heeren-raai
WIJ GEVEN 2en PAASCHDAG
door te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 26 Maart 1932
Zesde Blad
No. 22091
Parlementaire Anecdotes
en Incidenten.
BIJ 6 FOTOKAARTEN
OF 6 CABINET FOTO's
EEN SALON-VERGROOTING TER
WAARDE VAN f. 8.- CADEAU
SLEGTENHORSTs F0T0HAN0EL
BINNENLAND.
per
20cf.peronsiOd.per'/20ns
De verstopte Paascheieren.
niet
Door D. HANS.
SPECIALITEITEN.
iEen parlement is als een circus Een
lectie specialiteiten. Extra gesorteerd,
.geëvenaard.
Zoo heb ik u op het Binnenhof ontmoet
In ik doe maar of ze er alle nog zijn)
flde man met de witte das.
Deze afgevaardigde is een mysterie op
L-li zelf. Hij verschijnt sinds jaren nooit
^ders dan met een lange witte das. Bij
oordende zomerhitte en in felle vries-
Diide, bij de begrooting van Waterstaat
:«wel als bij het wetsontwerp tot natu-
jlisatie van Jacob Stijfsel: hij draagt een
Jitte das Sommigen hebben niet 'm te
|xn. Zeggen dat het een ziekte is. Ande-
ln vertellen dat hij indertijd een partijtje
r.::e dassen tegen spotprijs heeft inge
licht en nu fadraagt. Weer een ander
eft vernomen, dat hij een erf-tante op
kar sterfbed beloofd heeft, niets dan
jitte dassen te dragen. Maar velen en
dien eerlijk te bekennen dat dit mijn
loep iS zoeken er nóch een psychische
twijking nóch een familiekwestie in. maar
jden de verklaring in een tikje aanstel-
tigheid. Hier ben ik, met m'n witte das!
i. Ik-zelf. Groote-mannen hebben altijd
rat bijzonders. Chamberlain droeg een or-
•ridee in het knoopsgat van z'n smoking,
fn colbert en z'n pyama. Van Bismarck
lirmeldt de historie-schrijver, dat hij nooit
:?er dan drie knoopen aan z'n vest wilde
[ebben. Napoleon stond altijd met ge-
uiste armen. Frederik de Groots had een
ntstochtelijke liefde voor havermout. Ik
- afgevaardigde ik kom met m'n witte
^His. Wie doet me wat? Wie m'n das ziet.
[et mij. Ze praten over me. Want: over
h'n das. Leelijk? Mij een zorg. Leelijk is
I ji: een soort schoonheid, in 't negatieve.
zoo zie ik dezen volksvertegenwoordiger
.^Btuwig met. z'n witte das, die kriebelig
~r akt, en ik hoop vurig dat ze 'm straks
rippen. Om z'n pedante witte das.
IIde man, die van niets weet.
Hij is bij verrassing afgevaardigde ge
erden, en arriveerde knischelijk op het
linnenhof. als een onnoozele in het poli-
iek Jerusalem. ..Kunt n me ook zeggen?".
:oeg hij beleefd aan een mede-lid, „tot
■elke partij meneer Noiens behoort?"
Die is Katholiek", zei collega, lichtelijk
erbouwereerd. Even later klampte de
neuweling een ander aan. „Kunt u me
:ok zeggen, tot welke partij minister Ruys
ehoort?" De aangevraagde keek of hij
in z'n kieskring hoorde donderen.
Minister Ruys? Die is Katholiek." „O,
co, dat dacht ik wel," juichte de nieuwe-
sg triomfantelijk, „want hij stond daar-
'5 ::aks geregeld met meneer Nolens te
moezen, En sindsdien wordt deze af-
I~ vaardigde met blikken van vurige be-
fortdering aangezien, vanwege z'n reine
.olitieke onnoozeiheid. die in dit milieu
als een frlssche verkwikking is. Och, wa
ren allen zoo!
III. de me n die onschendbaar is.
I Een vermaard politicus. Koning van het
platteland. Staande aan het hoofd van een
talrijke schare koeien, ossen, biggen, pluim
ree en kikvorschen. Voert in de koffieka
mer ietwat, heftig gesprek met eenige me
deleden. Veroorlooft zich een on-eerbiedige
uitlating aan het adres van een hoog
staand. wat zeg Ik allerhoogstaandst per-
.-oon. „Je bent er leelijk bij, man!", zegt
één zijner collega's. .Als wij daar werk van
maken, als wij de uitlating overbrengen
aan den officier van justitie, ga je de kast
in, subiet En dan moeten wij tegen je ge-
uigen." Een breede. wèldoorvoede grijns
lach op het gelaat van den plattelands-
koning. .Zal je mij nemen. Moet ie vroeger
oostaan. Denk je dat ik niet weet" en
tier kijkt hij in het rond in de gezellige
koffiekamer .denk je dat ik niet weet
dat ik hier in de Kamer onschendbaar
ben?" Trotsch als een pauw verdwijnt hij.
IVde man die teekent.
Dit doet hij altijd. Onder iedere steih-
Iming. Bij ieder spannend debat. In eersten
Itermijn en bi) de repliek. Ook tijdens z'n
|eigen repliek.
Geen poppetjes, geen huizen, geen
Jitoombooten, maar ingewikkelde mathe-
linatische figuren. Tapijt-patronen van
ïivondere constructie, waarop de rechte
(nooit kromme) lijnen elkander op hon
derd manieren kruisen. Onder de grootste
ruzietjes teekent hij. Bij het Dienstplicht
wet-debat heeft hij niet alleen geteekend,
maar ook geknipt, zoodat z'n medeleden
het kunstige maakwerk tegen het licht
hielden om het te bewonderen. Iemand van
uitstekende familie en van groote geleerd
heid, geen artiest van professie. Liefheb-
ber-snelteekenaar. Tusschen twee tapijt-
ontwerpen in houdt hij voor de vuist een
speech over een leemte in de waterschaps
wetgeving Teekent het best ais hij 'n mee-
ningsverschil heeft met een minister. Ter
wijl de minister spreekt staat er in no
time een ondoorgrondelijke lijn-formule op
het papier Dan: z'n repliek. Dan: 'n nieu
we teekening. Ongeëvenaard voor liefdadig
heidsvoorstellingen in deftige salons. Adres
te verkrijgen bij het secretariaat van den
Vrijheidsbond.
Vde snelsprekers.
Een duo. Een schot, en daar gaan ze.
Als een pijl uit een boog. Mitrailleurs. D'r
tong klapt en klept en ratelt en draait.
Ze struikelen over zich-zelf. d'r zinnen bui
telen en schieten door elkaar, spelen krij
gertje in razende vaart, vallen, breken,
maar dadelijk staan er andere klaar om
mee te ioopen. Het is een duizelende stort
vloed van woorden, een ontzaglijke ora
torische regenbui, die ons geestelijk in vijf
minuten kletsnat regent, zoodat we al gauw
naar een portiek zoeken om te schuilen.
En maar steeds gaat de razende vlucht
van zinnen voort, in jagenden, dollen haast,
als duivels van snelheid, die elkaar op
de hielen .zitten en verslinden, en je weet
niet of dê volgende zin de eerste was of
de eerste de volgende. .Zoo zijn er twee
specialiteiten. Onovertrefbaar. Praten in
een kwartier de heele omgeving plat. De
gedachten der hoorders blijven moe en hij
gend achter, maar de woorden der spre
kers gaan voort, in een dronken snelheids-
roes. Gaat het hooren!
VIde man van het land.
De eenvoudige. De natuurmensch. On
bedorven versch gearriveerd uit de binnen
landen van Overijsel. Bracht in het begin
van z'n parlementaire loopbaan z'n twaalf
uurtje mee in de zaal. Nam. midden in de
de discussie over de Staatsbegrooting, tal
rijke happen uit boterhammen van 5 oen-
timeter dik. die hij uit een brandschoon
stikkezakje had gehaald. Keek verbaasd,
toen de voorzitter zei. dat het hier geen
volksrestaurant was. Liet daarna z'n bruin-
brood thuis, maar nam appelen mee, waar
hij met Pallieter-wellust van knabbelde. De
parlementaire educatie heeft nu oök de
appeltjes verboden. Draagt bij de opening
der Staten-Generaal een hooge hoed van
het model, dat in vroeger eeuwen de stut
en de steun was van ons stoere Holland-
sche geslacht. Een hoed als een rots. Een
brave kerel. De geur van landelijken een
voud waait van 'm af. Een gestalte als een
knotwilg.
VII.
de man die zwijgt.
Zeldzaam!, zeldzaam! De laatste in alle
parlementen van Europa. Wordt extra-ge
voed, om hem in 't leven te houden. Stamt
uit vroeger eeuwen. Komt binnen en zegt
niets. Laat alle wetsontwerpen passeeren
en zegt niets. Stemt en zegt niets. Het
grootste wonder van onzen tijd. Spreekt
niet!, raast niet!, scheldt niet!, interrum
peert niet! De lieveling van den voorzitter
en van de journalisten. Gaat dat zien. gaat
dat zien, gaat dat zien! Treedt binnenkort
helaas af. Als beloorüng is z'n zoon boven
aan op de voorloopige candidatenlijst ge
zet. De grootste attractie van het parle
mentaire circus.
RECLAME.
TSGEH INLEVERING DEZER ANNONCE
(Fa. ir. BONGENAAR)
ALLEEN GEVESTIGD: iMEUWü KMiüaKB
(Let op het juiste nummer) 6641
DE RECHTSVERHOUDING VAN
AGENTEN EN REIZIGERS.
Gaat het wetsontwerp te ver?
De Vaste commissie voor privaat- en
strafrecht Uit de Tweede Kamer heeft
haar Voorloopig Verslag uitgebracht over
het wetsontwerp houdende wettelijke be
palingen omtrent de rechtsverhoudingen
van agenten en reizigers.
Tegen den algemeenen opzet van de
voorgestelde regeling werden verschillende
bezwaren geopperd. In de eerste plaats
komt het de commissie onjuist voor dat
het ontwerp een regeling beoogt van de
positie van den agent in het algemeen.
Voor zoover de commissie bekend, is op
een zoo algemeene regeling nooit aange
drongen. en er bestaat h. i. geenerlei be
hoefte. de financieele positie van al de
verschillende soorten agenten tegenover
hun principalen te versterken op de
wijze, als het wetsontwerp doet. Vele
dezer agenten veel al zelf groote
N.V.'s staan immers geenszins als de
economisch zwakkeren tegenover hun
principalen.
In de tweede plaats acht de commissie
het ongewenscht, dat het ontwerp zich
niet beperkt tot voorschriften omtrent
reizigers en agenten, maar in den titel van
het Burgerlijk Wetboek, handelende over
lastgeving, eenig"ê bepalingen inlascht om
trent lastgeving in het algemeen.
Aangezien in de voorgestelde artikelen
75a en 75b van het Wetboek van Koop
handel, hoezeer op zichzelf aan bezwaren
onderhevig, reeds bepaald wordt, welke
vertegenwoordigingsbevoegdheid de agent
en de reiziger bezitten, zijn de eerstge
noemde bepalingen in het kader van het
wetsontwerp overbodig en reeds daarom
ongewenscht.
Evenmin kan de commissie instemmen
met het voorgestelde art. 1845a van het
Burgerlijk Wetboek, hetwelk omtrent de
rechten van een bezoldigden lasthebber
een algemeenen regel stelt en zich daar
door b.v. ook uitstrekt tot de positie van
makelaars, commissionairs, procuratiehou
ders e.a., zonder dat de behoefte aan een
zoo algemeene regeling tot dusver is ge
bleken.
In de derde plaats achtten verscheidene
leden der commissie het niet juist, dat de
bepalingen omtrent agenten en reizigers
volgens het wetsontwerp gezamenlijk zul
len worden geregeld in één afdeeling van
den Vierden Titelt van het Eerste Boek
vair het Wetboek van Koophandel. Deze
belde groepen van tusschenpersonen ver
schillen daarvoor to zeer in rechtspositie.
Verscheidene leden der commissie op
perden als bezwaar tegen het wetsont
werp, dat het voor de regeling van de
positie van den reiziger en den agent te
veel uitgaat van de bepalingen omtrent
lastgeving. Zij erkenden, dat voor zooveel
de externe verhouding betreft, dus voorde
vertegenwoordigingsbevoegdheid van den
agent en den reiziger, de bepalingen om
trent lastgeving móeten gelden. Voor de
interne verhouding: die tusschen agent en
reiziger tégenover zijn principaal en pa
troon, behoort echter het wederkeerig ka
rakter der overeenkomst op den voor
grond te staan.
Andere leden der commissie konden dit
bezwaar niet deelcn. De meening dat voor
de hierbedoelde overeenkomsten de bepa
lingen omtrent lastgeving alleen zouden
moeten gelden wat de externe verhouding
van den reiziger of agent, dus zijn verte
genwoordigingsbevoegdheid. betreft, kan
naar hun oordeel niet juist zijn.
De commissie achtte bet ongewenscht,
dat de reiziger Verplicht kan worden zich
borg te stellen voor de personen, die door
zijn bemiddeling overeenkomsten met den
werkgever sluiten. Ook met betrekking tot
handelsagenten zouden zij dit beding ver
boden willen zien. indien de regeering tot
zoodanig verbod geen voldoende reden
vindt, zou reeds vee! zijn gewonnen door
een voorschrift van deze strekking, dat de
borgtocht zich niet verder kan uitstrek
ken dar. tot het beloop van de terzake der
transactie te verdienen provisie
DE SPOORWEGVRACHTEN.
Naar aanleiding van een schriftelijke
vraag van het lid der Tweede Kamer, den
heer Van Braambeek, betreffende het tijd
stip van publicatie van het rapport der
commissie-de Vries betreffende de spoor
wegvrachten, deelt de minister van Wa
terstaat mede, dat het rapport der be
doelde commissie eerstdaags mag worden
verwacht en dan aanstonds openbaar wor
den gemaakt.
AFSLUITDIJK DER ZUIDERZEE
SPOEDIG GEREED.
Bezichtiging mogelijk voor het publiek.
Met toestemming van den minister van
Waterstaat en daartoe in staat gesteld
door de welwillende medewerking van den
dienst der Zuiderzeewerken, wordt aan het
Nederlafldsche publiek voorloopig de gele
genheid geboden, een steentje bij te dra
gen tot het werk van het Nationaal Cri
siscomité en daarbij tevens zichzelf een
aangenamen en leerzamen dag te bezor
gen.
Binnen enkele dagen n.l. zal de afsluit
dijk, van de Noordhollandsche zijde tot
aan de laatst open gebleven geul, gereed
komen en zal men in de gelegenheid zijn
van nabij dit werk te kunnen aanschou
wen en tevens de werkzaamheden voor
het dichten van de laatste geul, welke
terstond na Paschen zullen aanvangen,
gade té slaan. Een kleine toegangsprijs zal
daarbij ten bate van het N. C. C. geheven
worden.
Voor voetgangers, wielrijders en motor
rijwielen zal de afsluitdijk opengesteld
worden met ingang van morgen (Eersten
Paaschdagi van des voormiddags negen
uur tot des namiddags zes uur, voor auto
bussen. automobielen en rijtuigen van af
een nader bekend te maken datum na de
Paaschdagen.
DE INVOER VAN RIJWIELBANDEN
BEPERKT.
Voor een tijdvak van drie maanden.
Bij Kon. Besluit is overwogen, dat het
in verband met de noodzaak tot tijdelijke
beperking van den invoer van rijwielbui
ten- en binnenbanden, gewenscht is tot
voorloopige beperking van dien invoer
over te gaan.
Bepaald is dientengevolge, dat gedu
rende een tijdvak van drie maanden, aan
vangende 1 Maart j.l. en eindigende 31
Mei a.s., de invoer uit ieder land verbo
den is van:
a. buitenbanden voor rijwielen (geen
motorrijwielen), voor zoover deze meer be
draagt den 95 ten honderd van het aan
tal hetwelk gemiddeld per drie
maanden in de jaren 1928. 1929 en
1930 van die banden uit dat land is in
gevoerd:
b. binnenlanden voor rijwielen (geen
motorrijwielen), voor zoover deze meer be
draagt dan 95 ten honderd van het aan
tal, hetwelk gemiddeld per drie maanden
in de jaren 1928, 1929 en 1930 van die
banden uit dat land is ingevoerd.
Met ingang van heden zal de invoer van
deze goederen slechts zijn toegestaan, in
dien daarbij wordt overgelegd een daar
toe af te geven vergunning.
Dit geldt niet bij invoer vah de in dit
besluit genoemde goederen, waarvan
wordt aangetoond dat zij vóór vandaag
ten rechtstreekschen invoer naar Neder
land zijn verzonden.
Vergunningen worden verstrekt aan
hem. wiens handelszaak in het Handels
register is ingeschreven én die blijkens
deze inschrijving mede het bedrijf van
importeur van genoemde goederen uit
oefent en tot een hoeveelheid, in totaal
gelijkstaande aan ten minste 90 en ten
hoogste 95 ten honderd van het gemid
delde der door hem gedurende het in het
vorig artikel genoemde tijdvak der jaren
1928. 1929 en 1930 ingevoerde hoeveelheid.
De hoeveelheid goederen, ingevoerd van
1 Maart af tot heden, alsmede de hoeveel
heid voor vandaag rechtstreeks naar Ne
derland verzonden, strekt in mindering
van de totale hoeveelheid.
CUMULATIE VAN SALARISSEN.
Het Tweedé Kamerlid de heer Braat
richtte onlangs tot den minister van Fi
nanciën eenige schriftelijke vragen be
treffende de cumulatie van salarissen,
pensioenen enz. welke Uit openbare kas
sen genoten worden.
Lri antwoord daarop verklaart minister
D' Geef thans, dat het niet in het voor
nemen ligt aan iedere cumulatie van pu
blieke functies en de daaruit genoten wed
den voor goed een einde te maken. Wat
het Kamerlidmaatschap betreft zou dit
ook niet strooken met den geest van art.
97 der Grondwet. Overigens wordt de cu
mulatie door verschillende wetten en
wachtgeldregelingen reeds beperkt. Een
verder gaande beperking zou. indien zij
wenschelijk werd geacht, overigens niet
door een uniforme vermindering maar
door een technische herziening van die
regelingen zelf moeten verkregen worden.
IN- EN DOORVOER VAN
AARDAPPELEN EN VERSCHE GROENTE.
Bij de Tweede Kamer is thans inge
diend een ontwerp van wet tot wering van
den Colorado-kever bij in- en doorvoer
van aardappelen en versche groenten.
HOUDERS VAN WEEKKAARTEN.
Hoewel het reizen met weekkaarten bij
de Ned. Spoorwegen op Zon- en Feest
dagen verboden is. heeft de directie der
Ned. Spoorwegen bepaald, dat houders van
weekkaarten op Tweeden Paaschdag op
een verklaring van hun werkgever, met
hun weekkaarten mogen reizen als op
Zaterdag.
VLIEGDIENST NAAR VLISSINGEN.
Naar wij van de zijde der K.L.M. vernemen
is het vrijwel zeker, dat met, ingang van
1 Mei a.s. een luchtverbinding Rotterdam-
Haamstede-Vlissingen in exploitatie zal
den genomen.
Het ligt in de bedoeling dezen dienst tot
er met 31 Augustus voort te zetten.
ARCHITECT VAN GENDT OVERLEDEN.
Gistermiddag is te Amsterdam op 61-ja-
rigen leeftijd overleden de bekende archi
tect A. D. N. van Gendt, lid van de firma
Ge'or. Van Gendt.
Architect Van Gendt was om. de bou
wer van de gebouwen der Rotterdamsche
Bank. Twentsche Bank en der firma Pier-
son en Co.. te Amsterdam, alsmede van het
gebouw van het Instituut voor Volwassen
Blinden.
DE POSTVLUCHTEN.
De Valk (uitreis vertrok gisteren om
5.53 uur uit Calcutta en landde om 12.28 u.
in Rangoon. Het toestel vloog onmiddellijk
verder en arriveerde om 16.18 uur In
Bangkok.
De „Ekster" (heenreis) is gisteren om
7.03 uur uit Rome vertrokken en om 14.03
uur te Athene aangekomen.
De „Specht" (terugreis) is gisteren om
9.03 uur uit Cairo vertrokken en om 15.37
uur te Athene aangekomen.
VERSPREIDE BERICHTEN.
- Dé heer W. L. H. Koster Henke te
Harderwijk oud-commissaris van politie te
Amsterdam, is gisteren 70 jaar geworden.
De Rapide van de „Baloeran" wordt
Woensdag 30 Maart as. te 9.28 uur te Den
Haag H.S.M. verwacht.
RECLAME.
%vaCiteiéi-ta6akf
Vi. pond
ECHTE FR1ISCHE
6562
„Moeder mag ik nu gaan zoeken?"
Neen mijn meisje, nog niet. Je moet
even geduld hebben tot ik terug ben. dan
gaan we samen".
Het was op eersten Paaschdag, wanneet
de Paaschhaas zooals bekend is, voor de
kinderen mooie gekleurde eieren in min
of meer verstopte nestjes legt en kleine
Dora trappelde van ongeduld, alhoewel
het nog heel vroeg in den morgen was,
om in den tuin naar het verstopte nestje
te gaan zoeken. Maar moeder wist niet
van toegeven: zij moest wachten. Moeder
moest eerst nog even een paar boodschap
pen in de buurt gaan doen.
Ik ben binnen een paar minuten weer
terug"*
Juffrouw van Dalen kuste haar klein
meisje op de frlssche roode lipjes en liep
snel de trappen af. Beneden gekomen ver
borg zij eerst een geheimzinnig bundeltje
onder een rozenstruik en begaf zich toen
naar verschillende klanten, die wacht
ten op het naaiwerk, dat zij vervaardigde
om voor haar en haar kleine meid hel
brood te verdienen.
Kleine Dora trachtte onderwijl Moeder s
bevel op te volgen door heel gehoorzaam
met haar pop te gaan spelen en kleine
Dolly het verhaaltje te vertellen, dat
Moeder over de komst van den Paasch
haas verteld had.
Doch zij was veel te ongeduldig n haal
hartje popelde te erg van reet. dagen
lang verborgen verlangen, dat z :g on
een plaats kon blijven zitten. Zij zette de
pop weer in den wieg terug en huppelde
naar het raam om met haar neusje tegen
het venster gedrukt naar moeder uit te
kijken. Maar het duurde zoo lang en de
wijzers van de groote hangklok kropen zoo
traag voort, dat kleine Dora opeens haar
groot verlangen niet langer kon bedwin
gen en tegen alle waarschuwingen van
Moeder in op zoek ging naar het geschenk
van de Paaschhaas.
Zij behoefde niet lang te zoeken. F.eeiis
onder den eersten dikken boom. vader
Eik noemde ze hem altijd, vond zij een
nestje, dat o wonder vol lag met
eieren van marsepein en chocolade en
daartusschen zat een groote dikke haas
van chocolade. Uitgelaten van vreugde
over zoo'n mooi geschenk pakte Dora al
die heerlijkheden in haar schortje en
liep zoo hard als zij kon weer de trappen
naar Moeders woning op. Zooveel kostbare
eieren had zij nog nooit in haar nestje
gehad en boven gekomen, drukte zij den
Paaschhaas voorzichtig tegen zich aan en
fluisterde:
Wel bedankt, lieve, lieve Paaschhaas!
Inmiddels was Moeder teruggekeerd en
was een weinig verwonderd, dat haar
kleine meid niet beneden op de trap op
haar wachtte of haar tenminste tegemoet
stormde. Toen zij de deur van de kamer
opendeed, bleef zij een oogenblik ver
baasd staan kijken naar Dora, dié met
rood-gloeiende wangen over haar schat
gebogen zat en Moeder's binnenkomen
niet eens bemerkte. Ten maakte de ver
bazing plaats vOor een schrik, die haar
den adem benam. Om hemelswil, wat had
Dora gedaan? Wiens nestje had de
kleine leeggehaald? Dit waren niet de
eenvoudig beschilderde kippeneieren met
papieren mutsjes en rokjes. Die groote
voorname haas leek geenszins op de bont
gekleurde, die zij van stroo met lapjes
gemaakt had. Deze verzameling behoorde
aan een ander in dit huis
Toen de deur plepte. keek Dora verras^
op en slaakte een blijde kreet.
„Moeder kom toch eens gauw kijken
wat de Paaschhaas allepiaal voor mij ge
bracht heeftl"
MOeder zei niets van de vergissing en
toen zij naast Dora neerhurkte om de
schat mede te bewonderen lag er zelfs een
glimlach om haar lippen. Hoe prachtig
glommen al die lekkernijen. Maal er.
opeens betrok haar gelaat opnieuw zij
zouden wel heel duur zijn. Dat kon zij van
haar schamele verdienste nooit betalen.
Wat dan? Het kind van haar schatten be-
rooven en zeggen, dat de Paaschhaas dit
voor een ander kind had bestemd? Neen,
dat zou al te wreed zijn, voor het kind
was het beter om nog niet te weten, dat
er groote verschillen tusschen rang en
stand In de wereld bestonden. Terwijl zij
dit overdacht, kon zü slechts met moeite
een zucht bedwingen. Er was nu niets
meer aan te veranderen en het was het
beste, dat zij naar den eigenaar toeging
om met hem een regeling te treffen en...
dan moesten Zij deze week maar wat zui
niger leven.
Uit haar kommervolle gedachten keerde
zij weer tot de vreugdevolle realiteit terug
en met de vingers op de knieën gevouwen,
keek zij glimlachend naar haar kleine,
die aan één stuk door babbelde en aan
haar kostbaarheden niet kwam uitgekeken
„Wat heerlijk Moeder, echt marse-
pijn, ruit eens! Die goeie lieve Paaschhaa
Toch maar goed, dat ik den laatsten tijc
niet ondeugend ben geweest, nietwaa
Moeder?"
Zij knikte en rees overeind. Ze zou m
maar snel de zaak ln het reine gaan bren -
gen, de menschen waren toch al zoo gauv
bereid om lasterpraatjes over iemand ronc
te strooien.
Zij behoefde er niet lang naar te rader
aan wie de paascheieren toebehoorden
Op dê eerste etage woonde een oud kin
derloos echtpaar, dus moesten zij het
eigendom zijn van de bewoners van het
benedenhuis, een man, die zich hier kort
geleden had gevestigd.
Zij kepde hem slechts van aanzien en
had hem een paar keeren gegroet, als zij
hem toevallig op straat tegenkwam. Ze
had nu niet bepaald een buitengewoon
prettigen indruk van hem gekregen. Om
zijn mond lag eeli norschen trek die niet
voor hem innam. Naar zij had hooren ver
tellen had hij over 't verlies van zijn vrouw
veel verdriet gehad en hij woonde nu
alleen met zijn dochtertje.
Juffrouw van Dalen schelde bedeesd
aan. want het was nog zoo vroeg in den
morgen. Toen de deur door den vreemden
man werd geopend en hij haar verbaasd
aanstaarde, kleurde ze en wist niet zoo
gauw, hoe ze moest beginnen.
Ze keek verlegen naar hem op en kreeg
plotseling een klein schokje van vreugde,
toen zij bemerkte, dat er thans inplaats
van die verbitterden trek, een stille glim
lach om zijn mond lag:
„Goeden morgen, Juffrouw, opende hij
het gesprek, waar kan ik u mee van dienst
zijn? Heel aarzelend stak zij Van wal en
vertelde in korte trekken, wat er was
voorgevallen.
Hij luisterde glimlachend toe en toen
zij klaar was met spreken, zei hij rustig:
„Nu, dat is niet zoo erg hoor en wat wel
het aardigste Was: mijn dochtertje was in
het geheel niet teleurgesteld over haai
Paaschverrasslng. De eieren waren zoo
aardig beschilderd, dat zij er niet over
uitgepraat kon komen. En zoo'n Paasch
haas had ik vast ln geen enkelen winkel
kunnen koopen. Wanneer u er nu geen be
zwaar tegen hebt, zou ik mijn dochtertje
gaarne die geschenken willen laten hou
den. De dingen, die je ln den winkel koopt,
zijn zoo koud en zonder eenige liefde ver
vaardigd, maar vanuit uw geschenken
gaat als het ware een warme, koesterende
liefde uit, die ieder kind intuïtief aanvoelt
Dus De jonge vrouw zag den man
onzeker aan. Dreef hij den spot met haar?
Maar nee, z'n oogen stonden ernstig en
zijn glimlach was in overeenstemming met
zijn kalmen rustigen blik.
Maar. maar, begon zij haperend, dat
is toch geen vergelijking, die paar kippen
eieren met die dure dingen van chocolade
en marsepein?
Laten we liever zeggen de met veel
geduld en liefde vervaardigde eieren met
de onverschillige massaproducten".
Zij boog nu blozend het hoofd en wist
hier niets meer tegenin te brengen",
„Dus?"
Ja, als u het graag wilt!
„Natuurlijk".
Maar, maar.,,, dan moet u me be
loven, dat u vanmiddag met uw kleine
dochtertje een kopje thee komt drinken.
Nu, dat neem ik heel graag aan, juf
frouw, mijn kleine meid zal het wat leuk
vinden om voor een middag een speel
kameraadje te hebben".
Met een handdruk namen zij afscheid
van elkaar en jufrouw van Dalen liep
snel en heerlijk opgelucht naar boven. En
zij neuriede zelfs een vroolijk wijsje, toen
zij in de kamer bij haar lieveling terug
keerde.
Toen 's middags de kinderen in hun
poppen verdiept waren en beiden het spel
der kinderen gadesloegen, heerschte er
een vredige stemming in de zondoorsche-
nen huiskamer. Zoowel de man als de
vrouw overdachten wat er in het verleden
gebeurd was en beiden voelden de een
zaamheid van hun tegenwoordige leven
meer dan ooit.
Zoo verstreken de uren, en zonder, dat
er lange gesprekken over werden gehou
den kwam het geluk ln beider leven terug.
Ze dachten er aan, hoe heerlijk het zou
zijn, wanneer zij niet meer alleen waren
en op elkander konden steunen Dat was
hun Paasehgeschenk1
(Nadruk verboden).
SUZIE VAN DOORNE.