NJXSfii
26E NEDERLANDSCHE JAARBEURS
Groeit tegen verdrukking in - Record aantal deelnemers
OPENING VAN HET DERDE GEBOUW
ALLEN OP NAAR DE JAARBEURS!
Dr.H.NANNING's
netentouw gedaan is in 1914 door den
Astronoom Deslandres en Pérot. Misschien
ligt daar nog een weg.
Ik wil er om niet te uitvoerig te worden
evenwel met over spreken.
Tot zooverre over de algemeene regelen
van magnetenbouw, en de overwegingen
die tot den bouw van den grooten mag
neet gevoerd hebben.
Prof. Kamerlingh Onnes heeft den groo
ten magneet niet meer opgebouwd gezien.
Na zijn dood heb ik het werk voortgezet; de
bekrachtigings- en schakelingsapparatuur
moest nog gemaakt worden. Deze appara
tuur is door den heer Blom ontworpen
volgens mijne verlangens en aanwijzingen.
De firma Siemens en Halske heeft de
omvangrijke apparatuur uitgevoerd op
uiterst solide wijze. Eenige moeilijkheden
die zich voordeden zijn door deze firma
zeer coulant opgelost en ik mag hier wel
een woord van hartelijken dank uit spre
ken voor de wijze waarop de firma Sie
mens haar taak heeft opgevat. Ook nu weer
konden wij voordeel trekken uit de rijke
technische ervaring dezer firma.
Ik zal U nu eenige getallen geven over
de schakeling, die ik overigens kort zal
behandelen.
Deze opsomming is uit den aard wat dor.
Ter bekrachtiging van den magneet
dienen 3 accumulatorenbatterijen ieder
van 68 cellen, 136 volt. Een batterij kan ge
durende een uur een maximale ontlaad-
stroom van 444 Ampère geven. Bij normale
ontlading van 216 Ampère duurt de ont
lading drie uren.
Bovendien is ter bekrachtiging aanwe
zig een 60 Kilo-Watt motorgenerator, 115
Volt 520 Ampère.
Op het schakelbord, zijn zeer verschil
lende schakelingen mogelijk. Men kan een
batterij gebruiken of wel kunnen twee of
drie batterijen parallel geschakeld worden,
bovendien evenzeer batterij I en n, I en m
en II en III in serie.
De motorgenerator kan in serie met de
batterijen gebruikt worden en tevens kun
nen de batterijen paralel aan de motor-
generator als bufferbatterijen geschakeld
worden.
Het totale aantal wikkelingen op den
magneet bedraagt 1000. Het maximale
aantal ampère-windingen is 400.000.
In het kleine interferricum bij een pool-
vlakte van een diameter van 1,8 mm. bij
een afstand tusschen de polen van 1.2
m.m. kan een sterkte van het veld van
rond 70 kilogauss bereikt worden. Met
extra bekrachtigingsspoelen tusschen de
klossen kan men op 80 kilogauss rekenen.
Uitvoerige automatisch werkende inrich
tingen zijn aan de schakeling aange
bracht opdat het kostbare instrument door
vergissingen niet beschadigd kan worden.
In geval van nood kan de geheele zeer
groote magnetische energie in het ijzer
van den magneet door den druk van één
knop op het schakelbord onschadelijk ge
maakt worden.
Het zou mij te ver voeren in détails in
te gaan op al deze regelen en het waar-
om, bij de schakeling in te gaan, temeer
daar een zeer groot deel der aanwezigen
niet technisch physisch georiënteerd is.
Het is mijne bedoeling geweest u een
ruwe schets van het groote tot stand ge- j
komen werk te geven en daarbij vooral
er den nadruk op te leggen, dat eene
andere wijze van bestudeering van het
magnetisme niet mogelijk is.
Zeker, een werk als dit is kostbaar, en
de vraag kan opgeroepen worden; heeft
dit alles zin? Het antwoord luidt, alle we
tenschappen als geesteswetenschappen I
hebben gelijken zin. In de natuurweten-
schap in engeren zin zie ik de poging tot
den vrede van al wat rond ons is, het i
geschapene, met het sterk contrastee- I
rende andere geschapene, het eigen ik. i
Een vrede, die voor het Individu natuur
lijk sterk het moment van den onvrede
aan zich heeft, daar de natuur in hare j
verschijningen oneindig is.
Het is duidelijk dat de wetenschap een
sterk gemoedsmotief insluit.
Veel gemakkelijker is de vraag te beant
woorden naar de nuttigheid der natuur-
wetenschap voor onze samenleving. En of
de groote uitgaven voor de laboratoria in
het algemeen verantwoord zijn.
Herriot heeft in de Fransche Kamer
eens gezegd, dat de groote uitvindingen in
de kelders gebeurd zijn, en dat men de be
oefenaren der natuurwetenschappen niet
te zeer moet verwennen.
Het recept van Herriot heeft het groote
voordeel der eenvoudigheid. Maar men
zou de spits wel eens kunnen omdraaien,
tegen dezen Franschen politicus, en liever
de kelder bij voorkeur aan de politici over- i
laten. En daar wij beleefd zijn, zou men in
vraagvorm wel eens de quaestie kunnen
opwerpen,of groote politieke ontdekkingen
in den kelder te verwachten zouden zijn.
Of minder beleefd zou men de opmerking
kunnen wagen, dat het op den leek wel j
eens den indruk maakt, dat de politiek I
zich wel eens langs ondergrondsche wegen
beweegt en of de kelders van dit stand
punt bezien niet een sympathiek oord van
verblijf zoude zijn.
Toch moet men erkennen, dat in de op- l
merking van Herriot een deel van waar
heid schuilt.
In veel nauwer verband heeft d'Israell,
lord Beaconsfield de opmerking van Her
riot eleganter aldus geformuleerd: niet op
het stelsel, komt het aan, doch op de
menschen.
Inderdaad is dit juist, tot op zekere
hoogte. Zelve ben ik geen voorstander van
luxe in de laboratoria of overdreven hulp- i
middelen. De te groote laboratoria wer
ken vernielend op de beste krachten. En
het is de uiterst moeilijke en delicate
taak van de overheid, hier met kennis van
zaken, regelend in te grijpen. Doch zeker
is dat men de spectroscopie niet kan be-
studeeren dan met goede spectroscopen,
en het magnetisme niet zonder behoorlijke
magneten, om een greep Jit vele te doen.
Ik kom na deze uitweiding, die gij mij
wel vergeven zult terug tot de vraag: zijn
de groote uitgaven voor laboratoria ge
wettigd?
Wij leven op het oogenblik in een uiterst
Interessanten tijd. Wij zien in het Oosten
ln de Sovjetunie een extreem America-
nisme opbloeien ook ten deele als geeste
lijke beweging; daarentegen klinkt ln
Britsch-Indië de roep: terug naar het dorp
en snort het spinnewiel van Gandhi.
Hoe men nu over deze bewegingen waar
aan honderden millioenen menschen deel
nemen van sociaal oeconomlsch standpunt
uit bezien, ook moge denken, zeker is dat
eene beweging als die van Gandhi hoe
hoog ook het moreel moge zijn, dat deze
beweging draagt, geen enkele kans heeft
hier op het Westen te worden overgedra
gen. Onze Westersche structuur is gestem
peld de laatste honderd jaar door de na
tuur wetenschappen en hare toepassingen.
En eiken dag dringt het stempel dieper in.
Men zal mij tegenwerpen, dat dit geen
Moeilijk, uiterst moeilijk zijn de tijden,
die wij thans beleven!
Verward, onzeker, voor velen onmee-
doogenloos. Wij weten het allen: niemand
kan den toestand overzien of de toekomst
voorzien. Wij bevinden ons als in een
maalstroom van gebeurtenissen, die nu
eens hier, dan daar heen drijven doet.
Talloozen gaan ten onder, of weten nog
maar net het hoofd boven water te hou
den.
Zoo is het op het oogenblik: doch de
tijd en het leven snellen voort. Niemand
kan stil blijven staan bij de gedachte:
„Waar moet het heen?"
Er worden aan menigeen zware eischen
gesteld, die in vele gevallen den moed
doen zinken. Maar omdat het leven niet
rust, staat ook de handel niet stil. De
mensch moet leven en om hem datgene
te verschaffen, waardoor hij in staat is
te blijven voortbestaan, is noodig, produc
tie en distributie. En deze beide factoren
vinden elkaar op de Jaarbeurs. Daar zet
men zich schrap tegen de malaise, daar
stelt men zich teweer tegen de gevaren
die de welvaart bedreigen, daar wordt
een krachtig eenheidsfront tegen alles
wat ternederdrukt gevormd!
Merkwaardig: hoe slechter het in han
del en industrie schijnt te gaan, des te
meer breidt onze Jaarbeurs zich uitl Wij
legden ons oor aan den voordag der ope
ning van de 26e Utrechtsche Jaarbeurs
op menige plaats te luisteren. Wat wij op
vingen was meestal waarlijk niet bemoe
digend. Doch desondanks: wederom een
geweldige vermeerdering van het aantal
„stands", even verzorgd, even veelzijdig
samengesteld als steeds! Wij willen ons
niet verdiepen in de vraag, of er wellicht
inzenders zijn, die deze Beurs als laatste
redmiddel beschouwen, om tot voortzet
ting of vergrooting van den omzet te
komen.
Wél zij hier geconstateerd, dat niemand
het ooit betreurd heeft ter Jaarbeurze
vertegenwoordigd te zijn: van de vorige
beurs in September 1931 gehouden
toen de malaise reeds hoog gestegen was,
is een sterke kracht uitgegaan. Voor vele
zakenmenschen, die van haar interme
diair gebruik maakten, is het zelfs in dat
slechte jaar een goede beurs met grooten
omzet geweest. Misschien is dat de oor
zaak, dat ook nu weer talloozen, meer
dan ooit is voorgekomen inschreven en
zich spiegelden aan het voorbeeld van
geluk is, want zoo goed staan de zaken van
Europa en Amerika toch werkelijk niet.
Het antwoord luidt m.l. integendeel de
wereld is zeer rijk. Maar men kan aan het
productie-apparaat, dat dank zij de na
tuurwetenschappen voortreffelijk werkt, en
rijkdom schept, niet verwijten de fouten
die aan algemeene organisatie en distribu
tie stelsel kleven. Er is geen twijfel aan,
dat wij moeten doorgaan het productie
apparaat te verbeteren. Wie anders oor
deelt stelt zich buiten de tendentie en het
belang van het Westen. Het wil mij toe
schijnen dat volkomen terecht de regee
ringen van alle landen de studie der na
tuurwetenschappen zooveel mogelijk be
vorderen. En dat groote uitgaven van labo
ratoria allerwegen, volkomen gewettigd en
zelfs geboden zijn. Dit alles onder de
restrictie, die ik boven uitgesproken heb.
Wat nu dit laboratorium betreft dat
door Prof. Kamerlingh Onnes geschapen
is en thans onder beheer staat van collega
Keesom en mij zelve, ik mag vanaf deze
plaats hier wel onzen hartelijken dank
uitspreken voor den steun ondervonden,
van curatoren, voor den steun van de in
stanties van staat en regeering een steun,
die ons onmisbaar is en die in het pas
voltooide werk, wederom zijn bevestiging
gevonden heeft.
Een steun, die Prof. Kamerlingh Onnes
ook in een zoo ruime mate ondervonden
heeft, en die het hem mogelijk gemaakt
heeft, het Leidsche laboratorium te ma
ken zooals het nu is.
En het past hier een blik in het verle
den te slaan. Want het is vijftig jaren ge
leden, dat Professor Onnes hier te Leiden
zijn werkzaamheid begon. Meer dan veer
tig jaren heeft hij gewerkt met een on
verwoestbare werkdrang.
Naarmate wij ouder worden, gedenken
wij meer het verleden. Het land voor ons
wordt te klein. Wij zijn niet meer in staat
het te zien in het fel witte licht van de
jeugd. Wij raken uitgeschakeld langza
merhand uit de loop der gebeurtenissen
wijl wij zelve matter worden. En zoo slaan
wij liever een blik in het licht en scha
duw spel, van wat geweest is. Maar ik
weet niet of het U gaat als mij, hoe ver
der ik terugblik hoe lichter de schaduwen
worden. Het licht valt zachter en milder.
Maar ook een weemoed ligt over al wat
geweest is. Voor ieder onzer in eigen kring
rijzen te veel dierbare gestaltes op.
En wanneer ik nu terugdenk in het en
gere bestek van dit gebouw waar zoo hard
gewerkt is en zooveel waardevolle arbeid
beklijfd, zie ik hier de ernstige oogen van
Lorentz op mi) gericht, voor mij rijst weer
het nobele gelaat van Kuenen en ik on
derga weder de warme hartelijkheid van
Kamerlingh Onnes. Ik zie zijn werken en
hoe hij in een meer dan veertig-jarige
werkzaamheid, dit laboratorium, dit mo
nument voor zich zelve heeft opgericht,
en daarmede den stoot heeft gegeven voor
den opbloei der experlmenteele physlca in
geheel Nederland. En ik doorleef weer zoo
menig oogenblik, ik zie weer hoe hij bij
een wetenschappelijk gesprek, over zijn
lorgnet naar mij kijkt, of wel betoogend
met de lorgnet even in de lucht tikt. Het
geestige gelaat dat eenigszins aan dat van
Clemenceau deed denken.
Ik heb U in het begin gezegd, dat ik
deze rede hield uit piëteit. Ik voeg er aan
toe dat ik naar eigen wijze en op eigen
weg den tol heb willen betalen, den tol
der dankbaarheid ter eere van de nage
dachtenis van de groote figuur die Ka
merlingh Onnes was.
Op het vervolg der plechtigheid komen
wij nader terug.
anderen. Het is nu eenmaal een onom-
stootelijk feit, dat de aanwezigheid op de
Jaarbeurs voor den exposant zoowel als
voor den bezoeker steeds voordeelen heeft
geschonken, die zij bij een „rustig thuis
blijven" nimmer zouden ontvangen heb
ben. Het is nu geen tijd van „bij de pak
ken neerzitten", van jammeren of van
den moed laten zinken. Maar van daden
en van handelen! Gelukkig heeft men
dit begrepen en zoo valt het gelukkige
feit te constateeeren, dat tenminste op
de Jaarbeurs van „crisis" al heel weinig
te bespeuren valt. De drukte was zoo mo
gelijk nog overweldigender dan op an
dere jaren: mogen de resultaten, die men
hoopt te bereiken, naar evenredigheid
zijn!
Deze 26ste Nederlandsche Jaarbeurs kan
wederom als een soort „Jubileumbeurs"
beschouwd worden! Immers: het derde ge
bouw werd in gebruik genomen en ook dat
is volledig gevuld. Ter gelegenheid van dit
gebeuren, was de Koninklijke Familie op
den dag van heden aanwezig. H. M. de
Koningin opende dit gebouw, dat als de
vorige, een voortreffelijken indruk maakt.
De secretaris-generaal, de heer Graadt
van Roggen, heeft gisteren zijn gebruike
lijke j aarlij ksche uiteenzetting voor de
journalisten - die ditmaal in ongekend
aantal aanwezig waren - gegeven. Wel was
dit exposé geenszins zóó optimistisch als
vorige jaren: doch wèl bemoedigend en
getuigend van geloof in de toekomst-
Op ernstige wijze zijn door hem de tal-
looze moeilijkheden, die het zakenleven
heeft door te maken, onder de oogen ge
zien. Doch daarnaast is ons weer duidelijk
gemaakt, hoe de Jaarbeurs een kweek
plaats bij uitnemendheid van de economi
sche energie van het zakenleven kan be-
teekenen, en welke groote diensten het
Jaarbeurs-intermediair den handel kan
bewijzen. Hoe zij het middelpunt is voor
producenten en wederverkoopers, waar
men van gedachten wisselt en in elkander
aen steun kan vinden, dien men elk voor
zich alleen niet vindt. Hij heeft ons we
derom duidelijk gemaakt, dat het voor een
leder, juist in dezen somberen tijd, nood
zakelijk is naar de Jaarbeurs op te gaan
om nieuwen moed te verzamelen en als het
mogelijk is, tot nieuwen omzet te komen.
Moge velen daaraan gevolg geven: tot het
heil van allen, tot het wederkeeren van
vertrouwen, tot het overwinnen van de
impasse, waarin de wereld is geraakt!
-
Rede van den heer Graadt
van Roggen.
Aan de rede van den heer Graadt van
Roggen ontleenen wij het volgende:
Groei ondanks depressie.
Spr. constateerde allereerst met groote
voldoening dat een nieuw gebouw niet al
leen voltooid en in gebruik genomen, maar
ook geheel gevuld is. Het aantal deelne
mers is sedert de laatstgehouden voor-
i jaarsbeurs van 1349 tot 1558 gestegen en
i het aantal vierkante meters verhuurde ex-
positieruimte van 14000 tot 16750 M2. uit-
gebreid. Het jaarbeursbestuur zelf is, ge
zien de zeer buitengewoon ongunstig ge
worden tijdsomstandigheden, met deze
resultaten eenigszins verlegen, doch het
aanvaardt den gunstigen stand der deel
neming aan deze beurs met dezelfde be
zadigdheid, waarmede het tien jaar ge
leden de ongunstige resultaten der 6e en
7e jaarbeurs heeft geaccepteerd.
Voor het verschijnsel, dat het Neder-
landsche jaarbeursinstituut tegen de alge
meene verdrukking van den ernstigen tijd,
gegroeid is, zijn in hoofdzaak twee oor
zaken aan te geven: in de eerste plaats
het inhalen van een zekeren achterstand
in dezen zin. dat de Nederlandsche in
dustrie. die zich lange jaren al te zeer te
rughoudend had betoond wat betreft haar
gebruikmaken van het Intermediair van
het jaarbeursinstituut, juist toen de eco
nomische depressie intrad bij de inge
bruikneming van het tweede jaarbeursge
bouw zich begon op te maken om het
jaarbeurslntermediair als vast element ln
haar verkoopsysteem op te nemen. En in
de tweede plaats een uit de ervaring
eener vorige depressie geput inzicht bij
handel en industrie in de bijzondere, uit
sluitend het jaarbeurslntermediair eigen,
voordeelen, welke -juist in tijden van ont
wricht maatschappelijk leven en veelzijdig
belemmerd handelsverkeer het jaarbeurs
wezen den handel biedt. Ook de door de
deelnemers ter laatste najaarsbeurs be
haalde zakelijke resultaten hebben beves
tigd, dat, door een samengaan van ver
schillende factoren, het jaarbeursinter-
mediair in abnormale tijden inderdaad
den handel voordeelen biedt, welke op
andere wijze niet worden verkregen. De
tijd kan natuurlijk komen, dat ook dit
middel niet meer baat, dat ook op de jaar-!
beurs producent en wederverkooper geen
voldoende contact meer kunnen krijgen,
maar op dit oogenblik hebben industrie en
handel nog wèl vertrouwen in het jaar-
beursintermediair. hetgeen, wat de indu
strie betreft, blijkt uit de groote deelne
ming en wat den handel aangaat, kan
worden vermoed uit de groote belangstel
ling, welke er uit alle deelen van het land
reeds voor het bezoeken van de beurs is
betoond.
Invloed der malaise.
De algemeene malaise is niet ongemerkt
aan de voorbereiding van deze voorjaars-
beurs voorbij gegaan. Het aantal firma's,
dat genoodzaakt was zich na inschrijving
onder invloed der toenemende malaise
weder terug te trekken, is dit keer grooter
geweest dan ooit te voren en alleen een be-
I langrijke aanvankelijke reserve van deel
nemers, die in den beginne der voorberei
ding afgewezen moesten worden, maakte
het mogelijk de plaatsen der uitvallers on
middellijk weder te bezetten en aldus met
een geheel gevuld gebouwencomplex en
jaarbeursterrein de eindstreep der voor- J
bereiding te kunnen overschrijden. Dit zich
terugtrekken van deelnemers is een, voor
den ongunst der tijden, wel zeer typisch
verschijnsel.
Terug naar de middeleeuwen?
Komende tot de oorzaken daarvan wees
spr. er op, dat het Europeesche jaarbeurs-
wezen in het algemeen door zeer ernstige
gevaren wordt bedreigd. Het karakter
van onze Nederlandsche jaarbeurs, die
zich nog niet in die mate tot een interna
tionaal jaarbeurscentrum en tot een
exportbeurs heeft ontwikkeld als andere
grootere internationale Jaarbeurzen, doet
weliswaar voor het Nederlandsche jaar
beursinstituut de gevaren niet zóó zorg
wekkend zijn als voor andere beurzen,
maar dit neemt niet weg, dat het Europee
sche jaarbeurswezen in levensgevaar ge
bracht wordt door de veelheid, veelzijdig
heid en verregaandheid van de belemme
ringen, die het internationale handelsver
keer in den weg worden gelegd. Het com
plex van deze handelsbelemmerende maat
regelen is funest, zoo niet fataal voor een
richtig functionneeren van het interna
tionale jaarbeurswezen. Tenzij men aan
de internationale jaarbeurzen toekenne
de voorrechten, die de oude jaarmarkten
in de Middeleeuwen genoten en die hen
in staat stelden de eenige plaatsen te zijn,
waar in tijden van strenge gebondenheid
de geboeide internationale handel zich
vrij kon bewegen. De steeds hooger wor
dende tariefmuren, de invoerverboden, de
afweermiddelen tegen den buitenland-
schen handel, de contingenteeringsmaat-
regelen, de noodverordeningen, het prijs
geven van den gouden standaard, de
maatregelen tegen de verplaatsingen van
het goud en tegen den handel in deviezen
hebben Mercurius, als internationale
figuur, gekortwiekt. Met het gevolg, dat
allentwege toestanden geschapen worden,
die in wezen nagenoeg niet verschillen
van die, welke de Middeleeuwen ken
merkten. Het is dan ook niet te verwon
deren, dat in een congres, dat 26 Fe
bruari JJ. door de Union des foires inter-
nationales te Bazel werd belcrd, het
denkbeeld van de herleving in moder
nen vorm de oude jaarmarktprivileges
in het belang van de instandhouding van
den internationalen handel naar voren
werd gebracht.
Het derde gebouw.
De XXVIe jaarbeurs brengt de inge
bruikneming van een nieuw, derde jaar
beursgebouw. De bouw hiervan is in tien
maanden tot stand gebracht, terwijl het
tweede gebouw, dat even groot is als het
derde nog een bouwtijd van twintig maan
den had gevorderd. Tot in alle details is
het werk gereed gekomen. Een succes
voor den bouwmeester Ir. J. de Bie Leu-
veling Tjeenk en voor den chef van den
technischen dienst. Ir. W. Terpstra, die
als uitvoerend ingenieur met zijn staf de
leiding der bouwwerkzaamheden had en
die met dit derde gebouw, dat in ijzercon
structie werd opgetrokken, een arbeid
heeft tot stand gebracht, waarop hij met
trots terug kan zien .Het derde gebouw
sluit op dezelfde wijze aan bij het tweede,
zooals het tweede aansluit bij het eerste.
De deelnemers.
Het totaal aantal deelnemers aan de
komende voorjaarsbeurs bedraagt 1558,
voor het Nederlandsche jaarbeursinstituut
een recordgetal. Met dit aantal zijn alle
vorige beurzen verslagen, zelfs de eerste
internationale beurs in September 1931,
die door een samenloop van gunstige fac
toren, het sindsdien niet meer en op
verre na niet meer bereikte aantal van
1508 deelnemers telde. Sedert dat jaar
1921. het laatste jaar vóór de economische
crisis intrad, die in 1922 en volgende jaren
handel en industrie teisterde, heeft de
Nederlandsche Jaarbeurs beurzen gekend,
waarvar. het deelnemende aantal tot
500 h 600 was teruggeloopen, maar thans,
temidden van een bijna totale zonsver
duistering op economisch gebied, is het
jaarbeursinstituut voor de eerste maal
boven het tot nu toe bereikte hoogste
toogtepunt der deelneming uitgekomen.
Door de ingebruikneming van het derde
gebouw Is het aantal vlerkante meters
'verhuurbare expositieruimte in het com
plex vaste jaarbeursgebouwen van circa
14.000 M2. gestegen tot 17.000 M2. Deze
vermeerdering is geheel door vermeerde
ring van deelnemers opgenomen gewor
den, zoodat het derde gebouw al aan
stonds bij de ingebruikneming op volle
capaciteit kan worden geëxploiteerd; des
niettegenstaande moesten nog vele aan
vragers wegens gebrek aan plaatsruimte
worden afgewezen
Onder deze afgewezen firma's bevindt zich
een betrekkelijk groot aantal buitenland-
sche firma's. Eenerzijds hebben de tijds
omstandigheden en in het bijzonder de
moeilijkheden, waarin verschillende lan
den economisch verkeeren, belemmeren
den invloed uitgeoefend op de deelneming
van buitenlandsche zijde; anderzijds ga
ven bijzondere omstandigheden zooals
bijv. de val van het pond in Engeland
juist aanleiding voor buitenlandsche in
dustrieën om zich voor onze jaarbeurs te
interesseeren.
De groep Meubelen is sedert de vorige
voorjaarsbeurs met 43°/» toegenomen.
Voor de eerste maal is Egypte ter Jaar
beurs officieel vertegenwoordigd met een
inzending katoen; ook Zuid-Sla vië is ver
tegenwoordigd; de stand van het Hoofdbe
stuur der Posterijen is uitgebreid met een
afdeeling Rijkshuistelefooninrichtingen,
terwijl thans wederom ter Jaarbeurze als
deelneemster de Vereeniging Nederlandsch
Farbikaat aanwezig is, die hier een in
lichtingenbureau heeft geopend. De stands
van de Afdeeling Handel en Nijverheid
van het Departement van A., H. en N. en i
die van Zuid-Afrlka, die zich tot nog toe
op de eerste verdieping van het eerste
jaarbeursgebouw bevonden, zijn in verband
met de uitbreiding overgebracht naar de
eerste verdieping van het derde gebouw.
De terugkeer van de Afdeeling Koloniën
verdient een extra-vermelding. Men zal
zich herinneren, dat van de eerste jaar
beurs af aan ons jaarbeursinstituut een
Koloniale afdeeling verbonden is geweest.
Een Nederlandsche Jaarbeurs zonder een
afdeeling Overzeesche Gewesten zou op den
naam Nederlandsche jaarbeurs geen aan
spraak gemaakt mogen hebben.
Zoo is, na een kort hiaat, door den terug
keer van deze koloniale afdeeling onze
Nederlandsche jaarbeurs wederom een
complete Nederlandsche Jaarbeurs gewor
den, typeerend den nauwen samenhang,
die er bestaat tusschen het moederlad en
de overzeesche gewesten.
Een belangrijke blijk van buitenland
sche belangstelling is de Fransche Sectie
op de tweede verdieping van het nieuwe
gebouw, vlak over de afdeeling Koloniën.
Het Relchsverband der deutéchen In
dustrie heeft op deze
v°orjaarsb<
wederom een Auskunftstelle.
Buitengewoon belangrijk is
groep Bouwmaterialen en Wegenbouw- 1
is ditmaal zeer groot. De zaai 1
het tweede en de daarbij aansluit»*!?
zaal van het derde gebouw bevatten
serie stands, zoo welverzorgd als on
géén voorjaarsbeurs aanwezig is op»--!!
Een afzonderlijk paviljoen een inzendt!
van de Ford-fabrieken, terwijl eveneens!
Generals Motors met motorvoertuigen t
beurse aanwezig is.
Het handwerk en de Nieuwkoop
smedenpatroons.
Op het terrein Vredenburg is w
aanwezig een inzending betreffende hi
handwerk. Ter vorige voorjaarsbeurs
op initiatief van den heer Steketee riik
nijverheidsconsulent, een proef ge'nofl
met een collectieve inzending van han
werkers en klein-nijveren, ten einde dr
middel van het jaarbeursinstituut proc
ganda te kunnen maken voor het nog alt
niet geheel en al ten ondergegane han
werk. Het vorige jaar waren het de sni
denpatroons en de met hen genomen jm
mag als geslaagd worden beschouwd o
hier heeft goed voorgaan het voort»
gegeven tot goed volgen, want in de t
meente Nieuwkoop,een vanouds beke
centrum van smedenpatroons, van klei
smederijen heeft het gemeentebesta
het initiatief genomen tot een collectie
inzending van in zijn gemeente vervai
digd smeedwerk, teneinde op deze wi
te trachten een stuk van de oude
vaart der vroegere Nieuwkoopsche smed
voor het huidige geslacht terug te wi
nen. De groep klein-nijveren, die thans
de afdeeling .Handwerk" de plaats
smeden van de vorige jaarbeurs heeft i
genomen, is die der wagenmakers.
Diverse mededceling»
Het succes der verdubbelde propagai
da-activiteit welke door de Jaarbeurs we
gevoerd is niet uitgebleven: het aan1
aanvragen om toegangsbewijzen is d
maal opmerkelijk groot, en meer en me
ontwikkelt zich het systeem der collectie
bezoeken van handelsvereenigingen, mi
denstandsorganisatles, vakgroepen, ei
Ook de vereeniging „Nederlandsch Fat
kaat" heeft wederom een excursie na
de Jaarbeurs georganiseerd, welke op
Maart zal plaats hebben en welke
hoofdzaak ditmaal geldt de groep Me
beien en Aanverwante vakken. Tenslot
deelde spr. mede, dat de H.M. de Koning
vergezeld van Z. K. H. Prins Hendrik
H. K. H. Prinses Juliana een bezoek
de jaarbeurs zal brengen, maar bovendii
heeft het Hare Majesteit behaagd bij i
gelegenheid den eersten dag der beu
het derde jaarbeursgebouw officieel
openen. Nog deed spr. mededeeling v:
het feit dat op de Jaarbeursvraag 5 au
woorden zijn binnengekomen. De wetei
schappelijke waarde van de antwoord!
was zoodanig, dat de jury zich niet vei
antwoord achtte den eersten en tweede
prijs toe te kennen, zoodat alleen één ir
zending kon worden bekroond en wel mi
den derden prijs. De schrijver van dit bi
kroonde geschrift is de heer J. H. R. va
der Willigen te Aerdenhout.
Houdt moed - houdt vol - houdt stau
De XXVIe Koninklijke Nederlandscl
Jaarbeurs valt in een gewichtige periw
der wereldgeschiedenis. Wij leven, ecoui
mlsch, op een vulkaan. De wereldorde li
verstoord. Het inzicht in het organi
verband der economische verschijnseï
ontgaat den mensch. Dagelijks voltrek!
zich in den algemeenen toestand wijzifi
gen, die niet op zichzelf staan, ma.;: a
de resultaten zijn van een groot aant
ingewikkelde factoren, helaas niet a!l«
van economischen, dikwijls maar al te i
van politieken aard. In ons land ligge
de oorzaken der verbijsterende verwarrii
niet; in ons land helaas ligt evenmin il
sleutel voor de oplossing er van. Dit echt
weten wij wel: buiten het wereldverket
om en zonder den terugkeer van het li
temationaal vertrouwen, kan ons lan
zich niet uit de depressie opheffen. In a
wachting, dat daarbuiten de ordenem
geest den demon van den chaos zal ver
jagen, dienen wij in eigen land en in eige
kring er naar te streven het hoofd zoo
lang en zoo krachtig mogelijk te hand
haven. Wij beseffen den ernst van de
toestand. Maar geven daarom nog de hoo
op herstel niet op, overtuigd als wij zij
dat in de harten en hoofden der Neder
landsche zakenmenschen weerklank z
vinden de boodschap, die deze XXVI
jaarbeurs den volke brengt: Zakenmen
schen van Nederland, hout moed houd
vol houdt stand!
Nog werd een korte rondgang gemaak
door 't 3e Jaarbeursgebouw, dat algemeef
groote bewondering trok. Ingenieur de Bi
Leweling Tjeenk gaf hierop een kort
uiteenzetting van de totstandkoming e:
den bouw, waarover wij in ons von
Jaarbeursartikel reeds het een en ande
hebben medegedeeld. Zijn exposé ging me
de vertooning van talrijke interessant»
lichtbeelden gepaard.
Tenslotte vond ln het Jaarbeursgebouw
een feestelijk diner plaats, waar o.a. hel
woord gevoerd werd door den voorzittei
van den Raad van Beheer, den heer
Fentener van Vlissingen, wiens tot ver
trouwen in de toekomst stemmende reae
eveneens luiden bijval verwierf.
Zoo vangt dus de 26e Jaarbeurs aan:
Zij ziet er ongetwijfeld voorspoediger dan
ooit te voren uit. Het „Jaarbeurs-scheep;
ken" heeft de wind nog in de zeilen, he»
is nog geenszins in de branding. Wakker®
stuurlui staan aan boord: mogen zij, o?'
wanneer voor de Jaarbeurs de wind no»
eens onverhoopt gaat keeren, stevig op <jf
brug van het schip staan, om het ook w
de komende routes naar veilige haven w
voeren!
RECLAME.
reinigt mond en tandenJ
^m^ajSmfNtDERLAHDSCH FABI>IK"r^\
2-3