LEKKERE KOFFIE
73ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 9 Aprfl 1932
Derde Blad No. 22102
fü Buiten!. Weekoverzicht.
Honderd Jaar Wilhelm Busch
l___ FEUILLETON.
Geheimzinnige Inbreker
LONDENSCHE BRIEVEN.
De
Midden-Europa In zorg.
n-no u-conferentie te Londen is mis-
Cf", verbazen doet dat op zichzelf niet al
lukt! Verb werkeiyk veronder-
ïfmnrden da' daar in een paar dagen
eerntemnüng was te verkrijgen in een
OTereenste nde met zooveel voet
zoo deze' De Engelsche premier, die
angels ais d>s voetsporen wil gaan
bl"vten als voorvechter voor de „Veree-
df^' Staten van Europa" hij zal zich
nlgj!,elfde tegenslagen moeten preparee-
°Pj is te optimistisch geweest.
beginnen deugde de enscèneering
e iVenferentie al niet en dat is een factor
vS grootebeteekenis. Volgens Engelsche
SLwiize kon geen accoord gesloten wor-
e A ronder Duitschland en Italië om en
S-t was een van inzicht getuigend oordeel,
wiarom dan argwaan, om niet van erger
HL Kroten gewekt door een aparte bespre-
Hng vooraf met de Franschen, wier bedoe-
lincen in de Donau-kwestie toch al gewan
trouwd werden? Frankrijk is een der mo-
eendheden, wier belangen niet al te zeer
awienvallen met die der Donau-landen en
onwillekeurig wekt de van Fransche zijde
wótbonde belangstelling daarom den schijn
ftffiin gebaseerd op politieke grondslagen;
Vietz 1 rechtstreeks, om den Franschen in
vloed verder Oostwaarts uit te dragen in
Europa anderzijds om de Fransche vazal-
Vaten 'te steunen. Politiek verdraagt zich
absoluut niet met economie en toen Frank
rijk werd beschuldigd politieke belangen
na te streven, was de kiem gelegd voor on
vruchtbare economische beschouwingen!
Het was een reden extra geweest om
zeer zeer voorzichtig te werk te gaan, doch
in tegenstelling daarmede accepteerde Mac
Donald een bespreking met de Franschen
vooraf! Weliswaar onder nadrukkelijk
voorbehoud, dat geen besluiten zouden ge
nomen kunnen worden, maar van Duitsch-
Italiaansche zijde vertrouwde men het
zaakje toch niet recht. Zij konden toch
van den beginne af aan ook gekend wor
den?
Officieel hield Engeland zich aan zijn
belofte, Tardieu's bezoek aan Londen gaf
geen beslissingen, naar het heette. Er was
niet anders gebeurd dan een uitwisseling
van gedachtenMaar of het toeval er mee
speelde, ter conferentie van vier bleek
Engeland naast Frankrijk te staan tegen
over Duitschland en ItaliëMen versta
ons goed, bewezen is daardoor niets, want
het is niet zoo vreemd, dat beide minder
belanghebbenden anders denken dan beide
meer belanghebbenden, doch de achter
docht, die eenmaal was gewekt, vond in
dB toevallig samengaan, stof te over voor
verdere conclusies. De atmosfeer was ver
giftigd!
De kwestie zelf is zeer ingewikkeld. Het
geldt n.l. te combineeren twee tegenge
stelde belangen. Frankrijk en Engeland
zijn degenen, die met contanten moeten
komen, Duitschland en Italië zijn daartoe
niet in staat, terwijl Duitschland en Italië
hunnerzijds slechts kunnen steunen door
tariefconcessies. Over het vraagstuk, dat
hulp geboden is en wel direct, is men het
overigens gloeiend eens, al is nog 'n vraag,
of men Bulgarije al dan niet in de kwestie
zal betrekken, doch dat is betrekkelijk van
ondergeschikt belang, behalve voor Bulga
rije zelf, dat het uiterste doet om erkend
telworden. Eenerzijds is volkomen begrijpe
lijk, dat Frankrijk en Engeland niet van
zins zijn om opnieuw goed geld te gooien
naar kwaad geld in Europa's Oosten en
zekerheid vragen van dekking ais anders
zins, maar anderzijds is het even begrij
pelijk, dat Duitschland en Italië weinig
zin hebben om hun tariefbelangen op te
offeren aan het garantie-geven aan de
ansche en Engelsche geldschieters. Te
nden is het dan ook niet mogelijk ge-
ken tusschen beide belangen een com
promis te vinden.
Wellicht was een conferentie in aan-
igheid der Donaustaten daarom ver-
ndiger geweest, dan was men van den
ginne af beter ingelicht geweest omtrent
en omvang van het vraagstuk, dat
oplossing schreeuwt, dat zij vooral niet
rgeten! Het kraakt in het Oosten van
werelddeel en de Balkan kan men
ens daarbij in een adem noemen, zie
r Griekenland
brae landen, die hulp zoo broodnoodig'
"ben, zijn inmiddels de dupe van de
Mensche mislukking! Men kan nu wel-
Mt hoop stellen op de volgende confe-
5™e, al is daarvoor noch plaats noch
mtum reeds bepaald, doch men bouwt in
geval ook weinig minder dan op drijf-
®M, Het meest waarschijnlijke is, dat de
volgende conferentie te Genève zal plaats
Vinden, daar Maandag toch de Ontwape-
Aber hier, wie überhaupt,
kommt es anders, als man glaubt!
Met den naam van Wilhelm Busch zijn
kostelijke geïllustreerde verhaaltjes verbon
bon, die ook over de Duitsche grenzen den
roem van den „lachenden philosoof", den
grooten Duitschen humorist, hebben ge
grondvest. In de herinnering doemen de
gestalten weer op, wier streken en avon
turen de kinderen steeds weer hebben ver
rukt. die gestalten, die ook de volwasse
nen zoo vaak hebben doen lachen: Max
en Moritz. Hans Huckebein, de Vrome He-
lene. Knopp, de Virtuoos en hoe zij ook
mogen heeten! Daar zijn ze weer deze
geniaal eenvoudige teekeningen, die in
weinige trekken zoo veel zeggen, daar zijn
de verzen, die in hun bondigheid den zin
der teekeningen onderstrepen en die met
hun drogen humor en vaak met hun le
venswijsheden tot gevleugelde woorden zijn
geworden.
Wie kent niet:
„Es ist eind Brauch von alters her:
wer Sorgen hat, hat auch Likör."
of:
„Musik wird oft nicht schön gefunden,
wail sie stets mit Gerausch verbunden"
of:
„Rotwein ist für alte Knaben
eine von den besten Gaben."
JDummheit, die man bei anderen sieht
wirkt meist erhebend aufs Gemüt."
„Vater werden ist nicht schwer,
Vater sein dagegen sehr."
„Enthaltsamkeit ist das Vergnügen
an Sachen, welche wir nicht kriegen."
De beteekenis van Wilhelm Busch be
perkt zich intusschen geenszins tot zijn
geïllustreerde verhalen, al zijn zij het ook
geweest, die zijn naam vermaard hebben
gemaakt. Busch, die op 15 April 1832 in
het kleine Nedersaksische gehucht Wieden-
sahl bij Hannover werd geboren, studeer
de in het midden van de vorige eeuw te
Hannover, de hoofdstad van Nedersaksen
aan de Polytechnische Hoogeschool. Hij
wilde ingenieur worden en schijnt ook in
derdaad een uitstekend wiskundige te ziin
geweest. Zijn teekentalent, dat zich toen
reeds openbaarde o.a. door het maken van
natuurgetrouwe portretten zijner professo
ren in zijn collegeschriften, wees hem ech
ter een anderen weg. Daarin versterkt door
den raad zijner vrienden, besloot hij schil
ningsconferentie opnieuw zal aanvangen,
zoodat de meeste landen toch vertegen
woordigd zijn, zelfs de Donau-mogend-
heden, en bovendien volgende week ook de
bijzondere zitting van den Volkenbonds
raad plaats vindt over het rapport, over
dezelfde materie uitgebracht! Dat geeft
een pracht-gelegenheid om verder te gaan
met de onderlinge besprekingen.
Dat over en weer in de pers men elkaar
de schuld geeft der mislukking, zullen we
maar op den koop toenemen als het nor
male verschijnsel.
Nog verstandiger zou het ongetwijfeld
zijn, zoo men de koe geheel en al bij de
hoorns durfde te vatten en de gansche
economische gesteldheid van ons wereld
deel aan een grondige beschouwing onder
wierp en daarbij eens de meest verre te
gemoetkoming toonde, doch daarvoor
schijnt de situatie, helaas nog niet rijp.
Er zijn te veel onzekere factoren. Welis
waar is Hindenburg's verkiezing verzekerd,
maar de uitslag in Pruisen is dat niet, al
schijnen de kansen van Hitier inderdaad
niet verbeterd als gevolg van het optreden
van minister Severing, die uit het bij de
Nazis gevonden materiaal toch, zacht ge
sproken, zeer bezwarende documenten naar
voren wist te brengen, die ieder, die niet
vooringenomen is, toch wel wat moeten
zeggen. En even onzeker is de uitslag van
de Fransche Kamer-verkiezingen, die op
1 en 8 Mei a.s. zijn vastgesteld. Tardieu
heeft de eerste groote verkiezingsrede-
voeringen gehouden, doch vermocht daar
in geen enkel nieuw gezichtspunt naar
voren te brengen, dat in staat is zijn be
leid nieuwe argumenten toe te voeren. Het
is moeilijk, dat zij erkend, maar zoo ge
speend als Tardieu's laatste rede was aan
bezielende momenten, was hij nimmer. Het
was een zuivere herhaling van wat de
wereld van Frankrijk sinds jaar en dag
gewend is
I
Uit het Engelsch door A. TREUB.
HOOFDSTUK XXI.
9 ff Yolgde een verbluffende stilte,
li "ter bleef midden in een ademha-
fem v n' en bij stond met uitpuilende
El.w.f^Bende onderkaak, zijn handen
tlphoii krwijl hij ze balde en zijn def-
«f'i s°ev°el blijkbaar alle aangenomen
iSeï- tend.
"leld op met haar ellebogen te
alsof en bield haar hoofd op zijde,
Waohtt7 de herhaling van een wonder
niP; daarvan zij zeker was, dat het
kon zijn.
kwam langzaam weer bij en
irarht Was a£s een verbaasde gil. Hij
joote „-ge?lcht in een uitdrukking
butler aap Sheid, en keek zijn
achtensroJl' w o£ hii verwachtte dat die
zou vprEï £e dienaar tot eerloos stof
geldiiie""^ en als een donderende ver-
fiiken p.plan den beleedigden persoon-
Maar wan het Huis Brace-
ook wf-?r verbrokkelde niet, en gaf
«jd zou verftvd,at hy binnen eenigen
tegendeel tl eten. Hij scheen zich in
palm tot gL01}twikkelen, en toen hij zich
grijze ooeen v?ter wendde, kregen zijn
drukking tiiSa een biologeerende uit-
niet die was i de trelt om zÜn mond
ten butler e men van den volmaak -
t°en hij snraev,'acht'te of verlangde; en
overmacht m was het met een rustige
Van maehtip de drukkende atmosfeer
bijna zichtbaar emoties> welke de kamer
Ga zitten! beval hij, met zijn linker
hand naar een stoel naast de tafel wijzend.
Sir Peter verstijfde weer.
Sir Peter ging langzaam terug van Spen
cer, en toen de achterkant van zijn
knieën in aanraking kwamen met den
rand van den stoel, waarheen de butler
nog steeds wees, viel hij er in neer en
staarde den naderbij komenden Spencer
aan, alsof hij den origineelen draak ont
dekt had!
Enid's oogen gingen zoo wijd mogelijk
open, en haar open mond getuigde van
den schok harer verbazing.
Spencer stond voor den starenden en
schijnbaar verlamden baronet, en zijn blik
bleef niet minder biologeerend.
Ik heb alles wat ik van plan was te
verdragen van U verdragen, sir Peter, zei
hij rustig, en wij zullen de zaak van de
inbraak, en mijn aandeel daaraan, op een
vrienschappelijker manier behandelen dan
U zich had voorgesteld.
Sir Peter keerde zich afgemat naar Enid.
Enid, beval hij, met een poging om
zijn gezag te herstellen, roep Lee Wang!
Als U maar eenigszins denkt aan
Lee Wang's lichamelijk welzijn, zal U hem
op dit oogenblik niet roepen, dreigde
Spencer ernstig, voordat het meisje ant
woorden kon.
Sir Peter stond half van zijn stoel op.
Blijf zitten!
Sir Peter ging zitten, en klopte met zijn
handen op zijn stoelleuningen op een
buitengewoon hulpelooze manier.
Ik zal Lee Wang niet roepen, zei
Enid.
Sir Peter verschrikte onder de koelheid
van deze openlijke uitdaging, en zijn woe
de was de twistzieke woede van den zieke
die tegen zijn geneesmiddel strijdt.
Tart jij me, Enid? vroeg hij met
bevende stem.
Enid knikte met het hoofd, en zag hem
zonder medelijden aan.
der te worden. Op de Academies van Dus-
seldorp, Antwerpen en Muenchen heeft hij
de noodige opleiding gekregen, niet alleen
voor zijn zoo vaak bewonderde teekenin
gen, maar ook en wellicht zelfs in de eer
ste plaats, voor zijn prestaties als schilder.
De groote Nederlanders (Frans Hals, Brou
wer en Rembrandt), wier werken hij te
Amsterdam uit eigen aanschouwing leer
de kennen, hebben in sterke mate bijge
dragen tot zijn ontwikkeling. Busch heeft
echter tijdens zijn leven nimmer verraden,
dat hij ook een schilder van beteekenis
was, wiens werken getuigen van oorspron
kelijkheid. Slechts zijn vrienden wisten,
hoe gaarne hij schilderde. Eens heeft hij
geschreven
„Ik schilder vlijtig. Het behaagt mij van
ganscher harte en slechts met tegenzin
doop ik de pen in de oude zwarte inkt. Ik
zou het ook werkelijk niet doen, ware het
niet om u te schrijven."
Wat Busch voornamelijk in de lande
lijke stilte van zijn geboorteplaats Wieden-
saihl, waar ook de meesten zijner geïl
lustreerde verhalen zijn ontstaan aan
landschappen, genre-doeken en portretten,
heeft geschilderd, werd met ten toonge
steld. Hij behield de werken -zelf of schonk
ze aan bloedverwanten en vrienden. En
toen na zijn dood hij stierf te Mechts-
hausen in het voorland van den Harz op
9 Januari 1908 een herinneringstentoon
stelling werd gehouden, was de wereld vol
verbazing over het werk van den schilder
Busch. van wien men toen ongeveer hon
derd schilderijen en voorts aquarellen en
andere werken te bewonderen kreeg. Tal
rijke dezer werken hangen thans in be
kende musea, de meesten bevinden zich
echter, zorgvuldig gehoed, in particulier
bezit. Heden, nu men een overzicht over
het werk van Busch heeft, waardeert men
hem als een schilder, die impressionist was
lang, voordat het impressionisme aan de
macht was gekomen.
Schilderijen van den kunstenaar uit
openbaar en particulier bezit zuMen een
belangrijk deel vormen van de groote Wil
helm Busch-tentoonstelling. die door de
„Wilhelm-Busch-Gesellschaft" te Hanno
ver ter gelegenheid van de honderdste ver
jaring van Busch wordt georganiseerd in
het „Museum für Kunst und Landesge-
schichte" en die van 16 April tot midden
Juni toegankelijk zal zijn voor het publiek.
Behalve schilderijen zal men hier de oor
spronkelijke ontwerpen van ziin geïllu
streerde geschiedenissen, studies, handtee-
keningen handschriften brieven enz. vin
den. Op deze tentoonstelling zal men een
duidelijk beeld verkrijgen van de persoon
lijkheid van den teekenaar. schilder en
dichter, van den „lachenden philosoof" en
van den mensch Wilhelm Busch. Aan het
hoofd van het eere-comité voor deze ten
toonstelling staat Rijkspresident von Hin
denburg.
Ook elders in Neder-Saksen worden
voorbereidingen getroffen om den hon
derdsten verjaardag van Wilhelm Busch
op waardige wijze te vieren. De „Wilhelm
Busch Gesellschaft" zal op 14 April te
Mechtshausen een krans laten neerleggen
op het graf van den kunstenaar. Op 15
April zal door deze zelfde Vereeniging een
feestvergadering worden gehouden te Wie-
densahl. Bij deze gelegenheid zal het
woord worden gevoerd door eenige oude
bewoners der gemeente, die Busch nog
persoonlijk hebben gekend. De stad Han
nover zal een gedenksteen laten plaatsen
in den gevel van het huis in de Schmiede-
strasse, waarin Busch als student heeft
gewoond. Deze gedenksteen zal op 15 April
worden onthuld. Denzelfden avond wordt
door de „Wilhelm Eusch-Gesellschaft" in
het „Konzerthaus" te Hannover een feest
gegeven, waarop werken van den kunste
naar zuilen worden voorgedragen. Aan den
vooravond van den verjaardag van Busch
zal in het stedelijke „Schausnielhaus" te
Hannover een van de tooneelstukken van
Wilhelm Busch, namelijk „Der Vetter auf
Besuch". een allerliefst zangspel, dat vroe
ger te Muenchen en in andere steden is
gespeeld, worden opgevoerd.
De „Wilhelm Busch-Gesellschaft" te
Hannover, die het initiatief tot deze her
denking heeft genomen en ze ook zelf ge
deeltelijk heeft voorbereid, stelt zich ten
doel, de herinneringen aan Busch te Wie-
densahl en Mechtshausen in eere te hou
den, alsook werken van Busch te verzame
len en tentoonstellingen van deze werken
te organiseeren. In het geboortehuis van
den kunstenaar te Wiedensahl heeft zij een
museum ingericht, dat reeds waardevolle
werken en herinneringen bevat.
Wilhelm Busch deze naam is de ver-
persoojnlijking van den echten Duitschen
humor.
(Van onzen eigen correspondent.)
MOTOR EN LOCOMOTIEF.
Het „road versus rail"-conflict in Enge
land is een ongelijke worsteling tusschen
het oude, dat zich wü handhaven, en het
nieuwe, dat hand over hand veld wint.
Met het oude zijn machtige belangen ge
moeid, de belangen van duizenden kleine
bezitters, die hun geld aan de spoorwegen
hebben geleend en het geleidelijk zien
wegslinken, de belangen van een uitge
breid leger personeel, administratief en
bedienend, de belangen ook van hen, die
de geenszins in alle opzichten verouderde
spoorwegen niet kunnen missen. Mis
schien heb ik belangen vergeten, maar de
opgesomde zijn voldoende om aan te ge
ven hoezeer algeheel verval van het spoor
wegbedrijf onder de reeds moordende con
currentie van den motor een groote maat
schappelijke ramp zou zijn.
De quaestie is uiteraard een regeerings-
zaak, en reeds langer dan een half jaar
geleden, toen de nieuwe verkeerswet van
kracht werd, heeft de regeering met be
palingen in die wet gepoogd den aanval
van den motor op de locomotief te stuiten.
Een korps van verkeerscommissarissen,
voor verschillende centra van het land be
noemd, kreeg opdracht verzoeken om ver
gunningen van motordiensten te onder
zoeken. Maatstaf voor toewijzing was
veelal de vraag of de verkeersdienst, die
werd voorgesteld, aan een behoefte tege
moetkwam, afgescheiden van zekere
technische eischen, waaraan aanvragers a
priori moesten voldoen. De spoorwegmaat
schappijen, die bij elke aanvraag van dien
aard haar woord mochten doen, hebben
als regel aangenomen zich tegen alle toe
wijzingen te verzetten. Maar de meeste
aanvragen waren zoodanig, dat de te vol
gen diensten in het openbaar belang wer
den geacht en de commissarissen hadden
geen vrijheid zulke aanvragen ten be
hoeve der spoorwegen te weigeren. De
spoorwegen klagen over oneerlijke con
currentie en leggen uit, dat zij enorme
sommen hebben moeten besteden om hun
eigen banen aan te leggen, terwijl de mo-
torvervoer-ondememingen kosteloos ge
bruik maken van de wegen, welke de
staat heeft laten aanleggen. Zij leggen uit,
dat zij jaarlijks aanzienlijke sommen moe
ten betalen voor onderhoud van hun we
gen en hun werken, terwijl de motor-
menschen voor het onderhoud der rijks
wegen veel te weinig belasting betalen in
verhouding tot de slijtage, waaraan die
wegen vooral als gevolg van het zware
motorverkeer, blootstaan. Onder zulke
omstandigheden, legt de thans zoo lij
dende partij uit, kan het niet moeilijk zijn
voor de motor-maatschappijen passa
giers en vrachtklanten lagere tarieven aan
te bieden dan de spoorwegen kunnen doen
Aan den anderen kant redeneeren de
nieuwe vrachtrijders, dat hun motor
transport al meer dan genoeg aan belas
ting opbrengt om de wegen te onderhou
den (waarmede het argument der spoor
wegen over den aanleg der banen niet is
beantwoord.)
Het is buiten allen twijfel, dat de mo-
torvervoerondernemingen een onbillijk
voordeel hebben over hun rivalen van de
locomotief. Zij hebben geen millloen be
hoeven te besteden aan wegenaanleg, om
dat de wegen er waren toen zij kwamen.
En de wegenbelasting dragen zij met alle
andere gebruikers van motorvoertuigen,
de lichtste (die weinig of geen slijtage
aan den weg veroorzaken) incluis. Boven
dien is het nieuwe bedrijf veel vrijer in
zijn bewegingen dit maal figuurlijk ge
sproken dan de spoorwegen, welker
vrachtvervoer aan wettelijke bepalingen is
gebonden, die bij de wet verplicht zijn alle
voor transport aangeboden vrachten te
accepteeren, en welker tariefstelsel voor
vrachtvervoer onder wettige controle
staat.
De minister voor Transport heeft juist
een nieuwen stap gedaan om in deze
brandende quaestie een oplossing te be
reiken. Een commissie is benoemd, be
staande uit acht leden, vier voor elk der
partijen die snel en terdege de mérites der
geschilpunten moet onderzoeken en die
vooral zoo juist mogelijk zal moeten be
rekenen hoe groot het aandeel is, dat de
motorvervoerondernemingen bijdragen in
de kosten van aanleg en onderhoud van,
wegen. Het kan niet worden verwacht, dat
twee elkaar bestrijdende partijen, in één
commissie vereenigd, een oplossing zullen
vinden voor een van de lastigste binnen-
landsche problemen, waarvoor Engeland
zich thans ziet gesteld. Maar men hoopt,
dat de uitkomst der beraadslagingen, in
een rapport vastgelegd, aan de regeering
een leiddraad zal geven.
De positie op het oogenblik is, dat de
motorvervoermaatschappijen het lucra
tieve verkeer aan de spoorwegen onttrek
ken, zoodat deze op den duur, indien de
toestand bestendigd bleef, geen geld meer
zouden hebben om hun bedrijf in goede
conditie te houden. Dan zou ook het zware
vrachtvervoer, dat van steenkool en dat
voor de ijzer- en staalnijverheid en de
machine-industrie, worden bedreigd. De
gelegenheid voor zulk vervoer kan het
land niet ontberen. Aan den anderen
kant moet de vooruitgang worden gediend
en mag aan de gemeenschap niet het in
menig opzicht doeltreffender en goed-
kooper motorvervoer van passagiers en
lichte goederen worden onthouden. Hoe
men zich uit dit dilemma zal werken is
een open vraag. Er zijn vele mogelijkheden
Nu de spoorwegen zich niet langer in een
monopolie verheugen, heeft het publiek
minder behoefte aan de wettelijke bepa
lingen, die het tegen uitbuiting bescher
men. Van zulke boeien bevrijd zouden de
spoorwegen al terstond beter de concur
rentie kunnen aanpakken. Electrificatie
van lokaalverbindingen (hier en daar met
succes uitgevoerd) zou ongetwijfeld meer
passagiers aanbrengen. De spoorwegen
zeggen echter, dat zij er geen kapitaal voor
hebben, hetgeen men gerust mag geloo-
ven. Tot heden hebben spoorwegdi
recties weinig gedaan aan het verzetten
van bakens met het verloopen van het ge
tij en zij hebben er de populariteit bij de
bevolking mee verspeeld. Zij zijn blijven
soezen in hun monopolistischen sluimer.
De ververschingszalen aan de stations, die
nu al een halve eeuw lang het mikpunt
zijn van populairen spot, zijn door de
jaren heen onveranderd gebleven, koude,
ongezellige verblijven, waar de broodjes en
worstjes dagen lang in verschimmelden
staat op de buffetten prijken. Dit is geen
overdrijving. Ik heb meer dan eens aan
het drukste station van Londen, Victoria,
saucijzebroodjjes gekocht, die inwendig
groen waren van schimmel. In Engeland
zijn dat kleinigheden, die nimmer tot
openbare verontwaardiging leiden maar
alleen lachlust wekken. Het goede humeur
van een Engelsche menigte is nu eenmaal
grenzeloos. Maar de kleinigheden teeke
nen een geestesgesteldheid, die noodzake
lijk hervorming moet ondergaan. De
spoorwegen hebben veelal gelijk, wanneer
zij gewagen van de onbillijke concurren
tie van hun nieuwe rivalen. Maar zijn ma
ken openbare erkenning er van moeilijk
door de sleur, welke him de sympathie
ontneemt De quaestie „road versus
rail" zal eens moeten worden opgelost. Het
zal waarschijnlijk zoodanig geschieden,
dat het nieuwe- en het oude bedrijf eikaar
aanvullen. Maar de belangen, die bij de
spoorwegen zijn betrokken, zullen moeten
worden beschermd. En de uitkomst kan
niet anders zijn dan verhooging van den
prijs, dien men voor motorvervoer 'moet
betalen. De spoorwegen moeten voor ze
kere noodzakelijke diensten in stand wor
den gehouden. En de motor-ondernemin
gen zullen aan de instandhouding mee
moeten betalen.
RECLAME.
VAN NELLÉ'S PAKJES KOFFIE
SPECIAAL AANBEVOLEN
GROEN MERK .40 C(. per halfpondspakje
BLAUWMERK 35 Cf. per halfpondspakje
CIRKELKOFFIE 32 Cf. per halfpondspakje
MAGNEETKOFFIE 28 Cf. per halfpondspakje
FAKKELKOFFIE 24 Cf. per halfpondspakje
VRAAGT UWEN WINKELIER
7452
Heel goed, knarste hij, terwijl hij de
telefoon naar zich toe trok en den hoorn
opnam. Heel goed, wij zullen de politie
weer laten komen.
Leg den hoorn neer! beval Spencer.
De politie is te roepen en ik zal ze roe
pen.... als het noodig is. Leg den hoorn
neer!
Zenuwachtig als sir Peter was door het
vooruitzicht der noodlottige gevolgen, die
onvermijdelijk zouden zijn na het verlies
der obligaties, nam deze onbegrijpelijke
opstand van een ondergeschikte een om
vang voor hem aan, die hij in normale
oogenblikken niet zou gekregen hebben, en
in zijn geest zag hij een ongekende paniek
voor zich. Hij herkende in Spencer een
wil, die oneindig veel krachtiger dan de
zijne was een dynamische persoonlijk
heid, die, om een duistere reden, zich in
de gedaante van een butler verscholen
had, een macht, die de kracht uit zijn
geest en lichaam kon halen een be
dreiging! Hij, die geen meester gekend
had, hij, die zich onkwetsbaar had ge
waand, zag zich nu gedwongen in een
toestand te gelooven, die onmogelijk moest
zijn in een wereld, die uitsluitend bestond
uit het Huis Brace en anderen, ën zijn
toorn was bitter. Hij trachtte wanhopig
zijn meesterschap te handhaven.
Ik laat me niet door een bediende
ringelooren! snauwde hij en de klank van
zijn stem verleende hem een denkbeeldig
zelfvertrouwen.
Leg den hoorn neer!
De kalme stem beukte zijn hersens als
met duivelsche hamers en hij voelde, dat
zijn weerstand als door een wonder uit
zijn hart verdween. Hij liet den hoorn op
de tafel vallen, kromp terug in zijn stoel
en keek onrustig naar den muur.
Goed, zei Spencer rustig. Het woord
„lafaard" zullen we wat later behandelen.
Hij wendde zich tot het meisje, dat hem
met verbazing aankeeek.
Het spijt me, dat ik tot dezen stap
moest overgaan, miss Enid, zei hij, met
een beleefde leugen.
Het verwondert me, dat je het niet
vroeger gedaan hebt, Spencer! klonk het
onverwachte antwoord.
Maar aan sir Peter ontging de beteeke
nis er van
De tijd was er niet gunstig voor, miss
Enid, legde Spencer ernstig uit.
Ik zal het hem betaald zetten! Bij
den hemel! Hij zal er met zijn hartebloed
voor boeten! Sir Peter mompelde de woor
den eentonig, toen Spencer zijn aandacht
tot zich riep.
Nu, sir Peter Brace. Gedurende bijna
twee jaar heeft U me behandeld als een
hond zooals men verwachten kan, dat
een tierende snoever een hond behande
len zal; U heeft misbruik van me gemaakt.
U heeft me een pluimstrijker genoemd
een parasiet, die zijn onsterfelijke ziel
voor een fooi zou verkoopen er klonk
niet de minste drift in Spencer's stem,
toen hij de categorische beschuldiging uit
sprak een vleiende bedelaar, die de
hand zou likken van iederen vloekenden
schelm, welke zich als een gentleman
voordeed! U heeft mij geld toegegooid,
zooals men afval aan een varken toe
werpt! U beschouwt mij en mijn geheele
klasse als van minderen rang een soort
van menschelijke deurmatten, die door
een wijze Voorzienigheid aangqwezen zijn-
dat Uw sociale klasse er hun' voeten op
kunnen vegen! een broedsel van mensche
lijke ratten, die gevoel noch verstand, lief
de noch trots hebben! En waarom? Om
dat wij bedienden zijn!
Vaar niet tegen mij uit, jij onbe
schofte schelm!
Sir Peter's stem was zulk een zwakke
echo van haar vroeger krachtig geluid,
dat de butler er niet de minste nota
van nam.
Omdat het toeval van geboorte U tot
een aristocraat maakte, vervolgde hij on-
meedoogend, omdat U toevallig in staat'is
de markt soms te beïnvloeden, omdat U
beweert dat het goddelijk recht uitsluitend
bij de leden van Uw huis berust, meent ge,
dat Uw aanmatiging buiten bespreking
moet blijven! Maar de tijd is gekomen dat
ge moet leeren, dat anderen recht hebben
in de wereld te zijn dat zelfs bedienden
eenige aanspraak hebben op een zekere
mate van eerbied en achting!
Enid weerhield een natuurlijke begeerte
om deze heldhaftige woorden toe te jui
chen en haar vader ging met een zwakken
spotlach opzitten.
Ben je heelemaal klaar? vroeg de
baronet.
Neen. Ik heb U een voorstel te doen.
Sir Peter vond een beetje troost en
moed in deze erkenning, dat de voorge
stelde les niet van zuiver lichamelijken
aard zou zijn.
Er is geen voorstel dat jij of iemand
van je soort me doen kunt, dat mij belet
ten zal je de straat op te gooien, als je niet
vrijwillig en onmiddellijk wilt gaan! blufte
hij, opstaande met een vertooning van ge
veinsde strijdlust.
Ga zitten!
Hij ging zitten, verbaasd en worstelend
met zijn merkwaardige onmacht in tegen
woordigheid van dit bovennatuurlijke
wezen, dat eens de vertrapte Spencer was
geweest.
Ik ben niet van plan het huis te ver
laten. zei Spencer, noch vrijwillig, noch
door geweld. Nu het voorstel.
Loop naar de hel met je voorstel!
Spencer keek Enid verontschuldi
gend aan.
Misschien wilt U liever de kamer uit
gaan, miss Enid, zei hij beleefd.
Integendeel, antwoordde het meisje
onmiddellijk, ik blijf liever. Ik .-vind het
onderhoud buitengewoon interessant.
(Wordt vervolgd).