Uw schoonheid vereischt ONTWAPENINGSCONFERENTIE EN VOLKENBONDSVERGADERING 20« "3ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 18 Maart 1932 Derde Blad No. 22085 PARLEMENTAIR OVERZICHT slechts enkele minuten verzorging per dag! KUNST EN LETTEREN. Steunt met Uw gaven het Leidsch Crisis-Comité. FEUILLETON. De Geheimzinnige Inbreker De buitengewone Volkenbondsvergadering heeft de Ontwapeningsconferentie belet gedurende de maand Maart voorwaarts te komen, doch zij kan een heilzame uitwerking op het verder verloop der ontwapeningsbesprekingen hebben. GENEVE, 15 Maart 1932. De buitengewone Volkenbondsvergade- ring heeft gedurende tien dagen volkomen belangstelling der hier verzamelde staatsmannen in beslag genomen, dat sïenerlei tijd voor besprekingen in de al- jetneene en in de politieke commissie der Ontwapeningsconferentie in de eerste telft van Maart is overgebleven. En daar Ontwapenningsconferentie reeds de vo- maand besloten had op Zaterdag 19 sfiart een korte Paaschvacantie zich te simnen, is ook in de derde Maart-week inn ernstige ontwapeningsbesprekingen niets gekomen. Want het heeft geen zin icbatten over kwesties, waarvan het suc- rts of het falen der conferentie zal afhan- gen, nog in de laatste week van deze conferentie-periode aan te vangen, wan neer tevoren reeds vaststaat, dat zij toch enkele dagen weder onderbroken moe ten wordenMen kan in een min of meer ongeduldige vacantiestemming, zooals deze thans onder de gedelegeerden na een verblijf van zes weken in de stille ïolkenbondsstad begint te heerschen, des noods wel een menigte kleinere kwesties haastig afdoen, doch een dergelijke haas tige stemming is allerminst geschikt, om pnncipieele vraagstukken, waarover diep gaande meeningsverschillen bestaan en die alleen in een rustige atmosfeer vol ran wederzijdsch verlangen tot goed be grip der tegengestelde standpunten met lenige kans op een succesvollen afloop kunnen besproken worden, in behandeling nemen. Do buitengewone Volkenbondsvergade- nng heeft door haar belangrijkheid en door haar langeren duur dan verwacht ras dus ten gevolge gehad, dat de maand Maart voor den voortgang der Ontwape ningsconferentie eigenlijk een geheel ver loren maand geweest is. Men heeft in de laatste weken een verdeeling van de taak der conferentie over de zes groote com missies met een niet gansch onbetwist baar succes ter hand genomen, doch men zou de waarheid niet getrouw zijn, wan neer men beweren wilde, dat in de vier reken, die op het einde der algemeene discussie van Februari zijn gevolgd, ook maar eenig moeilijk punt een stap nader tot een bevredigende regeling is gebracht! dit zonder buitengewone algemeena Volkenbondsvergadering wel zou zijn ge- urd, is echter niet zeker! De onzeker- id over den afloop der verkiezing voor n Duitschen Rijkspresident zou mis- ihien, ook als er geen Japansch-Chff esch geschil zou hebben bestaan, even- ens principieele debatten over moeilijke «tvapeningskwesties hebben belemmerd. De buitengewone Volkenbondsvergade- heeft echter naast een onmiddellijke vertragende uitwerking op den gang der ontwapeningsbesprekingen ook een ande ren gunstiger invloed daarop gehad, wan neer men het oog vooral op de iets meer verwijderde toekomst gericht houdt. In de eerste plaats schijnt de krach tige houding der Volkenbondsvergadering, haar algemeen gebleken veroordeeling van het Japansche militairistische optre den toch niet zonder invloed op de ver dere gedragslijn der Japansche regeering zijn gebleven. De Japansche delegatie alhier was althans zeer onder den indruk der universeele anti-Japansche stemming, zooals zij uit de redevoeringen van ruim gedelegeerden ter Volkenbondsverga dering voor den dag gekomen was. Niet alleen was dit voor de gedelegeerden, van wie vooral Sato een man van groote Wes- tersche beschaving is, persoonlijk zeer pijnlijk, doch Sato en Madsudeira zagen ook zeer goed in, welke blijvende nadeelen voor hun land uit de anti-Japansche ge voelens zouden voortspruiten, indien deze zouden blijven voortbestaan en nog ver der verbitterd worden. Sato had de regee- zing te Tokio dan ook gewaarschuwd, dat hij niet langer haar woordvoerder te Ge neve zou willen zijn, indien hij de Vol- ienbondsvergadering nog meer zou moe ten prikkelen door tegenstand tegen de op Vrijdagavond 11 Maart in stemming ko mende resolutie te bieden. Het gevolg van deze bedreiging met ontslagneming is dan ook geweest, dat Sato met een stern- onthouding mocht volstaan, waardoor de resolutie kon aangenomen worden.. Dit ééne voorbeeld wijst erop, dat de Japan sche regeering toch wel er tegen opziet de geheele wereld al te zeer tegen zich in het harnas te jagen. Het grootste ge vaar, dat het door het roekelooze gedrag der Japanners tot een oorlog van langen duur en misschien van steeds grooter wordende uitbreiding zou komen, schijnt dan ook tijdens het verloop der buiten gewone Volkenbondsvergadering verdwe nen te zijn. Het ondubbelzinnig gebleken oordeel der Volkenbondsvergadering heeft reeds uit dit oogpunt een heilzame wer king op de succes-mogelijkheid van de Ontwapeningsconferentie gehad, die ze ker onder een voortgang en uitbreiding der militaire operaties in het Verre Oos ten heel ernstig zou hebben geleden. De buitengewone Volkenbondsvergade ring heeft echter niet alleen de kansen op het houden van ontwapeningsbespre kingen zonder stoornis van kanongebul der belangrijk verbeterd, zij zal ook op den loop der discussies ter Ontwapeningscon ferentie een goeden invloed kunnen uit oefenen. Indien de Volkenbondsvergade ring zich onverschillig voor het lot van het overvallen China betoond had, indien de regeeiTngen niet den moed zouden hebben gehad ook van een groote, mili tair-sterke mogendheid als Japan de strikte eerbiediging van het Volkenbonds verdrag te eischen, indien zij aan Japan zouden hebben toegegeven dat verzach tende omstandigheden de militaire bezet ting van buitenlandsch grondgebied en andere militaire gewelddaden kunnen ver ontschuldigen, dan zou de zaak voor die staten, die op de Ontwapeningsconferen tie een bewapeningsvermindering met het cog op de veiligheid, die de Volkenbond den staten reeds biedt, nog heel wat ver slechterd zijn. Dit gevaar is gelukkig ge heel verdreven. De kleinere staten, zoo wel van Europa als Azië, van Amerika als Afrika, toonden zulke vastberadenheid in de onverzwakte handhaving van het groote Volkenbondsbeginsel, dat niemand, uit welke overwegingen ook, rechter in eigen zaak mag zijn en met geweld zou mogen trachten zich eigenmachtig recht te verschaffen, dat de Fransche gedele geerde en tijdelijke voorzitter van den Volkenbondsraad Paul Boncour met eenige blijde verrassing constateerde, dat de Vol kenbondsstaten met veel meer kracht aan de rechten en verplichtingen van het Volkenbondsverdrag vasthielden dan men eigenlijk wel verwachtte. Weliswaar eisch- ten de kleinere staten nog niet een toe passing van sanctiemaatregelen tegen Japan, ofschoon enkelen wel reeds op de mogelijkheid zinspeelden dat dit onver mijdelijk zou kunnen worden, doch de eenstemmigheid, waarmede Japan's eigen machtig militair optreden gelaakt werd en waarmede de onvoorwaardelijke ont ruiming van het onrechtmatig bezette gebied door de Japansche troepen geëischt werd. had toch grooten indruk gemaakt. Vooral omdat de Volkenbondsvergadering, zich bij Stimson aansluitend, uitdrukke lijk alle Volkenbondsstaten de verplich ting oplegde geenerlei verandering van den toestand in het Chineesche Rijk te zullen erkennen, die de Japanners onder militairen druk China zouden hebben af gedwongen. De moreele veroordeeling van het gedrag van Japan is aldus door een volkenrechtelijke sanctie nog beduidend versterkt. De Vereenigde Staten van Ame rika en alle 55 leden van den Volkenbond hebben thans plechtig verkondigd, dat zij nimmer de vruchten van een aanvalsoor log zullen erkennen. Dit nieuwe recht zal ongetwijfeld dé aanlokkelijkheid van een aanvalsoorlog nog verminderen en dus omgekeerd de argumenten ten gunste van een vermindering van bewapening ver- EERSTE KAMER. HET KORTINGSWETJE AANGENOMEN. Met de behandeling van het na feilen strijd in de Tweede Kamer op 't nippertje aangenomen Kortingswetje (eventueele korting op de uitkeeringen aan gemeenten en provinciën) heeft de Eerste Kamer veel haast gemaakt. En: daarbij kregen wij uitteraard zij het op kleinere schaal een herhaling van het debat in de Tweede Kamer, dat nog zoo kort geleden plaats had. De heer Van der Hoeven heeft betoogd dat, al is de methode van het ontwerp niet zoo fraai, aanneming ervan In 's lands be lang is, en hij heeft booze woorden gezegd over de weinige zuinigheid van verschil lende gemeentebesturen, en over het alge meen kiesrecht, dat allerlei personen naar de gemeenteraden doet afvaardigen, die niet met geld kunnen omgaan. Maar prof. Kranenburg had overwegende bezwaren tegen het wetsontwerp. Hij vond het een slecht voorbeeld van wetgeving; betoogde dat de rechtsgrond voor de vermindering der uitkeeringen ontbrak (het Rijk is toch niet failliet? vroeg hij); keurde de pressie af tot salaris-verlaging, die aldus geoefend wordt; zette uiteen dat de autonomie der gemeenten in gevaar komt en keurde af, dat de Minister ook bij dit ontwerp in de Tweede Kamer weer met zijn portefeuille heeft gerammeld. De rede van den Leid- schen hoogleeraar werd een ware philip pics tegen den Minister. Doch tegenover dit betoog en de aange voerde bezwaren heeft de heer Van Citters gesteld, dat het hier een crisis-maatregel betrof van tijdelijken aard. die deswege gerust kon worden aanvaard. Maar dit was voor den heer Wibaut geen reden om zijn oppositie op te geven: hij heeft de bekende bezwaren herhaald en verklaarde te zullen tegenstemmen. De heer Koster kwam tot dezelfde con clusie als de heer Van Citters: een tijde lijke crisismaatregel, en daarom te aan vaarden, maar Amsterdams burgemeester, de heer De Vlugt, heeft het wetsontwerp met overtuiging bestreden, omdat hij er een inbreuk in zag op de moeizaam ver kregen financieele verhouding tusschen Rijk en gemeente. Hij stemde toe, dat het loon van het overheidspersoneel verlaagd dient te worden, voorzoover het uitgaat boven dat in het particuliere bedrijf, maar dit doel zoo meende hij dient op andere wijze te worden bereikt dan door middel van dit ontwerp. Minister De Geer heeft zijn voorstel met de över-bekende argumenten verdedigd. Hij is daarbij in een bestrijding getreden van de door de heeren Kranenburg en De Vlugt aangevoerde argumenten, en stelde in het licht, dat er van een vermindering van inkomsten voor de gemeenten geen sprake behoeft te zijn. indien zij de sala rissen maar verlagen. Overigens stelde de Minister ook hier de portefeuillekwestie: hij verklaarde zonder dit ontwerp zijn taak niet verder te kunnen voortzetten. Nu: de Senaat heèït 'geen crisis veroorzaakt en het wetsontwerp met 24 tegen 16 stem men aangenomen. Er tegen stemden de sociaal-democraten, de vrijzinnig-demo craten. drie katholieken (Serrarens, Visser, De Bruyn) en een anti-revolutionair (De Vlugt). Zoodat Minister De Geer nu zijn Kortingswetje definitief „binnen" heeft. TWEEDE KAMER. INDISCHE BEGROOTING GOEDGEKEURD. De Kamer was met de behandeling der Indische Begrooting genaderd tot de af- deeling „Onderwijs". En: daarover hebben eenige Indische en onderwijskundige specialiteiten het woord gevoerd. De heeren Ketelaar, K. ter Laan, van Boetselaer, Möller en mej. Westerman meerderd en versterkt hebben. De buiten gewone Volkenbondsvergadering moge dus den voortgang op de Ontwapenings conferentie tijdelijk hebben vertraagd; een duurzame nuttige uitwerking op de ontwapeningsbesprekingen mag daaren tegen ervan verwacht worden, die tegen het tijdelijke uitstel ruimschoots zal op wegen. RECLAME. 5968 Onder de vele schoonheidsbehandelingen is er slechts één, die voor elke vrouw be schikbaar is. Dat is de Palmolive methode - zij is gemakkelijk, doeltreffend en vereischt zoo weinig tijd! Maak een overvloedig schuim van Palmolive zeep en warm water. Masseer hiermede twee minuten de gezichtshuid. Spoel af met lauw en dan met koud water. Op deze wijze behoudt U een gezonde, frissche teint. Millioenen vrouwen weten, dat het succes der Palmolive methode te danken is aan de absolute zuiverheid der bestanddeelen van deze zeep: de cosmetische oliën der olijf- en palmboomen! per stuk hebben verschillende onderwijsbelangen besproken en eenige van hen protesteer den tegen de bezuinigingen, die ook hier zijn aangebracht. De Minister van Koloniën heeft ver klaard, dat het ook hem leed doet op het onderwijs te moeten bezuinigen, maar het was onvermijdelijk en zelfs stelde hij in het vooruitzicht, dat er nog veel meer zal moeten volgen. Over het ontslag van inlandsche onderwijzers beloofde hij na dere inlichtingen. Voorts beloofde de Minister, voor zoover de financiën het toelaten, het onderwijs aan meisjes te zullen bevorderen en hij deelde mede, dat een regeling, die de wachtgelden bij het bijzonder onderwijs gelijk maakt aan die bij het openbaar zoo goed als gereed is. De sociaal- en vrijzinnig-democraten wilden geacht worden tegen deze afdee- ling te hebben gestemd. Hetzelfde verzochten, nadat mevr. de VriesBruins toestanden had gecriti- seerd (de Minister verzekerde dat er ge daan wordt wat mogelijk is)de socialisten bij de afdeeling Volksgezondheid. Bij de Landbouw-afdeeling heeft, in antwoord op enkele redevoeringen, de Mi nister verklaard dat het landbouw-onder- wijs zooveel mogelijk wordt bevorderd; bij de afdeeling Gouvernementsbedrijven drongen de heeren van der Bilt, Faber en van Dijk op enkele voorzieningen aan, en verzekerde de Minister dat het verkeers- vraagstuk de aandacht der Regeering heeft; bij de militaire afdeelingen bracht de heer Cramer de reis van Minister Deckers ter sprake en sprak de hoop uit spoedig daarvan meer te mogen vernemen. Maar de heer Wijnkoop vertelde dat die reis natuurlijk in verband stond met het China-J apan-conflict. De Minister heeft verzekerd dat dit con flict met de reis van zijn ambtgenoot niets te maken heeft gehad en dat het motief er voor inderdaad geen ander was dan dat, hetwelk reeds is medegedeeld. Wat den bouw van den derden kruiser betreft: daaromtrent moest de Minister nog over leg plegen met zijn ambtgenoot van De fensie, waartoe de gelegenheid hem nog had ontbroken. Zoo werd de behandeling der Indische Begrooting beëindigd, zonder dat er schok kende gebeurtenissen bij plaats hadden. En: tenslotte werd de begrooting zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Vanmiddag moet gestemd worden over het ontwerp inzake de bestuurs- reorganisatie, waarop de Minister van Ko loniën Woensdag de portefeuillekwestie heeft gesteld, 't Wordt wel aangenomen! HAGENAAR. KON VER. HET NED. TOONEEL. Geen salaris uitgekeerd. Naar de „Tel." verneemt, heeft de Kon. Ver. „Het Nederlandsch Tooneel" deze week haren geëngageerden geen salaris uitge keerd. De directie heeft het personeel me degedeeld, dat de onderhandelingen ter saneering van de instelling voor zoover die met het gemeentebestuur te voeren zijn geweest in ieder opzicht geslaagd zijn, doch dat men van de zijde der N.V. Hollandsche Schouwburg geen enkele tegemoetkoming heeft mogen ondervinden, zoodat door de houding dezer N.V. de thans heerschende kritieke toestand is ontstaan. Is het blad wel ingelicht, dan zou de positie der Kon. Vereenlging, wanneer in deze situatie geen verandering kan worden verkregen, ernstig bedreigd worden. Uit het Engelsch door A. TREUB. 21) Ik weet niet wat ik van die obligaties oenken moet, ging hij in twijfel voort, na een merkbare pauze, gedurende welke hij raid's profiel zwijgend bewonderde en zij keek met betraande oogen naar den grond en vroeg zich in haar onderbewustzijn af *elk nummer van schoenen hij droeg. Vader zal ze toch niet verkocht heb- ten? Waarom niet? vroeg Enid, opkijkende. Hoeveel zijn ze waard? Och. ik ben niet erg op de hoogte van iligaties, maar ik geloof dat deze niet "under dan een honderdduizend waard 2|jn. Waarschijnlijk veel meer. Wat me echter verbaast is, dat ik er nooit te voren 'ra gehoord heb. raid keek hem met groote oogen aan, "en kneep zij haar lippen stijf samen. Dan heeft hij ze niet verkocht, zei ze ceslist. sir Peter heeft niet zulk een groot Cedrag aan geld. Hnc keek haar peinzend aan. Is dat waar? Heeft Ryan het de moeilijk gemaakt? vroeg hij. Er „n zulke praatjes rond. Enid knikte. Vader heeft een korten tijd telkens 'crloren, antwoordde zij langzaam. De £leS6ingen die hij gedaan heeft, zijn vrees jp geheel gelukkig gebleken. De waar- 'ra aandeelen ls gestadig gedaald en r^chien heeft hij dat gelijk dit aan Ryan "titen. Maar ik geloof niet, dat hij recht heeft de waarde van bouwland met ge weld te doen dalen, waarop de B.F.I. hypotheek heeft. Neen, stemde Eric toe. Door het ge heele land heen moest de waarde van lan derijen dalen na de stijging tijdens den oorlog. Dat geloof ik ook. Maar vader is min of meer fanatiek op het punt van Ryan. Zij vertelde haar laatsten twist met haar vader en Eric luisterde ernstig en goedkeurend. Och, waarom gebeurt er niets, dat ons zonder zijn ellendige geld achterlaat? eindigde zij hartstochtelijk. Je hebt het hem zeker goed gezegd, kindje, zei Eric grinnikend, toen zij zweeg. Enkele oogenblikken keek hij peinzend naar het paneel, dat de muur-brandkast verborg. Hij dacht er over, of het wijs was, de woorden te spreken, die eerlijkheid hem op de lippen dreef. Enid, zei hij eindelijk met ernstige stem, terwijl zijn hart onrustig klopte. Ik heb er over gedacht. Zeer blijkbaar heeft mijn vader een leening gesloten op die obligaties. Hoeveel en waarom, dit zijn dingen, die ik niet weet, ofschoon ik ge voel, dat ik ze behoorde te weten. Vader's geheimzinnigheid bevalt me niet, even min als de tegenwoordige houding van sir Peter En ik wind het vreeselijk om te zeggen Enid ik geloof dat mijn vader van geluk zal mogen spreken als hij die obligaties ooit weer ziet. Het meisje keek hem met verschrikten blik aan en ging stijf rechtop zitten. Eric nam zijn arm van haar middel weg en voelde met zenuwachtige vingers naar zijn sigarettenkoker. Je denkt datdat sir Peter hem daarmee zal oplichten? De stem van het meisje klonk strak en haar oogen drukten een angstige vraag uit. Eric wachtte lang voor te antwoorden. Hij wist, dat van zijn antwoord de geheele toekomst afhing, de toekomst, die opeens een hoogere waarde had gekregen, zijn toekomst met Enid. Maar hij wist, dat het goed zou zijn zijn gedachten uit te spre ken. Het zou oneerlijk zijn ze achter te houden. Ja, antwoordde hij zacht, dat denk ik! Hij vond zijn sigarettenkoker en het was hem ongewoon moeilijk dien te openen. Hij draaide hem onbeholpen om en om. Hij durfde niet op te zien. Hij vreesde den toorn, dien hij voelde, dat in Enid's oogen moest schitteren, en hij vroeg zich reeds af, wat hij zonder haar doen zou, zonder deze prachtige kameraad, deze begrijpende vrouw, die zooveel voor hem was gaan be- teekenen. Hij spande zijn hart tegen de hartstochtelijke verstooting, die hem voor goed uit haar huis en haar hart zou bannen. En ik denk het ook. De ongelukkige woorden eindigden in een snik. Enid! Eric liet zijn sigarettenkoker vallen en strekte zijn armen uit en dompelde onder in romantiek met een gemak, die volko men zijn gevestigde meening overboord gooide, dat maanlicht en een strijkorkest noodig waren om er goed van te genieten. En in de volgende paar minuten werd de stilte der kamer slechts verstoord door het geluid van Enid's gesmoorde snikken en het fluisteren van Eric's stem, toen hij eenvoudige, troostende geluidjes in de zware golven van haar haar maakte. God! Als ik die Decker was, zou ik de vervloekte obligaties onmiddellijk stelen! waren zijn eerste verstaanbare woorden. Enkele oogenblikken daarna was de stilte volkomen. Toen sprak Enid, en hoe wel haar woorden gesmoord werden door zijn lapel, hoorde Eric ieder woord zeer duidelijk: De samenstelling is zeven, vijf, acht één. Eric zette zijn oogen wijd open en keek ongeloovig naar Enid's haar. Hè? Zeven, vijf, acht, één, herhaalde de verstikte stem langzaam. Eric ging rechtop zitten, greep Enid's armen en schudde haar zachtjes. Zij lichtte haar hoofd uitdagend op. Nu, waarom niet? vroeg zij op vasten toon. De obligaties zouden bij ons ten minste veilig zijn. Zeven, vijf, acht, één is de samenstelling van de brandkast. Ik moet ze dikwijls open maken als vader iets voor het kantoor noodig heeft. Eric herstelde zich van zijn verbazing en lachte luchtig. Breng mij niet in verleiding, lieveling, smeekte hij, haar weer in zijn armen ne mend. Je weet, het is de eerste verkeerde schrede, die den voet van een mensch op het pad der zonde zet. En denk er eens aan, als ik uitgleed Maar je moet niet uitglijden! Je moet Hij viel haar op voldoende wijze in de rede door haar voor den eersten keer op haar lippen te kussen. Eric! Zij bloosde en weer trad een stilte op in de kamer, een plechtige stilte, waarin aan twee jonge harten een nieuwe hemel en een nieuwe aarde werd geopenbaard, welks wonderen hun heimelijkste ver wachtingen overtroffen. HOOFDSTUK XH. Lee Wang bleef opeens staan, toen zijn oogen vielen op de bewegenlooze en niets ziende gedaanten op den Chesterfield. Hij had gedacht, dat er niemand in de ka mer was. Op zijn geel gelaat verscheen een begrijpende glimlach en hij liep in de richting van de salondeur. Hij bewoog zich als een krab, met zijn aandacht ongelijk verdeeld tusschen den Chesterfield en zijn bestemming, en toen de wijde rok van zijn gebloemden zijden jas vastraakte in den kruk van het kabinet, waar de over blijfselen van het zilver der Braces gebor gen was, stiet hij een sissenden Chinee- schen vloek uit, kuchte verontschuldigend, en stond de gelieven aan te kijken met een gelukkigen glimlach, die al zijn regel matige, een weinig verkleurde tanden deed zien. Als men hem in zulk een houding zag, was hij de belichaming van een goedaar- digen Chinees, van wien de jaren niet te veel vergden. Zijn leeftijd was niet te ra den, evenmin als zijn gedachten, want zijn gewone houding was die van ieder ander Chinees die tallooze uren in wijsgeerige overpeinzingen doorbrengt. Hij droeg de kleeding van zijn land; kleurige pyama- achtige kleedingstukken, met wijde, gol vende mouwen, groote pantoffels van rijststroo, en een zwart zijden mutsje, af gezet met rood, terwijl zijn taal het een tonige Pidgen-Engelsch van de Shangaï Bond was. In dit huis kende alleen sir Peter zijn geschiedenis en alleen sir Peter gaf er iets om. Eric hief het hoofd voorzichtig op, keek over het golvende haar van het meisje en slaakte een zucht van verlichting, toen hij den indringer herkende, van wien niet ver wacht kon worden, dat hij de dringende noodzakelijkheid van volstrekte afzonde ring begrijpen zou. Hallo, Lee, zei hij onverschillig, met tegenzin terugkeerend naar een gewone wereld, terwijl Enid verlegen rechtop ging zitten. Hallo, antwoordde de Chinees vroo- lijk, terwijl zijn glimlach nog breeder werd en hij goedkeurend met het hoofd knikte. Je maakt het hof aan miss Enid, hè? Goed, goed! .(Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9