ft Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 15 Maart 1932
Vierde Blad
No. 22082
GEMEENTEZAKEN.
L:° een adres verzoeken H. Hogewo-
J™ eenige andere handelaren in
h,!n P'anten om op marktdagen
"Pothekersdijk van 8 uur v.m. tot
jbrri en den Nieuwen Rij'n tusschen
Jjwnbrug en Karnemelksbrug van
<i.m. tot 10 uur 's avonds voor alle
■De af .te sluiten.
iieM^>®missie voor den Markt- en
flenst, wier advies B. en W. om
HET 40-JARIG BESTAAN VAN DE „SCHOOL MET DEN BIJBEL" TE SASSENHEIM.
BENOEMING.
L- Bestuur van het Heilige Geest- of
t> Wees- en Kinderhuis biedt de voi-
voordracht aan voor ae benoeming
r«n regent, ter voorziening in de
l|i;t aan den heer B. J. J. N. Troost
l'jodanig verleend eervol ontslag ont-
L vacature:
Ijl, G, Bon; 2. Dr. C. J van der
OVERNEMING STUKJE SLOOT.
verband met bebouwing ter plaatse
B en W. voor te besluiten koste-
[b eigendom en onderhoud bij de ge
it. over te nemen van J. van der
Jp te Leiden, het stukje sloot ter
[5e van pl.m. 100 M2, deel uitma-
van het perceel, kadastraal be-
gemeente Leiden. Sectie O, No. 84,
n aan het Utrechtsche Jaagpad.
VERKOOP 6 c.A. GROND.
gemeente is voor 6 c.A. mede-eige-
s van het perceel, kadastraal tekend
iimte Leiden. Sectie P. No, 1343. ge-
aan den Rijnsburgerweg, toebehoo-
aan den heer prof dr. R, P. van
t mede-eigendomsrecht van de ge
lat» is vermoedelijk ontstaan, doordat
[eg-afscheiding indertijd niet precies
eigendomsgrens as geplaatst, doch,
ïbet oog op een beter verloop van
|veg, iets meer naar voren,
n den heer Van Calcar is een verzoek
[omen om bedoelde 6 c.A. van de ge
ste te mogen koopen.
tgeïien de gemeente bij het behoud
leien grond geen belang heeft, be-
1 er tegen inwilliging van het verzoek
bezwaar. Adressant gaat accoord
|den gewaagden prijs van f. 10.- in
SCHOOL-SUBSIDIES.
betrekking tot de door de bestu-
Iran de üi deze gemeente gevestigde
^adere scholen ingediende aanvragen
een voorschot op de vergoeding in de
Itttaïiekosten dier scholen over het
11932 deelen B. en W. mede. dat over
het laatste dienstjaar waarover de
tmte-rekening is gesloten, per leer-
fran het openbaar lager onderwijs
IH en per leerling van het openbaar
fcreid lager onderwijs f. 28 31 werd
teven.
forts heeft de gemeente over 1931, I
(inbegrip van de te haren laste ge-
pensioensbijdragen, gemiddeld per i
fcijkscli lesuur uitgegeven voor het
Eierwljs in nuttige handwerken
■ST, voor dat in linchamelijke oefe- j
11. 135.24 voor gewoon lager onder-
len f. 143.58 voor uitgebreid lager
Vrijs. voor dat in handelskennis
I-en voor dat in teekenen f. 130.46. i
I grond van een en ander geven B. i
i in overweging het voorschot op de
ng, bedoeld bij artikel 101 der
j Onderwijswet 1920, over het jaar
hst te stellen op een totaalbedrag
[97.470.- (inbegrepen de vergoeding
akonderwljzersï.
STEUN CRISIS-COMITé.
het Leidsch Crisis-Comité kwam
ierzoek binnen te willen bevorderen,
wt van gemeentewege een maande-
l't.e bijdrage van f. 250.- zou ontvan-
|cnn daaruit de geregeld terugkee-
uitgaven voor drukwerk, telefoon,
verwarming en verdere bureaukos-
kunnen bestrijden, zoomede om
|ït aan degenen, die zich naar het
1 van het Dagelijksch Bestuur op
fcdere wijze verdienstelijk hebben ge-
f'. af en toe een bescheiden gratifi-
te kunnen verleenen.
t komt B en W. voor. dat voor ta
ling van dit verzoek alle aanleiding
Arende de bijna 3 maanden van
(bestaan heeft het Comité getoond
nijk werk te verrichten, terwijl
i mag worden aangenomen, dat zijn
1 in vele gevallen 't resultaat heeft,
lenschen van een voor hen zelf zeer
lijken en de gemeente bezwarenden
[naar de Gemeentelijke Commissie v.
(schappelijk Hulpbetoon worden te-
touden.
Ner kan worden toegegeven, dat het
bevredigende toestand is de door de
fcrij ter beschikking van het Comité
Jt'tie gelden voor een gedeelte te moe-
Iresteden voor de uitgaven, welke
poyen zijn aangegeven, waartoe het
uhé echter bij gebreke aan inkomsten
Meren hoofde wel moet overgaan,
islotte ligt het zeer zeker op den weg
löe gemeente om deze particuliere in-
■n? van zoo algemeene samenstelling
fet zoo nuttig en menschlievend doel
B te verleenen. nu de burgerij zelve
Icaadwerkelijk daaraan hare mede-
png verleent, door offers in geld. na-
I tijd.
to dat deze gemeentelijke subsidie op
tfliticulieré offervaardigheid nadeeli-
invloed zou uitoefenen, behoeft niet
an. nu deze zoo bescheiden van
tog is en voor 'n speciaal doel wordt
™t. Eerder valt het tegendeel aan
,aen. omdat hierdoor des te meer
toeid bestaat, dat de uit llefdodig-
pin aan het Comité afgedragen gel-
look inderdaad ten volle tot dit doel
worden aangewend.
burgerlijke stand.
f) raadsbesluit van 11 Januari j.l. werd
I Qc Leidsche Spaarbank, ten behoeve
f °c vestiging van bureaux, gehuurd 't
aan den Stillen Rijn No. 3.
kosten van inrichting van het be-
tosedeelte van dit gebouw tot bu-
J9°r den Burgerlijken Stand en de
wttog worden geraamd op f. 2800.-,
bedrag ten laste van het- Stadhuis-
dient te komen.
f" adres met tegengestelde
uitwerking.
trent het adres inwonnen, ls van meening
dat de gevraagde afsluiting door het
marktbelang geenszins wordt gevorderd;
wel verre van overtuigd te zijn van de
noodzakelijkheid om tot het nemen van
dezen maatregel over te gaan, is het
adres voor haar zelfs aanleiding geweest
voor te stellen te bevorderen, dat de ge-
slotenverklaring van het gedeelte van den
1 Nieuwen Rijn tusschen de Hoogstraat en
de Hartesteeg voor 't verkeer met motor
fietsen en met rijwielen in beide richtin
gen, waartoe in 1923 is overgegaan, weder
wordt opgeheven.
Ook naar het oordeel van den Commis
saris van Politie is de noodzakelijkheid
van het treffen vap den door adressanten
gevraagden maatregel in het belang van
de vrijheid en veiligheid van het verkeer
nimmer gebleken.
B en W. kunnen zich öaaTmede veree
nigen.
KORTING SALARIS LEERAREN.
Bij Koninklijk besluit van 29 December
1931 zijn bepalingen vastgesteld, waar
naar een tijdelijke korting van 1 Maart
1932 tot 1 Maart 1935 wordt toegepast
op de bezoldiging o.m. van de leeraren
aan de Rijks hoogere burgerscholen.
Deze korting bedraagt:
a. voor hen. die gehuwd zijn. en voor
hen. die gehuwd zijn geweest 2'/» ten hon
derd voor de eerste f. 2000 en 5 ten hon
derd van het meerdere der jaarlijksche
bezoldiging, met uitzondering van het be
drag daarvan, hetwelk aan kindertoelage
wordt genoten:
b. voor hen, die ongehuwd zijn en nim
mer gehuwd zijn geweest, 2'h ten hon
derd van de eerste f. 1000 en 5 ten hon
derd van het meerdere der jaarlijksche
bezoldiging, met uitzondering van het be
drag daarvan, hetwelk aan kinder-toe-
lage wordt genoten.
Bij schrijven van 20 Jan. 1932 deelde de
Minister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen mede. dat deze korting ook
dient te worden toegepast op de bezoldi
ging van het onderwijzend personeel der
van Rijkswege gesubsidieerde gymnasia en
gemeentelijke hoogere burgerscholen, in
dien men althans prijs stelt op het be
houd der Rijksbijdrage.
Gemeld Koninklijk besluit is uiteraard
ook toepasselijk op de bezoldiging van de
leeraren aan de Rijks-kweekscholen voor
onderwijzers en onderwijzeressen.
De daarin bedoelde korting is echter
niet verplichtend gesteld op de salarissen
van de leeraren aan de gemeentelijke
kweekschool voor onderwijzers en onder
wijzeressen.
Wordt evenwel tot korting op de bezol
diging van de leeraren aan het gymna
sium en de beide hoogere burgerscholen
besloten, hetgeen met het oog op de fi-
nancieele omstandigheden naar gevoelen
van B. en W. absoluut geboden is. dan be
hoort die korting billijkheidshalve ook
toegepast te worden op de bezoldiging van
de leeraren aan de gemeentelijke kweek
school, aangezien de leeraren aan die
school reeds verscheidene jaren volgens
de Rijksregeling en op vrijwel gelijken
voet bezoldigd worden als hunne collega's
aan het gymnasium en de beide hoogere
burgerscholen.
SUBSIDIES ONDERLINGE EN VOORUIT.
2 September 1929 werd besloten aan do
Onderlinge Vereeniging voor Ziekenhuis
verplegtag en aan de afdeeling Zieken-
huisverpleging van de Coöperatie „Voor
uit" ook weder over het jaar 1929 een bij
drage van f. 1 per patiënt en per ver-
pleegdag toe te kennen voor die leden
dier vereenigingen, wier verpleegkosten,
zoo zij geen lid waren, geheel voor reke
ning van de gemeente zouden komen
Dit eenvoudige woordje „geheel'' hier
boven vet gedrukt is de aanleiding ge
weest tot belangrijke discussiën en over
wegingen, tot het instellen van een diep
gaand onderzoek naar de gestie van het
bedrijf der vereenigingen en is ten slotte
de oorzaak, dat het College van B en W.
eerst thans met een goed gefundeerd
voorstel kan komen, een voorstel, dat te
vens de bedoeling heeft deze aangelegen
heid definitief te regelen.
Het bestuur van de Onderlinge Vereeni
ging voor Ziekenhuisverplegtag kort
heidshalve „de Onderlinge" deelde bij
schrijven van 7 April 1930 mede. dat de
berekening van de bijdrage over 1929 niet
had plaats gehad overeenkomstig het oor
spronkelijk raadsbesluit, doch dat een wij
ziging daarin was aangebracht, die de aan
de vereeniging toekomende bijdrage be
langrijk had doen verminderen.
De bijdrage toch, die vroeger berekend
werd naar die patiënten, wier verpleeg
kosten voor rekening van de gemeente
zouden komen, was thans berekend naar
hen. wier verpleegkosten „geheel" door de
gemeente werden betaald.
Deze wijziging kwam de vereeniging te
staan op een vermindering van de bij
drage van pl.m. f. 6000.
Intusschen vernamen B. en W., dat ook
het bestuur van de afdeeling Ziekenhuis
verplegtag van de Coöperatie „Vooruit"
kortheidshalve „Vooruit" dezelfde be
zwaring tegen de berekening van de bij
drage over 1929 had.
De Commissie voor den Geneeskundigen
Dienst, in wier handen B. en W. de des
betreffende stukken stelden, achtte het
noodig de besturen van de beide vereeni
gingen bijeen te roepen, teneinde deze
zaak te bespreken en tot klaarheid te
brengen. Zij noodigde den Wethouder van
Financiën uit daarbij tegenwoordig te zijn.
In die bijeenkomst, die op 13 October
1930 plaats had, heeft de Commissie aan
de besturen getracht duidelijk te maken,
dat de berekening van de bijdrage op de
juiste wijze had plaats gehad.
Immers, toen de Raad op 26 November
1923 voor de eerste maal besloot aan de
Onderlinge een bijdrage te verleenen van
f. 1 per patiënt en per verpleegdag, be
stonden nog slechts 2 categorieën van pa
tiënten, dat waren de vermogenden en de
onvermogenden, d. w. z. zij die hunne ver
pleegkosten geheel zelf betaalden en zij
die niets betaalden en dus geheel van
gemeentewege werden verpleegd. Een 3e
categorie, die der minvermogenden, be
stond niet.
Het staat dus ontwijfelbaar vast, dat de
Raad bedoeld heeft en niet anders heeft
kunnen bedoelen, dan bij te dragen voor
hen, die geheel onvermogend zijn.
Het zou derhalve geen zin hebben ge
had het woord „geheel" in het raadsbe
sluit in te voegen.
De zooeven bedoelde 3e categorie van
personen ontstond eerst in 1927. toen het
Tarief van bijdragen in Ziekenhuisverple
gtag werd vastgesteld.
Deze categorie omvat de minvermogen
den, dat zijn zij die, krachtens dat tarief,
Huldiging van den heer L. van Leeuwen Sr.
Foto Bleuzé.
Gistermiddag vond te Sassenheim een drukbezochte receptie plaats ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de
„School met den Bijbel", gepaard gaande met een enthousiaste huldiging van den heer L. van Leeuwen Sr., voorzitter van
het Bestuur der School. Op onze foto ziet men vereenigd den geridderden jubilaris met zijn echtgenoote, voor Burgemeester
Gouverneur, den gemeente-secretaris, den heer Los, het hoofd der school, den heerWiepkema, de wethouders Warnaar en
Bader, de leden van het Bestuur Wijntjes,Frijltak en Molenaar, alsmede Inspecteur Baak Tenslotte de talrijke vrienden en
belangstellenden, die Bestuur en jubilaris kwamen complimenteeren.
Op 17 September 1891 werd de school-
vereenigtag te Sassenheim opgericht en
reeds op 12 Maart 1892 volgde de opening
der school. Het bestuur bestond toen uit
de heeren S. Baron van Heemstra, ds. J.
Thijs. A. Frijltak Sr., T. Bergman en R.
H. Beerhorst. het suppletiefonds werd be
heerd door de heeren C. Westerbeek, G.
Vlasveld en L. van Leeuwen. Het aantal
leden bedroeg 39.
Bij de opening bestond de school uit
2 lokalen en bedroeg het aantal leerlin
gen 46. In 1920 was het aantal leerlingen
zóó toegenomen dat in een in de nabij
heid liggend gebouw „Concordia" eenige
klassen moesten worden ondergebracht.
Er waren toen ruim 300 leerlingen.
In September van dat jaar werd de
„De Visserschool" geopend en natuurlijk
moest de school een aantal leerlingen af
staan, evenals aan de iets later opgerichte
Hervormde School.
Als eerste onderwijzer trad op de heer
J. Oldeboom. terwijl de laatste hoofden
waren de heeren J. Verwoerd en P. J.
Vercouteren. Deze laatste ging r.aar de
Mulo-school en in zijn plaats kwam het
tegenwoordige hoofd, de heer J. Wiepke-
ma.
Tot zoover de geschiedenis dei- school.
Van het toenmalige bestuur is alleen de
heer L. van Leeuwen nog ta functie en 't
is te begrijpen, dat dit feit eveneens mid
den ta de ^belangstelling stond.
Gisterenmiddag te 3 uur hield het be
stuur der school ta het gebouw „Concor
dia" een zeer druk bezochte receptie.
Vooraf had het bestuur een bezoek aan
de school gebracht, waar de jeugd feest
vierde en natuurlijk ruim getracteerd
werd.
Toen het samenzijn geopend werd, was
er geen plaats onbezet. De heer Los las
ter inleiding Lukas 18. Veertig jaar gele
den was de school met voorlezing van dit
hoofdstuk geopend.
Als eerste spreker trad naar voren bur
gemeester Gouverneur, die getuigde van
de hooge waardeertag die hij voor den
voorzitter van de jubileerende vereeniging
heeft. Hij is steeds aangenaam getroffen
door de goede eigenschappen, die den
heer van Leeuwen sieren. Op velerlei ter
rein is hij tot vrucht voor de maatschap
pij werkzaam geweest en de activiteit die
hü ontplooide, was niet het gevolg van
het feit. dat men bij hem aanklopte, doch
steeds was hst zijn eigen initiatief en
liefde tot den medemensch. Niet alleen op
het terrein van het onderwijs heeft hij
zich verdienstelijk gemaakt, in het bijzon
der heeft hij vakbelangen gediend. Zijn
roem in dat opzicht is genoegzaam tot
spr. doorgedrongen. Voor de export van
bloembollen is hij een der pioniers ge
weest. Op de school zijn in de afgeloopen
veertig jaar jongens en meisjes gevormd
van karakter en overtuiging tot steun van
de maatschappij. „Gü hebt, aldus spr. „de
moeilijke jaren van vóór de gelijkstelling
meegemaakt en met voldoening zult ge
nu op het heden zien."
Het is spr. een bijzondere vreugde den
jubilaris te kunnen mededeelen dat het
H.M. de Koningin behaagd heeft zijn vele
verdiensten daadwerkelijk te erkennen en
hij acht het een groote eer hem de on
derscheiding verbonden aan het ridder
schap in de orde van Oranje-Nassxu te
mogen overhandigen.
Hierop volgde een spontaan en langdu
rig applaus. Allereerst toonde de gerid
derde het op zijn borst gespelde eere-tee-
ken aan zijn vrouw en dankte voor de eer,
die hem zoo aangenaam verrast heeft.
God heeft het hem niet alleen vergund
dit te mogen beleven, doch het hem ook
vergund om alles wat achter hem ligt te
mogen doen.
Hierop verschenen de leerlingen dei-
beide hoogste klassen die den voorzitter
een zanghulde brachten.
Vervolgens sprak het hoofd der school,
de heer Wiepkema. mede namens het per
soneel en de leerlingen eenige hartelijke
woorden. Hij hoopte dat de kinderen
dezen middag nooit zouden vergeten en 't
voorbeeld van den heer van Leeuwen ter
harte zouden nemen.
Na 'n korte pauze, waarin ververschin-
gen werden aangeboden, werd door vele
sprekers uiting gegeven van de vreugde
met dit feest en de toegenegenheid die
men voor de school en den voorzitter
heeft.
Achtereenvolgens voerden het woord de
heeren J. Baak. inspecteur L.O., Eelderink
namens de wijkverpleging. J. Dreef, na
mens de „De Visserschool". ds. Krijkamp
voor de Herv. School, W. Warnaar als
wethouder en eerevoorzitter van den Bond
v. Bloembollenhandelaren, ds. Boeyenga
als oud-predikant, v. Nieuwkoop namens
de Chr. Geref. Kerk, dr. P. Ie Grand, P. J.
Vercouteren en dr. Zijerveld, schoolarts.
Om alles afzonderlijk weer te geven, zou
te veel plaatsruimte vergen.
De heer v. Leeuwen dankte zeer onder
den indruk, voor alle bewijzen van waar
deertag, die hem te beurt waren gevallen.
Hij wekte allen op, om niet achter te blij
ven ta het werk voor den medemensch en
maatschappij. De grootste voldoening ligt
in het verrichten van het werk zelf.
De heer L. v. Leeuwen Jr. bracht hulde
aan den heer F. Moolenaar, die mede 40
jaar bestuurslid van de schoolvereeniging
is geweest. Op deze bekendmaking en
hulde volgde een daverend applaus!
Onder de vele telegrammen, waaruit
bleek dat men ook buiten de gemeente in
het herdenken deelde, noemen wij die van
Baron van Heemstra, commissaris der Ko
ningin in Gelderland; het hoofdbestuur v.
Bloembollencultuur en van de onderwijze
res mej. van Es. Meerdere bloemstukken
sierden de zaal.
Ds. Kuiper sprak een kemefchtig slot
woord; nadat gezongen was Ps. 72:6.
sloot hij de bijeenkomst met gebed.
Van de gelegenheid om den heer van
Leeuwen en familie de hand te drukken
en te feliciteeren met de Kon. onderschei
ding werd zoo goed als door alle aanwezi
gen gebruik gemaakt.
een zekere som in hunne verpleegkosten
moeten bijdragen.
Door de toepasstag van dit tarief zou
inderdaad de bijdrage aan de vereenigin
gen vrij sterk verminderen, omdat zij, die
nu gingen bijdragen, te voren tot de op-
vermogenden behoorden, waarvoor de bij
drage werd verleend en nu naar de 3e
categorie overgingen, waarvoor niet wordt
bijgedragen.
Nadat de Commissie dit een en ander
aan de besturen had medegedeeld, legden
deze zich bij de wijze van berekening neer
en bleef de bijdrage over 1929 op het een
maal vastgestelde bedrag bepaald.
In verband hiermede kwam echter als
't ware van zelf de vraag naar voren, of
ten aanzien van de toekenning van de
bijdrage niet een ander systeem kon wor
den gevolgd, waardoor een afdoende rege
ling kon worden verkregen.
Eenerzijds wenschte men de bijdrage te
verhoogen. teneinde spoediger te komen tot
een bedrag gelykstaande aan de som van
één jaar premie, op welk bedrag de be-
noodigde reserve werd geschat.
Anderzijds wilde men de bijdrage be
paald zien op een zeker percentage van
de jaarpremie, eveneens tot dat het be
drag. waarop de reserve werd bepaald,
was bereikt.
Ook omtrent het bedrag der reserve be
stond verschil van meening. Het bedrag
genoemd in art. 72 van de Ziektewet, n.l.
50"/o van de beschikbare jaarpremie achtte
men over het algemeen aan den lagen
kant.
Ten slotte kon een voorstel van den
Wethouder van Financiën, om aan een
deskundige op het gebiedvan verzeke
ringswezen op te dragen een onderzoek in
te stellen naar de finantieele gestie van
het bedrijf der beide vereenigingen en
tevens om van advies te dienen omtpent
de vereischte reserve, aller instemming
verwerven.
B. en W. verzochten nu den heer mr. dr.
D. J. van Bruggen te Dordrecht zich met
dit onderzoek te belasten, waaraan deze
heeft voldaan
In April 1931 ontvingen B. en W. diens
uitvoerig rapport, opgemaakt naar den
toestand op 31 December 1930.
Het zou te ver voeren dit bijzonder be
langrijk rapport, op den voet te volgen;
genoeg zij het mede te deelen, dat het
resultaat van het onderzoek is, dat de
contributie van niet alle groepen van
verzekerden toereikend ls, om de kosten
der verzekering te dekken, en dat ver-
hoogtag van de contributie of premie
noodzakelijk is.
Zoo wijzen de contributiegroepen 4 en 5
cent een tekort aan en eveneens de groep
10 cent; daarentegen vertoonen de groe
pen 7 en 7'/s cent een overschot.
Verhooging van de groepen 4 en 5 cent
tot 8 cent en van groep 10 cent tot 12 ct.
is noodzakelijk.
Wat de reserve betreft, deze kan, naar
de meening van den heer van Bruggen,
zonder bezwaar gesteld worden op 5b°/n
j van de beschikbare jaarpremie, plus de
aanvangsreserve, zijnde 25°/o der beschik
bare jaarpremies.
Nadat aan elk van de besturen der beide
vereenigingen een afschrift van het rap
port ter kennismaking was toegezonden,
heeft de Commissie met eenige afgevaar
digden uit die besturen het rapport be
sproken. Bij die bespreking, waarbij ook
weder de Wethouder van Financiën tegen
woordig was. heeft de heer van Bruggen
gelegenheid gehad zijn rapport nog nader
toe te lichten.
Hoewel men het rapport, uit een verze
keringstechnisch oogpunt beschouwd, vol
komen juist achtte, viel aan de uitvoeripg
volgens de meening van de afgevaardig
den niet te denken.
Immers, de Leidsche tarieven zijn reeds
hooger dan in andere gemeenten; ze nog
hooger maken zou zeker een belangrijke
achteruitgang in ledental ten gevolge
hebben.
En het zijn juist de groepen 4 en 5 ct„
dat zijn die van de kinderen, die niet ver
hoogd kunnen worden, omdat dit de
draagkracht van groote gezinnen, die
toch reeds zooveel voor verzekeringen
moeten bijdragen, te boven gaat.
Wat het bedrag van de resreve betreft,
hiermede ging men eerst accoord. nadat
de heer van Bruggen er nadrukkelijk op
had gewezen dat de premie volgens de
Ziektewet dient voor de verzekering van
alle zieken en de premie hier bedoeld
slechts voor hen, die ziekenhuisverplegtag
noodig hebben. De berekening van de re
serve volgens de Ziektewet ls derhalve
voor de vereenigingen zeer gunstig.
De bezwaren tegen contributieverhoo-
ging. meer ta het bijzonder tegen die van
de kindergroep, werden ook door de com
missie gevoeld en na ernstige overweging
droeg zij den heer van Bruggen op te
onderzoeken op welke wijze, zij het dan
door subsidieverhooging. deze contributie-
verhooging kon worden voorkomen.
Bij schrijven van 2 Juli 1931 stelde
de heer van Bruggen nu de volgende re
geling voor:
le. De gemeente geeft aan de beide ver
eenigingen een subsidie van ten hoogste
10®/» der contributies, die voor een be
paald kalenderjaar beschikbaar zijn;
2e. Zoodra de reserves zijn gekomen tot
de hoogte ta zijn rapport aangegeven,
wordt deze subsidie bepaald op het te
kort, dat de exploitatie in het kaldender-
jaar vertoont (nadeelig verschil van de
werkelijke uitgaven, daarbij de admini
stratiekosten inbegrepen en de volgens be
rekening beschikbare contributies) ver
meerderd met het bedrag, dat aangeeft de
toename van de reserve in het desbe
treffende jaar, met dien verstande, dat
het subsidiebedrag, op deze wijze ont
staan, niet meer zal mogen beloopen dan
10®/» der contributie als onder le. aange
geven.
Het College kon zich, evenals de Copi-
missie, met de door den heer van Brug
gen voorgestelde nieuwe subsidieregeling
volkomen vereenigen, mits zij dan tevens
zouden voorstellen, naast de bestaande
voorwaarden, deze nieuwe te verbinden:
le. dat de premie voor personen van 60
jaar en ouder, die in den vervolge zullen
worden ingeschreven, wordt verhoogd van
10 tot 12 cent per week;
2e. dat geen uitbreiding van uitkeerjng
of vergoeding aan de verzekerden plaats
heeft zonder machtiging van ons College.
Ten slotte deelden B. en W. mede dat
bij aanvaarding van deze regeling de ge
meente bereid zou zijn zich garant te
stellen voor eventueel verlies ingeval te
eeniger tijd de reserves, door epidemie als
anderszins, geheel zouden zijn uitgeput.
De besturen van de beide vereenigingen
deelden daarop mede, dat zij zich geheel
konden vereenigen met de voorgestelde
nieuwe subsidieregeling en de daaraan
verbonden voorwaarden.
HET HAVENGELD.
Het hoofdbestuur van de Schippersver-
eeniging „Schuttevaer" verzoekt over te
gaan tot een verlaging van het havengeld
voor stoom- of motorbooten, hetwelk
thans 4 cent per ton en per reis bedraagt.
De Commissie voor den Markt- en
Havendienst, wier gevoelen B. en w. om
trent. het adres inwonnen, geeft in meer
derheid, hoofdzakelijk om dezelfde rede
nen als door adressant zelf reeds aange
voerd. in overweging het havengeld voor
de bovenbedoelde soort vaartuigen te ver
lagen met 1 cent en dus vast te stellen op
3 cent per ton en per reis, als gevolg waar
van de gemeente, berekend naar de ont
vangsten uit dien hoofde over 1930, rond
f. 2.857.per jaar aan inkomsten zou der
ven.
De minderheid is daarentegen van mee
ning, dat er na de in 1925 plaats gehad
hebbende zeer zeker niet onaanzienlijke
vermindering van het havengeld, geen