst der beraadslagingen, in een rapport vastgelegd, aan de regeering een leiddraad zal geven. De positie op het oogenblik is, dat de motorvervoermaatschappijen het lucra tieve verkeer aan de spoorwegen onttrek ken, zoodat deze op den duur, indien de toestand bestendigd bleef, geen geld meer zouden hebben om hun bedrijf in goede conditie te houden. Dan zou ook het zware vrachtvervoer, dat van steenkool en dat voor de ijzer- en staalnijverheid en de machine-industrie, worden bedreigd. De gelegenheid voor zulk vervoer kan het land niet ontberen. Aan den anderen kant moet de vooruitgang worden gediend en mag aan de gemeenschap niet het in menig opzicht doeltreffender en goed- kooper motorvervoer van passagiers en lichte goederen worden onthouden. Hoe men zich uit dit dilemma zal werken is een open vraag. Er zijn vele mogelijkheden Nu de spoorwegen zich niet langer in een monopolie verheugen, heeft het publiek minder behoefte aan de wettelijke bepa lingen, die het tegen uitbuiting bescher men. Van zulke boeien bevrijd zouden de spoorwegen al terstond beter de concur rentie kunnen aanpakken. Electrificatie van lokaalverbindingen (hier en daar met succes uitgevoerd) zou ongetwijfeld meer passagiers aanbrengen. De spoorwegen zeggen echter, dat zij er geen kapitaal voor hebben, hetgeen men gerust mag geloo- ven. Tot heden hebben spoorwegdi recties weinig gedaan aan het verzetten van bakens met het verloopen van het ge tij en zij hebben er de populariteit bij de bevolking mee verspeeld. Zij zijn blijven soezen in hun monopolistischen sluimer. De ververschingszalen aan de stations, die nu al een halve eeuw lang het mikpunt zijn van populairen spot, zijn door de jaren heen onveranderd gebleven, koude, ongezellige verblijven, waar de broodjes en worstjes dagen lang in verschimmelden staat op de buffetten prijken. Dit is geen overdrijving. Ik heb meer dan eens aan het drukste station van Londen, Victoria, saucijzebroodjjes gekocht, die inwendig groen waren van schimmel. In Engeland zijn dat kleinigheden, die nimmer tot openbare verontwaardiging leiden maar alleen lachlust wekken. Het goede humeur van een Engelsche menigte is nu eenmaal grenzeloos. Maar de kleinigheden teeke nen een geestesgesteldheid, die noodzake lijk hervorming moet ondergaan. De spoorwegen hebben veelal gelijk, wanneer zij gewagen van de onbillijke concurren tie van hun nieuwe rivalen. Maar zijn ma ken openbare erkenning er van moeilijk door de sleur, welke him de sympathie ontneemt De quaestie „road versus rail" zal eens moeten worden opgelost. Het zal waarschijnlijk zoodanig geschieden, dat het nieuwe- en het oude bedrijf eikaar aanvullen. Maar de belangen, die bij de spoorwegen zijn betrokken, zullen moeten worden beschermd. En de uitkomst kan niet anders zijn dan verhooging van den prijs, dien men voor motorvervoer 'moet betalen. De spoorwegen moeten voor ze kere noodzakelijke diensten in stand wor den gehouden. En de motor-ondernemin gen zullen aan de instandhouding mee moeten betalen. RECLAME. VAN NELLÉ'S PAKJES KOFFIE SPECIAAL AANBEVOLEN GROEN MERK .40 C(. per halfpondspakje BLAUWMERK 35 Cf. per halfpondspakje CIRKELKOFFIE 32 Cf. per halfpondspakje MAGNEETKOFFIE 28 Cf. per halfpondspakje FAKKELKOFFIE 24 Cf. per halfpondspakje VRAAGT UWEN WINKELIER 7452 Heel goed, knarste hij, terwijl hij de telefoon naar zich toe trok en den hoorn opnam. Heel goed, wij zullen de politie weer laten komen. Leg den hoorn neer! beval Spencer. De politie is te roepen en ik zal ze roe pen.... als het noodig is. Leg den hoorn neer! Zenuwachtig als sir Peter was door het vooruitzicht der noodlottige gevolgen, die onvermijdelijk zouden zijn na het verlies der obligaties, nam deze onbegrijpelijke opstand van een ondergeschikte een om vang voor hem aan, die hij in normale oogenblikken niet zou gekregen hebben, en in zijn geest zag hij een ongekende paniek voor zich. Hij herkende in Spencer een wil, die oneindig veel krachtiger dan de zijne was een dynamische persoonlijk heid, die, om een duistere reden, zich in de gedaante van een butler verscholen had, een macht, die de kracht uit zijn geest en lichaam kon halen een be dreiging! Hij, die geen meester gekend had, hij, die zich onkwetsbaar had ge waand, zag zich nu gedwongen in een toestand te gelooven, die onmogelijk moest zijn in een wereld, die uitsluitend bestond uit het Huis Brace en anderen, ën zijn toorn was bitter. Hij trachtte wanhopig zijn meesterschap te handhaven. Ik laat me niet door een bediende ringelooren! snauwde hij en de klank van zijn stem verleende hem een denkbeeldig zelfvertrouwen. Leg den hoorn neer! De kalme stem beukte zijn hersens als met duivelsche hamers en hij voelde, dat zijn weerstand als door een wonder uit zijn hart verdween. Hij liet den hoorn op de tafel vallen, kromp terug in zijn stoel en keek onrustig naar den muur. Goed, zei Spencer rustig. Het woord „lafaard" zullen we wat later behandelen. Hij wendde zich tot het meisje, dat hem met verbazing aankeeek. Het spijt me, dat ik tot dezen stap moest overgaan, miss Enid, zei hij, met een beleefde leugen. Het verwondert me, dat je het niet vroeger gedaan hebt, Spencer! klonk het onverwachte antwoord. Maar aan sir Peter ontging de beteeke nis er van De tijd was er niet gunstig voor, miss Enid, legde Spencer ernstig uit. Ik zal het hem betaald zetten! Bij den hemel! Hij zal er met zijn hartebloed voor boeten! Sir Peter mompelde de woor den eentonig, toen Spencer zijn aandacht tot zich riep. Nu, sir Peter Brace. Gedurende bijna twee jaar heeft U me behandeld als een hond zooals men verwachten kan, dat een tierende snoever een hond behande len zal; U heeft misbruik van me gemaakt. U heeft me een pluimstrijker genoemd een parasiet, die zijn onsterfelijke ziel voor een fooi zou verkoopen er klonk niet de minste drift in Spencer's stem, toen hij de categorische beschuldiging uit sprak een vleiende bedelaar, die de hand zou likken van iederen vloekenden schelm, welke zich als een gentleman voordeed! U heeft mij geld toegegooid, zooals men afval aan een varken toe werpt! U beschouwt mij en mijn geheele klasse als van minderen rang een soort van menschelijke deurmatten, die door een wijze Voorzienigheid aangqwezen zijn- dat Uw sociale klasse er hun' voeten op kunnen vegen! een broedsel van mensche lijke ratten, die gevoel noch verstand, lief de noch trots hebben! En waarom? Om dat wij bedienden zijn! Vaar niet tegen mij uit, jij onbe schofte schelm! Sir Peter's stem was zulk een zwakke echo van haar vroeger krachtig geluid, dat de butler er niet de minste nota van nam. Omdat het toeval van geboorte U tot een aristocraat maakte, vervolgde hij on- meedoogend, omdat U toevallig in staat'is de markt soms te beïnvloeden, omdat U beweert dat het goddelijk recht uitsluitend bij de leden van Uw huis berust, meent ge, dat Uw aanmatiging buiten bespreking moet blijven! Maar de tijd is gekomen dat ge moet leeren, dat anderen recht hebben in de wereld te zijn dat zelfs bedienden eenige aanspraak hebben op een zekere mate van eerbied en achting! Enid weerhield een natuurlijke begeerte om deze heldhaftige woorden toe te jui chen en haar vader ging met een zwakken spotlach opzitten. Ben je heelemaal klaar? vroeg de baronet. Neen. Ik heb U een voorstel te doen. Sir Peter vond een beetje troost en moed in deze erkenning, dat de voorge stelde les niet van zuiver lichamelijken aard zou zijn. Er is geen voorstel dat jij of iemand van je soort me doen kunt, dat mij belet ten zal je de straat op te gooien, als je niet vrijwillig en onmiddellijk wilt gaan! blufte hij, opstaande met een vertooning van ge veinsde strijdlust. Ga zitten! Hij ging zitten, verbaasd en worstelend met zijn merkwaardige onmacht in tegen woordigheid van dit bovennatuurlijke wezen, dat eens de vertrapte Spencer was geweest. Ik ben niet van plan het huis te ver laten. zei Spencer, noch vrijwillig, noch door geweld. Nu het voorstel. Loop naar de hel met je voorstel! Spencer keek Enid verontschuldi gend aan. Misschien wilt U liever de kamer uit gaan, miss Enid, zei hij beleefd. Integendeel, antwoordde het meisje onmiddellijk, ik blijf liever. Ik .-vind het onderhoud buitengewoon interessant. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9