De Geheimzinnige Inbreker si* Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 15 Maart 1932 Derde Blad No. 22082 gebruikneming van de nieuwe electro-magneet In het Natuurkundig Laboratorium. REDE VAN PROF. Dr. W. J. DE HAAS. Itj tegenwoordigheid van een groot aan- Igenoodigden, w.o. de chef van het dep. i hooger onderwijs, mr. van Beeck Cal- heeft hedenmiddag in de groote col- (Jkamer van 't Natuurkundig Laborato- i de officiëeie ingebruikneming van i nieuwen electro-magneet plaats ge- Beschermt Uw gezondheid! TANU>T*ASTA FEUILLET0N. floen allen gezeten waren, hield prof. dr. 11, de Haas een rede, waaraan het vol kje is ontleend: Prof. de Haas. lik heb geaarzeld over de vraag of het ^:hikt zou zijn, de groote electromagneet het laboratorium in het openbaar te kenen. Immers door verschillende 001- lien die niet ter zake doen heeft de vol- fediging van den magneet en zijn scha- t-installatie vrij geruimen tijd ge- |foch heb ik gemeend, dat eene officieele struik stelling beter is, daar het mij koieken is door een reeks brieven uit hei tlenland, waar het bestaan van een t'engewoon groote magneet aan de Jiversiteit te Leiden ten deele bij ge lote doorgedrongen is, dat de belang- Bng in dit werk in het buitenland groot voorts wil ik in deze officieele ope- een daad zien van piëteit ter eere I de nagedachtenis van een man, die i zoo overwegend aandeel in het tot hd komen van dit werk gehad heeft; daad van piëteit tegenover de nage- htenis van prof. Kamerlingh Onnes, hnt hij had reeds voor 1917 het p opgezet een groote magneet te con- raeeren. r de papieren van wijlen prof- mes bevindt zich reeds een eigenhandige [iets d.d. 24 Maart 1917. De plannen ble- i na het jaar 1917 een tijd rusten. Een uespondentie met prof. Weiss dateert |t het jaar 1921. In de daarop navolgende Iren coördineerde prof. Kamerlingh Onnes pa aantal magnetische krachten, prof. [eiss thans te Straatsburg, prof. Piccarci lans te Brussel, prof. Woltjer. thans te pndoeng en mij zelve. Als technisch ad- ieur raadpleegde prof. Onnes onzen stad- den ingenieur Blom, en het mag r dezen plaatse wel eervol vermeld wor- n, dat de ingenieur Blom geheel be- gngloos zijn tijd beschikbaar stelde by dt Jtwerking van de technische détails, dié K de constructie van den magneet ter pake kwamen. [Ten slotte kon het werk, nadat de mag- Vet zorgvuldig berekend was, volgens do Tfinselen ln de dissertatie van Ferrer i leerling van Weiss aanbesteed worden 'Januari 1924. i de firma Siemens en Halske viel het wrrecht te beurt, het werk uit te vocrpn. Siemens en Halske heeft de opdracht op voortreffelijke wijze vervuld. Zoowel bij het vervaardigen van den magneet als bij het maken van de schakel- installatie hadden wij het voorrecht van de groote constructieve ervaring van de ingenieurs van de firma Siemens. Het type van den magneet is het type van Weiss. De bediening en schakeling van den magneet is in het lokaal zelve onderge- hracht. De heer v. Weezei is met het dage- lljksche toezicht belast, terwijl de heer Walstra voor het algemeene toezicht en de batterijen zorgt. Misschien mag ik hier eenige woorden over magnetenbouw in het alge meen zeggen. Van oudsher dateert reeds de magneetvorm van Rhumkorff. De Rhumkorff electromagneetjes hebben een groote verspreiding gevonden, men vond ze vroeger in alle laboratoria: ook in de Na tuurkundige Kabinetten der middelbare scholen kan men nog vaak deze mag neetjes vinden. Dit type is zuiver empirisch op zijn sterkste velden gecon strueerd. De magnetenbouw in den meer engeren zin voor wetenschappelijke labora toria bestemd, is ter hand genomen door Du Bois en Weiss. Du Bois construeerde in 1891 zijn volring model, een toroïde ge lijkmatig bewikkeld met de koperdraad, waardoor de bekrachtigende electrische stroom loopt. Deze volring-magneet vol deed niet. Hij vertoont een verzadiging der magnetisatie, daar waar zij niet verlangd wordt, d wz, diametraal tegenover de vrije plaatsruimte tusschen de poolspitsen. Bij dezen magneet heeft een groote verspilling van electrische energie plaats. Weiss, later gevolgd door Du Bois, heeft er den nadruk op gelegd, dat de bewikkeling der mag neten zoo dicht mogelijk bij de luchtspleet der polen behoort te geschieden. En de moderne Welss-, ook de Du Bois- magneet vertoont dan ook een verzadi- gingsmagnetisatie der poolschoenen. ter wijl het magnetische juk, waaraan een grooter doorsnede gegeven v.ordt dan de poolschoenen magnetisch onverzadigd is. Deze constructie is zoo te zeggen de complementaire van de volring van Du Bois. Het mag wel merkwaardig heeten, dat de moderne magneet eigenlijk zeer in vorm het oudste empirische model van Rhumkorff nadert. De ontwikkelingsgang is eene geweest analoog aan den mi- croscopenbouw Er zijn oude microscopen empyrisch gebouwd, die reeds een groote apertuur hadden, geleerd door de ervaring, dat dit het oplossend vermogen ten goede kwam. Men kan. veilig zeggen, dat de Weiss- magneet de best bestudeerde en gecon strueerde is, welke bestaat. En het is dan ook geen wonder, dat de groote electromagneet, die rtraks berieden zult zien geheel het Weiss-type vertoont. De waterkoeling is geheel dezelfde als bij Weiss. Het water wordt centraal toege voerd en paralel door het systeem kope ren vierkante buizen geleid, waar de elec trische stroom in série doorgaat. De koe ling is zoo effectief, dat bij de zware stroombelasting door de buizen van 400 I Amp. het koelwater een 12 gr. in tempe- ratuur rijst. De electrische stroom wordt 1 toegevoerd over een. paar centraal aange- brachte sleepringen. Zoowel de centrale water als stroomtoevoering zijn op deze i wijze aangebracht op advies van den heer i Blom. Door deze wijze van voeding van den magneet is niettegenstaande het groote gewicht van het geheel, 14.000 K.G.. een groote bewegelijkheid verkregen. En het» kost geen moeite om het geheel dat op een kogellager rust met behulp van een worm wiel om een vertioale as te draaien. Het beginsel van gemakkelijke beweeg baarheid is bij de geheele constructie doorgevoerd. Zoo kunnen de poolkemen, die ieder 900 K.G. wegen, gemakkelijk met, behulp van een Daar op de magneet aan gebrachte motoren versteld worden. Het is evenzeer mogelijk voor het geval een verticaal magnetisch veld gewenscht is. de geheele magneet verticaal te zetten op eenige daartoe speciaal aanwezige palen. Het spreekt van zelf. dat gezien het enorme gewicht, de verticaalstelling met behulp van een loopkraan moet geschieden Deze loopkraan is speciaal voor het kippen van de magneet door den heer Blom ont worpen en door de firma Stork uitgevoerd. De geheele manoeuvre kan binnen het uur geschieden. De poolschoenen. te zwaar om met de hand gehanteerd te worden, wor den door middel van de loopkraan op hun plaats gebracht. Beneden zult gij opgesteld vinden, naast den grooten magneet, de eerste magneet in dit laboratorium gebruikt en die nu te recht een plaats gevonden heeft in het historisch museum van Dr. Crommelin. Want met dit kleine magneetje heeft Prof. Zeeman in dit laboratorium zijn be roemde experiment gedaan van den in vloed van het magneetveld op het uitge zonden licht der atomen. Het Zeeman effect is gebleken in den loop van meer dan 25 jaren ontwikkeling van den bouw van het atoom een der meest geschikte leiddraden ter ontwarring der ingewik kelde structuurverschijnselen van het atoom te zijn. Het verschil in aspect dezer eerste en laatste magneet is werkelijk verbluf fend. U krijgt met het kleine magnee tje een soort van medelijden. Het gaat er mee als wanneer men op een grasveld wat heele jonge hondjes ziet spelen, wat katjes of een heel klein kind. Een glimlach trekt over onze ziel. Zoo gaat het ook hier. Daartegen contrasteert de nieuwe mag neet als iets massiefs, men kan er be wondering voor gevoelen, maar ik weet niet of het U gaat als mij: in deze groote technische scheppingen gevoelt men ook iets brutaals, iets als een zich te zeer op dringende techniek en mechaniseering. Doch ik moet U toch waarschuwen niet te zeer medelijden met- het kleine instrument waar Zeeman toch maar zijn groote ontdekking mede gedaan heeft, te hebben. Ik moet, om U dit duidelijk te maken even voortgaan op de theorie van de magnetenbouw die door Stefan en Ewing ontwikkeld is. Schoon ik deze theorie niet juist kan achten geeft zij een vrij goede benadering. Zij leert ons de sterkte van het magnetische veid tusschen de polen van den magneet, het interferri- cum genaamd, te berekenen. De voornaamste deelen. waar het op aankomt zijn de poolstukken. Deze poolstukken hebben den vorm van afge knotte kegels van ijzer. Zij zijn door de er omheen loopende stroom geheel gemagne tiseerd. De proeven worden nu als regel gedaan tusschen de twee kleine eindvlak- ken van de ijzeren afgeknotte kegels, waarvan de eene derhalve Zuid, de andere Noord gemagnetiseerd is. De sterkte van het veld tusschen de polen wordt nu geleverd door de grootte en afstand van beide eindvlakjes. waarbij op gesteld moet worden de magnetische wer king van de mantels der afgeknotte ke gels, die zich in magnetischen toestand bevinden. De theorie van Stefan leert nu. dat het aandeel van het conische gedeelte der kegels een bijdrage levert die gelijk is aan de natuurl. log. van d? verhouding van de stralen van boven- en grondvlak der kegels. Dat wil derhalve zeggen, dat indien men een magneet maakt, waar bij men de lineaire afmetingen bv. met een factor 5 vergroot en men de ruimte waarin de proeven gebeuren hetzelfde laat, de magn. krachten maar met 'n veel klei nere factor vermenigvuldigd worden. Als prof. Zeeman met mjjP groote magneet zijn proeven gedaan zou hebben in de zelfde proefruimte als in 't kleine Rhumk. magn. beneden, zou hij slechts een factor in zijn voordeel, schattenderwijze van twee gehad hebben. Men ziet derhalve dat men het kleine dat voor uw voeten komt niet te zeer moet verachten. En dat men geen gevoel van medelijden met een kleine ma.gneet be hoeft te hebben. Kleine magneten zijn vin nige dingen. We willen nog een opmerking aan het gezegde vast knoopen. Daartoe geef ik het volgende voorbeeld. Mijn groote magneet beneden heeft een diameter voor het grondvlak van de ijzeren afgeknotte kegel van 40 cm. Ik zou nu bijzonder graag werken met magneetvelden, die in de zelfde proefruimte ongeveer anderhalf maal zoo groot zijn. Dat lijkt geen over dreven eisch. De berekening leert dat in een bepaald geval ik de lineaire afmetin gen van den magneet moet vermenigvuldi gen met een factor ongeveer 5. Dat. wil derhalve zeggen dat het volume ongeveer met de derde macht zou groeien.Een derge lijke magneet zou ruw geschat kosten twee miilioen gulden. Men ziet hoe onmogelijk het probleem der sterke velden wordt. Laat ik ter ge ruststelling eraan toevoegen dat geen voor stellen aan curatoren van mij zullen uit gaan om dit te bereiken. RECLAME. 5744 In ons klimaat is hef van bizonder belang, den mond steeds schoon en frisdi te houden. Poetst daarom Uw tanden 's morgens en 's avonds met Odol-tandpasta. U proeft direct hoe frisch Uw mond door Odol-tandpasta wordt. in 98 landen hei meeat gewilde merk I Men kan ook een anderen weg inslaan. Inplaats van de straal van het grondvlak te vergrooten, en derhalve veel grootere magneten te bouwen, kan men de straal van het kleine vlak van de afgeknotte kegel verkleinen. Doch dan wordt de ruimte voor de experimenten uitermate klein en zou men gedwongen zijn een speciale microtechniek te scheppen. Nu is men in de richting van de micro techniek wel ver gekomen, doch vooral daar waar het gegeven in de natuur daartoe dwingt. Bacteriologen kunnen met behulp van de micromanupulator één bacterie hanteeren. Ik las in een rapport van de malaria-commissie van Prof. Schüffner ik citeer hierbij uit de her innering hoe men in een laboratorium ts Calcutta bij malariamuggen, die even zeer koorts hebben als menschelijke ma laria-patiënten, de lichaamstemperatuur door middel van kleine thermometertjes thermo-elementjes registreerde. Doch in de physica zou een dergelijke microtech niek v/el uitermate tijdroovend worden, terwijl de nauwkeurigheid van de proeven zeer zou dalen. Kapitza in Cambridge heeft een gansch anderen weg ingeslagen om sterke magne tische velden van een vrij groote uitge breidheid te maken. De methode is zeer ingenieus. Een dynamo wordt plotseling kort gesloten door een klos van dikke koperstaaf gemaakt. De bewegingsenergie van de draaiende dynamo wordt dan plot seling uitgeput in het sterke ontstaand magnetisch veld van de klos. Met deze methode zijn de sterkste velden bereikt, die tot dusver op aarde bereikt zijn De velden worden van de orde van 300 Kilo- gauss. de stroom in de klos van de orde van 70.000 Ampère. Prof. Kamerlingh Onnes heeft mij vroe ger erover gesproken ook hier te Leiden een dergelijke inrichting te maken. Maar de methode is extreem kostbaar. En heeft daarbij andere belangrijke nadeelen. De magnetische velden ontstaan en verdwij nen weer in een honderdste seconde en Kapitza is gedwongen voor iedere meting een speciale meetapparatuur te bouwen. Men ziet, dat de moeilijkheid die men voor hooge velden in de ruimte krijgt bij de statische magneten, men hier weer terugkrijgt in den tijd. Er komt trouwens bij de methode Kapi tza nog een andere principieele moeilijk heid. Wil men sterk magnetische substan ties meten in het interessantste tempera- tuurgebied, d.w.z. bij lage temperaturen bestudeeren. dan is te verwachten met de methode Kapitza dat men niet goed zal weten wat men eigenlijk meet. Want het magneetveld verandert de inwendige ener gie van de substantie. Het opkomend en verdwijnend veld verwarmt en verkoelt de stof en het staat te vreezen dat men een toestand zal meten tusschen de adiabati- sche en isothermische toestand in, die niet al te best gedefinieerd zal zijn. Samenvattend kan men zeggen, dat het probleem van extreem hooge velden van alle kanten vastloopt en dat noodig is geld en dat geld een van de moeilijkste dingen der wereld is. behoef ik in dezen tijd van overigens schijnbare armoede wel niet te zeggen. Ik mag dan ook wel zeggen, dat het idee dat bij prof. Onnes voorzat bij de con structie van den magneet zeker niet was extreem hooge velden. Het doel is geweest gemiddeld hooge velden van groote uitge breidheid. En dit probleem lag binnen de grenzen der mogelijkheden. Welke kwesties zijn van belang bij het bestudeeren van de magnetische verschijnselen der stof. Voor al de kwesties van de magnetisatie bij lage temperaturen. Het magnetisme der stof is een temperatuur-gevoelig verschijnsel. Er zijn verschijnselen die dit niet zijn. alles wat met de radioactiviteit samenhangt en waarschijnlijk zeer veel wat met de kern van het atoom te maken heeft voelt niet wat het voor ons zoo familiaire begrip dei- temperatuur is. Het magnetisme is even wel een verschijnsel, dat zeer aan de op pervlakte van het atoom ligt. Alleen bij de groep der zeldzame elementen ligt het wat dieper in het atoom. En alles wat aan den rand van het atoom ligt is zeer tem- peratuurgevoelig. Het is nu duidelijk, dat wanneer men de temperatuur laat dalen en derhalve de invloed van de temperatuur geringer wordt, uitwendige reguleerende krachten die het atoom aangrijpen, b.v. de magne tische krachten een grooter invloed krij gen en betrekkelijker wijze bij lage tempe ratuur met een zeer veel grootere factor vermenigvuldigd, werkzaam zijn. Het is derha've zaak het magnetisme vooral bij lage temperaturen te onder zeeken. Maar om dit te doen moet men de stoffen in vloeibaar Helium of waterstof dompelen en heeft men derhalve glazen vaten noo dig waar deze vloeistoffen in staan te koken. Dit dwingt ons, daar deze vaten een aanzienlijke ruimte vereischeri, over uitgebreide magneetvelden te beschikken, en deze weer liefst zoo sterk mogelijk. Hiermede heb ik het doel aangewezen, dat gesteld was, uitgebreide velden. En nu wil het geluk, dat aan dezen eisch redelijk wel te voldoen is. Want er is een algemeene regel bij den magnetenbouw; die luidt: vergroot men alle lineaire afmetingen en het aantal ampère-windingen met eenzelfde factor, dan krijgt men in de natuurlijk met de zelfde factor vermenigvuldigde experimen teerruimte, dezelfde sterkte van het mag netische veld. En het is nu zonder meer duidelijk, dat v.'ilde men in het magneetje van Zeeman, de glazen onderbrengen waarin de lage temperatuur gemaakt wordt, uitermate zwakke en niet homogene magnetische vel den zou krijgen, terwijl dit in een sterk vergrooten magneet nog redelijk v/el ge lukt. Ik hoop u duidelijk gemaakt te hebben, dat bij de constructie van dezen magneet geene recordjagerij heeft voorgezeten, geen verlangen de op een na grootste mag neet ter wereld te bezitten, neen deze magneetbouw is de logische consequentie od den weg in staat te zijn den magneti schen bouw der materie te kunnen oestu- deeren. Wenscht men zeer sterke velden, zoo zal men moeten wachten op geheel nieuwe verschijnselen, b.v. eene sterk magnetische legeering of een Amerikaansche millio- nair, r ie zich over ons ontfermt. Overigens mag ik wel even vermelden, dat de m.i. interessantste poging tot mag- Uit het Engelsch door A. TREUB. - Ik zou denken, Eric, antwoordde hij l/wg, dat je, opgevoed zooals je bent, de Ideefdheid zoudt hebben te [- Beste vader, viel Eric ongeduldig in rede, dit ken ik alles al van buiten, jar mijn beleefdheid gaat niet zoo ver, t ik u kan toestaan handel te drijven in I tenten der goddeloozen. Wat voor zaak k het? En waarom moet zij geheim ge- ponden worden? Spencer, klonk sir Peter's scherpe 'tem, voordat Aimsbury nog kon antwoor dt®. Mijnheer Aimsbury gaat nu heen. 1 Eric keerde zich opeens naar den baro- I tet toe. I - Een wenk, dat ik geen verdere vragen ["teer moet doen? vroeg hij boos. I,- Een herinnering dat je nog zeer jong ®t' verbeterde sir Peter minachtend. ™c's oogen schitterden dreigend. Hij I Éi een Uijna onoverwinnelijke lust om Ir® yerwaanden snoever, die bezitter van I tiê üt;el beweerde te zijn geweld aan te maar bij nader nadenken begreep I K*' I Eaid dit niet zeer aangenaam zou Idas béP de kamer uit. met de ge- |~™te, dat zijn vader minder geheimzin- Iif,zou blijken te zijn in de vertrouwelijk- I 'o van den donkeren tuin. wnsbury liep om de tafel heen en reikte «hand aan sir Peter, die haar zonder '«lelijkheid drukte. öi goeden avond sir Peter, zei hij 'telend. Ik dank U. U zal me zien op - Den twintigsten Mei, zei Harker. I Den twintigsten Mei, herhaalde I v later dan 10 uur 's avonds, zei sir I -fr. op de klok ziende. Of er voor. zei Aimsbury met een flauwen glimlach. En ik denk. dat het lang er voor zal zijn. Goeden nacht, Cm volkomen oprecht te zijn. Aims bury, hoop ik, dat ik je nooit weer zien zal, zei sir Peter met een vreugdeloozen glimlach. Dat begrijp ik. Dat begrijp ik. Ha, ha! Goeden avond, sir Peter; goeden avond, Harker. Goeden avond, Aimsbury. Harker deed zijn tasch met een scher pen klap dicht. Deze P.N. voor tienduizend, sir Peter? vroeg hij, toen de deur zich achter Aims bury en Spencer gesloten had. U verliest kapitaal Ik zal wel tobben over de P.N., Har ker, viel sir Peter in de rede. Je vergeet deze borgstelling. Hij keek snel over de tafel. Waar zijn die obligaties? vroeg hij scherp. Hier in, antwoordde Harker, op zijn lasch kloppend. Laat ze hier. Ik wil ze vanavond door kijken. U zal gevaar loopen.. Ik ben er aan gewend gevaar te loo pen, Harker. Sir Peter nam de enveloppe, die Harker hem met tegenzin overhandigde, en glim lachte boosaardig, terwijl hij ze op zijn hand woog. De P.N is zoo goed als gedekt, Har ker, zei hij zacht. Harker keek een oogenblik, of hij het niet begreep toen werd hij ongeloovig. Maarmaar stotterde hij. U kan niet goochelen met deze! Niet, Harker? vroeg sir Peter, met de zelfde zachte zelfvoldane stem. Kan ik dat niet? Harker stond op en nam met een drif tig gebaar zijn tasch van de tafel. Hij duwde zijn stoel hard achteruit, en deugd zame verontwaardiging maakte zijn flinke stem nog krachtiger. Dat kan U niet! zei hij nadrukkelijk. Ik zou je niet willen tegenspreken, Harker. Zooals de zaken staan, ben ik niet heel gerust over dezen handel, sir Peter. Volstrekt niet gerust. Een borgstelling van die waarde Het spijt me voor je gemoed, Harker. Het lijdt onnoodig. Intusschen geloof ik, dat het beter is dat U mij de stukken laat meenemen, sir Peter Harker strekte zijn hand uit naar de obligaties en sir Peter glimlachte met ware vroolijkheid. Toch niet bang dat de Decker van avond een bezoek zal brengen? vroeg hij schertsend, de obligaties achter zich leg gend. Harker gromde, aarzelde een oogenblik en ging toen naar de deur. Reken niet op mij in een of andere niet zuivere zaak, zei hij, op den drempel staan blijvend. Ik kan het Huis Brace al leen dienen, zoolang het eerlijk is! Sir Peter's antwoord ging verloren bij het slaan van de deur, maar zijn stem ming had niet veel geleden onder de scherpe opmerking van Harker, en hij liep door de kamer in een uitstralende op gewondenheid. die bijna voelbaar was. Want. hij wist, zoo zeker alsof Aimsbury het hem gezegd had. dat de biscuits-fabri kant de obligaties zou inlossen zelfs al moest het hem zijn laatste cent kosten. Hij wist, dat Aimsbury niet anders zou durven doen dan ze inlossen. Er bleef slechts over het half in zijn hoofd ge vormde plan tot rijpheid te brengen en Aimsbury zou den 20sten Mei voor de vijf tig duizend in gebreke blijven en dienten gevolge zou Aimsbury gedwongen zijn zijn bloeiende zaak te verkoopen, teneinde de obligaties af te lossen en zijn naam te redden. Maanden jaren lang had sir Peter ge leefd met. de lucht van dorre verrotting in zijn neusgaten de dorre verrotting van de planken en balken van het Huis Brace, en de bitterheid er van had zijn kieskeu righeid ondermijnd, zoodat hij nu den steun welkom heette, dïe de oneerlijkheid hem bood zooals veel anderen dien aanvaard hebben, als hij stevig genoeg scheen om de spanning te verdragen en hij legde het fundament er voor in het brandoffer van zijn geweten. Hij rede neerde juist, dat zijn dak niet het eerste zou zijn, dat door bedrog gesteund werd. Illj liep in gedachten heen en weer op het haardkleed en lichtte zijn hoofd op toen een zachte stap in de kamer klonk. Hallo, Enid, zei hij vriendelijk, toen zijn dochter een boek kwam halen. Ben je weer in een goed humeur, lieve? U is er blijkbaar weer in, antwoordde Enid onverschillig, terwijl zij haar vader koel aanzag. Ik kan het niet helpen, verontschul digde hij zich. Want daar is de laatste steen van het herstelde Huis Brace! En hij wierp de obligaties met een melo dramatisch gebaar op tafel. HOOFDSTUK X. Henry Aimsbury liep door den tuin met een voldaan gevoel en bleef naast het nieuw geverfde hek staan om den heer lijken geur van de bloembedden en de vochtige aarde in te ademen. De avond was goed besteed en de oogenblikkelijke ergernis en vage vrees, die veroorzaakt waren door sir Peter's vreemd gedrag, wa ren verdwenen bij de geruststellende we tenschap, dat morgen een zeer noodige som geld in zijn bezit zou zijn. Hij tikte liefkoozend op zijn zak en bij het openen van het hek floot hij het deuntje, dat hij gefloten had toen hij in de bibliotheek zat. Vader! Hij schrikte hevig toen Eric uit de schaduw van den muur in het maanlicht te voorschijn trad. Goede hemel, mijn zoon! Je deed me schrikken. Wat had U voor zaken met sir Peter, vader? De vraag werd dringend uitgestooten en Aimsbury had moeite een onoprechten lach te voorschijn te brengen. Ik dacht een oogenblik, dat je een struikroover waart, Eric, antwoordde hij, terwijl hij vergeefs trachtte wat harte lijkheid in zijn zenuwachtige stem te leggen. De zaken? Niets. Volstrekt niets. Alleen een kleine privézaak Eric geloofde niet ,dat het „volstrekt niets" was en zei dit ronduit aan zijn vader. Aimsbury kreeg een kleur. Het kwam hem voor dat Eric nu en dan geneigd was zijn kinderplicht te vergeten. Met welk recht waag je het mij te ondervragen? vroeg hij streng. Je vergeet je zelf! Dat zei U kortgeleden ook, antwoord de Eric met harde stem, waarin geen spoor van humor was. Mijn recht het U te vragen ligt in hetgeen ik weet van Uw meening omtrent sir Peter. Tot nu toe heb ik Uw vertrouwen genoten Ik wensch niets meer hierover te hooren, viel zijn vader boos in En ik heb er niets meer over te zeggen behalve je te herinneren, dat het een particuliere zaak is. Een particuliere zaak. Ik hoop dat je dat goed begrijpt! Is het niet bij U opgekomen, vader, dat de beste verontschuldiging, die U jegens het nageslacht kunt maken, is het mij goed verzorgd achter te laten? Wat bedoel je? Ik bedoel, dat U geen eerlijk spel speelt, vader! klonk zonder omwegen het antwoord. Als jonger deelgenoot sta ik er op te weten wat dit voor een zaak is, (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9