ft Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 15 Maart 1932 Vierde Blad No. 22082 GEMEENTEZAKEN. L:° een adres verzoeken H. Hogewo- J™ eenige andere handelaren in h,!n P'anten om op marktdagen "Pothekersdijk van 8 uur v.m. tot jbrri en den Nieuwen Rij'n tusschen Jjwnbrug en Karnemelksbrug van <i.m. tot 10 uur 's avonds voor alle ■De af .te sluiten. iieM^>®missie voor den Markt- en flenst, wier advies B. en W. om HET 40-JARIG BESTAAN VAN DE „SCHOOL MET DEN BIJBEL" TE SASSENHEIM. BENOEMING. L- Bestuur van het Heilige Geest- of t> Wees- en Kinderhuis biedt de voi- voordracht aan voor ae benoeming r«n regent, ter voorziening in de l|i;t aan den heer B. J. J. N. Troost l'jodanig verleend eervol ontslag ont- L vacature: Ijl, G, Bon; 2. Dr. C. J van der OVERNEMING STUKJE SLOOT. verband met bebouwing ter plaatse B en W. voor te besluiten koste- [b eigendom en onderhoud bij de ge it. over te nemen van J. van der Jp te Leiden, het stukje sloot ter [5e van pl.m. 100 M2, deel uitma- van het perceel, kadastraal be- gemeente Leiden. Sectie O, No. 84, n aan het Utrechtsche Jaagpad. VERKOOP 6 c.A. GROND. gemeente is voor 6 c.A. mede-eige- s van het perceel, kadastraal tekend iimte Leiden. Sectie P. No, 1343. ge- aan den Rijnsburgerweg, toebehoo- aan den heer prof dr. R, P. van t mede-eigendomsrecht van de ge lat» is vermoedelijk ontstaan, doordat [eg-afscheiding indertijd niet precies eigendomsgrens as geplaatst, doch, ïbet oog op een beter verloop van |veg, iets meer naar voren, n den heer Van Calcar is een verzoek [omen om bedoelde 6 c.A. van de ge ste te mogen koopen. tgeïien de gemeente bij het behoud leien grond geen belang heeft, be- 1 er tegen inwilliging van het verzoek bezwaar. Adressant gaat accoord |den gewaagden prijs van f. 10.- in SCHOOL-SUBSIDIES. betrekking tot de door de bestu- Iran de üi deze gemeente gevestigde ^adere scholen ingediende aanvragen een voorschot op de vergoeding in de Itttaïiekosten dier scholen over het 11932 deelen B. en W. mede. dat over het laatste dienstjaar waarover de tmte-rekening is gesloten, per leer- fran het openbaar lager onderwijs IH en per leerling van het openbaar fcreid lager onderwijs f. 28 31 werd teven. forts heeft de gemeente over 1931, I (inbegrip van de te haren laste ge- pensioensbijdragen, gemiddeld per i fcijkscli lesuur uitgegeven voor het Eierwljs in nuttige handwerken ■ST, voor dat in linchamelijke oefe- j 11. 135.24 voor gewoon lager onder- len f. 143.58 voor uitgebreid lager Vrijs. voor dat in handelskennis I-en voor dat in teekenen f. 130.46. i I grond van een en ander geven B. i i in overweging het voorschot op de ng, bedoeld bij artikel 101 der j Onderwijswet 1920, over het jaar hst te stellen op een totaalbedrag [97.470.- (inbegrepen de vergoeding akonderwljzersï. STEUN CRISIS-COMITé. het Leidsch Crisis-Comité kwam ierzoek binnen te willen bevorderen, wt van gemeentewege een maande- l't.e bijdrage van f. 250.- zou ontvan- |cnn daaruit de geregeld terugkee- uitgaven voor drukwerk, telefoon, verwarming en verdere bureaukos- kunnen bestrijden, zoomede om |ït aan degenen, die zich naar het 1 van het Dagelijksch Bestuur op fcdere wijze verdienstelijk hebben ge- f'. af en toe een bescheiden gratifi- te kunnen verleenen. t komt B en W. voor. dat voor ta ling van dit verzoek alle aanleiding Arende de bijna 3 maanden van (bestaan heeft het Comité getoond nijk werk te verrichten, terwijl i mag worden aangenomen, dat zijn 1 in vele gevallen 't resultaat heeft, lenschen van een voor hen zelf zeer lijken en de gemeente bezwarenden [naar de Gemeentelijke Commissie v. (schappelijk Hulpbetoon worden te- touden. Ner kan worden toegegeven, dat het bevredigende toestand is de door de fcrij ter beschikking van het Comité Jt'tie gelden voor een gedeelte te moe- Iresteden voor de uitgaven, welke poyen zijn aangegeven, waartoe het uhé echter bij gebreke aan inkomsten Meren hoofde wel moet overgaan, islotte ligt het zeer zeker op den weg löe gemeente om deze particuliere in- ■n? van zoo algemeene samenstelling fet zoo nuttig en menschlievend doel B te verleenen. nu de burgerij zelve Icaadwerkelijk daaraan hare mede- png verleent, door offers in geld. na- I tijd. to dat deze gemeentelijke subsidie op tfliticulieré offervaardigheid nadeeli- invloed zou uitoefenen, behoeft niet an. nu deze zoo bescheiden van tog is en voor 'n speciaal doel wordt ™t. Eerder valt het tegendeel aan ,aen. omdat hierdoor des te meer toeid bestaat, dat de uit llefdodig- pin aan het Comité afgedragen gel- look inderdaad ten volle tot dit doel worden aangewend. burgerlijke stand. f) raadsbesluit van 11 Januari j.l. werd I Qc Leidsche Spaarbank, ten behoeve f °c vestiging van bureaux, gehuurd 't aan den Stillen Rijn No. 3. kosten van inrichting van het be- tosedeelte van dit gebouw tot bu- J9°r den Burgerlijken Stand en de wttog worden geraamd op f. 2800.-, bedrag ten laste van het- Stadhuis- dient te komen. f" adres met tegengestelde uitwerking. trent het adres inwonnen, ls van meening dat de gevraagde afsluiting door het marktbelang geenszins wordt gevorderd; wel verre van overtuigd te zijn van de noodzakelijkheid om tot het nemen van dezen maatregel over te gaan, is het adres voor haar zelfs aanleiding geweest voor te stellen te bevorderen, dat de ge- slotenverklaring van het gedeelte van den 1 Nieuwen Rijn tusschen de Hoogstraat en de Hartesteeg voor 't verkeer met motor fietsen en met rijwielen in beide richtin gen, waartoe in 1923 is overgegaan, weder wordt opgeheven. Ook naar het oordeel van den Commis saris van Politie is de noodzakelijkheid van het treffen vap den door adressanten gevraagden maatregel in het belang van de vrijheid en veiligheid van het verkeer nimmer gebleken. B en W. kunnen zich öaaTmede veree nigen. KORTING SALARIS LEERAREN. Bij Koninklijk besluit van 29 December 1931 zijn bepalingen vastgesteld, waar naar een tijdelijke korting van 1 Maart 1932 tot 1 Maart 1935 wordt toegepast op de bezoldiging o.m. van de leeraren aan de Rijks hoogere burgerscholen. Deze korting bedraagt: a. voor hen. die gehuwd zijn. en voor hen. die gehuwd zijn geweest 2'/» ten hon derd voor de eerste f. 2000 en 5 ten hon derd van het meerdere der jaarlijksche bezoldiging, met uitzondering van het be drag daarvan, hetwelk aan kindertoelage wordt genoten: b. voor hen, die ongehuwd zijn en nim mer gehuwd zijn geweest, 2'h ten hon derd van de eerste f. 1000 en 5 ten hon derd van het meerdere der jaarlijksche bezoldiging, met uitzondering van het be drag daarvan, hetwelk aan kinder-toe- lage wordt genoten. Bij schrijven van 20 Jan. 1932 deelde de Minister van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen mede. dat deze korting ook dient te worden toegepast op de bezoldi ging van het onderwijzend personeel der van Rijkswege gesubsidieerde gymnasia en gemeentelijke hoogere burgerscholen, in dien men althans prijs stelt op het be houd der Rijksbijdrage. Gemeld Koninklijk besluit is uiteraard ook toepasselijk op de bezoldiging van de leeraren aan de Rijks-kweekscholen voor onderwijzers en onderwijzeressen. De daarin bedoelde korting is echter niet verplichtend gesteld op de salarissen van de leeraren aan de gemeentelijke kweekschool voor onderwijzers en onder wijzeressen. Wordt evenwel tot korting op de bezol diging van de leeraren aan het gymna sium en de beide hoogere burgerscholen besloten, hetgeen met het oog op de fi- nancieele omstandigheden naar gevoelen van B. en W. absoluut geboden is. dan be hoort die korting billijkheidshalve ook toegepast te worden op de bezoldiging van de leeraren aan de gemeentelijke kweek school, aangezien de leeraren aan die school reeds verscheidene jaren volgens de Rijksregeling en op vrijwel gelijken voet bezoldigd worden als hunne collega's aan het gymnasium en de beide hoogere burgerscholen. SUBSIDIES ONDERLINGE EN VOORUIT. 2 September 1929 werd besloten aan do Onderlinge Vereeniging voor Ziekenhuis verplegtag en aan de afdeeling Zieken- huisverpleging van de Coöperatie „Voor uit" ook weder over het jaar 1929 een bij drage van f. 1 per patiënt en per ver- pleegdag toe te kennen voor die leden dier vereenigingen, wier verpleegkosten, zoo zij geen lid waren, geheel voor reke ning van de gemeente zouden komen Dit eenvoudige woordje „geheel'' hier boven vet gedrukt is de aanleiding ge weest tot belangrijke discussiën en over wegingen, tot het instellen van een diep gaand onderzoek naar de gestie van het bedrijf der vereenigingen en is ten slotte de oorzaak, dat het College van B en W. eerst thans met een goed gefundeerd voorstel kan komen, een voorstel, dat te vens de bedoeling heeft deze aangelegen heid definitief te regelen. Het bestuur van de Onderlinge Vereeni ging voor Ziekenhuisverplegtag kort heidshalve „de Onderlinge" deelde bij schrijven van 7 April 1930 mede. dat de berekening van de bijdrage over 1929 niet had plaats gehad overeenkomstig het oor spronkelijk raadsbesluit, doch dat een wij ziging daarin was aangebracht, die de aan de vereeniging toekomende bijdrage be langrijk had doen verminderen. De bijdrage toch, die vroeger berekend werd naar die patiënten, wier verpleeg kosten voor rekening van de gemeente zouden komen, was thans berekend naar hen. wier verpleegkosten „geheel" door de gemeente werden betaald. Deze wijziging kwam de vereeniging te staan op een vermindering van de bij drage van pl.m. f. 6000. Intusschen vernamen B. en W., dat ook het bestuur van de afdeeling Ziekenhuis verplegtag van de Coöperatie „Vooruit" kortheidshalve „Vooruit" dezelfde be zwaring tegen de berekening van de bij drage over 1929 had. De Commissie voor den Geneeskundigen Dienst, in wier handen B. en W. de des betreffende stukken stelden, achtte het noodig de besturen van de beide vereeni gingen bijeen te roepen, teneinde deze zaak te bespreken en tot klaarheid te brengen. Zij noodigde den Wethouder van Financiën uit daarbij tegenwoordig te zijn. In die bijeenkomst, die op 13 October 1930 plaats had, heeft de Commissie aan de besturen getracht duidelijk te maken, dat de berekening van de bijdrage op de juiste wijze had plaats gehad. Immers, toen de Raad op 26 November 1923 voor de eerste maal besloot aan de Onderlinge een bijdrage te verleenen van f. 1 per patiënt en per verpleegdag, be stonden nog slechts 2 categorieën van pa tiënten, dat waren de vermogenden en de onvermogenden, d. w. z. zij die hunne ver pleegkosten geheel zelf betaalden en zij die niets betaalden en dus geheel van gemeentewege werden verpleegd. Een 3e categorie, die der minvermogenden, be stond niet. Het staat dus ontwijfelbaar vast, dat de Raad bedoeld heeft en niet anders heeft kunnen bedoelen, dan bij te dragen voor hen, die geheel onvermogend zijn. Het zou derhalve geen zin hebben ge had het woord „geheel" in het raadsbe sluit in te voegen. De zooeven bedoelde 3e categorie van personen ontstond eerst in 1927. toen het Tarief van bijdragen in Ziekenhuisverple gtag werd vastgesteld. Deze categorie omvat de minvermogen den, dat zijn zij die, krachtens dat tarief, Huldiging van den heer L. van Leeuwen Sr. Foto Bleuzé. Gistermiddag vond te Sassenheim een drukbezochte receptie plaats ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de „School met den Bijbel", gepaard gaande met een enthousiaste huldiging van den heer L. van Leeuwen Sr., voorzitter van het Bestuur der School. Op onze foto ziet men vereenigd den geridderden jubilaris met zijn echtgenoote, voor Burgemeester Gouverneur, den gemeente-secretaris, den heer Los, het hoofd der school, den heerWiepkema, de wethouders Warnaar en Bader, de leden van het Bestuur Wijntjes,Frijltak en Molenaar, alsmede Inspecteur Baak Tenslotte de talrijke vrienden en belangstellenden, die Bestuur en jubilaris kwamen complimenteeren. Op 17 September 1891 werd de school- vereenigtag te Sassenheim opgericht en reeds op 12 Maart 1892 volgde de opening der school. Het bestuur bestond toen uit de heeren S. Baron van Heemstra, ds. J. Thijs. A. Frijltak Sr., T. Bergman en R. H. Beerhorst. het suppletiefonds werd be heerd door de heeren C. Westerbeek, G. Vlasveld en L. van Leeuwen. Het aantal leden bedroeg 39. Bij de opening bestond de school uit 2 lokalen en bedroeg het aantal leerlin gen 46. In 1920 was het aantal leerlingen zóó toegenomen dat in een in de nabij heid liggend gebouw „Concordia" eenige klassen moesten worden ondergebracht. Er waren toen ruim 300 leerlingen. In September van dat jaar werd de „De Visserschool" geopend en natuurlijk moest de school een aantal leerlingen af staan, evenals aan de iets later opgerichte Hervormde School. Als eerste onderwijzer trad op de heer J. Oldeboom. terwijl de laatste hoofden waren de heeren J. Verwoerd en P. J. Vercouteren. Deze laatste ging r.aar de Mulo-school en in zijn plaats kwam het tegenwoordige hoofd, de heer J. Wiepke- ma. Tot zoover de geschiedenis dei- school. Van het toenmalige bestuur is alleen de heer L. van Leeuwen nog ta functie en 't is te begrijpen, dat dit feit eveneens mid den ta de ^belangstelling stond. Gisterenmiddag te 3 uur hield het be stuur der school ta het gebouw „Concor dia" een zeer druk bezochte receptie. Vooraf had het bestuur een bezoek aan de school gebracht, waar de jeugd feest vierde en natuurlijk ruim getracteerd werd. Toen het samenzijn geopend werd, was er geen plaats onbezet. De heer Los las ter inleiding Lukas 18. Veertig jaar gele den was de school met voorlezing van dit hoofdstuk geopend. Als eerste spreker trad naar voren bur gemeester Gouverneur, die getuigde van de hooge waardeertag die hij voor den voorzitter van de jubileerende vereeniging heeft. Hij is steeds aangenaam getroffen door de goede eigenschappen, die den heer van Leeuwen sieren. Op velerlei ter rein is hij tot vrucht voor de maatschap pij werkzaam geweest en de activiteit die hü ontplooide, was niet het gevolg van het feit. dat men bij hem aanklopte, doch steeds was hst zijn eigen initiatief en liefde tot den medemensch. Niet alleen op het terrein van het onderwijs heeft hij zich verdienstelijk gemaakt, in het bijzon der heeft hij vakbelangen gediend. Zijn roem in dat opzicht is genoegzaam tot spr. doorgedrongen. Voor de export van bloembollen is hij een der pioniers ge weest. Op de school zijn in de afgeloopen veertig jaar jongens en meisjes gevormd van karakter en overtuiging tot steun van de maatschappij. „Gü hebt, aldus spr. „de moeilijke jaren van vóór de gelijkstelling meegemaakt en met voldoening zult ge nu op het heden zien." Het is spr. een bijzondere vreugde den jubilaris te kunnen mededeelen dat het H.M. de Koningin behaagd heeft zijn vele verdiensten daadwerkelijk te erkennen en hij acht het een groote eer hem de on derscheiding verbonden aan het ridder schap in de orde van Oranje-Nassxu te mogen overhandigen. Hierop volgde een spontaan en langdu rig applaus. Allereerst toonde de gerid derde het op zijn borst gespelde eere-tee- ken aan zijn vrouw en dankte voor de eer, die hem zoo aangenaam verrast heeft. God heeft het hem niet alleen vergund dit te mogen beleven, doch het hem ook vergund om alles wat achter hem ligt te mogen doen. Hierop verschenen de leerlingen dei- beide hoogste klassen die den voorzitter een zanghulde brachten. Vervolgens sprak het hoofd der school, de heer Wiepkema. mede namens het per soneel en de leerlingen eenige hartelijke woorden. Hij hoopte dat de kinderen dezen middag nooit zouden vergeten en 't voorbeeld van den heer van Leeuwen ter harte zouden nemen. Na 'n korte pauze, waarin ververschin- gen werden aangeboden, werd door vele sprekers uiting gegeven van de vreugde met dit feest en de toegenegenheid die men voor de school en den voorzitter heeft. Achtereenvolgens voerden het woord de heeren J. Baak. inspecteur L.O., Eelderink namens de wijkverpleging. J. Dreef, na mens de „De Visserschool". ds. Krijkamp voor de Herv. School, W. Warnaar als wethouder en eerevoorzitter van den Bond v. Bloembollenhandelaren, ds. Boeyenga als oud-predikant, v. Nieuwkoop namens de Chr. Geref. Kerk, dr. P. Ie Grand, P. J. Vercouteren en dr. Zijerveld, schoolarts. Om alles afzonderlijk weer te geven, zou te veel plaatsruimte vergen. De heer v. Leeuwen dankte zeer onder den indruk, voor alle bewijzen van waar deertag, die hem te beurt waren gevallen. Hij wekte allen op, om niet achter te blij ven ta het werk voor den medemensch en maatschappij. De grootste voldoening ligt in het verrichten van het werk zelf. De heer L. v. Leeuwen Jr. bracht hulde aan den heer F. Moolenaar, die mede 40 jaar bestuurslid van de schoolvereeniging is geweest. Op deze bekendmaking en hulde volgde een daverend applaus! Onder de vele telegrammen, waaruit bleek dat men ook buiten de gemeente in het herdenken deelde, noemen wij die van Baron van Heemstra, commissaris der Ko ningin in Gelderland; het hoofdbestuur v. Bloembollencultuur en van de onderwijze res mej. van Es. Meerdere bloemstukken sierden de zaal. Ds. Kuiper sprak een kemefchtig slot woord; nadat gezongen was Ps. 72:6. sloot hij de bijeenkomst met gebed. Van de gelegenheid om den heer van Leeuwen en familie de hand te drukken en te feliciteeren met de Kon. onderschei ding werd zoo goed als door alle aanwezi gen gebruik gemaakt. een zekere som in hunne verpleegkosten moeten bijdragen. Door de toepasstag van dit tarief zou inderdaad de bijdrage aan de vereenigin gen vrij sterk verminderen, omdat zij, die nu gingen bijdragen, te voren tot de op- vermogenden behoorden, waarvoor de bij drage werd verleend en nu naar de 3e categorie overgingen, waarvoor niet wordt bijgedragen. Nadat de Commissie dit een en ander aan de besturen had medegedeeld, legden deze zich bij de wijze van berekening neer en bleef de bijdrage over 1929 op het een maal vastgestelde bedrag bepaald. In verband hiermede kwam echter als 't ware van zelf de vraag naar voren, of ten aanzien van de toekenning van de bijdrage niet een ander systeem kon wor den gevolgd, waardoor een afdoende rege ling kon worden verkregen. Eenerzijds wenschte men de bijdrage te verhoogen. teneinde spoediger te komen tot een bedrag gelykstaande aan de som van één jaar premie, op welk bedrag de be- noodigde reserve werd geschat. Anderzijds wilde men de bijdrage be paald zien op een zeker percentage van de jaarpremie, eveneens tot dat het be drag. waarop de reserve werd bepaald, was bereikt. Ook omtrent het bedrag der reserve be stond verschil van meening. Het bedrag genoemd in art. 72 van de Ziektewet, n.l. 50"/o van de beschikbare jaarpremie achtte men over het algemeen aan den lagen kant. Ten slotte kon een voorstel van den Wethouder van Financiën, om aan een deskundige op het gebiedvan verzeke ringswezen op te dragen een onderzoek in te stellen naar de finantieele gestie van het bedrijf der beide vereenigingen en tevens om van advies te dienen omtpent de vereischte reserve, aller instemming verwerven. B. en W. verzochten nu den heer mr. dr. D. J. van Bruggen te Dordrecht zich met dit onderzoek te belasten, waaraan deze heeft voldaan In April 1931 ontvingen B. en W. diens uitvoerig rapport, opgemaakt naar den toestand op 31 December 1930. Het zou te ver voeren dit bijzonder be langrijk rapport, op den voet te volgen; genoeg zij het mede te deelen, dat het resultaat van het onderzoek is, dat de contributie van niet alle groepen van verzekerden toereikend ls, om de kosten der verzekering te dekken, en dat ver- hoogtag van de contributie of premie noodzakelijk is. Zoo wijzen de contributiegroepen 4 en 5 cent een tekort aan en eveneens de groep 10 cent; daarentegen vertoonen de groe pen 7 en 7'/s cent een overschot. Verhooging van de groepen 4 en 5 cent tot 8 cent en van groep 10 cent tot 12 ct. is noodzakelijk. Wat de reserve betreft, deze kan, naar de meening van den heer van Bruggen, zonder bezwaar gesteld worden op 5b°/n j van de beschikbare jaarpremie, plus de aanvangsreserve, zijnde 25°/o der beschik bare jaarpremies. Nadat aan elk van de besturen der beide vereenigingen een afschrift van het rap port ter kennismaking was toegezonden, heeft de Commissie met eenige afgevaar digden uit die besturen het rapport be sproken. Bij die bespreking, waarbij ook weder de Wethouder van Financiën tegen woordig was. heeft de heer van Bruggen gelegenheid gehad zijn rapport nog nader toe te lichten. Hoewel men het rapport, uit een verze keringstechnisch oogpunt beschouwd, vol komen juist achtte, viel aan de uitvoeripg volgens de meening van de afgevaardig den niet te denken. Immers, de Leidsche tarieven zijn reeds hooger dan in andere gemeenten; ze nog hooger maken zou zeker een belangrijke achteruitgang in ledental ten gevolge hebben. En het zijn juist de groepen 4 en 5 ct„ dat zijn die van de kinderen, die niet ver hoogd kunnen worden, omdat dit de draagkracht van groote gezinnen, die toch reeds zooveel voor verzekeringen moeten bijdragen, te boven gaat. Wat het bedrag van de resreve betreft, hiermede ging men eerst accoord. nadat de heer van Bruggen er nadrukkelijk op had gewezen dat de premie volgens de Ziektewet dient voor de verzekering van alle zieken en de premie hier bedoeld slechts voor hen, die ziekenhuisverplegtag noodig hebben. De berekening van de re serve volgens de Ziektewet ls derhalve voor de vereenigingen zeer gunstig. De bezwaren tegen contributieverhoo- ging. meer ta het bijzonder tegen die van de kindergroep, werden ook door de com missie gevoeld en na ernstige overweging droeg zij den heer van Bruggen op te onderzoeken op welke wijze, zij het dan door subsidieverhooging. deze contributie- verhooging kon worden voorkomen. Bij schrijven van 2 Juli 1931 stelde de heer van Bruggen nu de volgende re geling voor: le. De gemeente geeft aan de beide ver eenigingen een subsidie van ten hoogste 10®/» der contributies, die voor een be paald kalenderjaar beschikbaar zijn; 2e. Zoodra de reserves zijn gekomen tot de hoogte ta zijn rapport aangegeven, wordt deze subsidie bepaald op het te kort, dat de exploitatie in het kaldender- jaar vertoont (nadeelig verschil van de werkelijke uitgaven, daarbij de admini stratiekosten inbegrepen en de volgens be rekening beschikbare contributies) ver meerderd met het bedrag, dat aangeeft de toename van de reserve in het desbe treffende jaar, met dien verstande, dat het subsidiebedrag, op deze wijze ont staan, niet meer zal mogen beloopen dan 10®/» der contributie als onder le. aange geven. Het College kon zich, evenals de Copi- missie, met de door den heer van Brug gen voorgestelde nieuwe subsidieregeling volkomen vereenigen, mits zij dan tevens zouden voorstellen, naast de bestaande voorwaarden, deze nieuwe te verbinden: le. dat de premie voor personen van 60 jaar en ouder, die in den vervolge zullen worden ingeschreven, wordt verhoogd van 10 tot 12 cent per week; 2e. dat geen uitbreiding van uitkeerjng of vergoeding aan de verzekerden plaats heeft zonder machtiging van ons College. Ten slotte deelden B. en W. mede dat bij aanvaarding van deze regeling de ge meente bereid zou zijn zich garant te stellen voor eventueel verlies ingeval te eeniger tijd de reserves, door epidemie als anderszins, geheel zouden zijn uitgeput. De besturen van de beide vereenigingen deelden daarop mede, dat zij zich geheel konden vereenigen met de voorgestelde nieuwe subsidieregeling en de daaraan verbonden voorwaarden. HET HAVENGELD. Het hoofdbestuur van de Schippersver- eeniging „Schuttevaer" verzoekt over te gaan tot een verlaging van het havengeld voor stoom- of motorbooten, hetwelk thans 4 cent per ton en per reis bedraagt. De Commissie voor den Markt- en Havendienst, wier gevoelen B. en w. om trent. het adres inwonnen, geeft in meer derheid, hoofdzakelijk om dezelfde rede nen als door adressant zelf reeds aange voerd. in overweging het havengeld voor de bovenbedoelde soort vaartuigen te ver lagen met 1 cent en dus vast te stellen op 3 cent per ton en per reis, als gevolg waar van de gemeente, berekend naar de ont vangsten uit dien hoofde over 1930, rond f. 2.857.per jaar aan inkomsten zou der ven. De minderheid is daarentegen van mee ning, dat er na de in 1925 plaats gehad hebbende zeer zeker niet onaanzienlijke vermindering van het havengeld, geen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 13