Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 14 Maart 1932
Derde Blad
No. 22081
bevestiging en intrede
van Ds. h. w. waardenburg
KUNST EN LETTEREN.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
De Geheimzinnige Inbreker
TE HOOGMADE.
TERAARDEBESTELLING
Dr. A. DUETZ TE WASSENAAR
GROOTE BELANGSTELLING.
Een indrukwekkende plechtigheid.
Ds. H. W. Waardenburg.
ongetwijfeld was het gisteren voor de
Men der Ned. Herv. Kerk te Hoogmade
Jen belangrijke dag wegens de bevestiging
intrede van den nieuwen leeraar ds.
W. Waardenburg. Des morgens om 10
pur werd de bevestiging verricht door ds. C.
nvaardenburg uit Bruinisse met de tekst
woorden Handelingen 5 vers 42: „En zij
itfelden niet op, allen dag in den Tempel
|n bij de huizen te leeren en Jezus Christus
Te verkondigen".
Was des morgens bij de bevestiging de
langstelling reeds zeer groot, des mid-
bleek lang vóór 2 uur in het Kerk-
Igebouw geen plaats onbezet, ondanks het
l'eit, dat men het aantal plaatsen door het
nbrengen van stoelen belangrijk hadden
Êtgebreid.
Onder de aanwezigen zagen wij o.a. bur
gemeester J. E. Boddens Hosang, den vroe
leren predikant ds. Tonnon uit Pijnacker,
Odé uit Koudekerk aan den Rijn, ds.
I?. H. Peeter uit Rijnsburg, Ds. G. J. Stree
feer uit Leiderdorp, consulent, ds. D.
Jacobs uit Krimpen aan den IJsel, den heer
Frankhuyzen, hoofd der O. L. School,
nede Kerkvoogden, Ouderlingen en Dia
kenen
Zoodra de nieuwe leeraar het kerkge
bouw was binnengetreden en het spreek
gestoelte had betreden, zong de gemeente
5 voorzang Psalm 95 vers 1 en 4. Vervol
gens sprak de predikant het votum uit,
raarop door den voorlezer voorlezing van
twaalf artikelen des geloof s ge
schiedde. Na deze belijdenis verzocht de
predikant te zingen Gez. 52 vers 13, waarop
werd voorgelezen Jes. 42 vers 1—8, en
l'jcas 9 vers 2836. Ds. Waardenburg ging
lierna voor in gebed en begon, nadat was
«zongen Psalm 43 vers 3 en 4, zijn predi-
itie, zulks naar aanleiding van het Evan-
|?Iie van Markus Hoofdstuk 9 en daarvan
laatste verzen 7 en 8, n.ï.: ..En daar
Kram een v/olk, die ze overschaduwde, en
Ine stem kwam uit de wolk. zeggende Deze
lmijn geliefde zoon, hoort hem En haas-
llijk rondom ziende, zagen zij niemand
fan Jezus alleen bij zich."
1 Na de behandeling van deze predikatie,
pelke door de aanwezigen met de grootste
ndacht en in alle stilte werd gevolgd,
laracht ds. Waardenburg bijzondere woor-
Ben van dank tot zijn Vader, die hem des
pchtends had bevestigd. Vervolgens tot
ujn schoonvader, waarna hij tot hem
boorden van troost sprak in verband met
p ziekte van z'n vrouw. Vervolgens richtte
p predikant zich tot den kring van predi
kanten, tot den consulent ds. G. J. Streeder
Leiderdorp, tot de kerkvoogden, nota
belen. tot den burgemeester, de Utrecht-
fche club Progredior. waarvan ds Waar
denburg 4 jaar lid i§ geweest, tot de Jon-
plings-Ver. ..Obadja" en tenslotte tot de
Gemeente zelve.
Hierna werd gezongen van den Avond
zang de verzen 1 en 7. Vervolgens werd de
fcieuwe leeraar toegesproken door den heer
1. F. Franck uit Utrecht, namens de Theo-
llogenclub. Vervolgens snrak nog ds. Odé uit
■Koudekerk aan den Riin, namens de col
lega's uit den kring AlDhen, ds. G. J. Stree
leer uit Leiderdorp, als consulent, en hij
■dankte de gemeente van Hoogmaclc. de
■nieuwe lidmaten, de Kerkeraaclslcden,
■Ouderlingen en Diakenen en Notabelen.
|Tot slot werd den nieuwen leeraar staande
■door de geheele gemeente toegezongen
■Psalm 121 verc 4: ..De Heer zal u steeds
(gadeslaan, enz.
Hierna dankte de nieuwe leeraar alle
■sprekers voor hun woorden, waarop de
(zegen werd uitgesproken.
Wijlen Dr. A. Duetz.
Onder buitengewone belangstelling had
Zaterdagmiddag te Wassenaar de uitvaart
dienst plaats van wijlen den geneesheer dr.
A. Duetz. Wegens, de koude weersgesteld
heid werd zij gehouden in de Ned. Herv.
Kerk. Tegen het voor de plechtigheid vast
gestelde uur gingen talloos vele inge-
gezetenen van eiken godsdienst en van
eiken rang of stand ter kerke, om een
laatste hulde te brengen aan hem, die zijn
geheele leven in dienst had gesteld van
de liidende menschheid en om zijn bereid
vaardigheid en onbaatzuchtigheid bij allen
in hoog aanzien stond. In korten tijd was
het ruime kerkgebouw tot in alle hoeken
gevuld.
Onder de aanwezigen merkten wij op
den burgemeester van Wassenaar, den
heer J. J. M. Wiegman, wet
houder G. P. G. van Leeuwen, oud-burge
meester Jhr. B. Ph. S. A. Storm van
's Gravesande, Jhr. dr. W. A. Beelaerts
van Blokland, voorzitter van het kerk
bestuur, enkele leden van den gemeenteraad
en bijna alle geneesheeren ter plaatse. Met
den stoet kwamen nog mede dr. Bergsma
aldaar, die den overledene tijdens zijn
ziekte Ivad behandeld en dr. B. Koster.
Nadat het stoffelijk overschot was op
gebaard, verzocht ds. J. Langman, die den
dienst leidde, te zingen Psalm 73 vers 13.
Daarna las de predikant een gedeelte uit
Korinthe. Vervolgens wijdde hij een enkel
woord aan de nagedachtenis van dokter
Duetz. Hii meende de vraag, of de aan
wezigen den doode moesten gaan ver
heerlijken, ontkennend te moeten beant
woorden, omdat, als dit zou geschieden
niet zou worden gehandeld in den geest
van den overledene Hii toch was wars
van verheerlijking- Dit-is"nog enkele weken
geleden tot uiting gekomen, toen hij zijn
40-jarig jubileum herdacht en het hem
veel moeite gekost heeft om thuis te
blijven. Hij was een zeer bescheiden man,
hescheiden in zijn practijk, bescheiden in
zijn leven, eenvoudig in de belijding van
zijn geloof. Wij allen zullen in hem mis
sen een trouw burger, een hesten dokter,
een man die meeleefde. Wij behouden aan
hem de meest aangename herinneringen.
Moge zijn ziel bij God zijn en vréde
hebben
Vervolgens verkreeg de burgemeester van
Wassenaar 't woord. Deze wees erop, dat
wij kort geleden stonden bij de baar van
den predikant en nu staan wij bij den baar
van den geneesheer, die zich met heel
zijp persoon, met al zijn krachten met
zijn geheele ziel gegeven heeft aan zijn
patiënten. Dat kunnen allen getuigen, die
hem dagelijks door weer en wind per fiets
zagen opgaan, om patiënten te bezoeken.
Ziin heengaan is voor velen een slag. Ver
volgens zeide s»pr., dat de gemeente in
hem verliest een ambtenaar, die haar ge
durende 40 jaren trouw had gediend. Het
is daarom, dat hij van deze plaats een
woord van innig geineenden dank en er
kentelijkheid wil spreken. Met ingang van
1 April a.s. was door hem ontslag gevraagd
als gemeente-geneesheer. Op de meest eer
volle wijze is dit ontslag verleend. In de
gemeente maakte men zich op om hem over
enkele weken te huldigen. Het heeft niet
zoo mogen zijn. God heeft hem opgeroepen.
Aan mevrouw Duetz wenschte hij de kracht
toe, om het door God opgelegde kruis te
dragen.
De oud-burgemeester van Wassenaar Jhr.
Storm van 's Gravesande wilde dank bren
gen aan den man, dien hij 20 iaren had
gekend als een eenvoudig man die zijn
plicht deed. en die niet verlangde geëerd
te worden. Voor de verleende medewerking
bracht hii hein hier dank.
Namens de Wassenaarsche doktoren bracht
vervolgens dr. Bergsma een groet.
Hii noemde den overledene den beste en
eenvoudigste onder hen, die 40 jaren op
onbaatzuchtige wijze had gearbeid in het
liet belang der menschheid. Dit is niet
vergeefsch geweest, want de jongeren heeft
hii tot inkeer gebracht. v
De oudste broeder wilde tenslotte uiring
geven, aan wat er op dit oogenblik leeft
in de harten der familie. Groote droefheid
is er, omdat zij hem moesten missen, hem,
wien nooit iets' te veel was, wiens huis
steeds open stond en aan wien enkelen
veel zijn verplicht. Een hoog karakter,
liefde en teerheid beheerschte zijn op
treden in huis,in den familiekring en daar
buiten. Dientengevolge was zijn leven niet
gemakkelijk. Hij was zeer gevoelig en ver
langde vertrouwen, maar zelfs wanneer dit
niet werd geschonken was hij zonder
wrok. Naast droefheid is er evenwel ook
reden tot dankbaarheid, op dit graf, op
deze baar van eeiiwjghéidslicht. Hij had
een groot vertrouwen in Gpcl, een vast
geloof en liefde. Laten wij daarom niet
treuren als degenen die geen hoop meer
hebben. Ik weet dat de slag zwaar is. De
banden die God heeft gelegd, blijven on
verkracht en in eeuwigheid. Spr. bracht
tenslotte dank aan den burgemeester, den
oud-burgemeester, de kerkvoogdij voor het
afstaan van het kerkgebouw, ds. Langman,
de wethouders, dr. Bergsma, de collega's
en allen die van hun belangstelling hadden
doen blijken. Daarna sprak ds. Langman eert
dankwoord en werd gezongen Gezang 30,
vers 6.
Na het eindigen der plechtigheid werd
het stoffelijk overschot de kerk uitgedragen
en ter laatste rustplaats geleid. Bij het
graf kwamen velen nog een laatsten groet
brengen. De kist was o.a. bedekt met een
krans van de gezamenlijke Wassenaarsche
doctoren.
WEEKBLADEN'.
„De Haagsche Post" brengt een artikel
van het lid van de Fransche Kamer Grum-
bach over „Briand's laatste levensjaren".
Sportveteraan schrijft over „Als Camera
bokst"de klap. dien je niet hoort".
Voorts artikelen over verrassende stijging
van het Pond", „Japansche financieele en
economische toestand" en „Midden-Euro-
peesche economische federatie".
Met eenige foto's over „De jacht naar
het goud" in Engeland opent „Het Leven".
Voorts een serie interessante opnamen van
het boksen van Camera.Tonny van Ulsen,
Nederland's jongste vlieger vertelt, hoe
hij zijn vliegbrevet haalde. Tenslotte op
namen uit Sjanghai, de stad der verschrik
king en uit het leven van Arjstide Briand.
Het allerlaatste type bombardeervlieg-
luig. momenten uit het leven der Lind
bergh's en duikers op sponzen, afbeeldin
gen van de reuzenaronskelk van Sumatra
vindt men in „De Wereldkroniek." Voorts
een interessant artikel over het geweldige
Postkantoor te Zurich.
Mr. A. C. Josephus Jitta schrijft in ,X)e
Groene Amsterdammer" indrukken uit
Engeland. Mr. R. Mees geeft een beschou
wing over het Antwerpen-Moerdijkkanaal.
Pakkend is Jordaan's teekening: de rots
Hindenburg ir. den verkiezingsmaal
stroom. Jordaan bespreekt tevens Siod-
mak's nieuwste film „Heerscher der Duis
ternis".
TIJDSCHRIFTEN.
Het R.-K. Bouwblad.
In het R.K. Bouwblad herdenken Wies
Moens, B. J. Koldewey en C. M. van Moor-
sel Pzn. den op 19 Februari j.l. overleden
veelbelovenden beeldhouwer W. A. van der
Winkel. Een groot, aantal afbeeldingen
van zijn meest bekdnde beelden en beel
dengroepen iliustreeren het nummer. Klei
nere artikelen over de gebruikelijke onder
werpen vullen het nummer aan.
BEGRAFENIS VAN Prof. DE LOUTER.
Zeer groote deelnemende
belangstelling.
Op de Eerste Algemeene Begraafplaats
te Utrecht is Zaterdagmiddag het stoffe
lijk overschot van prof. de Louter ter aarde
besteld. Er was zeer groote belangstelling.
Onder meer waren aanwezig: jhr. van
Karnebeek, mr. J. Rutgers, hoofdbestuurs
lid van den Vrijheidsbond, de leden van
den Hoogen Raad mr. Kosters en mr. Vis
ser. dr. 's Jacob i commissaris van de Ko
ningin in Utrecht i. en de burgemeester
van Utrecht, dr. Fockema Andraeae te
vens pres.-curator der Utrechtsche Uni
versiteit), de Utrechtsche rector-magnifi-
cus prof. Ornstein, en verder de professo
ren De Vooys. Scholten. Van Apeldoorn.
Pont, Van den Bergh van Eysinga, Kern
kamp. Verryn Stuart, Nijland. Van Brakel,
Winkler enz.
Bij de vele kransen waren er van H. M.
de Kóningin en van H .M. de Koningin-
Moeder.
Het eerst is het woord gevoerd door prof.
dr. J. H. W. Verzijl. namens de Utrecht
sche Universiteit, die wijlen prof. de Lou
ter een man van wetenschap, een vervui
ler van tal van nuttige functies in het
maatschappelijk leven en een uitnemend
docent noemde, een welsprekend vertolker
van gedachten over velerlei uiteenliggende
zaken, een auteur van wereldbekendheid.
Hij was bovendien een man vol liefde voor
zijn gezin; iemand, die streed voor de
internationale verzoening onder de heer
schappij der gerechtigheid.
Hij is weggerukt zonder de verwezen
lijking van zijn idealen te zien. Maar wel
heeft hij van den bergtop ai een blik kun
nen werpen in h,et beloofde land, in het
onuitroeibaar geloof van de uiteindelijke
zegepraal. Voor dit geloof heeft hij geleefd
en ij hij gestorven
Jhr. Van Karnebeek, de commissaris der
Koningin in Zuid-Holland, leerling van
den overledene, zeide weinig levens gekend
te hebben ln wier wezen zooveel edels en
ridderlijks omsloten lag en tot uitdrukking
kwam als in dat van zijn leermeester. Zijn
geest was van een eigenaardige reinheid,
die hem in staat stelde de wereldsche din
gen die veelal niet rein zijn, van een hoog
standpunt te bezien, in staat stelde ook
een geestelijke vrijheid te ontwikkelen die
bijna niet meer van dezen tijd is maar
een sieraad was van den tijd die hem heeft
voortgebracht, een geestelijke vrijheid die
hem deed luisteren naar het gebod van
zijn geweten, luisteren naar de ingeving
van zijn ^verstand.
Bij dat alles bestond voor de Louter dan
geen ander wachtwoord meer.
De Louter laat ons na het lichtende
voorbeeld van wat een mensch kan zijn
voor anderen.
Namens het hoofdbestuur van de Re-
montstrantsche Broederschap en tevens
uit naam der Utrechtsche gemeente voer
de ten slotte dr. N. Blokker, predikant te
Utrecht het woord. Het is mij, aldus deze
spreker, een weemoedig voorrecht in dit
oogenblik den dank dezer instellingen te
mogen vertolken voor het vele goede dat
zij in den loop van een lange reeks van
jaren uit het rijke leven van prof. De Lou
ter als curator van haar seminarium en
als eerelid harer algemeene vergadering
heeft mogen ontvangen.
De heer J. de Louter, een zoon van den
overledene dankte daarop allen die hier
van hun sympathie en genegenheid had
den blijk gegeven.
HET KORTINGSWETJE.
Het geldt niet voor burgemeesters,
secretarissen en ontvangers.
In de memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer zegt de minister dat de sa
larissen van de burgemeesters, de secre
tarissen en de ontvangers niet in het kor
tingswetje betrokken zijn. omdat de ge
meenten daarover geen zeggenschap heb
ben en zij dus niet bij machte zijn, dit
deel van de korting te verhalen. In hoever
langs anderen weg ten dezen aanleiding
tot ingrijpen voor de Regeering bestaat,
zal nader worden overwogen.
HET VERLIES OP PONDENBEZIT.
Een wetsontwerp tot dekking ingediend.
Bij de Tweede Kamer is een wetsont
werp ingediend tot dekking van het ver
lies van de Nederlandsche Bank. ontstaan
door het pondenbezit. Dit verlies zal in
verband met de in liet. contract mei. Ne-
derlandsch-Indië gestelde grenzen ten
aanzien van het te leveren bedrag en den
te bepalen prijs, zich bewegen tussehen
f.281/! en f.30 millioen
Door het gedeeltelijk aanspreken van de
reserve in vereeniging met het bedriifs-
overschot over het loopende jaar zal 'liet
veries worden gereduceerd tot een bedrag
dat vermoedelijk niet heel ver zal afliggen
van f 20 millioen.
Het voornemen bestaat, deze f 20 mil
lioen uit de in dc volgende jaren door de
Nederlandsche Bank te maken winsten al
lengs af te schrijven. Het jaarlijksche
winstaandeel van den Staat en de uitkee-
ringen aan de aandeelhouders zullen hier
door, gelijk vanzelf spreekt, gedurende een
aantal iaren in. aanzienlijke mate worden
gedrukt. Teneinde dien druk niet oneven
redig op de eerste jaren te leggen is een
stelsel van geleidelijke afschrijving van
het verlies aangenomen.
De nieuwe ivinstverdeeling komt on het
volgende neer: de helft van de jaarlijk
sche winst zal worden gebezigd tot af
schrijving op het verlies. Dit met een mi
nimum van f.1 millioen Het niet aldus
bestemde deel der winst zal in de eerste
plaats worden gebruikt om, indien de al
gemeene reserve onverhoopt beneden de
f.3 millioen mocht zijn gedaald, deze re
serve wederom tot het genoemde bedrag
op te bouwen. De daarna overblijvende
winst zal gelijkop aan den staat, en aan de
aandeelhouders worden uitgekeerd tot. een
zoodanig maximum-bedrag', dat aan de
aandeelhouders 5°/n zal worden uitg'ekeerd.
De winst, die daarboven nog aanwezig
zal zijn, wordt gebezigd tot verdere af
schrijving van het verlies
VRIJZINNIG DEMOCRATISCHE BOND.
Vergadering der Federatie Zuid-Holland.
Zaterdag vergaderde te Rotterdam de
Federatie Zuid-Holland van den Vriiz
Dem. Bond.
Naar aanleiding van het jaarverslag
werd besloten ook te Leiden een vergade-
ring te houden, waar het Kamerlid Ebels
zal spreken over de crisis en wel speciaal
in verband met den landbouw.
Tot bestuurslid werd herkozen de heer
J. L. Belonje te Rotterdam.
Als candidaten voor de a.s. Ie Kamer
verkiezing werden gesteld mevr. W. A. L.
Ros—Vrijman en de heeren mr. M. Slin-
genberg (aftr.), prof. mr. C. v. Vollenho
ven en mr. W. H. M. Werker. Bij deze can-
didaatstelling kwam het vraagstuk der
cumulatie ter sprake. Hoewel men in be
ginsel tegen het aanwijzen van één per
soon voor verschillende functies is, was
men van oordeel dat elk geval afzonderlijk
beschouwd dient te worden.
Hierna hield mr. Werker een inleiding
over het beleid der Statenfractie. Na deze
inleiding werden enkele vragen gesteld die
tot genoegen beantwoord werden.
GROOTE AFVLOEIING VAN PERSONEEL
BIJ DE NED. SPOORWEGEN.
Naar wij vernemen zal weer een groote
afvloeiing van personeel bij de Ned. Spoor-
wegen plaats hebben. Deze afvloeiing van
personeel zal bij alle diensten ook op de
Hoofdbureaux der Ned. Spoorwegen te
Utrecht plaats hebben. Al het personeel
boven de 60 jaar zal voor pensioen wor
den voorgedragen. Deze pensioeneering
zal 5000 personen omvatten.
BESCHERMING VAN DIEREN.
Zaterdag ls in Den Haag de algemeene
jaarlijksche vergadering gehouden van den
bond van politie-ambtenaren in Neder
land tot bescherming van dieren, onder
voorzitterschap van den heer J. Fremery
Kalff, voorzitter van den bond.
Uit het jaarverslag bleek dat de bond'
1776 leden telt.
Als bondsbestuursleden zijn herkozen de
heeren DTalsma, gemeente-veldwachter te
Marssum. en K. v. der Veen, opperwacht
meester der marechaussee te Meppel, In
de plaats van den heer J. J. van Geelen,
klerk bij de politie te Amsterdam, die
zich genoopt had gezien, tusschentijds
voor het bestuurslidmaatschap te bedan
ken. is gekozen de heer B. Buissink, oud-
bondsbestuurslid, die in 1931 reeds bereid
werd gevonden, tijdelijk het penningmees
terschap waar te nemen.
Goedgekeurd zijn de rekening en verant
woording over 1931. sluitende met een
eindcijfer van f. 2940.94'/! en bevattende
een nadeelig saldo op 31 December 1931
van f. 50^9'/». De begrooting voor 1932 sluit
op f. 2890 en bevat o.m. posten van f. 1250
éontributiën en van een nadeelig saldo
van f140 op 31 December '32. Ook de be
grooting werd aangenomen.
Uit het Engelsch door A. TREUB.
17)
Sir Peter kookte zwijgend; Aimsbury
Meld zijn adem in. Eric neuriede een
deuntje en Harker rookte onverschillig,
terwijl Spencer zorgvuldig het stuk door
ras. Er kwam niet de minste verandering
tan uitdrukking op het gezicht van den
butler, toen hij de inleidende clausules
doorlas, maar toen hij aan de lijst kwam,
die de borgstelling vormden, lichtte hij
zijn hoofd op.
Deze zijn natuurlijk al de gestorte
"Mgstellingen? vroeg hij.
Ja, antwoordde Harker. het pak obli
gaties opnemend. Misschien wil je ze zelf
nazien?
Dat zal niet noodig zijn, mijnheer,
antwoordde Spencer, terwijl hij weer
'/ortging met lezen.
r Het schijnt in orde te zijn, mijnheer,
hii eindelijk, ik
.-.Schijnt te zijn, barstte sir Peter uit.
nonijnt te zijn? Het is in orde!
Ik had dat willen zeggen, sir Peter.
Zeg dan wat je meent. Teeken het nu
e° ga dan heen!
Spencer zette gehoorzaam den siphon
en plaatste zijn handteekening waar
darker hem had gewezen.
- Teeken het afschrift ook, nu wij er
•°|u mee bezig zijn, Spencer.
Spencer teekende het onvoltooide af-
jdffift, dat de procureur hem voorlegde en
Diets, Toen keerde hij zich naar de
deur en ging plechtig heen. Maar hij ging
niet geheel en al weg. want juist toen hij
op het punt was de kamer te verlaten, be
gon Harker, die met een zucht van opluch
ting het contract opgevouwen en in zijn
tasch geborgen had. met den onmisken-
baren toon van iemand, die graag wil af
stappen van een onderwerp, dat onaange
naam is geworden.
Sprekend over dezen Decker, be
gon hij.
Spencer bleef op den drempel staan en
draaide zijn hoofd om om te luisteren.
Deden we dat? vroeg sir Peter knorrig.
We doen het nu. antwoordde Harker
grinnekend. Er gaan praatjes in de cou
ranten, dat hij identiek is met den Ruiten
Aas, die ongeveer twintig jaar geleden de
Engelsche crimineele kringen in oproer
bracht.
Onzin! zei sir Peter met zooveel na
druk, dat de anderen hem verbaasd aan-
Iteken
Dat is mijn meening ook, sir Peter, zei
Harker veelbeteekenend.
„Sir Peter staarde Harker even aan. toen
kreeg hij een kleur en bracht zijn glas
naar zijn lippen met een hand', die niet
geheel vast was.
Spencer keek scherp naar sir Peter, en
trok zijn lippen even samen.
Maar het praatje gaat, ging Harker
voort. Eén of ander knappe man heeft
zich in de geschiedenis verdiept en de le
genden opgehaald van het Robin Hood-
achtige werk van den Aas, zijn methoden
enz. en heeft de gelijkheid met de han
delwijze van den Decker aangeduid. Ik
zou er Drew van verdenken die knappe
man te zijn, als het niet zeer onwaar
schijnlijk was, dat Drew eenige weldadige
beweegredenen aan den Aas of den Decker
zou toeschrijven.
Ik herinner mij niet gelezen te heb
ben, dat de Ruiten Aas ooit zijn liefdadige
neigingen "toonde, zei sir Peter scherp.
Ik wel, antwoordde Harker.
In dien tijd hield men het er alge
meen voor. dat hij meer philanthroop dan
misdadiger was. Hij beroofde nooit ande
ren. dan die het lijden konden, en deelde
de opbrengst van zijn werk aan de armen
uit. Het is natuurlijk nooit bewezen, maar
gewoonlijk is er eenige grond voor zulk
soort geruchten.
Ik geloof het niet, zei sir Peter af
doend.
En de oude heer zal nooit gelooven,
dat zulk een man met mogelijkheid de
Decker zou kunnen zijn. zei Erie, rechtop
gaan zittend.
Daar heb je gelijk in, mijn jongen,
stemde Aimsbury droevig glimlachend toe.
Hij is een schurkachtige dief! Niet
meer en niet minder!
En wordt van den Decker gezegd, dat
hij philanthropische invallen heeft? vroeg
sir Peter.
Nu, hier ook is weer niets bewezen.
Maar er zijn algemeene aanduidingen, dat
een groot aantal weldadigheidsvereenigin-
gen door het geheele land heen begiftigd
zijn met schenkingen van een persoon,
die een speelkaart in plaats van zijn hand
teekening gebruikt.
Dat bewijst zeker niets
Juist. Maar het feit, dat deze schen
kingen altijd volgen na de ambtsbezoeken
van den Decker, en dat de kaart, die aan
de begiftigde gezonden wordt, gelijk is
aan die welke aan het slachtoffer gezon
den is.
Zoo er niets bewezen is. hoe kan dat
dan een feit zijn? vroeg sir Peter, kwaad.
Het eenige feit, dat omtrent den kerel be
wezen is, is dat hij niet zoo kieskeurig bij
de keus van zijn slachtoffers is, als je
denkt, dat de Ruiten Aas geweest is. Ér
was een groot geschreeuw enkele maan
den geleden, toen hij de geheele opbrengst
stal van het concert, dat in Town Hall ten
voordeelc der blinde soldaten gegeven
werd als ik mij goed herinner Je zult toch
zoo iets niet aan een philanthroop willen
toeschrijven? Ba! Zooals Aimsbury zegt,
de kerel is een gewone dief, en al die ro
mantische praatjes zijn niets dan onzin!
Indien de Decker werkelijk Ruiten
Aas is, zei Eric, waarom is er dan zoo'n
lang hiaat in zijn misdadige loopbaan"
Precies, snauwde sir Peter. Toen
wendde hij zich woedend tot den jongen
mgn.
En wie heeft je gevraagd aan het ge
sprek deel te nemen? vroeg hij.
Niemand, antwoordde Eric oprecht.
Ik dacht alleen, dat ik voor de gezellig
heid ook wat zeggen wilde.
Zijn vroolijke glimlach maakte sir Peter
woedend, die zijn glas opnam alsof hij het
naar den jongen man wilde gooien, maar
in plaats daarvan keek hij er in en zag
toen boos rond naar de karaf. Spencer
kwam stil bij hem met het gewenschte
voorwerp en was inwendig verbaasd, dat
sir Peter niets er van zeide, dat hij nog
aanwezig was.
Soda!
Spencer schonk er soda bij.
Nu, heeren. zei sir Peter, zijn glas op
heffend en beurtelings Aimsbury en Har
ker met een spottenden, duivelschen
glimlach aankijkend;
Op de gezondheid van den Decker!
En hij dronk de whisky in één slok op en
gooide het glas daarna in het vuur.
Hij heeft mijn droomen vooruit ge
holpen, zei hij geheimzinnig, in antwoord
op de verschrikte verbazing op het gezicht
van de anderen.
Hij heeft mij bijna geruïneerd, klaag
de Aimsbury.
Dat is betrekkelijk, Aimsbury.
Sir Peter wendde zich tot Spencer, die
alleen kaïn was gebleven,
Ik wensch volstrekte geheimhouding
omtrent de zaak van hedenavond, Spen
cer. zei hij gebiedend. Begrepen?
Spencer boog zwijgend, terwijl Harker
en Aimsbury in antwoord op sir Peter's
toon, zich gereed maakten om te vertrek
ken.
Aimsbury stond langzaam op, met een
uitdrukking van verwarden twijfel in zijn
trekken, die niet verdween toen Harker de
cheque en de P.N. over de tafel naar hem
toe schoof.
He, wat het afschrift betreft, be
gon hij afgetrokken, terwijl hij ze samen
vouwde.
Die zal ik je in den morgen zenden,
Aimsbury, antwoordde Harker vlug. ter
wijl hij zijn papieren in zijn tasch borg.
Heel goed.
Aimsbury ging bij de tafel weg en deed
een schrede naar de deur
Ho!
Aimsbury schrikte schuldbewust, en
keerde zich kwaad naar zijn zoon om, die
in drie stappen door de kamer liep.
Denk er aan, waar je bent! beval de
woedende man. En schreeuw niet zoo!
Het is een ongelukkige gewoonte, gaf
Eric luchtig toe, voor zijn vader stilhou
dend, maar ik hoop dat U er mettertijd
aan gewend zult raken, vader.
Hij legde zijn hand vriendschappelijk op
den schouder van zijn vader en keek hem
ernstig aan.
Wat is het voor een samenzwering,
vader? vroeg hij eenvoudig.
Aimsbury herinnerde zich intijds, dat
het zijn zoon was en dat het daarom on-
noodig was de vraag te beantwoorden.
(Wordt vervolgd).