heeren-raai WIJ GEVEN 2en PAASCHDAG door te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 26 Maart 1932 Zesde Blad No. 22091 Parlementaire Anecdotes en Incidenten. BIJ 6 FOTOKAARTEN OF 6 CABINET FOTO's EEN SALON-VERGROOTING TER WAARDE VAN f. 8.- CADEAU SLEGTENHORSTs F0T0HAN0EL BINNENLAND. per 20cf.peronsiOd.per'/20ns De verstopte Paascheieren. niet Door D. HANS. SPECIALITEITEN. iEen parlement is als een circus Een lectie specialiteiten. Extra gesorteerd, .geëvenaard. Zoo heb ik u op het Binnenhof ontmoet In ik doe maar of ze er alle nog zijn) flde man met de witte das. Deze afgevaardigde is een mysterie op L-li zelf. Hij verschijnt sinds jaren nooit ^ders dan met een lange witte das. Bij oordende zomerhitte en in felle vries- Diide, bij de begrooting van Waterstaat :«wel als bij het wetsontwerp tot natu- jlisatie van Jacob Stijfsel: hij draagt een Jitte das Sommigen hebben niet 'm te |xn. Zeggen dat het een ziekte is. Ande- ln vertellen dat hij indertijd een partijtje r.::e dassen tegen spotprijs heeft inge licht en nu fadraagt. Weer een ander eft vernomen, dat hij een erf-tante op kar sterfbed beloofd heeft, niets dan jitte dassen te dragen. Maar velen en dien eerlijk te bekennen dat dit mijn loep iS zoeken er nóch een psychische twijking nóch een familiekwestie in. maar jden de verklaring in een tikje aanstel- tigheid. Hier ben ik, met m'n witte das! i. Ik-zelf. Groote-mannen hebben altijd rat bijzonders. Chamberlain droeg een or- •ridee in het knoopsgat van z'n smoking, fn colbert en z'n pyama. Van Bismarck lirmeldt de historie-schrijver, dat hij nooit :?er dan drie knoopen aan z'n vest wilde [ebben. Napoleon stond altijd met ge- uiste armen. Frederik de Groots had een ntstochtelijke liefde voor havermout. Ik - afgevaardigde ik kom met m'n witte ^His. Wie doet me wat? Wie m'n das ziet. [et mij. Ze praten over me. Want: over h'n das. Leelijk? Mij een zorg. Leelijk is I ji: een soort schoonheid, in 't negatieve. zoo zie ik dezen volksvertegenwoordiger .^Btuwig met. z'n witte das, die kriebelig ~r akt, en ik hoop vurig dat ze 'm straks rippen. Om z'n pedante witte das. IIde man, die van niets weet. Hij is bij verrassing afgevaardigde ge erden, en arriveerde knischelijk op het linnenhof. als een onnoozele in het poli- iek Jerusalem. ..Kunt n me ook zeggen?". :oeg hij beleefd aan een mede-lid, „tot ■elke partij meneer Noiens behoort?" Die is Katholiek", zei collega, lichtelijk erbouwereerd. Even later klampte de neuweling een ander aan. „Kunt u me :ok zeggen, tot welke partij minister Ruys ehoort?" De aangevraagde keek of hij in z'n kieskring hoorde donderen. Minister Ruys? Die is Katholiek." „O, co, dat dacht ik wel," juichte de nieuwe- sg triomfantelijk, „want hij stond daar- '5 ::aks geregeld met meneer Nolens te moezen, En sindsdien wordt deze af- I~ vaardigde met blikken van vurige be- fortdering aangezien, vanwege z'n reine .olitieke onnoozeiheid. die in dit milieu als een frlssche verkwikking is. Och, wa ren allen zoo! III. de me n die onschendbaar is. I Een vermaard politicus. Koning van het platteland. Staande aan het hoofd van een talrijke schare koeien, ossen, biggen, pluim ree en kikvorschen. Voert in de koffieka mer ietwat, heftig gesprek met eenige me deleden. Veroorlooft zich een on-eerbiedige uitlating aan het adres van een hoog staand. wat zeg Ik allerhoogstaandst per- .-oon. „Je bent er leelijk bij, man!", zegt één zijner collega's. .Als wij daar werk van maken, als wij de uitlating overbrengen aan den officier van justitie, ga je de kast in, subiet En dan moeten wij tegen je ge- uigen." Een breede. wèldoorvoede grijns lach op het gelaat van den plattelands- koning. .Zal je mij nemen. Moet ie vroeger oostaan. Denk je dat ik niet weet" en tier kijkt hij in het rond in de gezellige koffiekamer .denk je dat ik niet weet dat ik hier in de Kamer onschendbaar ben?" Trotsch als een pauw verdwijnt hij. IVde man die teekent. Dit doet hij altijd. Onder iedere steih- Iming. Bij ieder spannend debat. In eersten Itermijn en bi) de repliek. Ook tijdens z'n |eigen repliek. Geen poppetjes, geen huizen, geen Jitoombooten, maar ingewikkelde mathe- linatische figuren. Tapijt-patronen van ïivondere constructie, waarop de rechte (nooit kromme) lijnen elkander op hon derd manieren kruisen. Onder de grootste ruzietjes teekent hij. Bij het Dienstplicht wet-debat heeft hij niet alleen geteekend, maar ook geknipt, zoodat z'n medeleden het kunstige maakwerk tegen het licht hielden om het te bewonderen. Iemand van uitstekende familie en van groote geleerd heid, geen artiest van professie. Liefheb- ber-snelteekenaar. Tusschen twee tapijt- ontwerpen in houdt hij voor de vuist een speech over een leemte in de waterschaps wetgeving Teekent het best ais hij 'n mee- ningsverschil heeft met een minister. Ter wijl de minister spreekt staat er in no time een ondoorgrondelijke lijn-formule op het papier Dan: z'n repliek. Dan: 'n nieu we teekening. Ongeëvenaard voor liefdadig heidsvoorstellingen in deftige salons. Adres te verkrijgen bij het secretariaat van den Vrijheidsbond. Vde snelsprekers. Een duo. Een schot, en daar gaan ze. Als een pijl uit een boog. Mitrailleurs. D'r tong klapt en klept en ratelt en draait. Ze struikelen over zich-zelf. d'r zinnen bui telen en schieten door elkaar, spelen krij gertje in razende vaart, vallen, breken, maar dadelijk staan er andere klaar om mee te ioopen. Het is een duizelende stort vloed van woorden, een ontzaglijke ora torische regenbui, die ons geestelijk in vijf minuten kletsnat regent, zoodat we al gauw naar een portiek zoeken om te schuilen. En maar steeds gaat de razende vlucht van zinnen voort, in jagenden, dollen haast, als duivels van snelheid, die elkaar op de hielen .zitten en verslinden, en je weet niet of dê volgende zin de eerste was of de eerste de volgende. .Zoo zijn er twee specialiteiten. Onovertrefbaar. Praten in een kwartier de heele omgeving plat. De gedachten der hoorders blijven moe en hij gend achter, maar de woorden der spre kers gaan voort, in een dronken snelheids- roes. Gaat het hooren! VIde man van het land. De eenvoudige. De natuurmensch. On bedorven versch gearriveerd uit de binnen landen van Overijsel. Bracht in het begin van z'n parlementaire loopbaan z'n twaalf uurtje mee in de zaal. Nam. midden in de de discussie over de Staatsbegrooting, tal rijke happen uit boterhammen van 5 oen- timeter dik. die hij uit een brandschoon stikkezakje had gehaald. Keek verbaasd, toen de voorzitter zei. dat het hier geen volksrestaurant was. Liet daarna z'n bruin- brood thuis, maar nam appelen mee, waar hij met Pallieter-wellust van knabbelde. De parlementaire educatie heeft nu oök de appeltjes verboden. Draagt bij de opening der Staten-Generaal een hooge hoed van het model, dat in vroeger eeuwen de stut en de steun was van ons stoere Holland- sche geslacht. Een hoed als een rots. Een brave kerel. De geur van landelijken een voud waait van 'm af. Een gestalte als een knotwilg. VII. de man die zwijgt. Zeldzaam!, zeldzaam! De laatste in alle parlementen van Europa. Wordt extra-ge voed, om hem in 't leven te houden. Stamt uit vroeger eeuwen. Komt binnen en zegt niets. Laat alle wetsontwerpen passeeren en zegt niets. Stemt en zegt niets. Het grootste wonder van onzen tijd. Spreekt niet!, raast niet!, scheldt niet!, interrum peert niet! De lieveling van den voorzitter en van de journalisten. Gaat dat zien. gaat dat zien, gaat dat zien! Treedt binnenkort helaas af. Als beloorüng is z'n zoon boven aan op de voorloopige candidatenlijst ge zet. De grootste attractie van het parle mentaire circus. RECLAME. TSGEH INLEVERING DEZER ANNONCE (Fa. ir. BONGENAAR) ALLEEN GEVESTIGD: iMEUWü KMiüaKB (Let op het juiste nummer) 6641 DE RECHTSVERHOUDING VAN AGENTEN EN REIZIGERS. Gaat het wetsontwerp te ver? De Vaste commissie voor privaat- en strafrecht Uit de Tweede Kamer heeft haar Voorloopig Verslag uitgebracht over het wetsontwerp houdende wettelijke be palingen omtrent de rechtsverhoudingen van agenten en reizigers. Tegen den algemeenen opzet van de voorgestelde regeling werden verschillende bezwaren geopperd. In de eerste plaats komt het de commissie onjuist voor dat het ontwerp een regeling beoogt van de positie van den agent in het algemeen. Voor zoover de commissie bekend, is op een zoo algemeene regeling nooit aange drongen. en er bestaat h. i. geenerlei be hoefte. de financieele positie van al de verschillende soorten agenten tegenover hun principalen te versterken op de wijze, als het wetsontwerp doet. Vele dezer agenten veel al zelf groote N.V.'s staan immers geenszins als de economisch zwakkeren tegenover hun principalen. In de tweede plaats acht de commissie het ongewenscht, dat het ontwerp zich niet beperkt tot voorschriften omtrent reizigers en agenten, maar in den titel van het Burgerlijk Wetboek, handelende over lastgeving, eenig"ê bepalingen inlascht om trent lastgeving in het algemeen. Aangezien in de voorgestelde artikelen 75a en 75b van het Wetboek van Koop handel, hoezeer op zichzelf aan bezwaren onderhevig, reeds bepaald wordt, welke vertegenwoordigingsbevoegdheid de agent en de reiziger bezitten, zijn de eerstge noemde bepalingen in het kader van het wetsontwerp overbodig en reeds daarom ongewenscht. Evenmin kan de commissie instemmen met het voorgestelde art. 1845a van het Burgerlijk Wetboek, hetwelk omtrent de rechten van een bezoldigden lasthebber een algemeenen regel stelt en zich daar door b.v. ook uitstrekt tot de positie van makelaars, commissionairs, procuratiehou ders e.a., zonder dat de behoefte aan een zoo algemeene regeling tot dusver is ge bleken. In de derde plaats achtten verscheidene leden der commissie het niet juist, dat de bepalingen omtrent agenten en reizigers volgens het wetsontwerp gezamenlijk zul len worden geregeld in één afdeeling van den Vierden Titelt van het Eerste Boek vair het Wetboek van Koophandel. Deze belde groepen van tusschenpersonen ver schillen daarvoor to zeer in rechtspositie. Verscheidene leden der commissie op perden als bezwaar tegen het wetsont werp, dat het voor de regeling van de positie van den reiziger en den agent te veel uitgaat van de bepalingen omtrent lastgeving. Zij erkenden, dat voor zooveel de externe verhouding betreft, dus voorde vertegenwoordigingsbevoegdheid van den agent en den reiziger, de bepalingen om trent lastgeving móeten gelden. Voor de interne verhouding: die tusschen agent en reiziger tégenover zijn principaal en pa troon, behoort echter het wederkeerig ka rakter der overeenkomst op den voor grond te staan. Andere leden der commissie konden dit bezwaar niet deelcn. De meening dat voor de hierbedoelde overeenkomsten de bepa lingen omtrent lastgeving alleen zouden moeten gelden wat de externe verhouding van den reiziger of agent, dus zijn verte genwoordigingsbevoegdheid. betreft, kan naar hun oordeel niet juist zijn. De commissie achtte bet ongewenscht, dat de reiziger Verplicht kan worden zich borg te stellen voor de personen, die door zijn bemiddeling overeenkomsten met den werkgever sluiten. Ook met betrekking tot handelsagenten zouden zij dit beding ver boden willen zien. indien de regeering tot zoodanig verbod geen voldoende reden vindt, zou reeds vee! zijn gewonnen door een voorschrift van deze strekking, dat de borgtocht zich niet verder kan uitstrek ken dar. tot het beloop van de terzake der transactie te verdienen provisie DE SPOORWEGVRACHTEN. Naar aanleiding van een schriftelijke vraag van het lid der Tweede Kamer, den heer Van Braambeek, betreffende het tijd stip van publicatie van het rapport der commissie-de Vries betreffende de spoor wegvrachten, deelt de minister van Wa terstaat mede, dat het rapport der be doelde commissie eerstdaags mag worden verwacht en dan aanstonds openbaar wor den gemaakt. AFSLUITDIJK DER ZUIDERZEE SPOEDIG GEREED. Bezichtiging mogelijk voor het publiek. Met toestemming van den minister van Waterstaat en daartoe in staat gesteld door de welwillende medewerking van den dienst der Zuiderzeewerken, wordt aan het Nederlafldsche publiek voorloopig de gele genheid geboden, een steentje bij te dra gen tot het werk van het Nationaal Cri siscomité en daarbij tevens zichzelf een aangenamen en leerzamen dag te bezor gen. Binnen enkele dagen n.l. zal de afsluit dijk, van de Noordhollandsche zijde tot aan de laatst open gebleven geul, gereed komen en zal men in de gelegenheid zijn van nabij dit werk te kunnen aanschou wen en tevens de werkzaamheden voor het dichten van de laatste geul, welke terstond na Paschen zullen aanvangen, gade té slaan. Een kleine toegangsprijs zal daarbij ten bate van het N. C. C. geheven worden. Voor voetgangers, wielrijders en motor rijwielen zal de afsluitdijk opengesteld worden met ingang van morgen (Eersten Paaschdagi van des voormiddags negen uur tot des namiddags zes uur, voor auto bussen. automobielen en rijtuigen van af een nader bekend te maken datum na de Paaschdagen. DE INVOER VAN RIJWIELBANDEN BEPERKT. Voor een tijdvak van drie maanden. Bij Kon. Besluit is overwogen, dat het in verband met de noodzaak tot tijdelijke beperking van den invoer van rijwielbui ten- en binnenbanden, gewenscht is tot voorloopige beperking van dien invoer over te gaan. Bepaald is dientengevolge, dat gedu rende een tijdvak van drie maanden, aan vangende 1 Maart j.l. en eindigende 31 Mei a.s., de invoer uit ieder land verbo den is van: a. buitenbanden voor rijwielen (geen motorrijwielen), voor zoover deze meer be draagt den 95 ten honderd van het aan tal hetwelk gemiddeld per drie maanden in de jaren 1928. 1929 en 1930 van die banden uit dat land is in gevoerd: b. binnenlanden voor rijwielen (geen motorrijwielen), voor zoover deze meer be draagt dan 95 ten honderd van het aan tal, hetwelk gemiddeld per drie maanden in de jaren 1928, 1929 en 1930 van die banden uit dat land is ingevoerd. Met ingang van heden zal de invoer van deze goederen slechts zijn toegestaan, in dien daarbij wordt overgelegd een daar toe af te geven vergunning. Dit geldt niet bij invoer vah de in dit besluit genoemde goederen, waarvan wordt aangetoond dat zij vóór vandaag ten rechtstreekschen invoer naar Neder land zijn verzonden. Vergunningen worden verstrekt aan hem. wiens handelszaak in het Handels register is ingeschreven én die blijkens deze inschrijving mede het bedrijf van importeur van genoemde goederen uit oefent en tot een hoeveelheid, in totaal gelijkstaande aan ten minste 90 en ten hoogste 95 ten honderd van het gemid delde der door hem gedurende het in het vorig artikel genoemde tijdvak der jaren 1928. 1929 en 1930 ingevoerde hoeveelheid. De hoeveelheid goederen, ingevoerd van 1 Maart af tot heden, alsmede de hoeveel heid voor vandaag rechtstreeks naar Ne derland verzonden, strekt in mindering van de totale hoeveelheid. CUMULATIE VAN SALARISSEN. Het Tweedé Kamerlid de heer Braat richtte onlangs tot den minister van Fi nanciën eenige schriftelijke vragen be treffende de cumulatie van salarissen, pensioenen enz. welke Uit openbare kas sen genoten worden. Lri antwoord daarop verklaart minister D' Geef thans, dat het niet in het voor nemen ligt aan iedere cumulatie van pu blieke functies en de daaruit genoten wed den voor goed een einde te maken. Wat het Kamerlidmaatschap betreft zou dit ook niet strooken met den geest van art. 97 der Grondwet. Overigens wordt de cu mulatie door verschillende wetten en wachtgeldregelingen reeds beperkt. Een verder gaande beperking zou. indien zij wenschelijk werd geacht, overigens niet door een uniforme vermindering maar door een technische herziening van die regelingen zelf moeten verkregen worden. IN- EN DOORVOER VAN AARDAPPELEN EN VERSCHE GROENTE. Bij de Tweede Kamer is thans inge diend een ontwerp van wet tot wering van den Colorado-kever bij in- en doorvoer van aardappelen en versche groenten. HOUDERS VAN WEEKKAARTEN. Hoewel het reizen met weekkaarten bij de Ned. Spoorwegen op Zon- en Feest dagen verboden is. heeft de directie der Ned. Spoorwegen bepaald, dat houders van weekkaarten op Tweeden Paaschdag op een verklaring van hun werkgever, met hun weekkaarten mogen reizen als op Zaterdag. VLIEGDIENST NAAR VLISSINGEN. Naar wij van de zijde der K.L.M. vernemen is het vrijwel zeker, dat met, ingang van 1 Mei a.s. een luchtverbinding Rotterdam- Haamstede-Vlissingen in exploitatie zal den genomen. Het ligt in de bedoeling dezen dienst tot er met 31 Augustus voort te zetten. ARCHITECT VAN GENDT OVERLEDEN. Gistermiddag is te Amsterdam op 61-ja- rigen leeftijd overleden de bekende archi tect A. D. N. van Gendt, lid van de firma Ge'or. Van Gendt. Architect Van Gendt was om. de bou wer van de gebouwen der Rotterdamsche Bank. Twentsche Bank en der firma Pier- son en Co.. te Amsterdam, alsmede van het gebouw van het Instituut voor Volwassen Blinden. DE POSTVLUCHTEN. De Valk (uitreis vertrok gisteren om 5.53 uur uit Calcutta en landde om 12.28 u. in Rangoon. Het toestel vloog onmiddellijk verder en arriveerde om 16.18 uur In Bangkok. De „Ekster" (heenreis) is gisteren om 7.03 uur uit Rome vertrokken en om 14.03 uur te Athene aangekomen. De „Specht" (terugreis) is gisteren om 9.03 uur uit Cairo vertrokken en om 15.37 uur te Athene aangekomen. VERSPREIDE BERICHTEN. - Dé heer W. L. H. Koster Henke te Harderwijk oud-commissaris van politie te Amsterdam, is gisteren 70 jaar geworden. De Rapide van de „Baloeran" wordt Woensdag 30 Maart as. te 9.28 uur te Den Haag H.S.M. verwacht. RECLAME. %vaCiteiéi-ta6akf Vi. pond ECHTE FR1ISCHE 6562 „Moeder mag ik nu gaan zoeken?" Neen mijn meisje, nog niet. Je moet even geduld hebben tot ik terug ben. dan gaan we samen". Het was op eersten Paaschdag, wanneet de Paaschhaas zooals bekend is, voor de kinderen mooie gekleurde eieren in min of meer verstopte nestjes legt en kleine Dora trappelde van ongeduld, alhoewel het nog heel vroeg in den morgen was, om in den tuin naar het verstopte nestje te gaan zoeken. Maar moeder wist niet van toegeven: zij moest wachten. Moeder moest eerst nog even een paar boodschap pen in de buurt gaan doen. Ik ben binnen een paar minuten weer terug"* Juffrouw van Dalen kuste haar klein meisje op de frlssche roode lipjes en liep snel de trappen af. Beneden gekomen ver borg zij eerst een geheimzinnig bundeltje onder een rozenstruik en begaf zich toen naar verschillende klanten, die wacht ten op het naaiwerk, dat zij vervaardigde om voor haar en haar kleine meid hel brood te verdienen. Kleine Dora trachtte onderwijl Moeder s bevel op te volgen door heel gehoorzaam met haar pop te gaan spelen en kleine Dolly het verhaaltje te vertellen, dat Moeder over de komst van den Paasch haas verteld had. Doch zij was veel te ongeduldig n haal hartje popelde te erg van reet. dagen lang verborgen verlangen, dat z :g on een plaats kon blijven zitten. Zij zette de pop weer in den wieg terug en huppelde naar het raam om met haar neusje tegen het venster gedrukt naar moeder uit te kijken. Maar het duurde zoo lang en de wijzers van de groote hangklok kropen zoo traag voort, dat kleine Dora opeens haar groot verlangen niet langer kon bedwin gen en tegen alle waarschuwingen van Moeder in op zoek ging naar het geschenk van de Paaschhaas. Zij behoefde niet lang te zoeken. F.eeiis onder den eersten dikken boom. vader Eik noemde ze hem altijd, vond zij een nestje, dat o wonder vol lag met eieren van marsepein en chocolade en daartusschen zat een groote dikke haas van chocolade. Uitgelaten van vreugde over zoo'n mooi geschenk pakte Dora al die heerlijkheden in haar schortje en liep zoo hard als zij kon weer de trappen naar Moeders woning op. Zooveel kostbare eieren had zij nog nooit in haar nestje gehad en boven gekomen, drukte zij den Paaschhaas voorzichtig tegen zich aan en fluisterde: Wel bedankt, lieve, lieve Paaschhaas! Inmiddels was Moeder teruggekeerd en was een weinig verwonderd, dat haar kleine meid niet beneden op de trap op haar wachtte of haar tenminste tegemoet stormde. Toen zij de deur van de kamer opendeed, bleef zij een oogenblik ver baasd staan kijken naar Dora, dié met rood-gloeiende wangen over haar schat gebogen zat en Moeder's binnenkomen niet eens bemerkte. Ten maakte de ver bazing plaats vOor een schrik, die haar den adem benam. Om hemelswil, wat had Dora gedaan? Wiens nestje had de kleine leeggehaald? Dit waren niet de eenvoudig beschilderde kippeneieren met papieren mutsjes en rokjes. Die groote voorname haas leek geenszins op de bont gekleurde, die zij van stroo met lapjes gemaakt had. Deze verzameling behoorde aan een ander in dit huis Toen de deur plepte. keek Dora verras^ op en slaakte een blijde kreet. „Moeder kom toch eens gauw kijken wat de Paaschhaas allepiaal voor mij ge bracht heeftl" MOeder zei niets van de vergissing en toen zij naast Dora neerhurkte om de schat mede te bewonderen lag er zelfs een glimlach om haar lippen. Hoe prachtig glommen al die lekkernijen. Maal er. opeens betrok haar gelaat opnieuw zij zouden wel heel duur zijn. Dat kon zij van haar schamele verdienste nooit betalen. Wat dan? Het kind van haar schatten be- rooven en zeggen, dat de Paaschhaas dit voor een ander kind had bestemd? Neen, dat zou al te wreed zijn, voor het kind was het beter om nog niet te weten, dat er groote verschillen tusschen rang en stand In de wereld bestonden. Terwijl zij dit overdacht, kon zü slechts met moeite een zucht bedwingen. Er was nu niets meer aan te veranderen en het was het beste, dat zij naar den eigenaar toeging om met hem een regeling te treffen en... dan moesten Zij deze week maar wat zui niger leven. Uit haar kommervolle gedachten keerde zij weer tot de vreugdevolle realiteit terug en met de vingers op de knieën gevouwen, keek zij glimlachend naar haar kleine, die aan één stuk door babbelde en aan haar kostbaarheden niet kwam uitgekeken „Wat heerlijk Moeder, echt marse- pijn, ruit eens! Die goeie lieve Paaschhaa Toch maar goed, dat ik den laatsten tijc niet ondeugend ben geweest, nietwaa Moeder?" Zij knikte en rees overeind. Ze zou m maar snel de zaak ln het reine gaan bren - gen, de menschen waren toch al zoo gauv bereid om lasterpraatjes over iemand ronc te strooien. Zij behoefde er niet lang naar te rader aan wie de paascheieren toebehoorden Op dê eerste etage woonde een oud kin derloos echtpaar, dus moesten zij het eigendom zijn van de bewoners van het benedenhuis, een man, die zich hier kort geleden had gevestigd. Zij kepde hem slechts van aanzien en had hem een paar keeren gegroet, als zij hem toevallig op straat tegenkwam. Ze had nu niet bepaald een buitengewoon prettigen indruk van hem gekregen. Om zijn mond lag eeli norschen trek die niet voor hem innam. Naar zij had hooren ver tellen had hij over 't verlies van zijn vrouw veel verdriet gehad en hij woonde nu alleen met zijn dochtertje. Juffrouw van Dalen schelde bedeesd aan. want het was nog zoo vroeg in den morgen. Toen de deur door den vreemden man werd geopend en hij haar verbaasd aanstaarde, kleurde ze en wist niet zoo gauw, hoe ze moest beginnen. Ze keek verlegen naar hem op en kreeg plotseling een klein schokje van vreugde, toen zij bemerkte, dat er thans inplaats van die verbitterden trek, een stille glim lach om zijn mond lag: „Goeden morgen, Juffrouw, opende hij het gesprek, waar kan ik u mee van dienst zijn? Heel aarzelend stak zij Van wal en vertelde in korte trekken, wat er was voorgevallen. Hij luisterde glimlachend toe en toen zij klaar was met spreken, zei hij rustig: „Nu, dat is niet zoo erg hoor en wat wel het aardigste Was: mijn dochtertje was in het geheel niet teleurgesteld over haai Paaschverrasslng. De eieren waren zoo aardig beschilderd, dat zij er niet over uitgepraat kon komen. En zoo'n Paasch haas had ik vast ln geen enkelen winkel kunnen koopen. Wanneer u er nu geen be zwaar tegen hebt, zou ik mijn dochtertje gaarne die geschenken willen laten hou den. De dingen, die je ln den winkel koopt, zijn zoo koud en zonder eenige liefde ver vaardigd, maar vanuit uw geschenken gaat als het ware een warme, koesterende liefde uit, die ieder kind intuïtief aanvoelt Dus De jonge vrouw zag den man onzeker aan. Dreef hij den spot met haar? Maar nee, z'n oogen stonden ernstig en zijn glimlach was in overeenstemming met zijn kalmen rustigen blik. Maar. maar, begon zij haperend, dat is toch geen vergelijking, die paar kippen eieren met die dure dingen van chocolade en marsepein? Laten we liever zeggen de met veel geduld en liefde vervaardigde eieren met de onverschillige massaproducten". Zij boog nu blozend het hoofd en wist hier niets meer tegenin te brengen", „Dus?" Ja, als u het graag wilt! „Natuurlijk". Maar, maar.,,, dan moet u me be loven, dat u vanmiddag met uw kleine dochtertje een kopje thee komt drinken. Nu, dat neem ik heel graag aan, juf frouw, mijn kleine meid zal het wat leuk vinden om voor een middag een speel kameraadje te hebben". Met een handdruk namen zij afscheid van elkaar en jufrouw van Dalen liep snel en heerlijk opgelucht naar boven. En zij neuriede zelfs een vroolijk wijsje, toen zij in de kamer bij haar lieveling terug keerde. Toen 's middags de kinderen in hun poppen verdiept waren en beiden het spel der kinderen gadesloegen, heerschte er een vredige stemming in de zondoorsche- nen huiskamer. Zoowel de man als de vrouw overdachten wat er in het verleden gebeurd was en beiden voelden de een zaamheid van hun tegenwoordige leven meer dan ooit. Zoo verstreken de uren, en zonder, dat er lange gesprekken over werden gehou den kwam het geluk ln beider leven terug. Ze dachten er aan, hoe heerlijk het zou zijn, wanneer zij niet meer alleen waren en op elkander konden steunen Dat was hun Paasehgeschenk1 (Nadruk verboden). SUZIE VAN DOORNE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 19